Hoofdstuk 26
De overgang
II. Vele vormen, één correctie
Deze paragraaf gaat opnieuw in op het thema dat werd geïntroduceerd in De rechtvaardigheid van de Hemel' (T25.IX), over de werkelijke aard van onze problemen en de noodzaak om deze voor te leggen aan de Heilige Geest.
(Toelichtingen door Robert Perry)
1. Het is niet moeilijk de redenen te begrijpen waarom jij de Heilige Geest niet vraagt om alle problemen voor je op te lossen. Het kost Hem niet meer moeite het ene op te lossen dan het andere. Ieder probleem is voor Hem hetzelfde, want elk wordt vanuit precies dezelfde invalshoek en met dezelfde aanpak opgelost. De aspecten die opgelost dienen te worden veranderen niet, welke vorm het probleem ook lijkt aan te nemen. Een probleem kan zich in vele vormen voordoen, en zal dat ook doen zolang het probleem voortduurt. Het dient geen enkel doel een poging te doen het in een speciale vorm op te lossen. Het zal zich herhalen en weer herhalen, keer op keer, tot het voor eens en voor al beantwoord is, en in geen enkele vorm nog zal opduiken. En pas dan ben je ervan verlost.
Voor ons nemen problemen verschillende vormen aan, maar Jezus zegt dat ze onder die vormen allemaal dezelfde inhoud hebben. Wanneer we de uiterlijke vorm oplossen, maar de inhoud onaangetast laten, zal deze inhoud opnieuw in een andere vorm verschijnen. De Heilige Geest kijkt naar de inhoud. Voor Hem is elk probleem hetzelfde, even betekenisloos en even gemakkelijk op te lossen. En dat is de reden waarom we sommige problemen niet aan Hem geven, want we willen Zijn oplossing niet.
(Toelichtingen door Robert Perry)
2. De Heilige Geest biedt je verlossing van elk probleem dat je denkt te hebben. Voor Hem zijn ze hetzelfde omdat elk, ongeacht de vorm die het lijkt aan te nemen, de eis is dat iemand verlies moet lijden en een offer brengen, zodat jij winnen kunt. En wanneer de situatie zodanig is opgelost dat niemand verliest, dan is het probleem verdwenen, want het was een fout in de waarneming die nu is gecorrigeerd. Het is voor Hem niet moeilijker de ene vergissing naar de waarheid te brengen dan de andere. Er is namelijk maar één vergissing: het hele idee dat verlies mogelijk is, en voor iemand zou kunnen uitmonden in winst. Als dat waar was, dan zou God onrechtvaardig zijn, zou zonde mogelijk, aanval gerechtvaardigd, en wraak terecht zijn.
Toepassing : Denk aan een probleem waar je momenteel mee worstelt. Realiseer je dat dit veroorzaakt lijkt te worden door iets of iemand buiten jezelf.
Herhaal je de volgende woorden om deze mythe te ontkrachten:
De gedachte dat ik een probleem heb omdat iets buiten mezelf voor verlies zorgt, is slechts een symptoom. De onderliggende oorzaak bevindt zich in mijzelf: mijn eis dat iemand verlies moet lijden zodat ik kan winnen.
Vraag nu aan de Heilige Geest:
'Van wie eis ik dat hij verlies lijdt zodat ik kan winnen?'
Misschien komt het antwoord meteen, misschien komt er geen. Hoe dan ook, ga verder met deze woorden:
Deze eis is geen zonde, het is slechts een fout in mijn waarneming die gecorrigeerd moet worden. Want niemand kan verliezen, en ik kan niet winnen door het verlies van een ander.
Heilige Geest, bevrijd me van deze eis tot opoffering. Ik vertrouw erop dat als ik ervan bevrijd ben, dit probleem in geen enkele vorm meer zal voorkomen.
(Toelichtingen door Robert Perry)
3. Voor deze ene vergissing, in welke vorm ook, is er één correctie. Verlies bestaat niet; denken dat dit wel het geval is, is een vergissing. Je hebt geen problemen, al denk je van wel. En toch zou je dat niet kunnen denken als je ze één voor één zag verdwijnen, zonder te letten op omvang, complexiteit, plaats en tijd, of enig kenmerk dat jij waarneemt en dat elk de schijn geeft te verschillen van de rest. Denk niet dat de beperkingen die jij oplegt aan wat je ziet, God op enigerlei wijze kunnen beperken.
De enige waarheid die al onze problemen oplost is deze: Verlies bestaat niet. Wij kunnen geen verlies veroorzaken. We kunnen zelf geen verlies lijden. En aangezien verlies de kern van problemen is, kunnen we geen problemen hebben. Door alles wat we als een probleem beschouwen aan de Heilige Geest te geven, zullen we ze één voor één zien verdwijnen, ongeacht hun vorm of wat wij zien als een rangorde naar moeilijkheid.
