Hoofdstuk 9

Het aanvaarden van de verzoening

VIII. Grootheid tegenover grootheidswaan

 

In de vorige paragraaf vroeg Jezus ons om op het waardeoordeel van kleinheid van het ego te reageren met het aanvaarden van de grootheid van God. In deze paragraaf beschrijft hij de tegenzet van het ego. Het probeert ons terug te lokken met schijngrootheid, oftewel grootheidswaan. 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

1. Grootheid is van God, en van Hem alleen. Daarom is er grootheid in jou. Telkens wanneer jij je daarvan bewust wordt, hoe vaag ook, geef je automatisch het ego op, want in tegenwoordigheid van Gods grootheid wordt de onbeduidendheid van het ego volmaakt duidelijk. Wanneer dit gebeurt meent het ego – ook al begrijpt het dat niet – dat zijn ‘vijand’ heeft toegeslagen, en probeert het jou met geschenken ertoe te bewegen tot zijn ‘bescherming’ terug te keren. Een opgeblazen zelf is het enige wat het ego te bieden heeft. De grootheidswaan van het ego is zijn alternatief voor de grootheid van God. Wat kies je?

 

Wanneer het ego ons vertelt over onze kleinheid, moeten we reageren door ons bewust te worden van onze ware grootheid. Maar als we dat doen, voelt het ego zich ernstig bedreigd. In het stralende licht van Gods grootheid wordt zijn betekenisloosheid namelijk volkomen helder. Daarom fluistert het ons in dat we betekenisvol zijn in deze wereld, dat we geweldige dingen doen en respect en eer verdienen. We blazen ons kleine zelf op en beseffen niet dat we daarmee de grootheid van God inruilen voor de grootheidswaan van het ego.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

2. Grootheidswaan is altijd een dekmantel voor wanhoop. Het is iets hopeloos, omdat het niet werkelijk is. Het is een poging om je kleinheid te compenseren, gebaseerd op de overtuiging dat die kleinheid werkelijk is. Zonder deze overtuiging heeft grootheidswaan geen betekenis en is het ondenkbaar dat je die zou willen. De essentie van grootheidswaan is rivaliteit, want het houdt altijd een vorm van aanval in. Het is een hersenschimmige poging om te overtreffen, maar niet om op te heffen. We hebben hiervoor al gezegd dat het ego schommelt tussen argwaan en kwaadaardigheid. Het blijft argwanend zolang jij aan jezelf wanhoopt. Het gaat over tot kwaadaardigheid wanneer jij besluit geen zelfvernedering te gedogen, en ondersteuning te zoeken. Dan biedt het jou als ‘oplossing’ de illusie van een aanval aan.

 

Een klein zelf zijn is deprimerend. Als je wanhoopt, omdat je gelooft nooit iets anders te zijn dan dat, compenseer je dit door te denken: 'Ik ga ervoor zorgen dat ik een groter klein zelf wordt, groter dan alle andere kleine zelven om me heen'. Dit is een aanval op alle anderen, omdat je ernaar streeft iedereen kleiner te maken dan jouzelf. 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

3. Het ego begrijpt niet wat het verschil is tussen grootheid en grootheidswaan, omdat het geen verschil ziet tussen wonderimpulsen en zijn eigen egovreemde overtuigingen. Ik heb je gezegd dat het ego zich ervan bewust is als zijn bestaan wordt bedreigd, maar het maakt geen onderscheid tussen deze twee zeer verschillende vormen van bedreiging. Zijn diepgeworteld gevoel van kwetsbaarheid maakt dat het niet in staat is iets te beoordelen, tenzij als aanval. Wanneer het ego zich bedreigd voelt, is de enige beslissing die het neemt of het nú gaat aanvallen of dat het zich terugtrekt om later aan te vallen. Neem je zijn aanbod van grootheidswaan aan, dan zal het onmiddellijk aanvallen. Doe je dat niet, dan zal het wachten.

