Hoofdstuk 30

Het nieuwe begin

V. Het enige doel

 

1. De werkelijke wereld is de denkstaat waarin vergeving als het enige doel van de wereld wordt gezien. Angst is niet haar doel, want ze streeft naar een uitweg uit schuld. De waarde van vergeving wordt gezien en ze neemt de plaats in van afgoden, die niet langer worden nagejaagd, want hun ‘gaven’ worden niet voor dierbaar gehouden. Er worden geen regels vruchteloos opgesteld, en van niets en niemand wordt geëist zich zo te wringen dat ze in de angstdroom passen. Er is daarentegen een wens om al het geschapene te begrijpen zoals het werkelijk is. En men ziet in dat alle dingen eerst vergeven moeten worden, om daarna te worden begrepen.

 

De krankzinnige wereld waarin wij denken te leven is gewijd aan het zoeken en vinden van schuld en het ervaren van de angst die daar het gevolg van is. Dat is ook wat onze afgoden ons geven, want doordat we hen aanvallen omdat ze onze regels overtreden wordt onze schuld versterkt. De werkelijke wereld daarentegen is 'de denkstaat waarin vergeving als het enige doel van de wereld wordt gezien'. Hier kennen we waarde toe aan het werkelijke ontsnappingsmiddel uit schuld en angst — vergeving— in plaats van aan de afgoden die schuld en angst alleen maar versterken. We eisen niet langer van mensen of dingen om aan onze regels te voldoen. We wensen alleen alles en iedereen te zien zoals ze werkelijk zijn een inzicht dat bereikt wordt door vergeving.

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

2. Hier wordt gedacht dat begrip door aanval wordt verworven. Daar is het duidelijk dat begrip door aanval juist verloren gaat. De dwaasheid om schuld als doel na te jagen, wordt ten volle ingezien. En afgoden zijn daar ongewenst, want schuld wordt begrepen als de enige bron van pijn in welke vorm ook. Niemand wordt door de vergeefse roep daarvan in verleiding gebracht, want lijden en dood zijn als ongewenste zaken gezien, het nastreven niet waard. De mogelijkheid tot vrijheid werd aangegrepen en verwelkomd, en het middel waardoor ze verworven kan worden, kan nu worden begrepen. De wereld wordt een plaats van hoop, want haar enige doel is een plaats te zijn waar de hoop op geluk kan worden vervuld. En niemand valt buiten die hoop, want de wereld is verenigd in de overtuiging dat het doel van de wereld er een is dat allen met elkaar moeten delen, wil hoop meer zijn dan alleen een droom.

 

Wij vallen aan omdat we gedesillusioneerd zijn en dat dit ons de waarheid over iets of iemand laat zien. Maar in de werkelijke wereld weten we dat begrip niet voort kan komen uit aanval. Bovendien zien we in dat we afgoden alleen najoegen en aanvielen om schuld op te bouwen en onszelf daardoor lijden en dood te bezorgen. Wanneer we kiezen voor vergeving wordt al deze waanzin vervangen door een wereld 'waar de hoop op geluk kan worden vervuld'. En dit delen we met iedereen, omdat we begrijpen dat alle denkgeesten met elkaar verbonden zijn en hetzelfde doel hebben: het aanvaarden van deze eenheid.

 

Toepassing : De vierde zin van deze alinea is een juweeltje. Denk aan iets dat je momenteel pijn bezorgt, en aan de mensen of dingen die daar volgens jou de oorzaak van zijn.

Zeg dan het volgende:

Alleen schuld is de oorzaak van deze pijn, en van alle pijn die ik ooit heb geleden.

Mijn geloof in afgoden heeft me deze pijn bezorgd.

Ik wil me niet langer laten verleiden door deze afgoden.

Het enige wat ik wil is de werkelijke wereld, waarin vergeving het enige doel is.

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

3. Nog wordt de Hemel niet geheel herinnerd, want vergeving blijft nog altijd doel. Toch is ieder zeker dat hij verder dan vergeving zal gaan, en dat hij hier slechts blijft tot ze in hemzelf volmaakt is gemaakt. Hij heeft geen andere wens. En angst is weggevallen, omdat hij in zijn doel met zichzelf verenigd is. Er leeft een hoop op geluk in hem, zo zeker en constant dat hij nauwelijks nog langer kan blijven wachten, terwijl zijn voeten nog steeds de aarde raken. Toch wacht hij met vreugde tot elke hand een andere neemt, en elk hart er klaar voor is zich te verheffen en met hem mee te gaan. Want zo wordt hij voorbereid op de stap waarin alle vergeving wordt achtergelaten.

