Gods rechtvaardigheid

VIII. Rechtvaardigheid tot de liefde teruggekeerd

 

1. De Heilige Geest kan alles wat je Hem geeft voor jouw verlossing gebruiken. Maar wat jij achterhoudt kan Hij niet gebruiken, want zonder jouw bereidwilligheid kan Hij het niet van jou wegnemen. Want deed Hij dat wel, dan zou jij geloven dat Hij het jou tegen je wil ontwrongen heeft. En zo zou je niet leren dat het jouw wil is om er vrij van te zijn. Je hoeft het Hem niet volkomen gewillig te geven, want als je dat kon, zou je Hem niet nodig hebben. Maar dit heeft Hij nodig: dat jij er de voorkeur aan geeft dat Hij het neemt dan dat jij het alleen voor jezelf houdt, en erkent dat je niet weet wat het is dat niemand verlies brengt. Zoveel dient toegevoegd te worden aan het idee dat niemand kan verliezen opdat jij wint. Meer niet.

 

In de vorige paragraaf leerden we dat 'de rots der verlossing' het geloof is dat niemand hoeft te verliezen om iedereen te laten winnen. Nu vertelt Jezus ons dat de Heilige Geest ons alleen kan helpen om dit te begrijpen wanneer we niets voor Hem achterhouden. We moeten eerlijk toegeven dat we het niet begrijpen, maar dat we dit wel willen — en dat we daar Zijn hulp bij nodig hebben. Met andere woorden: Hij vraagt om slechts een klein beetje bereidwilligheid. Méér dan 'een klein beetje' hoeft niet en kunnen we ook niet opbrengen, want als we dat wel zouden kunnen, zouden we Jezus, de Heilige Geest en deze Cursus niet nodig hebben. Dan zou onze denkgeest volledig genezen zijn en zouden we niet meer als lichaam in deze wereld zijn. Het enige wat nu nodig is om een stap in die richting te zetten, is de erkenning dat we niet weten wat het betekent dat niemand hoeft te verliezen om iedereen te laten winnen.

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

2. Dit is het enige principe dat voor verlossing nodig is. Ook is het niet noodzakelijk dat jouw geloof erin sterk en onwankelbaar is, en niet aangevallen wordt door alle overtuigingen die daaraan tegengesteld zijn. Jij kent geen vaste trouw. Bedenk echter wel dat verlossing niet nodig is voor wie is verlost. Je wordt niet opgeroepen iets te doen wat iemand die nog steeds tegen zichzelf verdeeld is, onmogelijk zou vinden. Heb weinig vertrouwen dat er wijsheid gevonden kan worden in een dergelijke staat van denken. Maar wees wel dankbaar dat jou slechts weinig vertrouwen wordt gevraagd. Wat anders dan een weinig vertrouwen blijft er over voor hen die nog steeds in zonde geloven? Wat zouden zij van de Hemel kunnen weten en van de rechtvaardigheid van hen die zijn verlost?

 

Toepassing : Denk aan een moment waarop je dacht: 'deze Cursus vraagt te veel van me. Ik zal nooit voldoende bereid zijn of voldoende vertrouwen hebben, of überhaupt in staat zijn om zijn doel te bereiken'. Maar je wordt alleen opgeroepen om 'een weinig vertrouwen' te hebben in de Heilige Geest en de rest door Hem te laten aanvullen. Lees daarom deze alinea als een persoonlijk boodschap aan jou. Je zult het doel bereiken, ondanks je gebrek aan vertrouwen:

 

Dit ['dat niemand kan verliezen opdat ik win'] is het enige principe dat voor verlossing nodig is. Ook is het niet noodzakelijk dat mijn geloof erin sterk en onwankelbaar is, en niet aangevallen wordt door alle overtuigingen die daaraan tegengesteld zijn. Ik ken geen vaste trouw. Maar verlossing is niet nodig voor wie is verlost. Ik word niet opgeroepen iets te doen wat iemand die nog steeds tegen zichzelf verdeeld is, onmogelijk zou vinden. Ik heb weinig vertrouwen dat er wijsheid gevonden kan worden in een dergelijke staat van denken. Maar ik ben dankbaar dat mij slechts weinig vertrouwen wordt gevraagd. Wat anders dan een weinig vertrouwen blijft er over voor mij die nog steeds in zonde geloof? Wat zou ik van de Hemel kunnen weten en van de rechtvaardigheid van hen die zijn verlost?

