Hoofdstuk 29
Het ontwaken
III. Gods getuigen
1. Veroordeel je verlosser niet omdat hij denkt dat hij een lichaam is. Want achter zijn dromen ligt zijn werkelijkheid. Maar hij dient eerst te leren dat hij een verlosser is, voordat hij zich herinneren kan wat hij is. En hij moet verlossen wie verlost wil worden. Zijn geluk hangt af van het verlossen van jou. Want wie is er verlosser behalve degene die verlossing schenkt? Zo leert hij dat ze hem ter beschikking staat om te geven. Als hij niet geeft zal hij niet weten dat hij heeft, want geven is het bewijs van hebben. Alleen zij die denken dat God verminderd wordt door hun kracht, kunnen niet begrijpen dat dit beslist zo is. Want wie kan geven tenzij hij heeft, en wie kan verliezen door dat te geven wat daardoor alleen maar kan worden vermeerderd?
Alles wat Jezus zegt over onze broeders, oftewel onze verlossers, gaat in feite over onszelf. Want het is de interpretatie van onze denkgeest die bepaalt hoe we onze broeders waarnemen. Wanneer we hen alleen zien als een lichaam, ontkennen we hun werkelijkheid als deel van het Zoonschap. Wij moeten ons herinneren dat ons geluk afhangt van het verlossen van anderen. Want door anderen te verlossen, verlossen we onszelf. Door te geven weten we dat we hebben, en dat geven niet betekent dat we zelf minder hebben, maar juist méér.
(Toelichtingen door Robert Perry)
2. Denk jij dat de Vader Zichzelf verloor toen Hij jou schiep? Heeft het delen van Zijn Liefde Hem zwak gemaakt? Heeft jouw volmaaktheid Hem incompleet gemaakt? Of ben jij het bewijs dat Hij volmaakt en compleet is? Ontzeg Hem niet Zijn getuige in de droom die Zijn Zoon boven zijn werkelijkheid verkiest. Hij moet de verlosser zijn van de droom die hij heeft gemaakt, opdat hij er vrij van is. Hij moet een ander zien als niet een lichaam, als één met hem, zonder de muur die de wereld heeft gebouwd om alle levende wezens van elkaar gescheiden te houden die niet weten dat ze leven.
Toen God Zichzelf aan ons gaf verloor Hij niets. Hij werd niet zwak en incompleet, in tegendeel. Zijn gave van volmaaktheid en compleetheid is juist het bewijs dat Hij volmaakt en compleet is. Zijn schepping is vermeerdering, geen vermindering. Daarom zijn wij, zoals we werkelijk zijn, het bewijs van Gods volmaaktheid. En we zijn geroepen om deze werkelijkheid in de wereld te weerspiegelen, om Gods getuige te zijn in deze wereld. Dat doen we door onze broeder te vergeven en hem daarmee verlossing te schenken. We moeten hem zien 'als niet een lichaam, als één met hem, zonder de muur die de wereld heeft gebouwd om alle levende wezens van elkaar gescheiden te houden'. Dat is verlossen. We geloven een lichaam te zijn, maar het is onze taak om onszelf en anderen te zien als 'iets' voorbij het lichaam, zodat we kunnen ontwaken tot onze werkelijkheid.
(Toelichtingen door Robert Perry)
3. Binnen de droom van lichamen en dood is er toch één waarheidsthema: niet meer misschien dan een nietig vonkje, een plek licht geschapen in het donker, waar God nog altijd schijnt. Jij kunt jezelf niet wekken. Maar je kunt jezelf wel laten wekken. Je kunt voorbijzien aan jouw broeders dromen. Jij kunt hem zijn illusies zo volmaakt vergeven, dat hij jouw verlosser van jouw dromen wordt. En wanneer je hem ziet stralen in de plek licht waar God binnen de duisternis verblijft, zul je zien dat God Zelf daar is waar zijn lichaam is. In dit licht verdwijnt het lichaam, zoals zware schaduwen moeten wijken voor het licht. Het duister kan niet kiezen dat het blijft bestaan. De komst van het licht beduidt dat het verdwenen is.In volle heerlijkheid zul jij jouw broeder dan aanschouwen, en begrijpen wat in werkelijkheid de kloof vult die zo lang werd gezien als iets wat jullie scheidt. Daar, in haar plaats, heeft Gods getuige de milde weg van vriendelijkheid aan Gods Zoon bekendgemaakt. Wie jij vergeeft, is de macht gegeven jou je illusies te vergeven. Door jouw geschenk van vrijheid is ze jou gegeven.
