Hoofdstuk 27

De genezing van de droom

I. Het beeld van kruisiging

 

1. De wens om onrechtvaardig behandeld te worden is een poging tot compromis, die aanval aan onschuld wil paren. Wie kan combineren wat volstrekt onverenigbaar is, en tot eenheid smeden wat zich nooit verbinden laat? Bewandel de weg der zachtmoedigheid en je zult geen kwaad vrezen, noch schaduwen in de nacht. Maar plavei je pad niet met symbolen van verschrikking, of je zult een doornenkroon vlechten waaraan jouw broeder en jijzelf niet zullen ontkomen. Je kunt niet alleen jezelf kruisigen. En als jij onrechtvaardig wordt behandeld, moet hij de onrechtvaardigheid ondergaan die jij ziet. Je kunt niet alleen jezelf offeren. Want een offer is totaal. Als het al kon plaatsvinden, zou het heel Gods schepping, alsook de Vader betrekken bij het offer van Zijn geliefde Zoon.

 

Het ego viert feest als we kunnen bewijzen dat we slecht behandeld zijn. Daarom koesteren we diep in onszelf de wens om oneerlijk behandeld te worden. Het genoegen dat we hieraan beleven, zegt Jezus, is dat we in deze situatie aanval en onschuld met elkaar kunnen verbinden. We kunnen aanvallen terwijl we onschuldig blijven. Dat is het mooie van slachtoffer zijn. De gevolgen hiervan zijn echter ernstig. Het maakt onze broeder tot een symbool van verschrikking. We vlechten een doornenkroon, zetten deze op ons eigen hoofd, en wijzen naar onze broeder: 'Hoe kon je mij dit aandoen?!' Maar we kunnen niet alléén lijden. Aangezien we in de denkgeest met onze broeders zijn verbonden, lijden ook zij. De onrechtvaardigheid die wij menen te ondergaan, ondergaan ook zij. 'Als het [offer] al kon plaatsvinden, zou het heel Gods schepping, alsook de Vader betrekken bij het offer van Zijn geliefde Zoon'.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

2. In jouw bevrijding van offers manifesteert zich die van hem en wordt hem getoond dat die de zijne is. Maar iedere pijn die jij lijdt zie je als bewijs dat hij aan een aanval schuldig is. Zo wil jij jezelf tot teken maken dat hij zijn onschuld verloren heeft, en hij maar naar jou hoeft te kijken om te beseffen dat hij veroordeeld is. En wat jegens jou onrechtvaardig was, zal hem volkomen terecht treffen. De onterechte wraak waar jij onder lijdt komt nu hem toe, en wanneer ze hem geldt, ben jij ervan bevrijd. Koester niet de wens jezelf tot levend symbool te maken van zijn schuld, want je zult de dood die je voor hem gemaakt hebt niet ontlopen. Maar in zijn onschuld zul jij de jouwe vinden.

 

Dit is de reden waarom het cruciaal is om te stoppen met onszelf offers en verlies op te leggen. Elke keer wanneer we dat doen, stellen we daar iemand anders verantwoordelijk voor en bewijzen daarmee zijn schuld. Hij heeft ons onrechtvaardig behandeld en verdient het om op dezelfde manier gestraft te worden: 'wat jegens jou onrechtvaardig was, zal hem volkomen terecht treffen'. Alleen dan zijn wij ervan bevrijd. Maar, zegt Jezus, 'je zult de dood die je voor hem gemaakt hebt niet ontlopen. Maar in zijn onschuld zul jij de jouwe vinden'.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

3. Telkens wanneer je ermee instemt pijn te lijden, misdeeld of onrechtvaardig behandeld te zijn, of aan iets gebrek te hebben, beschuldig jij je broeder slechts van een aanval op Gods Zoon. Jij houdt hem een beeld voor ogen van jouw kruisiging, zodat hij kan zien dat zijn zonden in jouw bloed en door jouw dood in de Hemel staan geschreven en hem vooruit gaan om de poort dicht te werpen en hem te verdoemen tot de hel. Dit staat echter in de hel en niet in de Hemel geschreven, waar jij boven alle aanval bent verheven en het bewijs van zijn onschuld levert. Het beeld van jezelf dat jij hem voorhoudt, toon je aan jouzelf en je stelt er heel je vertrouwen in. De Heilige Geest biedt jou een beeld van jezelf om aan hem te geven waarachter totaal geen pijn of verwijt verscholen gaat. En wat geslachtofferd werd aan zijn schuld, wordt de volmaakte getuige van zijn onschuld.