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

3. Er is een vorm van rechtvaardigheid in de verlossing waarvan de wereld geen weet heeft. Voor de wereld zijn rechtvaardigheid en wraak hetzelfde, want zondaars zien rechtvaardigheid enkel als hun straf, misschien door iemand anders doorstaan, maar niet ontlopen. De wetten van de zonde eisen een slachtoffer. Wie dat zal zijn maakt weinig verschil. Maar de dood zal de prijs zijn en die zal worden betaald. Dit is geen rechtvaardigheid, maar waanzin. Maar hoe kan rechtvaardigheid zonder waanzin worden gedefinieerd, waar liefde haat betekent, en de dood als overwinning en zege wordt gezien over de eeuwigheid, de tijdloosheid en het leven?

 

Nu komen we bij het kernthema van deze paragraaf: rechtvaardigheid. Rechtvaardigheid is een principe van eerlijkheid dat zegt dat iedereen moet krijgen wat hij of zij verdient. In een wereld waarin iedereen zondigt moet wraak dus rechtvaardig zijn, want dat is wat zondaars verdienen. Zoals Paulus zei: 'Het loon van de zonde is de dood' (Romeinen 6:23). Misschien moet iemand anders boeten en sterven — zoals Jezus aan het kruis — maar iemand moet boeten. Wat kan wraak anders zijn in een krankzinnige wereld die gemaakt is om te bewijzen dat de dood Gods Wil voor het leven heeft verslagen?

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

4. Jij die geen weet hebt van rechtvaardigheid kunt daar nog altijd om vragen en het antwoord vernemen. Rechtvaardigheid kijkt naar allen op dezelfde manier. Het is niet rechtvaardig dat iemand moet missen wat een ander heeft. Want dat is wraak, ongeacht de vorm. Rechtvaardigheid vraagt geen offer, want elk offer wordt gebracht om de zonde te behouden en te bewaren. Het is een vergoeding waarmee de prijs van de zonde wordt vereffend, maar niet de totale prijs. De rest wordt bij een ander weggehaald, en naast jouw kleine vergoeding gelegd, als ‘zoenoffer’ voor al wat jij behouden en niet opgeven wilt. Zo word jij ten dele als het slachtoffer gezien, maar iemand anders voor het overgrote deel. En hoe groter het zijne, des te kleiner het jouwe in de totale prijs. En daar rechtvaardigheid blind is, is ze pas verzadigd wanneer ze is betaald, door wie doet niet ter zake.

 

In de wereld vertegenwoordigt de geblinddoekte Vrouwe Justitia het idee dat een rechter op basis van concreet bewijsmateriaal onpartijdig moet beoordelen wie schuldig en wie onschuldig is, en blind moet zijn voor andere factoren die zijn oordeel kunnen beïnvloeden. Maar ware rechtvaardigheid is blind voor de zonde zelf. Ze 'kijkt naar allen op dezelfde manier'. Ze is volkomen onpartijdig en ziet geen onderscheid. Ze ziet geen bewijs van zonde; ze ziet alleen dat we allemaal volmaakt onschuldig zijn en dat er dus geen straf wordt geëist. In plaats daarvan verdient iedereen alles: niemand 'moet missen wat een ander heeft'. Wij begrijpen dat nog niet, maar we kunnen het leren als we de Heilige Geest om hulp vragen. Onze opvatting van rechtvaardigheid is gebaseerd op de overtuiging dat zonde bestraft moet worden. Maar zoals de vorige alinea zei, kan onze straf door iemand anders worden doorstaan wanneer we onze zonde op hem projecteren. Dan betaalt hij het grootste deel van de kosten, maar aangezien projectie niet betekent dat de zonde uit onze denkgeest verdwijnt, moeten we anderen blijven veroordelen en beschuldigen. 'En daar rechtvaardigheid blind is' maakt het niet uit wie er betaalt, zolang er maar betaald wordt.