 

In de werkelijke wereld is ieder deel van het Zoonschap uitsluitend toegewijd aan het doel van vergeving. Ieder is er zeker van dat, wanneer deze vergeving totaal is, het oneindige geluk van de herinnering van de Hemel bereikt zal zijn. Ons verlangen om dit doel te bereiken is zo groot dat we nauwelijks kunnen wachten tot het zover is. Maar we wachten vol vreugde totdat elk deel van het Zoonschap klaar is voor de laatste stap.

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

4. De laatste stap is aan God, want alleen God kan een volmaakte Zoon scheppen en Zijn Vaderschap met hem delen. Niemand buiten de Hemel weet hoe dit kan, want dit te begrijpen is de Hemel zelf. Zelfs de werkelijke wereld heeft een doel dat nog altijd ondergeschikt is aan de schepping en de eeuwigheid. Maar angst is verdwenen omdat haar doel vergeving is, geen afgoderij. En zo wordt de Zoon des Hemels voorbereid zichzelf te zijn, en zich te herinneren dat Gods Zoon alles weet wat zijn Vader begrijpt, en het met Hem volmaakt begrijpt.

 

We kunnen ons voorbereiden op de Hemel door vergeving te beoefenen, maar de laatste stap naar de Hemel is aan God. Onze enige taak is het vervullen van onze vergevingsfunctie. Zoals Jezus in de eerste alinea zei: 'alle dingen [moeten] eerst vergeven worden, om daarna te worden begrepen'. De werkelijke wereld met haar doel van vergeving bereidt ons voor op de Hemel door alles te verwijderen dat ons bewustzijn van de Hemel in de weg staat. Dan zet God de laatste stap, en verwerven we het begrip dat alleen volledig bewustzijn van de Hemel ons kan geven.

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

5. De werkelijke wereld schiet in dit opzicht nog altijd tekort, want dit is Gods eigen doel, uitsluitend het Zijne, en toch volkomen gedeeld en volmaakt vervuld. De werkelijke wereld is een staat waarin de denkgeest geleerd heeft hoe gemakkelijk afgoden verdwijnen wanneer ze nog wel worden gezien, maar niet meer gewenst. Hoe gewillig kan de denkgeest ze laten gaan, wanneer hij begrepen heeft dat afgoden niets en nergens en doelloos zijn. Want pas dan kunnen zonde en schuld als doelloos en zonder betekenis worden gezien.

 

Nogmaals, de werkelijke wereld verwijdert alles dat ons bewustzijn van de Hemel in de weg staat — inclusief onze afgoden. In de wereld die we zien is het loslaten van afgoden moeilijk, omdat we in hen geloven en enorm in hen investeren. Maar in de werkelijke wereld is het gemakkelijk, omdat we hen nog wel zien, maar nu als niets, nergens, doelloos, en ongewenst. En door dit te zien, zien we ook dat de zonde en schuld die ze dienen, niets, nergens, doelloos, en ongewenst zijn.

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

6. Zo wordt het doel van de werkelijke wereld jou met zachtheid bewust gemaakt om de plaats in te nemen van het doel van zonde en schuld. En al wat stond tussen jouw beeld van jezelf en wat jij bent, wordt door vergeving vol vreugde weggewassen. Toch hoeft God Zijn Zoon niet opnieuw te scheppen, opdat het zijne hem zou worden teruggegeven. De kloof tussen jouw broeder en jou is er nooit geweest. En wat de Zoon van God bij zijn schepping wist, zal hij zeker opnieuw weten.

 

Wanneer we onze afgoden loslaten, wordt ons doel van zonde en schuld vervangen door het doel van vergeving. En wanneer dat gebeurt verdwijnen alle zonde en schuld die we zagen in de kloof tussen de illusie van onszelf en onze glorieuze werkelijkheid als Zoon van God. Misschien denken we dat, als dit eenmaal gebeurt, God helemaal opnieuw moet beginnen, zoals Hij deed in het Genesisverhaal van de zondvloed die alle zonden van de aarde wegwaste. Maar Hij hoeft niet opnieuw te beginnen, omdat onze zonde illusoir is. Hij hoeft ons niet opnieuw te scheppen. Vergeving onthult eenvoudig de stralende Zoon van God, die achter de illusoire sluier van zonde altijd al aanwezig was. Wanneer deze zuivering is voltooid, zullen we ons herinneren wat sinds onze schepping altijd al het onze was.