Deze wereld is een duistere droom; een droom van lichamen die een poosje tegen zichzelf en anderen vechten en vervolgens sterven. In deze sombere plaats lijkt de waarheid volkomen afwezig te zijn, maar er is 'één waarheidsthema'. Er is een nietig vonkje licht in de duisternis, één plekje licht 'waar God nog altijd schijnt'. Dit ene sprankje waarheid is iets wat tussen jou en mij gebeurt. Ik wil ontwaken uit de droom, maar in tegenstelling tot al het andere in de droom is ontwaken niet iets wat ik zelf kan doen. Wat ik echter wel kan doen is mijn broeder vergeven, waardoor hij mijn verlosser wordt. In het licht waarin ik hem waarneem als ik hem vergeef 'verdwijnt' zijn lichaam — dat wil zeggen dat mijn waarneming van hem verandert en ik voorbij zijn lichaam zijn werkelijkheid zie. Dit is het enige echt mooie dat kan gebeuren in deze duistere en zinloze wereld. Door onze broeder te vergeven, bevrijden we onszelf van de illusies die we op hem hadden geprojecteerd.
(Toelichtingen door Robert Perry)
4. Maak plaats voor de liefde, die jij niet geschapen hebt, maar wel kunt uitbreiden. Op aarde betekent dit: vergeef je broeder, opdat de duisternis uit je denkgeest mag worden weggenomen. Wanneer het licht dankzij jouw vergeving tot hem is gekomen, zal hij zijn verlosser niet vergeten en hem onverlost achterlaten. Want het was in jouw gezicht dat hij het licht zag dat hij graag bij zich wil houden, wanneer hij door het duister het eeuwige licht tegemoet gaat.
Vergeving maakt ruimte voor de liefde, die zich via ons uitbreidt. De vriendelijkheid en mildheid die deze liefde met zich meebrengt, geneest alle denkgeesten tegelijkertijd omdat ze één zijn. Zo gaan we samen met onze broeders 'door het duister het eeuwige licht tegemoet'.
(Toelichtingen door Robert Perry)
5. Hoe heilig ben jij dat de Zoon van God jouw verlosser kan zijn te midden van dromen van verlorenheid en rampspoed! Zie hoe geestdriftig hij komt en uit de zware schaduwen stapt die hem verborgen hielden, en jou vol dankbaarheid en liefde koestert in zijn licht. Hij is zichzelf, maar niet zichzelf alleen. En zoals zijn Vader geen deel van hem in jouw schepping verloren heeft, zo is het licht in hem nog helderder, omdat jij hem jouw licht gegeven hebt om hem te verlossen uit het duister. En nu moet het licht in jou even helder schijnen als in hem. Dit is de vonk die schijnt binnen de droom: dat jij hem kunt helpen ontwaken, in de zekerheid dat bij het ontwaken zijn ogen zullen rusten op jou. En in zijn blijde verlossing ben jij verlost.
Wij zijn heilig omdat we de heiligheid van Christus delen met onze broeders. Door voorbij te zien aan hun lichaam, nemen we hen waar zonder de 'zware schaduwen' die hun werkelijkheid verborgen hielden. Onze vergeving schenkt licht aan elk fragment van het Zoonschap, zodat al deze fragmenten zich weer samenvoegen tot de Ene Zoon van God die we in feite zijn. Dit is verlossing: 'de vonk die schijnt binnen de droom'.
Toepassing : Vraag aan de Heilige Geest welke persoon in je leven op dit moment je verlosser is. Kies de eerste die bij je opkomt.
Begin met na te denken over de behoeften van deze persoon die je moeilijk over het hoofd kunt zien.
Realiseer je dan dat je daar moeite mee hebt, omdat ze jouw behoeften in de weg staan — de dingen die jij van hem en van de wereld wilt hebben.
Het enige wat er in deze wereld echter toe doet, is ontwaken uit de droom. Maar jij kunt jezelf niet wekken, daar heb je hulp bij nodig.
Je hebt de macht 'je verlosser te bevrijden, opdat hij jou verlossing schenken mag' (T21.II.3:8).
Bevrijd dus je broeder door hem te vergeven, dat wil zeggen: door voorbij zijn lichaam zijn heiligheid te erkennen:
'Vergeef je broeder, opdat de duisternis uit jouw denkgeest mag worden weggenomen'.
'Jij kunt hem zijn illusies zo volmaakt vergeven, dat hij jouw verlosser van jouw dromen wordt'.
Zie hem nu in 'een plek licht geschapen in het donker, waar God nog altijd schijnt', en zie dat God is waar zijn lichaam lijkt te zijn.
Hij is Gods getuige van de waarheid, en het licht dat in hem schijnt is zo helder omdat God het hem gaf én omdat jij het hem gaf.
Dit licht schijnt ook in jou.
Het vult de kloof die jullie zo lang gescheiden hield.
(Toelichtingen door Robert Perry)