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

5. Kan dit rechtvaardigheid zijn? God heeft hier geen weet van. Maar rechtvaardigheid kent Hij wel, en wel heel goed. Want Hij is jegens ieder volkomen eerlijk. Wraak is Gods Denkgeest wezensvreemd, omdat Hij rechtvaardigheid kent. Rechtvaardig zijn betekent eerlijk zijn, niet wraakzuchtig. Eerlijkheid én wraak zijn onmogelijk, want elk is met de ander in tegenspraak en ontkent dat die werkelijk is. Het is voor jou onmogelijk te delen in de rechtvaardigheid van de Heilige Geest met een denkgeest die zich van speciaalheid zelfs maar een voorstelling kan maken. Hoe zou Hij echter rechtvaardig kunnen zijn als Hij een zondaar veroordeelt voor misdaden die deze niet heeft begaan, maar meent te hebben begaan? En waar zou rechtvaardigheid zijn als Hij zou eisen dat degenen die van het idee van straf bezeten zijn, dit zonder hulp terzijde leggen, en inzien dat het niet waar is?

 

Nogmaals, rechtvaardigheid is een principe van eerlijkheid waarbij iedereen krijgt wat hij of zij verdient. In een wereld die geworteld is in het geloof in zonde, neemt dit de vorm aan van wraak, van straf voor zonde. Deze straf lijkt het logische resultaat van een eerlijk en onpartijdig onderzoek van de bewijzen. Maar in feite is het allesbehalve eerlijk en onpartijdig, want we beoordelen anderen door de ogen van onze speciaalheid, die per definitie oneerlijk en bevooroordeeld is. Voor God is rechtvaardigheid iets volkomen anders. Hij weet dat iedereen onschuldig en wraak dus oneerlijk is. Daarom veroordeelt de Heilige Geest ons niet, en verwacht Hij zelfs niet dat we onze behoefte aan wraak zonder Zijn hulp op zullen geven.

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

6. Het valt degenen die nog steeds geloven dat zonde betekenis heeft, bijzonder zwaar de rechtvaardigheid van de Heilige Geest te begrijpen. Zij moeten wel geloven dat Hij hun eigen verwarring deelt, en de wraak niet kan vermijden die hun eigen geloof in rechtvaardigheid met zich mee moet brengen. En dus vrezen ze de Heilige Geest, en zien ze de ‘toorn’ van God in Hem. Ook kunnen ze er niet op vertrouwen dat Hij hen niet zal doodslaan met bliksemschichten, die door Gods eigen verbolgen Hand aan de ‘vuren’ van de Hemel zijn ontrukt. Ze denken werkelijk dat de Hemel de hel is, en zijn bang voor de liefde. En een intense achter docht en een ijzige angst komen over hen wanneer hun wordt verteld dat zij nooit gezondigd hebben. Hun wereld berust op de stabiliteit van de zonde. En zij beschouwen de ‘dreiging’ van wat God als rechtvaardigheid kent als destructiever voor henzelf en hun wereld dan wraak, die ze begrijpen en liefhebben.

 

Als je twijfelt aan de waarheid van de eerste zin, vertel dan aan iemand die strikt leeft volgens de regels van wet en orde, dat rechtvaardigheid betekent dat niemand wordt gestraft — en kijk hoe de vonken er vanaf vliegen: 'Dat is waanzin! Als we niemand zouden straffen zou de criminaliteit de pan uit rijzen!' Deze opvatting van rechtvaardigheid is zo stevig verankerd in deze wereld dat ze geprojecteerd wordt op de Heilige Geest, die daardoor de vertegenwoordiger wordt van Gods wraak. Wat we echter het meest vrezen zijn niet Zijn 'bliksemflitsen', maar de waarheid dat er geen bliksemflitsen zijn. In onze vereenzelviging met het ego en zijn geloof in zonde, zijn we veel banger voor onze zondeloosheid en Gods rechtvaardigheid dan voor de 'oog om oog, tand om tand' — benadering die we zo goed kennen. Want in een denksysteem van onschuld kan ons individuele zelf niet bestaan.

