Hoofdstuk 5
Genezen en heelheid
I. De uitnodiging aan de Heilige Geest
1. Genezen is een gedachte waarmee twee denkgeesten hun eenzijn waarnemen en zich verblijden. Deze blijdschap roept elk deel van het Zoonschap op zich met hen te verheugen, en laat God naar hen en door hen uitgaan. Alleen de genezen denkgeest kan openbaring ervaren met blijvend effect, want openbaring is een ervaring van zuivere vreugde. Als je er niet voor kiest een en al vreugde te zijn, kan jouw denkgeest niet hebben wat hij niet verkiest te zijn. Onthoud dat de geest geen verschil kent tussen hebben en zijn ...
Wanneer je een broeder geneest door hem te erkennen als Zoon van God, erkent hij jou eveneens als zodanig. Deze wederzijdse erkenning is een moment van ontwaken tot eenheid. De vreugde die hiervan het gevolg is straalt door het gehele Zoonschap en zegent elk deel daarvan. Toch brengt een dergelijke ervaring niet altijd meteen een verandering teweeg, omdat onze denkgeest deze zuivere vreugde nu nog afwijst, waardoor ze weer snel verdwijnt.
(Toelichtingen door Robert Perry)
... De hogere denkgeest denkt volgens de wetten waaraan de geest gehoorzaamt, en houdt dan ook alleen Gods wetten in ere. Voor de geest heeft halen geen betekenis, en is geven alles. Omdat de geest alles heeft, behoudt hij alles door dit te geven, en zo te scheppen zoals de Vader schiep. Terwijl dit soort denken zich totaal niet laat rijmen met het bezitten van dingen, is het in verband met ideeën zelfs voor de lagere denkgeest volkomen begrijpelijk. Als je materiële bezittingen deelt, verdeel je inderdaad het eigenaarschap ervan. Als je daarentegen een idee deelt, verminder je het niet. Het is nog steeds in z’n geheel van jou, alhoewel het in z’n geheel is weggegeven. Bovendien, als degene aan wie jij het geeft het als het zijne aanvaardt, versterkt hij het in jouw denkgeest en vermeerdert het zodoende. Als je het denkbeeld kunt aanvaarden dat de wereld een wereld van ideeën is, is het hele geloof in het valse verband dat het ego tussen geven en verliezen legt verdwenen.
2. Laten we het proces van ons herontwaken met een paar eenvoudige begrippen beginnen:
Gedachten vermeerderen door ze weg te geven.
Hoe meer er daarin geloven, des te sterker worden ze.
Alles is een idee.
Hoe kan geven dan met verliezen worden geassocieerd?
Dit is een cruciaal thema in Een cursus in wonderen. Er wordt nog vele malen naar verwezen en het vormt de ruggengraat van zijn denksysteem. Kort samengevat:
Als je in de wereld iets weggeeft, bijvoorbeeld geld, is dat niet meer van jou. Daarom denken wij dat geven verlies betekent. Als je echter een idee weggeeft bezit je het zelf nog steeds; het bevindt zich nog steeds in je denkgeest. En als degene aan wie je het gegeven hebt in dat idee gelooft, versterkt hij het in jou. In plaats van het te verliezen wordt het dus sterker.
En nu komt het meest bijzondere deel: Dat geld is in werkelijkheid een idee, zoals al het fysieke. Als je het weggeeft verdwijnt het idee achter je gift niet uit je denkgeest. Het wordt juist groter en sterker. Les 187 maakt dit duidelijk:
Misschien is de vorm waarin de gedachte lijkt te verschijnen, bij het geven veranderd. Toch moet ze terugkeren naar hem die geeft. Ook kan de vorm die ze aanneemt niet minder aanvaardbaar zijn. Die zal zeker meer aanvaardbaar zijn (Wdl.187.2:5-8).
De vorm van iets dat je geeft kan veranderen, maar de gedachte achter de vorm blijft hetzelfde en kan eventueel een nieuwe vorm aannemen die nog meer aanvaardbaar voor je is.
(Toelichtingen door Robert Perry)
3. Dit is de uitnodiging aan de Heilige Geest. Ik heb al gezegd dat ik omhoog kan reiken en de Heilige Geest voor jou naar beneden kan brengen, maar ik kan Hem alleen bij je brengen op je eigen uitnodiging. De Heilige Geest bevindt zich in je juiste denken, zoals Hij ook in het mijne was. De Bijbel zegt: ‘Laat dat denken in u zijn, dat ook in Christus Jezus was,’* en gebruikt dit als een zegening. Het is de zegening van wondergerichtheid. Ze vraagt jou te denken zoals ik dacht en je met mij te verbinden in het Christus-denken.
De uitnodiging aan de Heilige Geest is vrijgevigheid. We behouden alle volheid in onszelf door alles weg te geven. Dat is het denken in ons dat ook in Jezus was, zoals de Bijbel zegt (Filippenzen 2:5). Dat is het denken van de wonderdoener.