(Toelichtingen door Robert Perry)
4. Het wonder der rechtvaardigheid kan elke vergissing corrigeren. Ieder probleem is een vergissing. Het doet de Zoon van God onrecht aan, en is daarom niet waar. De Heilige Geest acht onrechtvaardigheden niet groot of klein, of meer of minder. Voor Hem hebben ze geen eigenschappen. Het zijn misvattingen waaronder de Zoon van God, zij het nodeloos, lijdt. En dus neemt Hij de doornen en de spijkers weg. Hij houdt niet stil om te beoordelen of het leed groot is of klein. Hij velt slechts één oordeel: dat het kwetsen van Gods Zoon onterecht moet zijn, en daarom niet het geval is.
Een probleem is een onrechtvaardigheid omdat het leed veroorzaakt; het veroorzaakt verlies. Wanneer wij een probleem proberen op te lossen gaan we het meestal analyseren, maar voor de Heilige Geest zijn de details onbelangrijk. Het enige wat Hij ziet is dat de Zoon van God gekwetst wordt en dat dit onterecht is. Daarom kunnen problemen niet werkelijk zijn.
(Toelichtingen door Robert Perry)
5. Jij die gelooft dat je met een gerust hart slechts enkele misvattingen ter correctie hoeft te geven, terwijl je de andere voor jezelf houdt, onthoud dit: rechtvaardigheid is totaal. Er bestaat niet zoiets als gedeeltelijke rechtvaardigheid.3 Als de Zoon van God schuldig is, dan is hij veroordeeld en verdient hij geen genade van de God van gerechtigheid. Maar vraag God niet om hem te straffen omdat jij vindt dat hij schuldig is en wilt dat hij sterft. God schenkt jou het middel om zijn onschuld te zien. Zou het dan terecht zijn hem te straffen omdat jij niet wilt kijken naar wat er is te zien? Telkens wanneer jij een probleem voor jezelf houdt om het op te lossen, of oordeelt dat het er een is waarvoor geen oplossing bestaat, heb je het groot gemaakt, en buiten het bereik geplaatst van alle hoop op genezing. Je ontkent dan dat het wonder der rechtvaardigheid eerlijk kan zijn.
Wij zijn selectief in het voorleggen van onze problemen aan de Heilige Geest. Sommige geven we aan Hem, andere houden we voor onszelf. De problemen die we achterhouden hebben te maken met onze opvatting van rechtvaardigheid, die zegt dat iedereen die zondigt gestraft moet worden en dus verdient te lijden. Dit plaatst onze problemen, waarin we lijden voor onze zonden, buiten het bereik van hoop op genezing. Daarmee ontkennen we dat Gods rechtvaardigheid iedereen onschuldig verklaart.
(Toelichtingen door Robert Perry)
6. Als God rechtvaardig is, dan kunnen er geen problemen zijn die rechtvaardigheid niet kan oplossen. Maar jij gelooft dat sommige onrechtvaardigheden terecht en goed zijn, en noodzakelijk om jezelf in stand te houden. Het zijn die problemen die jij groot en onoplosbaar acht. Want er zijn er nu eenmaal die jij verlies toewenst en er is niemand van wie jij wenst dat hij helemaal van offers verschoond blijft. Neem nogmaals je speciale functie in overweging. Er is jou iemand gegeven om in hem zijn volmaakte zondeloosheid te zien. En je zult van hem geen offer vragen, omdat je niet zou kunnen willen dat hij verlies lijdt. Het wonder der rechtvaardigheid dat jij tevoorschijn roept, zal even zeker op jou rusten als op hem. Ook zal de Heilige Geest pas tevreden zijn wanneer het door iedereen ontvangen is. Want wat jij aan Hem geeft behoort ieder toe, en doordat jij het geeft kan Hij ervoor zorgen dat ieder het in gelijke mate ontvangt.
Gods rechtvaardigheid lost alle problemen op. Waarom lijken sommige problemen dan toch zo moeilijk, zo niet onmogelijk op te lossen? Niet omdat ze daadwerkelijk groter zijn dan andere, want 'voor Hem zijn ze hetzelfde, ongeacht de vorm die ze lijken aan te nemen'. Het komt doordat we gehecht zijn aan hun inhoud. We denken: 'de eis dat iemand gestraft moet worden voor zijn zonden is terecht en goed, en noodzakelijk om mezelf in stand te houden'. We kunnen vastbesloten zijn om aan deze eis vast te houden, ook al betekent dit dat iedereen, waaronder wijzelf, soms verlies moeten lijden. Onze speciale functie keert dit beeld om. We kunnen één persoon vergeven en daarmee iedereen bevrijden, inclusief onszelf. Die ene persoon is onze speciale relatie-partner, degene die we verantwoordelijk houden voor onze pijn. Wanneer we zijn volmaakte zondeloosheid zien, wanneer we geen offer van hem vragen omdat we niet willen dat hij verlies lijdt, dan zal zijn bevrijding zowel op hem als op ons rusten en zich uitbreiden naar iedereen.