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

7. En dus vinden ze het verlies van zonde een vloek. En vluchten ze weg voor de Heilige Geest alsof Hij een boodschapper was van de hel, van hogerhand gezonden, verraderlijk en vals, om vermomd als bevrijder en vriend de wrake Gods op hen uit te oefenen. Wat zou Hij voor hen anders kunnen zijn dan een duivel, ter misleiding gehuld in engelengewaad? En welke ontsnappingsmogelijkheid heeft Hij voor hen in petto anders dan een deur naar de hel die eruitziet als de Hemelpoort?

 

We zijn er zo aan gehecht dat straf voor zonde gerechtvaardigd is, dat we het niet willen geloven als de Heilige Geest zegt dat we niet gezondigd hebben. 'Dat kan Hij niet menen', denken we. 'Hij probeert ons te misleiden door ons te laten denken dat Hij onze vriend is; Zijn gaven zijn "misleidingen die [ons] van [onze] verdedigingen zullen beroven om te garanderen dat wanneer Hij toeslaat Hij zeker zal doden" (WdI.197.I.:5)'. Dit is een belangrijke reden waarom we de Stem van de Heilige Geest minder goed horen dan die van het ego. Want waarom zouden we naar Hem luisteren als we denken dat hij de duivel is, vermomd als engel?

 

Toepassing : Denk aan een van de keren dat je de Heilige Geest om leiding vroeg, en het gevoel had dat je geen antwoord kreeg — of wel, maar weerstand voelde om daar gehoor aan te geven. Zou het kunnen dat dit kwam omdat je diep van binnen dacht dat Hij je vijand was die je wilde straffen, in plaats van je vriend die je wilde bevrijden?

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

8. Maar rechtvaardigheid kan hen niet straffen die om straf vragen, maar wel een Rechter hebben die weet dat ze in waarheid volkomen onschuldig zijn. In rechtvaardigheid is Hij ertoe verplicht hen te bevrijden, en hun alle eer te geven die hun toekomt en die ze zichzelf hebben ontzegd omdat ze niet eerlijk zijn, en niet kunnen begrijpen dat ze onschuldig zijn. Liefde is voor zondaren niet te begrijpen, omdat ze denken dat rechtvaardigheid van liefde is afgesplitst, en voor iets anders staat. En zo wordt liefde als zwak gezien, en wraak als sterk. Want liefde verloor toen oordeel haar zijde verliet, en is te zwak om te verlossen van straf. Maar wraak, zonder liefde, is in kracht toegenomen, door gescheiden en los van de liefde te zijn. En wat anders dan wraak kan er nog helpen en verlossen, nu de liefde er krachteloos bij staat met hulpeloze handen, van rechtvaardigheid en levenskracht beroofd, en niet bij machte om te verlossen?

 

Deze alinea verwijst naar een belangrijk thema in de christelijke theologie: de relatie tussen Gods rechtvaardigheid en Zijn Liefde. Traditiegetrouw worden deze twee dingen gezien als twee polen die beide deel uitmaken van Zijn natuur. Als Hij alleen liefde zou hebben, zegt de theorie, zou Hij zwak zijn, dan zou Hij niet in staat zijn moraliteit af te dwingen en zou Zijn schepping wetteloos zijn. Maar als Hij alleen rechtvaardig zou zijn, zou Hij genadeloos zijn, en zouden we gedoemd zijn tot vernietiging door Zijn onbuigzame normen, waaraan we nooit zouden kunnen voldoen. Daarom is Gods natuur zowel liefde als rechtvaardigheid, maar 'is voor zondaren niet te begrijpen, omdat ze denken dat rechtvaardigheid van liefde is afgesplitst, en voor iets anders staat'. Zijn liefde wil iedereen redden van de gevolgen van zonde, maar Zijn rechtvaardigheid vraagt dat zonde wordt bestraft. De traditionele oplossing hiervoor is Jezus' dood aan het kruis, die — volgens christelijke theorieën over de Verzoening — zowel de liefde bevestigt (omdat Jezus' dood iedereen redt van de gevolgen van zonden) als de rechtvaardigheid (omdat in Jezus onze zonden bestraft werden).

