Hoofdstuk 25

Gods rechtvaardigheid

IV. Het licht dat je brengt

 

1. Denkgeesten die met elkaar verbonden zijn en dit ook beseffen, kunnen geen schuld voelen. Ze kunnen namelijk niet aanvallen, en verheugen zich erover dat dit zo is, want ze zien hun veiligheid in dit gelukkige feit. Hun vreugde ligt in de onschuld die ze zien. En zo gaan ze ernaar op zoek, want het is hun bedoeling die te zien en zich te verheugen. Ieder zoekt naar wat hem vreugde zal brengen, zoals hij die definieert. Het is niet het doel als zodanig dat varieert. Maar het is de manier waarop het doel wordt gezien, die de keuze van het middel onvermijdelijk maakt en buiten alle hoop op verandering plaatst, tenzij het doel veranderd wordt. En dan wordt het middel opnieuw gekozen, wanneer datgene wat vreugde brengt op een andere manier wordt gedefinieerd en op een andere wijze wordt gezocht.

 

Vreugde is een gevoel dat op verschillende manieren ervaren kan worden, en ieder zoekt naar de vorm van vreugde die voor hem of haar betekenis heeft. Dit betekent dat het middel dat we kiezen om vreugde te beleven afhangt van deze betekenis. Volgens het ego is het verwerven van 'onschuld' ten koste van anderen een van de grootste bronnen van vreugde. Daarom vallen we hen aan vanwege de zonden die we in hen zien. Het resultaat hiervan is echter dat we ons schuldgevoel versterken en dat is wat het ego vreugde brengt! Wanneer we beseffen dat onze denkgeesten één zijn, beseffen we ook dat we niet aan kunnen vallen. Hoe zou dat kunnen zonder afgescheidenheid, dus zonder 'aanvaller' en 'aangevallene'? En aangezien er geen aanval is, kan er ook niets zijn om aan te vallen, geen zonde en geen schuld. Nu zoeken en vinden we onschuld in de wereld in plaats van schuld, want alleen dit is de werkelijke bron van ware vreugde en veiligheid.

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

2. De grondwet van alle waarneming zou dus als volgt kunnen worden geformuleerd: ‘Je zult je verheugen in wat je ziet, omdat je het ziet om je erin te verheugen.’ En zolang je denkt dat lijden en zonde jou vreugde zullen brengen, zolang zullen ze voor jou te zien zijn. Niets is schadelijk of weldadig los van wat jij wenst. Het is jouw wens die het maakt tot wat het in zijn uitwerking op jou is. En wel omdat jij dit als middel hebt gekozen om diezelfde uitwerking te bereiken, in de overtuiging dat dit de brenger is van vreugde en blijdschap. Zelfs in de Hemel geldt deze wet. De Zoon van God schept om zichzelf vreugde te verschaffen, en heeft in zijn eigen schepping zijn Vaders doel met Hem gemeen, opdat zijn vreugde zou toenemen, en die van God samen met de zijne.

 

In de vorige paragraaf werd de grondwet van de waarneming als volgt beschreven: 'je ziet wat je gelooft dat er is, en je gelooft dat het er is omdat je wilt dat het er is' (T25.III.1:3). De herformulering hiervan in deze alinea benadrukt dat we het willen omdat we denken dat het ons vreugde zal brengen. Zolang we geïdentificeerd zijn met het ego, geloven we dat lijden en zonde ons vreugde brengen niet ons eigen lijden, maar dat van onze broeders. Want als zij door God gestraft worden voor hun zondigheid, gaan wij vrijuit. Dit is een volkomen verwrongen denksysteem, maar de wet die eraan ten grondslag ligt is in feite een aangepaste vorm van de hemelse wet van de schepping: als denkgeest willen we onszelf uitbreiden om vreugde te ervaren, zoals God Zijn vreugde uitbreidde door ons te scheppen.

 

Toepassing : Denk aan een voorbeeld van zonde of lijden dat je in de wereld ziet. Hoogstwaarschijnlijk geeft jou dit geen gevoel van vreugde, hoewel dat wel mogelijk is, vooral als het iemand betreft die jou gekwetst heeft of die je niet mag.