 

4. De kracht van een getuigenis overstijgt geloof omdat ze overtuigdheid in haar kielzog voert. De getuige wordt geloofd omdat hij voorbij zichzelf wijst naar wat hij vertegenwoordigt. Een ziek en lijdend jij vertegenwoordigt slechts jouw broeders schuld, de getuige die jij zendt opdat hij de verwondingen maar niet vergeten zou die hij heeft toegebracht, en waaraan hij nooit ontsnappen zal, zo heb jij jezelf gezworen. Jij aanvaardt dit ziekelijke en armzalige beeld, als het maar dienen kan om hem te straffen. De zieken zijn genadeloos tegenover iedereen, en proberen door besmetting te doden. De dood lijkt een zachte prijs, als ze kunnen zeggen: ‘Zie mij aan, broeder, door jou sterf ik.’ Want ziekte is de getuige van zijn schuld, en de dood bewijst dat zijn vergissingen wel degelijk zonden zijn. Ziekte is slechts een ‘kleine’ dood, een vorm van wraak die nog niet totaal is. Toch spreekt ze met stelligheid namens wat ze vertegenwoordigt. Het sombere en wrange beeld dat jij jouw broeder hebt gezonden heb jij met verdriet bekeken. En jij hebt alles geloofd wat het hem heeft getoond, omdat het getuigde van de schuld in hem die jij zag en liefhad.

 

Wij geloven dat we God hebben aangevallen door ons van Hem af te scheiden. De schuld daarover hebben we op Zijn Zoon (Christus) geprojecteerd door deze in miljarden delen te fragmenteren (de lichamen in de wereld). Nu zijn zij de schuldige zondaars, niet wij, want in deze wereld is het de een of de ander. We worden onschuldige martelaren die voortdurend door anderen worden aangevallen en gekruisigd. Het lijden dat ze veroorzaken neemt vele vormen aan, maar de inhoud is altijd hetzelfde. Elke situatie waarin we pijn lijden, elk geval waarin we ons beroofd voelen, elke keer dat we ons oneerlijk behandeld voelen, elke vorm van behoefte die we denken te hebben, en zelfs lichamelijke ziekten hebben één enkele bron: onze 'instemming om pijn te lijden', zodat God de daders zal straffen in plaats van ons. Met andere woorden: we hebben de afscheiding en de zonde werkelijk gemaakt en Gods Eenheid en Liefde verruild voor illusies. Maar wat door het ego is gemaakt en niet geschapen is door God dus alles dat niet één en liefdevol is kan niet werkelijk zijn. Daarom moeten we de hulp inroepen van de Heilige Geest, zodat Hij ons ervan bewust kan maken dat we onze broeders in werkelijkheid liefhebben.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

5. In de handen die door aanraking van de Heilige Geest zijn verzacht, legt Hij nu een beeld van een andere jij. Het is nog steeds een beeld van een lichaam, want wat jij werkelijk bent kan niet worden gezien, noch afgebeeld. Maar dit beeld is niet gebruikt met het doel aan te vallen, en heeft dan ook nooit enige pijn geleden. Het getuigt van de eeuwige waarheid dat jij niet kunt worden gekwetst, en verwijst aan zichzelf voorbij naar zowel jouw onschuld als de zijne. Toon dit aan jouw broeder, en die zal zien dat ieder litteken genezen is en dat iedere traan met een lach en in liefde is weggewist. En daar zal hij zijn vergeving aanschouwen, en met genezen ogen erachter kijken naar de onschuld die hij in jou ziet. Dit is het bewijs dat hij nooit gezondigd heeft: dat niets wat zijn waanzin hem gebood te doen ooit is verricht, of ooit enigerlei gevolg heeft gehad. Dat geen enkel verwijt waarmee hij zijn hart heeft bezwaard ooit gerechtvaardigd was, en dat geen enkele aanval hem ooit kan treffen met de giftige en meedogenloze angel van de angst.

