Hoofdstuk 26

De overgang

X. Het eind van onrechtvaardigheid

 

1. Wat rest er dan nog dat ongedaan moet worden gemaakt opdat jij je Hun Tegenwoordigheid bewust bent? Alleen dit: jouw zienswijze maakt een onderscheid tussen wanneer een aanval gerechtvaardigd is, en wanneer jij meent dat die onterecht is en niet mag worden toegestaan. Wanneer je die als onterecht ziet, denk je dat een reactie van woede nu terecht is. En zo zie je wat hetzelfde is als verschillend. Verwarring kent geen grenzen. Waar ze maar optreedt, is ze totaal. En haar aanwezigheid, in welke vorm ook, zal Hun Aanwezigheid verborgen houden. Zij worden in alle duidelijkheid gekend, of helemaal niet. Verwarde waarneming zal kennis blokkeren. De omvang van de verwarring, of de mate waarin die een belemmering vormt, doet niet ter zake. Haar simpele aanwezigheid sluit de deur voor die van Hen, en maakt dat Zij onbekend blijven.

 

Je zou denken dat we na het lezen van de vorige paragraaf nog maar één wens hebben: ons bewust worden van de Aanwezigheid van God en Christus in onze denkgeest. Maar we voelen daar nog steeds weerstand tegen, omdat we nog steeds weerstand voelen tegen het vergeven van onze broeder. Want meestal vinden we onze eigen aanvallen terecht omdat we ze zien als verdedigingen, terwijl we de aanvallen van anderen meestal onterecht vinden. We zien dus twee verschillende vormen van aanval, maar in feite zijn ze hetzelfde. Want elke aanval is het gevolg van een onjuiste waarneming: we zien de ander als van ons afgescheiden en zondig. Deze verwarring blokkeert ons bewustzijn van de Aanwezigheid van God en Christus. Er kan er maar één aanwezig zijn in onze denkgeest: ofwel verwarring, ofwel Vader en Zoon.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

2. Wat betekent het als je bepaalde vormen van aanval beschouwt als onterecht tegenover jou? Dat betekent dat er een aantal vormen moeten zijn waarbij je het terecht vindt. Want hoe zouden sommige anders als onterecht kunnen worden bestempeld? Een aantal krijgt dus betekenis en wordt als zinnig gezien. En een klein aantal wordt als zinledig beschouwd. En hierdoor wordt het feit ontkend dat ze allemaal zinloos zijn, in dezelfde mate zonder oorzaak of gevolg, en dat ze generlei effect kunnen sorteren. Hun Tegenwoordigheid wordt verhuld door elke sluier die zich tussen Hun stralende onschuld bevindt en jouw bewustzijn dat die de jouwe is en in gelijke mate samen met jou elk levend wezen toebehoort. God beperkt niet. En wat beperkt is kan niet de Hemel zijn. Dus moet het wel de hel zijn.

 

Alle aanvallen zijn zinloos, want ze hebben geen substantie, geen macht, en geen gevolgen. Aanvallen als verschillend zien betekent dat we selectief omgaan met schuld en onschuld. Degenen die onterecht aanvallen anderen dus zijn schuldig, terwijl degenen die terecht aanvallen — wij dus — onschuldig zijn. Maar voor God is iedereen onschuldig en is aanval dus nooit gerechtvaardigd. Alle aanvallen verduisteren de Aanwezigheid van God en Christus in ons bewustzijn. Wanneer we deze verduisterende sluier oplichten door onze broeders te vergeven, herinneren we ons voor iedereen Gods onbeperkte gaven.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

3. Onterechtheid en aanval zijn een en dezelfde vergissing, zo hecht met elkaar verbonden dat waar de een wordt gezien ook de ander moet worden waargenomen. Je kunt niet oneerlijk behandeld worden. De overtuiging dat dit wel kan, is slechts de zoveelste vorm van het idee dat je door iemand anders dan jouzelf van iets kunt worden beroofd. Het projecteren van de oorzaak van het offer vormt de basis van alles wat wordt gezien als oneerlijk en als niet wat jij verdient. Toch ben jij het die dit van jezelf vraagt, in verregaande onrechtvaardigheid jegens Gods Zoon. Je hebt geen andere vijand dan jezelf, en jij bent inderdaad een vijand voor hem omdat je hem niet kent als jezelf. Wat zou er onrechtvaardiger kunnen zijn dan dat hij beroofd wordt van wat hij is, hem het recht wordt ontzegd zichzelf te zijn, en dat hem daarbij gevraagd wordt zijn Vaders Liefde en die van jou te offeren als iets waarop hij geen recht heeft?