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

9. Wat kan Liefde van jou vragen die denkt dat dit allemaal waar is? Kan Hij, in rechtvaardigheid en in liefde, geloven dat jij in je verwarring veel te geven hebt? Er wordt jou niet gevraagd Hem vergaand te vertrouwen. Slechts voor zover jij ziet wat Hij jou biedt, en waarvan je inziet dat jij het jezelf niet zou kunnen geven. In de rechtvaardigheid van God Zelf herkent Hij alles wat jou toekomt, maar begrijpt eveneens dat jij het niet voor jezelf aanvaarden kunt. Het is Zijn speciale functie jou de gaven aan te reiken die de onschuldigen toekomen. En elk van die gaven die jij aanneemt brengt vreugde voor Hem alsook voor jou. Hij weet dat de Hemel wordt verrijkt met elke die jij aanvaardt. En God verheugt Zich als Zijn Zoon ontvangt waarvan liefdevolle rechtvaardigheid weet dat het zijn rechtmatig deel is. Liefde en rechtvaardigheid zijn immers niet verschillend. Omdat ze hetzelfde zijn, staat barmhartigheid aan Gods Rechterhand, en geeft die de Zoon van God de macht zichzelf zijn zonden te vergeven.

 

Zoals Jezus in de vorige alinea zei, geloven we dat rechtvaardigheid is afgesplitst van liefde en de sterkste is geworden van deze twee. In deze zienswijze straft rechtvaardigheid ons genadeloos voor onze zonde, terwijl de liefde die ons wil bevrijden daar machteloos tegenover staat. In werkelijkheid zijn rechtvaardigheid en liefde echter hetzelfde. Gods Liefde en rechtvaardigheid zijn geen twee tegengestelde polen, maar twee aspecten van Zijn natuur die volkomen met elkaar in harmonie zijn. Zijn Liefde wil niets anders dan ons zegenen en eren, en Zijn rechtvaardigheid zegt dat we deze zegen en eer volledig verdienen omdat we volmaakt onschuldig zijn. Als rechtvaardigheid en liefde van elkaar afgesplitst zouden zijn, zou liefde niet in staat zijn om de straf te voorkomen die wordt opgelegd door genadeloze 'rechtvaardigheid' (zoals we zien in de opvatting dat Jezus gestraft moest worden voor onze zonden). Maar wanneer rechtvaardigheid en liefde met elkaar samenwerken, bundelen ze hun kracht om ons te redden van het krankzinnige geloof dat we ooit zouden kunnen zondigen.

God verwacht niet van ons dat we Zijn gaven van liefdevolle rechtvaardigheid zonder Zijn hulp aanvaarden. Zolang we verdwaald zijn in ons geloof in zonde, zijn we niet in staat om te zien hoezeer we liefde en vergeving verdienen. Daarom is het enige wat Hij vraagt dat we bereid zijn deze gaven te ontvangen, ook al kunnen we nog niet zien waarom we ze verdienen. Het zijn gaven die zowel aan de Gever als aan de ontvanger vreugde brengen. Barmhartigheid, en niet wraak, staat aan Gods Rechterhand en geeft ons de kracht om onszelf te vergeven in plaats van te veroordelen.