 

De Heilige Geest helpt ons ons zelfbeeld van een schuldig lichaam te veranderen in een zelfbeeld van een schuldeloze denkgeest. Het is voor ons echter onmogelijk om deze omslag in één keer te voltrekken. We hebben het lichaam immers gemaakt om onszelf te beschermen tegen de doodsangst in onze denkgeest de angst voor de wraak van God en deze angst is daar nog altijd aanwezig. Daarom leidt Jezus ons door een proces waarbij we het doel van het lichaam geleidelijk verschuiven van schuld naar vergeving. Deze verschuiving is niet gericht op een verandering in ons gedrag, maar op een verandering in de denkgeest, waar de oorzaak van ons gedrag zich bevindt en waar de genezing dus moet plaatsvinden. Wanneer de oorzaak ongedaan wordt gemaakt, zal het gevolg het gedrag van het lichaam eveneens veranderen.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

6. Getuig van zijn onschuld, niet van zijn schuld. Jouw genezing is zijn troost en zijn gezondheid, omdat ze bewijst dat illusies onwaar zijn. Niet de levenswil, maar de doodswens is de motivatie voor deze wereld. Haar enige doel is te bewijzen dat schuld werkelijk is. Niet één gedachte, daad of gevoel in deze wereld heeft een andere motivatie dan deze. Ze zijn de getuigen die worden opgeroepen om te worden geloofd, en ze verlenen overtuigingskracht aan het systeem dat ze bepleiten en vertegenwoordigen. En elk heeft vele stemmen, die in verschillende talen tot jou en je broeder spreken. En toch is de boodschap voor beiden gelijk. De opsmuk van het lichaam probeert te laten zien hoe lieflijk de getuigen van schuld wel zijn. Zorgen over het lichaam tonen aan hoe broos en kwetsbaar jouw leven is, hoe gemakkelijk wat je liefhebt wordt verwoest. Depressiviteit spreekt van de dood, en van de vruchteloosheid van echte zorg om wat dan ook.

 

'Niet de levenswil, maar de doodswens is de motivatie voor deze wereld'... Dit lijkt voor ons absoluut niet zo te zijn. Kijk maar naar de vasthoudendheid waarmee elk levend wezen zich vastklampt aan zijn overleving. Hoe verklaart Jezus dit dan? Hij zegt dat we alles in de wereld gebruiken om te bewijzen dat schuld werkelijk is, en dus de dood verdienen. En hoe kunnen we constant proberen te bewijzen dat we de dood verdienen tenzij we een doodswens hebben? Vooral het lichaam is een getuige van schuld. Het is het zichtbare bewijs van wat anderen en de wereld ons aandoen. Als we ons zorgen maken over onze lichamelijke gezondheid en veiligheid, zeggen we: 'Het komt doordat anderen mij verzwakken, ziek maken, en bedreigen'. Als we depressief zijn, zeggen we: 'Wat ik ook doe, het haalt niets uit. Er verandert toch niets in de wereld'. We versieren ons lichaam om de onderliggende haat te verbergen die zegt: 'jij bent verantwoordelijk voor mijn verdriet of voor mijn vreugde'.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

7. De sterkste getuige voor futiliteit die alle overige schraagt en ze het beeld helpt schilderen waarin zonde gerechtvaardigd is, is ziekte in elke vorm die ze aanneemt. De zieken hebben een reden voor elk van hun onnatuurlijke verlangens en vreemde behoeftes. Want wie zou een leven kunnen leiden dat zo snel wordt afgesneden, en geen oog hebben voor de waarde van voorbijgaande genoegens? Welk blijvend genot kan er zijn? Hebben de zwakken niet het recht te geloven dat alle beetjes gestolen genot hun legitieme loon zijn voor hun luttele leven? Hun dood zal de prijs voor allemaal betalen, of ze nu van de voordelen daarvan genieten of niet. Het eind van het leven komt onafwendbaar, hoe dat leven ook werd besteed. Schep dan ook genoegen in het heel vluchtige en kortstondige.