 

Wanneer het ego zich bedreigd voelt, is het ervan overtuigd dat het wordt aangevallen. En de enige manier waarop het zich daartegen verdedigt is een tegenaanval. Als je zijn aanbod van grootheidswaan aanneemt, valt het onmiddellijk aan. Als je daarentegen kiest voor ware grootheid zal het wachten totdat jij hem een opening biedt voor een aanval. 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

4. In tegenwoordigheid van Gods grootheid raakt het ego verlamd, want Zijn grootheid grondvest jouw vrijheid. Zelfs door het geringste spoortje van jouw werkelijkheid wordt het ego letterlijk uit je denkgeest verdreven, omdat jij elke investering erin zult opgeven. Grootheid is geheel vrij van illusies, en doordat ze werkelijk is, is ze onweerstaanbaar overtuigend. Toch zul je dit overtuigd-zijn van de werkelijkheid niet kunnen handhaven, tenzij jij verhindert dat het ego dit aanvalt. Het ego zal geen inspanning onbenut laten om zich weer te herstellen en zijn krachten te mobiliseren tegen jouw bevrijding. Het zal jou vertellen dat je krankzinnig bent, en betogen dat grootheid geen werkelijk deel van jou kan zijn vanwege de kleinheid waarin het gelooft. Maar jouw grootheid is geen waan, omdat jij die niet gemaakt hebt. Jij hebt grootheidswaan gemaakt en bent er bang voor omdat het een vorm van aanval is, maar jouw grootheid komt van God, die haar vanuit Zijn Liefde heeft geschapen.

 

Stel je voor dat je een puber bent die een computerspel speelt waarin je een grauwe muis bent. En stel je voor dat de energie van jouw denkgeest deze muis in beweging zet. Hoe meer je in het spel opgaat, des te meer je vergeet wie je werkelijk bent, en des te meer je je identificeert met de muis. Daardoor krijgt hij steeds meer leven en vitaliteit en beweegt hij steeds intensiever. Maar dan herinner je je ineens weer wie je bent. 'Ik ben een mens. Ik ben zestien jaar. Ik heb een leven. Ik heb familie. Deze muis is volslagen onwerkelijk en compleet waardeloos. Dit is nep!' En terwijl je dit denkt stopt de muis met bewegen. Hij krijgt geen energie meer van je denkgeest. Hij is verlamd.

Maar dan neemt het spel je weer in beslag en begint het besef van je werkelijkheid weer te vervagen. De muis begint weer tot leven te komen en verzamelt al zijn krachten voor een subtiele aanval: 'Wie denk je wel dat je bent?' zegt hij, 'Hoe arrogant om te denken dat je meer bent dan een kleine muis. Wat een waanidee van grootheid! Je verliest volledig je grip op de werkelijkheid!'

We kunnen ons moeilijk voorstellen dat we naar de muis luisteren, maar dat is precies wat we op dit moment doen. Na een ervaring van onze grootheid, begint de stem van het ego ons te bewerken. En het zegt niet zomaar een paar zinnen. Het fluistert onafgebroken. Het put ons uit. En uiteindelijk beginnen we weer te luisteren. 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

5. Vanuit jouw grootheid kun jij alleen maar zegenen, omdat jouw grootheid je overvloed is. Door te zegenen houd je die in je denkgeest vast, bescherm je die tegen illusies en behoud jij jezelf in de Denkgeest van God. Onthoud altijd dat jij je nergens anders kunt bevinden dan in de Denkgeest van God. Wanneer je dit vergeet zul je wanhopen en zul je aanvallen.

 

Terwijl je grootheidswaan een aanval is op jezelf en anderen, is je grootheid zo overvloedig dat ze overstroomt in zegeningen. Deze zegeningen hebben de macht je grootheid in je denkgeest vast te houden, en je ervan bewust te houden dat je in Gods Denkgeest bent. Denken dat je ergens anders bent (zoals in deze wereld) geeft je een gevoel van kleinheid, en dan zul je aanvallen in een poging om een groter klein zelf te zijn. 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

6. Het ego is louter aangewezen op jouw bereidwilligheid het te gedogen. Als jij bereid bent jouw grootheid te aanschouwen kun je niet wanhopen, en bijgevolg kun je het ego niet wensen. Jouw grootheid is Gods antwoord op het ego, omdat ze waar is. Kleinheid en grootheid kunnen niet naast elkaar bestaan, en evenmin is het mogelijk dat ze elkaar afwisselen. Kleinheid en grootheidswaan kunnen en moeten elkaar wel afwisselen, aangezien beide onwaar zijn en zich dus op hetzelfde niveau bevinden. Doordat dit het niveau van wisseling is, wordt het als wisselvallig ervaren en zijn extremen daarvan het wezenlijk kenmerk.