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

10. Hoe kan hem die recht heeft op alles iets worden onthouden? Dat zou pas onrechtvaardig en beslist oneerlijk zijn tegenover al de heiligheid die in hem is, hoezeer hij die ook niet herkent. God heeft geen weet van onrechtvaardigheid. Hij laat niet toe dat Zijn Zoon beoordeeld wordt door degenen die zijn dood wensen, en zijn waarde in het geheel niet kunnen zien. Welke eerlijke getuigen zouden zij kunnen oproepen om te zijner gunste te spreken? En wie zou er vóór hem komen pleiten, en niet tegen zijn leven? Hij zou van jou geen rechtvaardigheid ontvangen. Maar God heeft ervoor gezorgd dat recht zou geschieden aan de Zoon die Hij liefheeft, en die Hij wil behoeden voor alle onrecht dat jij zou proberen te schenken, in de overtuiging dat wraak zijn verdiende loon is.

 

In deze alinea vergelijkt Jezus de wereldse rechtvaardigheid, waarin het gedrag van het lichaam wordt beoordeeld, met de rechtvaardigheid van God, die alleen weet heeft van onze werkelijkheid als Zijn Zoon. In de wereld passen wij rechtvaardigheid toe zoals het Sanhedrin deed in het proces tegen Jezus: uit op de dood van een vermeende zondaar roepen we valse getuigen op — alle vreselijke dingen die zijn lichaam heeft gedaan — om tot het gewenste doodvonnis te komen. Als Zoon van God zijn we echter volmaakt onschuldig. Ware rechtvaardigheid zegt dat we alleen pure zegening verdienen, dat we 'recht hebben op alles'. Al het andere zou oneerlijk zijn. Wij hebben een volkstribunaal opgericht om wraak te nemen onder het mom van rechtvaardigheid, maar Gods Hoger Gerechtshof heeft het laatste woord. Hij beschermt Zijn Zoon tegen de onrechtvaardige veroordeling die wij over hem uitspreken.

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

11. Zoals speciaalheid het niets kan schelen wie de prijs voor de zonde betaalt, als die maar betaald wordt, zo slaat de Heilige Geest er geen acht op wie uiteindelijk onschuld aanschouwt, zolang die maar gezien wordt en herkend. Eén enkele getuige volstaat immers, mits die waarlijk ziet. Eenvoudige rechtvaardigheid vraagt niet meer. Aan eenieder vraagt de Heilige Geest of hij die ene wil zijn, zodat rechtvaardigheid naar de liefde terug kan keren en daar voldoening vindt. Elke speciale functie die Hij toewijst dient slechts hiertoe: dat ieder leert dat liefde en rechtvaardigheid niet gescheiden zijn. En beide worden versterkt door hun vereniging met elkaar. Zonder liefde is rechtvaardigheid bevooroordeeld en zwak. En liefde zonder rechtvaardigheid is onmogelijk. Want liefde is eerlijk en kan niet kastijden zonder grond. Welke grond kan er zijn om een aanval op onschuldigen te rechtvaardigen? Vergissingen worden door liefde in rechtvaardigheid gecorrigeerd, maar niet in wraak. Want dat zou jegens onschuld onrechtvaardig zijn.

 

Het maakt de wereldse 'rechtvaardigheid' niet uit wie er gestraft wordt door de uitspraak 'schuldig'. En het maakt de Heilige Geest niet uit wie het vonnis: 'onschuldig' uitspreekt, wat werkelijke rechtvaardigheid altijd doet. Er is er maar één nodig die dat doet, en de Heilige Geest vraagt ieder van ons of we die ene willen zijn. Onze speciale functie — onze specifieke rol in het vergevingsplan van de Heilige Geest — is een oproep om die ene te zijn. Het vervullen van onze speciale functie brengt liefde en rechtvaardigheid samen. Rechtvaardigheid zonder liefde is 'bevooroordeeld en zwak', terwijl liefde zonder rechtvaardigheid 'onmogelijk' is. Maar wanneer ze verenigd zijn, versterken ze elkaar. De essentie van deze wederzijdse versterking is dat zowel liefde als rechtvaardigheid volkomen eerlijk en onpartijdig zijn. Daarom kunnen ze alleen iedereen een gelijke en totale zegen geven, want de onschuldigen verdienen niets anders. Liefde corrigeert onze vergissingen, want dat is rechtvaardig, maar zij straft ons er nooit voor, want dat zou onrechtvaardig zijn.