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

7. Wanneer broeders zich in de wereld van de angst verbinden in een gezamenlijk doel, staan ze reeds aan de rand van de werkelijke wereld. Misschien kijken ze nog altijd om, en menen een afgod te zien die ze verlangen. Toch werd hun pad met zekerheid vastgelegd: weg van afgoden, op weg naar de werkelijkheid. Want toen ze elkaar bij de hand namen, namen ze Christus’ hand, en ze zullen Hem zien wiens hand ze vasthouden. Het gelaat van Christus wordt aanschouwd, eer de Vader wordt herinnerd. Want Hij moet onherinnerd blijven tot Zijn Zoon voorbij vergeving tot de Liefde van God heeft gereikt. Maar eerst wordt de Liefde van Christus aanvaard. En dan zal het weten komen dat Zij één zijn.

 

Hier spreekt Jezus over de heilige relatie, waarin we ons met onze broeders verbinden in het gezamenlijke doel van vergeving. Dit helpt ons om onze zoektocht naar afgoden te staken en brengt ons naar de rand van de werkelijke wereld. Daarmee zijn we er nog niet; we zijn nog steeds in de verleiding om, net als de vrouw van Lot in het bijbelverhaal, om te kijken naar wat we achter hebben gelaten. Sommige afgoden zijn nog steeds zeer aantrekkelijk. Maar als we eenmaal elkaar bij de hand hebben genomen en samen Christus' hand in de onze nemen, ligt onze bestemming vast. Zoals we leerden in 'De blokkades voor vrede' aanschouwen we het gelaat van Christus, aanvaarden Zijn liefde, en herinneren ons God.

 

Toepassing : Denk aan iemand met wie je je verbonden voelt, maar die je soms ook ziet als een afgod als iemand die jouw persoonlijke behoeften moet vervullen.

Zeg dan in gedachten tegen hem of haar:

Ik kom nog steeds in de verleiding om jou te zien als een afgod, als iemand die mijn persoonlijke behoeften moet vervullen.

Maar als ik mij met jou verbind is ons pad met zekerheid vastgelegd: weg van afgoden, op weg naar de werkelijkheid.

Laten we elkaar bij de hand nemen, en samen de hand van Christus. Dan zullen we Hem zien wiens hand we vasthouden.

We zullen in elkaar het gelaat van Christus aanschouwen, en we zullen ons God herinneren.

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

8. Hoe licht en makkelijk is de stap over de smalle grenzen van de wereld van de angst, wanneer je hebt ingezien van Wie de hand is die jij vasthoudt! In jouw hand ligt alles wat jij nodig hebt om in volmaakt vertrouwen de angst voorgoed achter je te laten, rechtdoor te gaan, en snel de poort van de Hemel zelf te bereiken. Want Hij wiens hand jij vasthoudt, heeft slechts gewacht tot jij je met Hem verbond. Zou Hij dan, nu jij gekomen bent, dralen om jou de weg te wijzen die Hij met jou moet gaan? Zijn zegen rust even zeker op jou als Zijn Vaders Liefde op Hem rust. Zijn dankbaarheid jegens jou gaat jouw begrip te boven, want jij hebt Hem in staat gesteld uit de ketenen op te staan en met jou mee te gaan naar Zijn Vaders huis.

 

Wij lijken gevangen te zitten in een angstaanjagende wereld van pijn en lijden, waar geen andere uitweg te vinden is dan de dood. Maar als we ons met een broeder verbinden in het gezamenlijke doel van vergeving, en ons realiseren dat dit een verbinding is met Christus, verandert alles. Christus heeft gewacht tot we deze keuze maakten. Dat heeft hem bevrijd uit de gevangenis, en met een dankbaarheid die ons begrip te boven gaat reist Hij nu samen met ons naar God. Hij geeft deze reis Zijn zegen en wijst ons de weg naar de poort van de Hemel. Hij geeft ons alles wat we nodig hebben om ons doel te bereiken. Uit de angst stappen en de vreugde van de echte wereld binnengaan wordt 'licht en gemakkelijk'. We vertrouwen er volledig op dat we de nachtmerrie van de egowereld voorgoed achter ons zullen laten en snel naar het huis van onze Vader zullen gaan.