 

Deze alinea beschrijft een bekende levenshouding, maar de echte boodschap kan gemakkelijk over het hoofd worden gezien: ziekte is de sterkste getuige van het bedrog van de wereld. Ze is het meest overtuigende bewijs dat het leven niet eerlijk is. Daarom is het volgens het ego volkomen gerechtvaardigd om elk beetje plezier na te jagen dat we kunnen bemachtigen en het desnoods te stelen.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

8. Dit zijn geen zonden, maar getuigen voor de vreemde overtuiging dat zonde en dood werkelijk zijn, en dat onschuld en zonde op gelijke wijze hun definitieve einde zullen vinden in het graf. Als dat waar was, zou er reden zijn tevreden te blijven met het najagen van voorbijgaande pleziertjes en het koesteren van kleine genoegens, waar je maar kunt. Maar in deze voorstelling van zaken wordt het lichaam niet als neutraal gezien, noch zonder een onlosmakelijk daarmee verbonden doel. Want het wordt het symbool van verwijt, het teken van schuld waarvan de gevolgen nog steeds zichtbaar aanwezig zijn, zodat de oorzaak nooit kan worden ontkend.

 

Het doel van het lichaam is het versterken van schuld. Ook 'voorbijgaande pleziertjes' en 'kleine genoegens' dienen dit doel omdat ze het lichaam en daarmee zijn doel werkelijk maken. Het lichaam wordt 'het teken van schuld waarvan de gevolgen nog steeds zichtbaar aanwezig zijn, zodat de oorzaak [de wereld, anderen] nooit kan worden ontkend'.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

9. Jouw functie is je broeder te tonen dat zonde geen oorzaak hebben kan. Hoe vruchteloos moet het zijn jezelf als toonbeeld te zien van het bewijs dat wat jouw functie is nooit kan bestaan! Het beeld van de Heilige Geest verandert het lichaam niet in iets wat het niet is. Het neemt slechts al de tekenen van beschuldiging en afkeuring ervan weg. Weergegeven zonder doel, wordt het noch als ziek noch als gezond, noch als slecht noch als goed gezien. Er worden geen redenen geboden om het ook maar enigszins te kunnen beoordelen. Het heeft geen leven, maar is evenmin dood. Het staat buiten iedere ervaring van liefde of angst. Want nu getuigt het nog van niets, omdat zijn doel nog onbepaald is, en is de denkgeest opnieuw vrij te kiezen waartoe het dient. Nu is het niet veroordeeld, maar wacht tot het een bedoeling wordt gegeven, zodat het de functie kan vervullen die het ontvangt.

 

Ons gevoel van nutteloosheid komt niet voort uit het leven in een nutteloze wereld, want in werkelijkheid zijn we hier niet. Het komt doordat we onze broeders ervan beschuldigen ons oneerlijk te behandelen. Daarmee gaan we voorbij aan onze enige ware functie: onze broeders vergeven door voorbij hun lichaam te zien. Alleen het vervullen van deze functie kan het gevoel van nutteloosheid wegnemen. Door vergeving nemen we alle projecties op het lichaam terug, waardoor het neutraal wordt en de Heilige Geest het een nieuw doel kan geven.

 

Toepassing : Om onze broeders een ander beeld van onszelf te laten zien, moeten we eerst het doel verwijderen dat we aan het lichaam hebben gegeven. Zeg daarom tegen jezelf:

Ik stel me mijn lichaam voor zonder enig doel.

Het kan niet ziek of gezond zijn, niet slecht pf goed.

Het biedt geen enkele reden om het te kunnen beoordelen.

Het heeft geen leven, maar is evenmin dood.

Het staat buiten iedere ervaring van liefde of angst,

want nu getuigt het nog van niets, omdat zijn doel nog onbepaald is.