 

Wanneer je bereid bent om naar je grootheid te kijken, kun je het idee een klein egozelf te zijn niet aanvaarden. Het antwoord op alle beweringen van het ego over je kleinheid is dus de eenvoudige bereidwilligheid om je grootheid te erkennen. Je grootheid zal het geloof in kleinheid uit je denkgeest verdrijven. Grootheidswaan kan dat niet. Grootheidswaan en kleinheid wisselen elkaar voortdurend af. Als reactie op de pijn van kleinheid, probeer je jezelf op te blazen, en als reactie daarop probeert het ego je weer terug te slepen naar kleinheid. Op deze manier ga je voortdurend heen en weer, zonder dat er ook maar iets verandert. 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

7. Waarheid en kleinheid zijn ontkenningen van elkaar, omdat grootheid waarheid is. De waarheid schommelt niet, ze is altijd waar. Wanneer grootheid jou ontglipt, heb je die vervangen door iets wat jij hebt gemaakt. Misschien is dat het geloof in kleinheid, misschien het geloof in grootheidswaan. Maar het moet wel iets waanzinnigs zijn, omdat het niet waar is. Jouw grootheid zal jou nooit misleiden, maar je illusies zullen dat steeds doen. Illusies zijn bedrog ...

 

Grootheid is waar, en waarheid is niet wisselvallig. In tegenstelling tot grootheidswaan en kleinheid schommelt grootheid dus niet. Wanneer je grootheid je ontglipt, heb je haar losgelaten en vervangen door iets wat je zelf hebt gemaakt, iets krankzinnigs. 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

... Je kunt niet triomferen, maar je bent wel verheven. En in je verheven staat zoek je jouw gelijken en verheug jij je met hen.

 

8. Het is makkelijk om grootheid van grootheidswaan te onderscheiden, want liefde wordt beantwoord, maar hoogmoed niet. Hoogmoed zal geen wonderen teweegbrengen, en zal jou daarom beroven van de ware getuigen van jouw werkelijkheid. De waarheid is niet duister of verborgen, maar dat ze voor jou onmiskenbaar is, blijkt uit de vreugde die jij brengt aan haar getuigen, die haar aan jou tonen. Zij getuigen van jouw grootheid, maar ze kunnen niet getuigen van hoogmoed, omdat hoogmoed niet met anderen kan worden gedeeld. God wil dat jij aanschouwt wat Hij geschapen heeft, want daarin schept Hij vreugde.

 

Hier wordt ons verteld hoe we het verschil kunnen zien tussen grootheid en grootheidswaan: 'liefde wordt beantwoord, maar hoogmoed niet'. Grootheidswaan is een aanval. Hij zegt: 'Ik ben veel groter dan jij'. Wie zou dat ervaren als liefde? Wie wordt genezen door die gedachte? En wie zal daar dankbaar op reageren?

Grootheid daarentegen zegent (alinea 5). Grootheid ziet anderen als gelijken en wil zich samen met hen verheugen in haar gedeelde pracht. Grootheid is liefde, en deze liefde verricht wonderen. Ze geneest anderen, en hun dankbaarheid is de erkenning van de grootheid in jou. Daarom worden zij de getuigen van jouw grootheid. Alleen via hen wordt jouw werkelijkheid duidelijk voor jou. En dat is wat God voor jou wil, 'want daarin schept Hij vreugde'. 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

9. Kan jouw grootheid arrogant zijn als God Zelf daarvan getuigt? En wat kan werkelijk zijn dat geen getuigen heeft? Wat voor goeds kan daaruit voortkomen? En als er niets goeds uit voortkomen kan, kan de Heilige Geest het niet gebruiken. Wat Hij niet tot de Wil van God kan transformeren, bestaat in het geheel niet. Grootheidswaan is een waanidee, omdat het gebruikt wordt om de plaats van jouw grootheid in te nemen. Maar niets kan de plaats innemen van wat God geschapen heeft. God is incompleet zonder jou, want Zijn grootheid is totaal, en jij kunt daar niet aan ontbreken.

 

Toepassing : Als je merkt dat je naar het ego aan het luisteren bent, en jezelf kleineert of juist opblaast in grootheidswaan, zeg dan:

God Zelf getuigt van mijn ware grootheid. Hoe kan dat arrogant zijn?