Overweeg serieus de mogelijkheid dat er, zelfs wanneer je bewust geen enkele vreugde ervaart, diep van binnen toch een glimpje boosaardige vreugde aanwezig is. Zeg: 'Ik verheug mij in [benoem het voorbeeld dat je ziet] omdat ik het zie om mij erin te verheugen.'

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

3. Jij, maker van een wereld die niet het geval is: vind rust en troost in een andere wereld waar vrede heerst. Deze wereld breng je met je mee naar al de matte ogen en vermoeide harten die naar zonde kijken en slaan op de maat van haar droeve refrein. Van jou uit kan hun rust komen. Van jou uit kan een wereld ontstaan waarvan de aanblik hen verheugen zal, en waar hun harten zich zullen verblijden. In jou is een visie die zich tot hen allen uitbreidt, en hen in zachtmoedigheid en in licht hult. En in deze wijder wordende wereld van licht wordt het duister dat ze dachten dat er was, weggeschoven tot het slechts een schaduw in de verte is, ver weg, snel vergeten wanneer de zon die wegschijnt tot niets. En al hun ‘kwade’ gedachten en hun ‘zondige’ hoop, hun dromen van schuld en genadeloze wraak, en elke wens om te kwetsen, te doden en te sterven, zullen als sneeuw verdwijnen voor de zon die jij brengt.

 

In werkelijkheid willen we de wereld van zonde en lijden niet. Veel dieper dan deze wens ligt ons verlangen naar de wereld van de Heilige Geest, de wereld van onschuld, vergeving en vrede, oftewel de werkelijke wereld. In die wereld vinden we rust en troost. We kunnen haar niet alleen zelf bereiken, maar haar ook naar onze broeders brengen die net zo moe zijn van de wereld van zonde en lijden als wij. We brengen haar naar hen toe door naar hen te kijken met de visie van Christus, het licht dat hun duistere nacht wegschijnt. En in dat stralende licht herkennen ook zij de bron van ware vreugde.

 

Toepassing : Dit is een mooie alinea om te lezen als een persoonlijke boodschap. Ik adviseer om dat nu te doen. Zie jezelf terwijl je het licht van een schuldeloze en vredige wereld naar degenen brengt die lijden:

 

Ik, maker van een wereld die niet het geval is: vind rust en troost in een andere wereld waar vrede heerst. Deze wereld breng ik met mij mee naar al de matte ogen en vermoeide harten die naar zonde kijken en slaan op de maat van haar droeve refrein. Van mij uit kan hun rust komen. Van mij uit kan een wereld ontstaan waarvan de aanblik hen verheugen zal, en waar hun harten zich zullen verblijden. In mij is een visie die zich tot hen allen uitbreidt, en hen in zachtmoedigheid en in licht hult. En in deze wijder wordende wereld van licht wordt het duister dat ze dachten dat er was, weggeschoven tot het slechts een schaduw in de verte is, ver weg, snel vergeten wanneer de zon die wegschijnt tot niets. En al hun 'kwade' gedachten en hun 'zondige' hoop, hun dromen van schuld en genadeloze wraak, en elke wens om te kwetsen, te doden en te sterven, zullen als sneeuw verdwijnen voor de zon die ik breng.

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

4. Wil jij dit niet doen omwille van de Liefde van God? En voor jezelf? Want bedenk eens wat dit voor jou zou betekenen. Je ‘kwade’ gedachten die jou nu kwellen, zullen steeds meer op een afstand en ver weg van jou lijken. En ze gaan almaar verder en verder weg, want de zon in jou is opgekomen, zodat ze worden weggeschoven in het zicht van het licht. Ze hangen nog een tijdje rond, een korte tijd, in verwrongen vormen, te ver weg om te worden herkend, en verdwijnen dan voorgoed. En je zult vredig, onschuldig en volkomen onbevreesd in het zonlicht staan. En van jou uit zal de rust die jij gevonden hebt zich uitbreiden, zodat jouw vrede nooit kan wegvallen en je achterlaten zonder thuis. Zij die iedereen vrede bieden, hebben een thuis in de Hemel gevonden dat de wereld niet vernietigen kan. Want het is groot genoeg om de wereld in zijn vrede te omvatten.