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

9. Een oeroude haat trekt uit de wereld weg. En daarmee verdwijnt alle haat, en alle angst. Kijk niet langer achterom, want voor jou ligt al wat je hart ooit verlangde. Geef de wereld op! Maar niet als offer. Je hebt haar nooit gewild. Welk geluk heb je hier gezocht dat jou géén pijn heeft gebracht? Welk moment van voldoening werd niet voor een vreselijke prijs met pijngeld betaald? Vreugde kost niets. Het is je heilige recht, en dat waarvoor je betaalt is niet geluk. Laat eerlijkheid je voortstuwen op je weg, en laat je ervaringen hier jou niet, achteraf gezien, misleiden. Ze waren niet vrij van een bittere prijs en vreugdeloze gevolgen.

 

Wanneer we geconfronteerd worden met de verleiding om achterom te kijken, naar onze kostbare afgoden, zegt Jezus: 'Geef de wereld op!' Maar dit klinkt als een radicaal en bijna onmogelijk iets om te doen. Wat kunnen we doen om het gemakkelijker te maken? Ten eerste kunnen we onszelf eraan herinneren dat waar we naar toe gaan alles is wat we ooit verlangden. Ten tweede kunnen we eerlijk zijn tegen onszelf, en toegeven dat het geluk dat we dachten te vinden bij onze afgoden op zijn minst niet blijvend was en op zijn ergst moesten betalen met 'pijngeld'. We hebben de neiging om de prijs van ons 'geluk' achteraf te bagatelliseren — 'het was best een goede relatie; we hadden wel veel ruzie, maar af en toe ook veel lol' maar we moeten eerlijk naar ons leven kijken en inzien hoe hoog de prijs was voor onze brokjes 'vreugde'. Ervaren we niet liever totale vreugde die niets kost? Dat is wat het achterlaten van de 'oeroude haat' van de wereld en de reis naar God ons zal brengen.

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

10. Kijk niet achterom, anders dan met eerlijkheid. En als je door een afgod in verleiding wordt gebracht, denk dan hieraan:

 

Er is nooit een tijd geweest waarin een afgod jou iets anders dan het ‘geschenk’ van schuld heeft gebracht. Niet één werd er gekocht behalve tegen de prijs van pijn, en die werd nooit door jou alleen betaald.

 

Wees dan ook barmhartig jegens je broeder. Kies niet onnadenkend voor een afgod, en bedenk dat in dat geval jouw broeder evengoed als jij de prijs betalen zal. Want hij wordt opgehouden wanneer jij achteromkijkt, en jij zult niet zien van Wie de liefdevolle hand is die jij vasthoudt. Kijk dan ook vooruit, en ga in vol vertrouwen met een blijmoedig hart dat klopt vol hoop, en dat niet bonst van angst.

 

Jezus spoorde ons aan niet achterom te kijken, en hier voegt hij eraan toe: 'anders dan met eerlijkheid'. Wanneer we bij het terugkijken in de verleiding komen om te denken dat een bepaalde afgod er nog steeds aantrekkelijk uitziet, geeft Jezus ons hier een oefening om ons terug te brengen naar eerlijkheid. Deze oefening maakt drie dingen over afgoden duidelijk:

1. Ze brengen ons niets anders dan schuld.

2. De prijs die we ervoor betalen is pijn.

3. Deze prijs wordt nooit door ons alleen betaald, maar ook door onze broeder.

Aangezien denkgeesten één zijn, betalen we nooit alléén de prijs voor onze keuze voor afgoden, maar delen we deze met onze broeders.

 

Toepassing : Denk aan enkele afgoden die je momenteel aantrekken en pas de oefening van deze alinea daar in de eerste persoon op toe. Gebruik de oefening ook wanneer je op een ander moment in de verleiding bent om een afgod te aanbidden.

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

11. De Wil van God ligt voor eeuwig in hen die elkaars hand hebben genomen. Totdat ze zich met elkaar verbonden, dachten ze dat Hij hun vijand was. Maar toen ze zich verbonden en een gezamenlijk doel hadden, waren ze vrij om te ontdekken dat hun wil één is. En zo moet de Wil van God hun bewustzijn wel bereiken. Ook kunnen ze niet lang vergeten dat die slechts die van hen is.

 

Voordat we ons met een broeder verbonden in een gezamenlijk doel, zagen we God als onze vijand. Maar wanneer we ons met elkaar verbinden, ontdekken we dat onze wil en die van de ander één is. Dit maakt het vervolgens mogelijk dat de Wil van God ons bewustzijn bereikt, wat leidt tot de ontdekking dat onze gezamenlijke wil en Gods Wil één zijn. Wanneer we dus de hand van onze broeder nemen en ons realiseren dat hij niet onze vijand maar onze vriend is, beseffen we dat ook God onze Vriend is.

(Toelichtingen door Greg Mackie)