Hoofdstuk 11
God of het ego
VI. Ontwaken tot verlossing
Deze paragraaf bespreekt de keuze om ons bij de kruisiging of bij de opstanding aan te sluiten. Wat betekent dit? Letterlijk verwijzen de woorden 'kruisiging' en 'opstanding' naar gebeurtenissen in Jezus' leven, maar ze hebben ook een bredere betekenis. Kruisiging is egomanier van leven. De wereld van het ego kruisigt ons voortdurend, laat ons lijden en uiteindelijk sterven. Het ego spoort ons aan om onze broeders te kruisigen voor hun 'zonden' jegens ons. Opstanding betekent ontsnappen aan dit alles, opstaan tot eeuwig leven door de onschuld en heiligheid in iedereen te erkennen. Door ons te vereenzelvigen met Jezus' opstanding en onze broeders te vergeven, zullen ook wij herrijzen. We zullen ontwaken tot verlossing.
(Toelichtingen door Greg Mackie)
1. Het is onmogelijk niet te geloven wat je ziet, maar het is even onmogelijk te zien wat je niet gelooft. Waarnemingen worden opgebouwd op basis van ervaring, en ervaring leidt tot overtuigingen. Pas wanneer overtuigingen worden gefixeerd, worden waarnemingen stabiel. In feite zie je dus inderdaad wat je gelooft. Dat bedoelde ik toen ik zei: ‘Zalig zijn zij die niet hebben gezien en toch geloven,’ want zij die in de opstanding geloven, zullen die zien. De opstanding is de totale triomf van Christus over het ego, niet door aan te vallen maar door te overstijgen. Want Christus verheft Zich zonder meer boven het ego en al zijn werken, en stijgt op tot de Vader en Zijn Koninkrijk.
'Zien is geloven', zegt het spreekwoord, maar het werkt ook andersom: geloven is zien. Als we daar een derde element aan toevoegen, namelijk 'ervaring', is het resultaat een cyclus die zich als volgt ontwikkelt: onze ervaringen leiden tot overtuigingen, en die overtuigingen leiden tot wat we waarnemen. Wat we waarnemen brengt ons terug naar het begin van de cyclus, omdat waarnemingen ervaringen zijn, die onze overtuigingen versterken, die vervolgens weer tot waarnemingen leiden, enzovoort. Om een voorbeeld te geven: Als ik de overtuiging koester dat oude mensen trage automobilisten zijn, zal ik langzaam rijdende oude mensen waarnemen, omdat ik mij focus op oude mensen die langzaam rijden en niet let op degenen die dat niet doen. Deze ervaring van langzaam rijdende oude mensen zal mijn overtuiging over trage oude automobilisten versterken, enzovoort. Deze cyclus zal zich eindeloos herhalen, tenzij er van buitenaf een nieuw element aan wordt toegevoegd. Dit is waarschijnlijk de bedoeling van Jezus' verwijzing naar Johannes 20:39, waar hij spreekt over geloven in de opstanding voordat je deze hebt gezien. Dit was oorspronkelijk gericht tot de 'ongelovige Thomas', en is later gaan betekenen dat iedereen gezegend is die de herrezen Jezus niet letterlijk heeft gezien, maar toch gelooft in zijn opstanding — en daarom gelooft dat hij de Christus is. In deze cursus voegt Jezus daar iets belangrijks aan toe: gezegend zijn zij die niet alleen in de opstanding van Jezus geloven, maar in de opstanding van Christus in ons allemaal. Dit geloven is een zegen, omdat het erkennen van Christus in elk deel van het Zoonschap het overstijgen van het ego betekent, het ontwaken tot God en Zijn Koninkrijk.
(Toelichtingen door Greg Mackie)
2. Wil jij je voegen bij de opstanding of bij de kruisiging? Wil jij je broeders veroordelen of bevrijden? Wil jij je gevangenis overstijgen en opstijgen tot de Vader? Dit is een en dezelfde vraag en krijgt steeds hetzelfde antwoord. Er is veel verwarring geweest over wat waarneming wil zeggen, omdat het woord zowel voor gewaarwording als voor de interpretatie daarvan wordt gebruikt. Toch kun je zonder interpretatie niets gewaarworden, want wat je waarneemt is jouw interpretatie.