 

In de vorige alinea vertelde Jezus dat het licht dat wij naar onze broeders brengen, hun 'kwade' gedachten wegschuift. In werkelijkheid schuift het onze 'kwade' gedachten weg. We zien hier weer een principe dat talloze malen herhaald wordt in de Cursus: Wat we aan anderen geven stelt ons in staat om te zien wat zich in onszelf bevindt.

 

Toepassing : Denk aan enkele van de 'kwade' gedachten over iemand die soms of vaak bij je opkomen. Wil je niet graag dat deze gedachten weg worden geschoven, steeds verder en verder, totdat ze voorgoed verdwenen zijn en jij 'vredig, onschuldig en volkomen onbevreesd' in het zonlicht staat? Als je dit wilt schenk dan vrede aan iedereen inclusief die slechte, onuitstaanbare persoon aan wie je zojuist dacht en je zult een thuis in de Hemel vinden, dat zo onbeperkt is dat het 'de hele wereld in zijn vrede omvat'.

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

5. In jou bevindt zich heel de Hemel.* Elk blad dat valt krijgt leven in jou. Elke vogel die ooit zong zal in jou weer zingen. En elke bloem die ooit gebloeid heeft, heeft zijn geur en lieflijkheid voor jou bewaard. Welk doel kan de Wil van God en van Zijn Zoon verdringen dat de Hemel teruggegeven wordt aan hem voor wie deze werd geschapen als zijn enige thuis? Niets ervoor en niets erna. Geen andere plaats, geen andere toestand of tijd. Niets eraan voorbij en niets dichterbij. Niets anders. In geen enkele vorm. Dit kun jij brengen aan heel de wereld en aan alle gedachten die erin zijn binnengegaan en een tijdje het spoor bijster waren. Hoe zouden je eigen vergissingen beter naar de waarheid kunnen worden gebracht dan door jouw bereidwilligheid om het licht van de Hemel met je mee te brengen, wanneer jij voorbij de wereld der duisternis het licht binnengaat?

 

Soms zegt Jezus dingen die zo verbijsterend zijn dat we ze gemakkelijk aan ons voorbij laten gaan. Hier is er weer zo een: 'In jou bevindt zich heel de Hemel'. In jou. De meesten van ons kunnen zich niet voorstellen dat wij, met al onze tekortkomingen en zwakheden en fouten, een zuiver en stralend thuis kunnen zijn voor Gods heilige Zoon. Maar Jezus verzekert ons dat dit zo is. Het enige wat we nodig hebben is het 'beetje bereidwilligheid' om onze broeders — en daarmee onszelf — niet langer te zien als een lichaam, maar als de zondeloze Zoon van God. Dan zullen we de duisternis achter ons laten en het licht van de Hemel binnengaan.

 

Toepassing : We kunnen onszelf er niet vaak genoeg aan herinneren hoe heilig we in werkelijkheid zijn. Herhaal daarom de volgende woorden en laat ze diep tot je doordringen:

 

In mij bevindt zich heel de Hemel.

Elk blad dat valt krijgt leven in mij.

Elke vogel die ooit zong zal in mij weer zingen.

En elke bloem die ooit gebloeid heeft, heeft zijn geur en lieflijkheid voor mij bewaard.

Niet één van mijn onbeduidende bedoelingen en 'kwade' gedachten kan het feit verbergen dat de Hemel mijn enige thuis is, en ik deel Gods Wil dat deze aan iedereen teruggegeven wordt.

Laat mij het licht van de Hemel naar de wereld brengen, en mij daardoor herinneren dat dit licht het mijne is.

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

* De Engelse tekst citeert hier de King James Version. In geen van de gebruikte Nederlandse bijbels komt deze vertaling voor. In de NBG staat in Lc.17:21: ‘Want zie, het Koninkrijk Gods is bij u’; bij de KBS luidt het: ‘Want het Rijk Gods is midden onder u’; en Willibrord 95 geeft: ‘Ziet u, het koninkrijk van God ligt binnen uw bereik.’ Alleen de oude Statenvertaling heeft: ‘Want zie, het Koninkrijk Gods is binnen ulieden.’