De Heilige Geest is tot nu toe slechts enkele keren genoemd en altijd terloops. Deze alinea begint een uitgebreide beschrijving van Hem. Enerzijds wordt Hij hier een 'Hij' genoemd die door God geschapen is, en anderzijds een 'Het', een goddelijke Inspiratie in onze juist gerichte denkgeest. In de latere beschrijvingen is Hij altijd een 'Hij', die door God geschapen is.
(Toelichtingen door Robert Perry)
4. De Heilige Geest is het enige deel van de Heilige Drie-eenheid met een symbolische functie. Hij wordt aangeduid als de Genezer, de Trooster en de Gids. Hij wordt ook als iets ‘aparts’ omschreven, los van de Vader en de Zoon. Ikzelf heb gezegd: ‘Als ik heenga zal ik jullie een andere Trooster zenden en hij zal bij jullie blijven.’ Door Zijn symbolische functie is de Heilige Geest moeilijk te begrijpen, omdat symboliek openstaat voor verschillende interpretaties. Als mens, en tevens een van Gods scheppingen, heb ik van mijn juiste denken, dat vanuit de Heilige Geest of de Universele Inspiratie gekomen is, in de allereerste plaats geleerd dat deze Inspiratie voor allen is bestemd. Als ik dit niet zou weten, zou ik zelf niet over Haar kunnen beschikken. Het woord ‘weten’ is in dit verband op zijn plaats omdat de Heilige Geest zo dicht bij kennis staat dat Hij die oproept, of liever, mogelijk maakt te komen. Ik heb eerder al over de hogere of ‘ware’ waarneming gesproken die zo dicht bij de waarheid staat dat God Zelf over de smalle kloof heen kan stromen. Kennis is steeds gereed om overal te stromen, maar ze kan geen tegenstand bieden. Je kunt haar dus wel tegenhouden, maar nooit verliezen.
De Heilige Geest neemt de symbolische gedaanten aan van Genezer, Trooster en Gids. 'Hij lijkt een Stem, want in die vorm richt Hij Gods Woord tot jou. Hij lijkt een Gids door een ver land, want die vorm van hulp heb je nodig. Hij lijkt alles te zijn wat maar voldoet aan de behoeften die jij meent te hebben' (VvT6.4:5-7). Zijn werkelijkheid ligt echter ver voorbij deze symbolische gedaanten.
De Heilige Geest bezit vele gaven. Hij leidt ons, Hij geeft ons visie. Maar Zijn belangrijkste gave is Zijn inspiratie tot juist gericht denken. Dat is Zijn heilige missie. Juist gericht denken — of ware waarneming — brengt ons zo dicht bij God, dat kennis 'over de smalle kloof heen kan stromen'. Dat komt doordat ware waarneming geen tegenstand biedt aan kennis. Onze huidige waarneming doet dat wei, waardoor kennis, om in onze denkgeest te kunnen komen, er een strijd mee zou moeten aangaan. De aard van kennis is echter dat ze geen tegenstand bevat. Kennis is grenzeloos. Ze sluit alles in en is pure omarming.
De inspiratie van de Heilige Geest is beschikbaar voor iedereen, niet alleen voor een enkele heilige. Als Hij onze denkgeest vult met juist gericht denken, zullen we weten dat Gods gaven voor iedereen in gelijke mate beschikbaar zijn.
(Toelichtingen door Robert Perry)
5. De Heilige Geest is de Christus-Denkgeest die zich bewust is van de kennis die voorbij de waarneming ligt. Hij is bij de afscheiding ontstaan als bescherming, en inspireerde tegelijkertijd het Verzoeningsbeginsel. Voordien was er geen genezing nodig, want niemand was zonder troost. De Stem van de Heilige Geest is de Oproep tot Verzoening, of het herstel van de integriteit van de denkgeest. Wanneer de Verzoening compleet is en het hele Zoonschap genezen, zal er geen Oproep tot terugkeer meer uitgaan. Maar wat God schept is eeuwig. De Heilige Geest zal bij de Zonen van God blijven om hun scheppingen te zegenen en die in het licht van de vreugde te bewaren.
Vóór de afscheiding was er geen behoefte aan genezing, troost en leiding. Maar sinds de afscheiding hebben we die behoefte allemaal. Onze denkgeest raakte gespleten en verdeeld, daarom schiep God de Heilige Geest om ons terug naar huis te leiden. Hij heeft symbolische gedaanten aangenomen om ons in de wereld van symbolen te kunnen bereiken. Een van die symbolen is de Oproep: Hij roept ons op om terug te keren naar vreugde, naar een geïntegreerde denkgeest, naar de heelheid van de Hemel. Wanneer we daar allemaal gehoor aan hebben gegeven, is er geen Oproep meer nodig. Dan kan de Heilige Geest deze en alle andere alle symbolen opzij leggen: 'En dan is de Stem verdwenen, en neemt ze niet langer vorm aan, maar keert terug naar de eeuwige vormloosheid van God' (VvT6.5:8). Zijn essentie zal echter bij ons blijven. Hij heeft ons teruggebracht naar het licht van de vreugde en Hij wil er zeker van zijn dat we in dat licht blijven.