Mijn denkgeest is vrij om te kiezen waartoe het dient.

Het is niet veroordeeld, maar wacht tot het een bedoeling wordt gegeven,

zodat het de functie kan vervullen die het ontvangt.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

10. In deze lege ruimte waaruit de zonde als doel verwijderd is, staat niets het herinneren van de Hemel in de weg. Hier kan zijn vrede komen en volmaakte genezing de plaats innemen van de dood. Het lichaam kan een teken van leven worden, een belofte van verlossing, en een vleugje onsterfelijkheid voor degenen die het beu zijn de kwalijke geur des doods op te snuiven. Laat genezing dan zijn doel zijn. Dan zal het de boodschap uitzenden die het ontvangen heeft, en door zijn gezondheid en lieflijkheid de waarheid en de waarde verkondigen die het vertegenwoordigt. Laat het de kracht ontvangen een oneindig leven te vertegenwoordigen, voor eeuwig van alle aanval vrij. En laat het volgende zijn boodschap aan jouw broeder zijn: ‘Zie mij aan, broeder, door jou leef ik.’

 

Toepassing : Vervolg de vorige toepassing door het volgende tegen jezelf te zeggen:

In deze lege ruimte [mijn lichaam] waaruit de zonde als doel verwijderd is,

staat niets het herinneren van de Hemel in de weg.

Hier kan zijn vrede komen

en volmaakte genezing de plaats innemen van de dood.

Mijn lichaam kan een teken van leven worden,

een belofte van verlossing, en een vleugje onsterfelijkheid

voor degenen die het beu zijn de kwalijke geur des doods op te snuiven.

Laat genezing dan mijn doel zijn.

Dan zal mijn lichaam de boodschap uitzenden die het ontvangen heeft,

en door zijn gezondheid en lieflijkheid de waarheid en de waarde verkondigen die het vertegenwoordigt.

Laat het de kracht ontvangen een oneindig leven te vertegenwoordigen,

voor eeuwig van alle aanval vrij.

En laat het volgende zijn boodschap aan mijn broeder zijn:

'Zie mij aan, broeder, door jou leef ik.'

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

11. De eenvoudigste manier om dit te bereiken is de volgende: het lichaam geen doel meer te laten hebben uit het verleden, toen je zeker meende te weten dat zijn doel het aanwakkeren was van schuld. Want dit houdt vol dat je kromme beeld een blijvend teken is van wat het vertegenwoordigt. Dit laat geen ruimte vrij om er een verschillende zienswijze, een ander doel aan te kunnen geven. Je kent zijn doel niet. Je hebt slechts illusies van een doel gegeven aan een ding dat jij gemaakt hebt om jouw functie verborgen te houden voor jezelf. Dit ding zonder doel kan de functie niet verbergen die de Heilige Geest gegeven heeft. Laat dan ook toe dat zijn bedoeling en jouw functie eindelijk met elkaar worden verenigd, en als één worden gezien.

 

Deze alinea herhaalt de thema's van de negende alinea en breidt deze uit. Om ons lichaam een nieuw doel te geven en onze broeders de schitterende boodschap te geven: 'Zie mij aan, broeder, door jou leef ik' (in plaats van 'door jou sterf ik' T27.I.4:6), moeten we ons lichaam eerst zuiveren van het doel dat we er in het verleden aan hebben gegeven: 'het aanwakkeren van schuld'. We moeten onder ogen zien dat we dit beeld aan onze broeders wilden tonen om hen te laten weten dat ze ons gekwetst hadden. Vervolgens moeten we ons realiseren dat het lichaam 'deze lege ruimte' in werkelijkheid geen doel heeft. We hebben illusies van een doel aan een neutrale vorm gegeven om ons werkelijke doel en onze werkelijke functie te verbergen: het vergeven van onze broeders. Maar het lichaam kan deze werkelijke functie niet voor ons verbergen. De enige oplossing is dus om het doel van het lichaam in overeenstemming te brengen met onze ware functie, zodat we deze kunnen vervullen en een vervullend leven kunnen leiden.

(Toelichtingen door Robert Perry)