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

12. Je kunt een perfecte getuige zijn van de macht van liefde en rechtvaardigheid, als je begrijpt dat Gods Zoon onmogelijk wraak zou kunnen verdienen. Het is niet nodig dat je in alle omstandigheden ziet dat dit waar is. Je hoeft ook niet te kijken naar je ervaring in de wereld, die slechts een afschaduwing is van al wat er in werkelijkheid in jezelf gebeurt. Het inzicht dat je nodig hebt komt niet van jou maar van een groter Zelf, zo groot en heilig, dat Hij niet zou kunnen twijfelen aan Zijn onschuld. Jouw speciale functie is een oproep tot Hem, zodat Hij naar jou kan glimlachen wiens zondeloosheid Hij deelt. Zijn inzicht zal het jouwe zijn. En zo is de speciale functie van de Heilige Geest vervuld. Gods Zoon heeft een getuige gevonden voor zijn zondeloosheid, niet voor zijn zonden. Hoe weinig hoef je de Heilige Geest te geven, opdat eenvoudige rechtvaardigheid jou geschonken wordt!

 

We keren terug naar het thema hoe weinig er van ons wordt gevraagd. Een perfecte getuige worden van de macht van liefde en rechtvaardigheid, en beseffen dat niemand ooit wraak verdient, klinkt als een enorme opgave. Maar ons wordt niet gevraagd om dit altijd te herkennen of het overal te zien. Het enige wat gevraagd wordt is ons te realiseren dat het inderdaad een grote opgave is, en ons tot de Christus in onszelf te wenden, die ons het inzicht zal geven dat we nodig hebben. Met Zijn ogen naar onze broeder kijken betekent dat we hem vergeven, waardoor hij een getuige wordt voor onze eigen zondeloosheid.

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

13. Zonder onpartijdigheid is er geen rechtvaardigheid. Hoe kan speciaalheid rechtvaardig zijn? Oordeel niet, omdat je dat niet kunt, níet omdat ook jij een ellendige zondaar bent. Hoe kan wie speciaal is echt begrijpen dat rechtvaardigheid hetzelfde is voor iedereen? Van de een nemen om het aan de ander te geven moet voor beiden wel een onrechtvaardigheid zijn, aangezien ze in de ogen van de Heilige Geest gelijk zijn. Hun Vader heeft hun beiden hetzelfde erfgoed gegeven. Wie meer of minder wil hebben is zich er niet van bewust dat hij alles heeft. Hij is niet de beoordelaar van wat andermans rechtmatig deel moet zijn, omdat hij denkt misdeeld te zijn. En dus kan hij niet anders dan afgunstig zijn, en proberen te stelen van degene over wie hij oordeelt. Hij is niet onpartijdig, en kan de rechten van een ander niet zuiver zien, omdat de zijne voor hem onduidelijk zijn geworden.

 

In deze paragraaf hebben we diverse verwijzingen gezien naar het idee dat speciaalheid onverenigbaar is met rechtvaardigheid. Speciaalheid is niet onpartijdig — het gaat erom dat ik win ten koste van jou. Hoe kan iemand die erop uit is zichzelf groter te maken door anderen te kleineren, begrijpen dat rechtvaardigheid iedereen hetzelfde behandelt? Hoe kan iemand die zich zo misdeeld voelt dat hij jaloers is op anderen en van hen probeert te stelen, begrijpen dat iedereen alles heeft? Hoe kan iemand die naar rijkdom en bezit streeft, de rechten van anderen zien en hen geven wat hen toekomt? Als we Gods rechtvaardigheid voor onszelf willen, moeten we daarom onze verslaving aan speciaalheid opgeven, evenals het harde oordeel over anderen dat daar het gevolg van is. Niet vanuit een valse nederigheid die zegt: 'ik ben zelf een ellendige zondaar, wie ben ik om over anderen te oordelen?' maar vanuit de eenvoudige erkenning dat speciaalheid ons verhindert om werkelijk rechtvaardig te zijn jegens anderen.