(Toelichtingen door Robert Perry)
7. Bedenk eens hoe geweldig je eigen bevrijding zal zijn, wanneer je bereid bent voor al je problemen correctie te ontvangen. Je zult er niet één zelf houden, omdat je geen enkele vorm van pijn wilt. En je zult zien dat voor de zachtmoedige blik van de Heilige Geest elk klein beetje pijn wordt opgelost. Want in Zijn ogen zijn ze allemaal klein, en niet méér waard dan een lichte zucht voor ze verdwijnen, voorgoed ongedaan gemaakt en niet meer herinnerd. Wat eens een speciaal probleem leek, – een misstap die niet verholpen kon worden, een aandoening zonder remedie – is tot een universele zegen getransformeerd. Het offer is verdwenen. En in zijn plaats kan de Liefde van God, die elke herinnering aan offers en verlies wegschijnt, worden herinnerd.
Deze alinea beschrijft hoe bevrijdend het is om al onze problemen aan de Heilige Geest te geven. Als we begrijpen wat de prijs is van het vasthouden aan onze eis dat anderen iets op moeten offeren (de kern van ieder probleem), zullen we niet één probleem willen houden. Dan zullen we ze allemaal zien verdwijnen, en beseffen dat wat in onze ogen zo groot leek te zijn, onbeduidend is in de ogen van de Heilige Geest. Elke hardnekkige eis dat iemand moet lijden 'is tot een universele zegen getransformeerd'. Naarmate ons verlangen om offers en verlies te eisen verdwijnt, zullen we deze zelf steeds minder ervaren. En dan zal de herinnering van God in onze denkgeest dagen en de herinnering van offers en verlies vervangen.
(Toelichtingen door Robert Perry)
8. God kan pas herinnerd worden wanneer rechtvaardigheid wordt bemind in plaats van gevreesd. Hij kan niet onrechtvaardig zijn tegen wie of wat ook, omdat Hij weet dat al-wat-is Hem toebehoort, en voor eeuwig zal zijn zoals Hij het heeft geschapen. Er is niets wat Hij liefheeft dat niet zonder zonde is, en buiten het bereik van aanval. Jouw speciale functie opent wijd de deur waarachter de herinnering van Zijn Liefde volmaakt ongeschonden en onbezoedeld wordt bewaard. En het enige wat je hoeft te doen is te wensen dat de Hemel jou gegeven wordt in plaats van de hel, en iedere grendel en sluitboom die de deur veilig vergrendeld en gesloten leek te houden zal eenvoudig wegvallen en verdwijnen. Want het is niet de Wil van je Vader dat jij minder zou moeten schenken of ontvangen dan Hij gegeven heeft, toen Hij jou in volmaakte liefde schiep.
De herinnering van God (het uiteindelijke ontwaken tot Hem) lijkt onbereikbaar te zijn. Ze lijkt zich te bevinden aan de andere kant van een massieve deur, die geblokkeerd is en 'veilig vergrendeld en gesloten'. Het lijkt alsof we deze deur nooit open kunnen krijgen. Het probleem is dat zich aan de andere kant van de deur een God bevindt die alleen rechtvaardigheid kent. Dit betekent dat Hij Zichzelf zonder voorbehoud geeft aan alles wat Hij geschapen heeft, omdat Hij weet dat dit het enige is wat zij verdienen. En aan deze kant van de deur staan wij, vastgelopen in onze toewijding om onrechtvaardig te zijn jegens Zijn Zoon.
Het vervullen van onze speciale functie opent die deur. Ze leert ons onze broeders te zegenen en te bevrijden, in plaats van te veroordelen en aan te vallen. Ze leert ons wat werkelijke rechtvaardigheid is en dus te worden als de Ene aan de andere kant van de deur. En als we worden zoals Hij vallen de grendels en sloten weg en zwaait de deur eenvoudig open. We vergeten alle onrechtvaardigheden en zelfs het zelf in het centrum daarvan. Het enige dat we nog weten is dat we in God zijn, waar we altijd zijn geweest.
(Toelichtingen door Robert Perry)