Wij gaan ervan uit dat waarneming twee aspecten heeft: het bewustzijn van zintuiglijke informatie en de interpretatie daarvan. Mijn ogen nemen een samenstel van kleur, grootte, massa en vorm waar, en dan interpreteer ik dit: 'Dat is mijn partner, ik ben blij hem/haar te zien'.
Maar Jezus zegt hier dat zintuiglijke waarnemingen niet werkelijk zijn. Alles wat we waarnemen wordt bepaald door de interpretatie van onze denkgeest: 'wat je waarneemt is jouw interpretatie'. Het idee achter de eerste drie zinnen van deze alinea is dat wat we willen zien bepaalt hoe we onze waarnemingen interpreteren. Wanneer we werkelijk de opstanding van Christus in iedereen willen zien en willen ontwaken tot God, zullen we onze broeders interpreteren als onschuldig in plaats van schuldig. Dit leidt tot het waarnemen van Christus in hen, en dat stelt ons in staat om Christus in onszelf te zien.
Toepassing : Beantwoord de drie vragen van deze alinea:
Wil ik mij voegen bij de opstanding of bij de kruisiging?
Wil ik mijn broeders veroordelen of bevrijden?
Wil ik mijn gevangenis overstijgen en opstijgen tot de Vader?
Laat ik erkennen dat deze vragen een en hetzelfde zijn en steeds hetzelfde antwoord krijgen.
(Toelichtingen door Greg Mackie)
3. Deze cursus is volkomen helder. Als je hem niet helder ziet, komt dit doordat je er een interpretatie aan geeft die ertegen indruist, waardoor je hem niet gelooft. En aangezien geloof de waarneming bepaalt, neem je niet waar wat hij betekent, waardoor je hem niet accepteert. Maar verschillende ervaringen leiden tot verschillende overtuigingen, en daarmee tot verschillende waarnemingen. Want waarnemingen worden geleerd aan de hand van overtuigingen, en ervaring onderwijst wel degelijk. Ik ben bezig je naar een nieuw soort ervaring te leiden die je steeds minder genegen bent te ontkennen. Van Christus leren is makkelijk, want met Hem waarnemen brengt in het geheel geen belasting met zich mee. Zijn waarnemingen vormen je natuurlijke gewaarwording, en het zijn alleen de vervormingen die jij aanbrengt die jou moe maken. Laat de Christus in jou voor jou interpreteren, en probeer wat je ziet niet in te perken door bekrompen, futiele overtuigingen die Gods Zoon onwaardig zijn. Want tot het moment dat Christus tot de Zijnen komt, zal de Zoon van God zichzelf als Vaderloos zien.
Waarom lijkt Een cursus in wonderen soms zo ingewikkeld te zijn? Omdat we ons tegen hem verzetten, zegt Jezus hier, omdat we niet geloven wat hij zegt. Dit brengt ons ertoe om zijn gedachtegoed zodanig te interpreteren dat we 'goede redenen' hebben om hem af te wijzen.
Zoals we reeds zagen in de eerste alinea, is Jezus' oplossing het toevoegen van een nieuw element aan de cyclus van geloven-zien-geloven-enzovoort. Dat nieuwe element is een nieuwe ervaring — de ervaring van Christus — die tot een nieuwe interpretatie leidt, een nieuwe manier van zien. We ervaren weerstand omdat we proberen de Cursus te doen onder leiding van het ego. Dat maakt het zwaar, omdat het ego de visie van de Cursus bij elke stap bestrijdt. De Cursus doen onder leiding van Jezus of de Heilige Geest is echter gemakkelijk, omdat hun visie de visie van de Cursus is en volkomen natuurlijk voor ons is. Als we Christus alles voor ons laten interpreteren en door Zijn ogen naar de wereld kijken, wordt Een cursus in wonderen inderdaad 'volkomen helder'.