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

14. Je hebt recht op heel het universum, op volmaakte vrede, volledige bevrijding van alle gevolgen van zonde, en op het eeuwig leven, dat in elk opzicht vreugdevol is en compleet, zoals God dat heeft beschikt voor Zijn heilige Zoon. Dit is de enige rechtvaardigheid die de Hemel kent, en al wat de Heilige Geest meebrengt naar de aarde. Jouw speciale functie laat jou zien dat niets anders dan volmaakte rechtvaardigheid voor jou de boventoon kan voeren. En jij bent gevrijwaard van alle vormen van wraak. De wereld misleidt, maar ze kan Gods rechtvaardigheid niet vervangen door een versie van eigen makelij. Want alleen liefde is rechtvaardig, en is in staat te zien wat rechtvaardigheid Gods Zoon vergunnen moet. Laat de liefde beslissen, en wees nooit bang dat jij, in je oneerlijkheid, jezelf beroven zult van wat Gods rechtvaardigheid jou heeft toebedeeld.

 

We zijn ervan overtuigd zondaars te zijn. We lopen vol angst rond in deze wereld, wachtend op ons verdiende loon. En ja hoor, dat komt, in de vorm van alle pijn en lijden die elke dag in de een of andere vorm op ons drukken. Dit alles komt echter alleen voort uit onze oneerlijkheid jegens onszelf, de ontkenning van wat we werkelijk zijn. Maar Gods rechtvaardigheid is sterker. Hij biedt ons alles aan waar we als Zijn Zoon recht op hebben: hebt recht op heel het universum, op volmaakte vrede, volledige bevrijding van alle gevolgen van zonde, en op het eeuwig leven, dat in elk opzicht vreugdevol is en compleet, zoals God dat heeft beschikt voor Zijn heilige Zoon'. Hij geeft ons onze speciale functie, waarvan de vervulling ons bewustzijn zal herstellen van alles wat ons werkelijk toekomt. Waarom aanvaarden we dit geschenk niet nu meteen?

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

Toepassing : De volgende oefening is gemaakt door Robert Perry.

Pas deze tekst toe op iemand van wie je wel zou willen houden, maar die volgens jou iets anders verdient:

In rechtvaardigheid bevrijdt God [naam], en geeft hem alle eer die hem toekomt en die hij zichzelf heeft ontzegd omdat hij niet eerlijk is jegens zichzelf, en niet kan begrijpen dat hij onschuldig is.

Maar hoe kan hem, die recht heeft op alles, iets worden onthouden [inclusief mijn liefde]?

Dat zou onrechtvaardig en oneerlijk zijn tegenover al de heiligheid die in hem is, hoezeer hij die ook niet herkent.

Hij zou van mij geen rechtvaardigheid ontvangen.

Maar God heeft ervoor gezorgd dat recht zou geschieden aan [naam], de Zoon die Hij liefheeft, en die Hij wil behoeden voor alle onrecht dat ik zou proberen te schenken, in de overtuiging dat wraak zijn verdiende loon is.

Ik kan een perfecte getuige zijn van de macht van liefde en rechtvaardigheid, als ik begrijp dat [naam], Gods Zoon, onmogelijk wraak zou kunnen verdienen.

Het is niet nodig dat ik in alle omstandigheden zie dat dit waar is.

Het inzicht dat ik nodig heb komt niet van mij maar van mijn hogere Zelf, zo groot en heilig, dat Hij niet zou kunnen twijfelen aan Zijn onschuld.

[Naam] heeft recht op heel het universum,

op volmaakte vrede, volledige bevrijding van alle gevolgen van zonde, en op het eeuwig leven, dat in elk opzicht vreugdevol is en compleet, zoals God dat heeft beschikt voor Zijn heilige Zoon.

Dit is de enige rechtvaardigheid die de Hemel kent.

(Toelichtingen door Robert Perry)