 

Oneerlijkheid en aanval zijn hetzelfde omdat beide uitgaan van het idee dat ons van buitenaf iets kan worden aangedaan. Maar we kunnen door niemand oneerlijk behandeld worden, omdat er buiten ons niemand is om dat te doen. Zoals alles in de wereld is ook dit een projectie van wat we eerst onszelf in de denkgeest hebben aangedaan. We offeren ons bewustzijn van de Aanwezigheid van God en Christus op door onze keuze voor het ego. Dat is oneerlijk jegens ons ware Zelf, een 'verregaande onrechtvaardigheid jegens Gods Zoon' de Zoon die we in werkelijkheid zijn. En daarmee beroven we onszelf van de Liefde van God, waar we als Zijn Zoon recht op hebben.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

4. Wees op je hoede voor de verleiding jezelf als oneerlijk behandeld te zien. Vanuit dit gezichtspunt probeer je een onschuld te vinden die niet van Hen is maar alleen van jou, en wel ten koste van iemand anders’ schuld. Kan onschuld worden verworven door iemand anders jouw schuld te geven? En is het wel onschuld die jouw aanval op hem in de wacht probeert te slepen? Is het geen vergelding voor je eigen aanval op Gods Zoon die jij zoekt? Is het niet veiliger te geloven dat jij hier onschuldig aan bent, en tot slachtoffer werd gemaakt in weerwil van jouw onschuld? Hoe het spel van schuld ook wordt gespeeld, er moet sprake zijn van verlies. Iemand moet zijn onschuld verliezen opdat iemand anders die van hem kan afnemen, en tot de zijne maken.

 

Wij voelen ons zo snel oneerlijk behandeld! Maar Jezus zegt dat we op onze hoede moeten zijn voor deze verleiding van het ego, omdat het een poging is onze onschuld te bewijzen ten koste van iemand anders. Dat is niet de onschuld van God en Christus, die iedereen insluit. Het is een onschuld die we proberen te verwerven door onze schuld aan onze broeders te geven. Dan is hij de schuldige dader en zijn wij het onschuldige slachtoffer.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

5. Jij denkt dat jouw broeder oneerlijk is tegen jou, omdat je denkt dat iemand wel oneerlijk moet zijn om een ander onschuldig te maken. En in dit spel zie je maar één doel voor heel je relatie. En dat probeer jij toe te voegen aan het doel dat eraan gegeven is. Het doel van de Heilige Geest is het ervoor te zorgen dat de Tegenwoordigheid van je heilige Gasten aan jou kenbaar wordt gemaakt. En aan dit doel kan niets worden toegevoegd, want de wereld heeft behalve dit geen doel. Aan dit ene doel iets toe- of afdoen betekent niets anders dan de wereld én jezelf elke bedoeling ontnemen. En elke oneerlijkheid die de wereld over jou lijkt uit te storten, heb jij over haar uitgestort door haar doelloos te maken, verstoken van de functie die de Heilige Geest ziet. En aldus wordt ieder levend wezen op aarde eenvoudige rechtvaardigheid ontzegd.

 

In onze relaties spelen we het spel van schuld: de een is schuldig, zodat de ander onschuldig kan zijn. In dit spel moet iemand winnen (onschuldig zijn) en iemand verliezen (schuldig zijn) en winnen is het doel van de relatie. Wij hebben dit onheilige doel toegevoegd aan het heilige doel dat de Heilige Geest aan onze relaties geeft. Zijn doel is dat we elkaar vergeven wat betekent dat we erkennen dat we beiden onschuldig zijn zodat we ons bewust kunnen worden van de Tegenwoordigheid van onze heilige Gasten. Elke keer dat we dit heilige doel negeren, ontnemen we de wereld haar enige doel. Dat is de oneerlijkheid die we op de wereld projecteren en vervolgens ervaren alsof ze ons wordt aangedaan.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

6. Wat deze onrechtvaardigheid aanricht bij jou die op een oneerlijke manier oordeelt, en die ziet naar je geoordeeld hebt, kun jij niet eens inschatten. De wereld wordt dof en dreigend, en je kunt geen spoor ontwaren van heel de gelukkige fonkeling die de verlossing brengt om jouw weg te verlichten. En zo zie jij jezelf, beroofd van het licht, overgeleverd aan het duister, en onterecht zonder enig doel in een nutteloze wereld achtergelaten. De wereld is eerlijk omdat de Heilige Geest onrechtvaardigheid naar het licht binnenin jou heeft gebracht, en daar is alle oneerlijkheid beëindigd en vervangen door rechtvaardigheid en liefde. Als jij ergens onrechtvaardigheid waarneemt, hoef je slechts dit te zeggen:

 

Hierdoor ontken ik de Tegenwoordigheid van de Vader en de Zoon.

En ik wil Hen liever kennen dan onrechtvaardigheid zien,

die wordt weggeschenen door Hun Tegenwoordigheid.

 

Het verwerpen van het doel van de Heilige Geest doet meer dan de wereld beroven van haar enige werkelijke doel. Het berooft ook onszelf. We zien onszelf door een doelloze, duistere en dreigende wereld dwalen, aan alle kanten omringd door zinloosheid, waardoor ons leven zelf eveneens zinloos lijkt. We kunnen echter ook een heel andere weg volgen, een weg die naar een eerlijke wereld leidt: de werkelijke wereld. De werkelijke wereld is eerlijk, omdat de Heilige Geest alle onrechtvaardigheid naar het licht in onszelf heeft gebracht, naar de juist gerichte denkgeest, waar ze ongedaan is gemaakt en vervangen is door liefde.

(Toelichtingen door Robert Perry)