 

Grootheidswaan is een waanidee omdat ze geen getuigen heeft, zoals we in de vorige alinea zagen. Niemand zal vol vreugde jouw gedachte 'Ik ben veel groter dan jij' met je delen en je daar dankbaar voor zijn. Niemand zal opstaan om te getuigen van je grootheidswaan, en dus is deze niet werkelijk. Bovendien probeert grootheidswaan de plaats in te nemen van je grootheid, maar wat God geschapen heeft kan niet vervangen worden. 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

10. Jij bent geheel en al onvervangbaar in de Denkgeest van God. Niemand anders kan jouw rol erin vervullen, en zolang jij je rol onvervuld laat, wacht jouw eeuwige plaats slechts op jouw terugkeer. God herinnert jou hieraan door middel van Zijn Stem, en God Zelf bewaart jouw uitbreidingen daar veilig. Toch ken jij die niet, tot je ernaar terugkeert. Je kunt niets voor het Koninkrijk in de plaats stellen, en je kunt niets in de plaats stellen van jouzelf. God, die jouw waarde kent, wil dat niet zo en dus is het niet zo. Jouw waarde ligt in Gods Denkgeest, en daarom niet alleen in die van jou. Jezelf aanvaarden zoals God jou heeft geschapen, kan geen arrogantie zijn, want het is de ontkenning van arrogantie. Je kleinheid aanvaarden is wel arrogant, want het betekent dat jij jouw waardeoordeel over jezelf voor meer waar houdt dan dat van God.

 

Toepassing : Zeg met zoveel mogelijk overtuiging tegen jezelf:

Ik ben geheel en al onvervangbaar in de Denkgeest van God.

Niemand anders kan mijn rol daarin vervullen.

Zolang ik mijn rol onvervuld laat, wacht mijn eeuwige plaats slechts op mijn terugkeer.

God Zelf bewaart mijn uitbreidingen daar veilig.

Ik kan niet vervangen worden omdat ik te waardevol ben voor God.

Ik kan het Koninkrijk niet vervangen omdat het te waardevol is voor mij.

 

Deze alinea introduceert het onderwijs van Een cursus in wonderen over arrogantie en nederigheid. Het is arrogant om te geloven in kleinheid, omdat dit betekent dat je het beter weet dan God. En het is nederig om je grootheid te aanvaarden, omdat je daarmee het waardeoordeel aanvaardt van een hogere Autoriteit. Gods oordeel over wat jij bent is hetzelfde als je eigen ware oordeel over jezelf, zoals de eerste zin van de volgende alinea ons vertelt: 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

11. Maar als de waarheid ondeelbaar is, moet jouw waardeoordeel over jezelf wel dat van God zijn. Jij hebt jouw waarde niet bepaald, en ze heeft geen verdediging nodig. Niets kan haar aanvallen of over haar zegevieren. Ze varieert niet. Ze is alleen maar. Vraag de Heilige Geest wat ze is en Hij zal het jou zeggen, maar wees niet bang voor Zijn antwoord, want dat komt van God. Het is een verheven antwoord vanwege zijn Bron, maar de Bron is waar en dat is Haar antwoord ook. Luister, en trek wat je hoort niet in twijfel, want God misleidt niet. Hij wil dat jij het egogeloof in kleinheid vervangt door Zijn eigen verheven Antwoord op wat jij bent, zodat jij kunt ophouden het in twijfel te trekken en het kunt kennen als wat het is.

 

Toepassing : Herhaal de volgende zinnen als een manier om je ware waarde te herkennen:

Ik heb mijn waarde niet bepaald, en ze heeft geen verdediging nodig, want niets kan haar aanvallen of over haar zegevieren.

Ze varieert niet. Ze is alleen maar.

Heilige Geest, zeg me wat ze is.

Ik ben niet bang voor Uw antwoord.

Ik vertrouw erop dat U mij de waarheid vertelt.

Heilige Geest, wat is in Gods ogen mijn werkelijke waarde?

 

Vraag dit met het oprechte verlangen om het te weten. En als je het hebt gevraagd, luister dan geduldig, in het vertrouwen dat je het antwoord zult ontvangen. Als je vertrouwen afneemt of je denkgeest afdwaalt, herhaal dan de vraag zo oprecht mogelijk. 

(Toelichtingen door Robert Perry)