(Toelichtingen door Robert Perry)
6. God heeft zelfs de miscreaties van Zijn kinderen geëerd, omdat zij de makers ervan zijn. Maar Hij heeft Zijn kinderen ook gezegend met een manier van denken die hun waarnemingen zo hoog kan verheffen dat ze bijna naar Hem terug kunnen reiken. De Heilige Geest is de Denkgeest der Verzoening. Hij vertegenwoordigt een denkstaat die zo dicht bij de Eenheid-van-denken staat dat de overbrenging daarin tenslotte mogelijk is. Waarneming is geen kennis, maar kan in kennis worden omgezet of daarin overgaan. Het is hier misschien zelfs beter om letterlijk van ‘overgedragen’ te spreken, aangezien de laatste stap door God wordt gezet.**
Kennis is een ongelooflijk verheven iets. Het is een zeldzaam kroonjuweel van een spirituele ervaring die ver uitgaat boven vorm en verandering. De taak van de Heilige Geest is niet ons naar kennis te brengen, maar naar een waarneming die zo zuiver, zo verheven, en zo volmaakt is, dat onze denkgeest zich niet langer verzet tegen kennis. Dan kan God naar beneden reiken en ons opheffen tot kennis.
Deze ware waarneming is Gods geschenk aan ons. Hij werpt niet zomaar onze bouwsels van vervormde gedachten omver. Als een goede Vader eert Hij wat wij hebben gemaakt, en in plaats van dit te vernietigen geeft Hij ons een geschenk: een manier van denken die zo volmaakt is, dat we 'bijna naar Hem terug kunnen reiken'.
(Toelichtingen door Robert Perry)
7. De Heilige Geest, de Inspiratie die het hele Zoonschap gemeen heeft, brengt een soort waarneming teweeg waarin veel elementen op die van het Koninkrijk der Hemelen zelf lijken:
Ten eerste is haar algemeengeldigheid volkomen duidelijk, en niemand die haar verwerft kan ook maar één moment geloven dat haar met anderen delen iets anders dan winst met zich mee kan brengen.
Ten tweede is ze niet tot aanvallen in staat en is daarom werkelijk open. Dit betekent dat ze, hoewel ze geen kennis voortbrengt, die ook op geen enkele manier in de weg staat.
Tenslotte wijst ze de weg voorbij de genezing die ze brengt, en leidt ze de denkgeest voorbij zijn eigen integratie naar de paden der schepping. Dat is het punt waarop voldoende kwantitatieve verandering optreedt om een werkelijk kwalitatieve omslag teweeg te brengen.
Deze laatste alinea is een aanvulling op wat al eerder is gezegd: dat de ware waarneming van de Heilige Geest zo'n volmaakte spiegel van kennis is, dat ze de weg vrijmaakt voor kennis.
Hoe doet ze dat?
Ten eerste: ware waarneming is universeel — ze geldt voor iedereen, zonder uitzondering. En haar met iedereen delen betekent winst, geen verlies. Dit weerspiegelt de aard van kennis, die geen uitzonderingen kent en alleen maar toe kan nemen.
Ten tweede: ware waarneming kan niet aanvallen. Ze biedt nergens weerstand tegen. Ze weerspiegelt dus kennis en opent de deur daarnaar.
Tijdens onze reis bewegen we ons steeds verder in de richting van ware waarneming, totdat we op een punt komen waarop we de laatste stap zetten en volmaakte waarneming bereiken. Alle versplinterde delen van onze denkgeest vallen op hun plaats. De denkgeest is weer heel. Ware waarneming is als een gids die ons tot hier heeft gebracht, en hoewel ze ons niet verder kan brengen, 'wijst ze de weg' naar onze uiteindelijke bestemming. Na al onze kwantitatieve veranderingen, maken we nu een omslag naar een kwalitatieve andere werkelijkheid. We ontwaken in het domein van kennis. En daar hervatten we onze oeroude functie van scheppen met God.
Dit alles kan voor ons nog heel ver weg lijken. Wat kunnen we hier en nu doen? Onze taak is niet het verwerven van hemelse kennis hier op aarde. Onze taak is om het canvas van onze waarneming te beschilderen met uitsluitend de meest pure en de mooiste penseelstreken van licht, totdat dit canvas alleen nog de Hemel weerspiegelt en onze reis ten einde is. Onze taak hier is eenvoudig dit te wensen. Om met ons hele hart te streven naar ware waarneming, in plaats van de vervormde waarneming van het ego in stand te willen houden.
(Toelichtingen door Robert Perry)
* Dit is Course-concordant vertaald. In de Nederlandse bijbelvertalingen wordt in Fil.2:5 niet over ‘denken’ gesproken, maar wordt de vertaling ‘gezindheid’ gehanteerd.
** Het Engels speelt hier met de Latijnse etymologie van ‘to transfer’ (letterlijk: overdragen).