We kunnen 'interpretatie' nu toevoegen aan de cyclus van waarneming, die hiermee compleet wordt:
1. Onze ervaringen leiden tot overtuigingen.
2. Onze overtuigingen leiden tot interpretaties.
3. Onze interpretaties leiden tot waarnemingen.
4. Onze waarnemingen leiden tot ervaringen.
Daarmee is de cirkel rond en begint de cyclus opnieuw.
(Toelichtingen door Greg Mackie)
4. Ik ben jouw opstanding en jouw leven. Jij leeft in mij omdat je leeft in God. En ieder leeft in jou, zoals jij in ieder leeft. Kun je dan onwaardigheid in een broeder zien en die niet zien in jezelf? En kun je die zien in jezelf en die niet zien in God? Geloof in de opstanding, want die is volbracht, en ze werd in jou volbracht. Dit geldt nu evenzeer als het ooit gelden zal, want de opstanding is de Wil van God, die tijd noch uitzondering kent. Maar maak zelf geen uitzonderingen, want anders zul je niet zien wat voor jou werd volbracht. Wij stijgen immers tezamen op tot de Vader, zoals het was in den beginne, nu is en eeuwig zijn zal, want zo is het wezen van Gods Zoon zoals zijn Vader hem geschapen heeft.
Wij voelen ons gekruisigd door het ego en door de wereld die het heeft gemaakt, maar onze bestemming is Pasen. Onze opstanding is de Wil van God. En die opstanding heeft al plaatsgevonden. Toen Jezus verrees uit het graf 'was jij met mij' (T19.IV.B.6:5). Onze taak is nu 'ons bij de opstanding aan te sluiten', te geloven in wat reeds in ons is volbracht, door te zien dat het is volbracht in onze broeders. Als we ook maar één van onze broeders de opstanding niet waard vinden, vinden we dat ook van onszelf. Maar als we zonder uitzondering de oneindige waarde zien van elk deel van het Zoonschap, zullen we samen opstijgen tot onze Vader.
De verwijzing naar de traditionele christelijke lofprijzing luidt in zijn volledige vorm: 'Eer aan de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Zoals het was in het begin en nu en altijd en in de eeuwen der eeuwen'. Zoals gebruikelijk is in de Cursus, wordt hier een traditionele tekst, die gewoonlijk wordt toegepast op het goddelijke, hier toegepast op ons.
(Toelichtingen door Greg Mackie)
5. Onderschat de macht van de toewijding van Gods Zoon niet, noch de macht die de god die hij aanbidt over hem heeft. Want hij plaatst zichzelf aan het altaar van zijn god, of het nu de god is die hij heeft gemaakt, of de God die hem geschapen heeft. Daarom is zijn slavernij even totaal als zijn vrijheid, want hij zal alleen de god gehoorzamen die hij aanvaardt. De god van de kruisiging eist dat hij kruisigt, en zijn aanbidders gehoorzamen. In zijn naam kruisigen zij zichzelf, in de overtuiging dat de macht van Gods Zoon geboren wordt uit offers en pijn. De God der opstanding eist niets, want Hij wil niets wegnemen. Hij verlangt geen gehoorzaamheid, want gehoorzaamheid houdt onderwerping in. Hij wil alleen dat jij jouw wil leert kennen en die volgt, niet in een geest van offering of onderwerping, maar in de blijmoedigheid van de vrijheid.
Hier stimuleert Jezus om ons aan te sluiten bij de opstanding. Momenteel aanbidden we de god van de kruisiging. Evenals de menigte bij Pilatus in de evangeliën kijkt hij naar de Zoon van God en eist: 'Kruisig hem!' Wij gehoorzamen hem onderdanig door onze broeders te kruisigen bij het altaar van deze valse god. Maar net als degenen die Jezus kruisigden, weten we niet wat we doen. Door onze broeders te kruisigen, kruisigen we onszelf en veroordelen we onszelf tot een leven van pijn en lijden in deze wrede wereld. We offeren het geluk van God op aan de grillige eisen van het ego dat ons tot slaaf heeft gemaakt. De God van de opstanding eist daarentegen niets. Hij vraagt ons alleen om van het kruis af te komen en samen met onze broeders de opstanding van Christus in iedereen te vieren. Door dit te doen offeren we helemaal niets op. Welke van deze twee opties vind jij aantrekkelijker?
(Toelichtingen door Greg Mackie)
6. De opstanding kan niet anders dan blijmoedig je trouw opwekken, want ze is het symbool van vreugde. Heel de onweerstaanbaarheid van haar macht is gelegen in het feit dat ze vertegenwoordigt wat jij verlangt te zijn. De vrijheid om alles wat jou kwetst, vernedert en angst aanjaagt achter je te laten, kan jou niet worden opgedrongen, maar wel worden geschonken door de genade van God. En jij kunt haar aanvaarden door Zijn genade, want God is Zijn Zoon genadig, door hem zonder meer als de Zijne te aanvaarden. Wie dan is de jouwe? De Vader heeft jou al het Zijne gegeven en Hij Zelf is de jouwe samen met hen. Waak over hen in hun opstanding, want anders zul je niet in God ontwaken, veilig omringd door wat voor eeuwig het jouwe is.
Wanneer we de god van de kruisiging — het ego — gehoorzamen, lijkt het alsof de dingen die ons kwetsen, vernederen en beangstigen, ons worden aangedaan door de wereld waarin we leven, een wereld die gemaakt is door een wrede god die opoffering van ons eist. Maar de ware God biedt ons bevrijding van deze wereld door de opstanding. En dat is wat we werkelijk willen. We willen de pijn van deze wereld achter ons laten en de vreugde van de opstanding ervaren. Om dit te kunnen moeten we in alle delen van het Zoonschap de verrezen Christus erkennen, van Jezus en onze dierbaarste broeders tot onze ergste vijand. Alleen hierdoor kunnen we onze eigen opstanding tot eeuwig leven in God ervaren.
(Toelichtingen door Greg Mackie)
7. Je zult geen vrede vinden voor je de spijkers hebt verwijderd uit de handen van Gods Zoon, en de laatste doorn van zijn voorhoofd hebt weggenomen. De Liefde van God omringt Zijn Zoon, die door de god van de kruisiging wordt veroordeeld. Onderwijs niet dat ik tevergeefs gestorven ben. Onderwijs liever dat ik niet gestorven ben door te demonstreren dat ik leef in jou. Want het ongedaan maken van de kruisiging van Gods Zoon is het werk van de verlossing, waarin ieder een gelijkwaardig aandeel heeft. God velt geen oordeel over Zijn schuldeloze Zoon. Hoe zou het anders kunnen zijn, daar Hij Zichzelf aan hem gegeven heeft?
In het traditionele christendom heeft Jezus een unieke rol in de verlossing: sterven aan liet kruis om te boeten voor onze zonden. Maar hier vertelt hij ons dat we allemaal een gelijkwaardig aandeel hebben in de verlossing: onderwijzen dat Jezus niet stierf, door te demonstreren dat hij in ons leeft. Dat doen we door Jezus' vergevende liefde door ons heen te laten stromen, en door onze vergeving te demonstreren dat God Zijn schuldeloze Zoon niet veroordeelt.
Toepassing : Heb je kortgeleden iemand gekruisigd door een aanvallende gedachte, een onvriendelijk woord of een liefdeloze daad? Jouw aandeel in de verlossing is hem van het kruis van je veroordeling te halen en in hem de verrezen Christus te zien.
(Toelichtingen door Greg Mackie)
8. Je hebt jezelf aan het kruis genageld, en een doornenkroon op je eigen hoofd gezet. Maar jij kunt Gods Zoon niet kruisigen, want de Wil van God kan niet sterven. Zijn Zoon is van zijn eigen kruisiging verlost, en jij kunt niet ter dood veroordelen wie God het eeuwig leven geschonken heeft. De droom van de kruisiging drukt nog steeds zwaar op je ogen, maar wat je ziet in dromen is niet de werkelijkheid. Zolang jij de Zoon van God als gekruisigd ziet, ben je in slaap. En zolang jij gelooft dat je hem kunt kruisigen, heb je slechts nachtmerries. Jij die begint te ontwaken bent je nog steeds van dromen bewust, en bent ze nog niet vergeten. Het vergeten van dromen en het gewaarzijn van Christus komt met het wekken van anderen om te delen in jouw verlossing.
Wanneer we onze broeders aan het kruis nagelen, nagelen we onszelf aan ons eigen kruis. Maar we kunnen de Zoon van God niet werkelijk kruisigen, het is slechts een nachtmerrie. God heeft ons het eeuwig leven geschonken, dus elke kruisiging is een vergeefse poging om het onmogelijke tot stand te brengen. Hoe vaak we ook proberen om de Christus in onszelf te doden, Hij blijft de steen wegrollen en de graftombe verlaten. We ontwaken uit deze nachtmerrie door 'het wekken van anderen om te delen in jouw verlossing'.
(Toelichtingen door Greg Mackie)
9. Je zult tot je eigen roep ontwaken, want de Roep om te ontwaken is in jou. Als ik in jou leef, ben jij wakker. Toch dien je de werken te zien die ik door jou doe, anders zul je niet zien dat ik ze jegens jou heb gedaan. Leg geen beperkingen op aan wat jij meent dat ik door jou kan doen, anders zul je niet aanvaarden wat ik voor jou kan doen. Maar het is al gedaan, en als je niet alles geeft wat je ontvangen hebt, zul je niet weten dat je verlosser leeft en dat jij met hem bent ontwaakt. De verlossing wordt slechts herkend door haar met anderen te delen.
Jezus leeft in ieder van ons en roept ons op om te ontwaken. Zijn roep is de onze, de roep van de Christus in ons. We horen deze roep echter niet, tenzij we deze met iedereen delen door Jezus door ons heen te laten werken en de gevolgen daarvan te zien. Met andere woorden: we moeten anderen de wonderen schenken die hij via ons verricht. We moeten verlossing schenken om te weten dat we zelf zijn verlost.
(Toelichtingen door Greg Mackie)
10. Gods Zoon is verlost. Draag slechts dit gewaarzijn naar het Zoonschap, en je zult een aandeel in de verlossing hebben even waardevol als dat van mij. Want als jij het van mij leert, moet jouw aandeel wel gelijk zijn aan het mijne. Als je gelooft dat het jouwe beperkt is, beperk je het mijne. Er is geen rangorde naar moeilijkheid bij wonderen, omdat al Gods Zonen gelijkwaardig zijn, en hun gelijkheid is hun eenheid. De hele macht van God bevindt zich in ieder deel van Hem, en niets dat tegenstrijdig is aan Zijn Wil is groot of klein. Wat niet bestaat heeft grootte noch formaat. Voor God zijn alle dingen mogelijk. En aan Christus is het gegeven zoals de Vader te zijn.
Zoals ik eerder zei onderwijst het traditionele christendom dat Jezus een unieke rol had in de verlossing; dat hij als de enige Zoon van God dingen deed die wij nooit zouden kunnen doen.
Een cursus in wonderen leert ons echter dat we allemaal Gods Zoon zijn. Ons aandeel in de verlossing is even waardevol en even onbeperkt als dat van Jezus. En wat dat aandeel is, leert hij ons in zijn Cursus.
Omdat we alle macht van God in ons hebben, en alles wat zich tegen die macht lijkt te verzetten niets is, kunnen we alles wat Jezus kan. Door de verrezen Christus te erkennen in al onze broeders, sluiten we ons aan bij Jezus' opstanding en ontwaken we samen tot verlossing.
(Toelichtingen door Greg Mackie)