Hoofdstuk 14
Onderwijzen ten gunste van de waarheid
VII. De waarneming delen met de Heilige Geest
1. Wat wil je? Licht of duisternis, kennis of onwetendheid zijn je deel, maar niet beide. Tegendelen moeten worden samengebracht, en niet gescheiden gehouden. Hun scheiding bestaat immers alleen in jouw denkgeest, en ze worden, net als jij, door vereniging verzoend. In deze vereniging moet alles wat niet werkelijk is verdwijnen, want waarheid is vereniging. Zoals duisternis in het licht verdwijnt, zo vervaagt onwetendheid wanneer kennis daagt. Waarneming is het middel waarmee onwetendheid naar kennis wordt gebracht. Maar de waarneming moet niet behept zijn met begoocheling, want anders wordt ze eerder de boodschapper van onwetendheid dan een helper in de zoektocht naar waarheid.
De vraag: 'Wat wil je?' heeft alleen betekenis wanneer we ons realiseren dat we licht of duisternis kunnen hebben, kennis of onwetendheid, niet beide. Ga eens na hoe het voelt wanneer je jezelf de vraag stelt: 'Wil ik kennis óf onwetendheid, licht óf duisternis?' — met de nadruk op 'of'. Wij proberen beide te hebben. En het lijkt alsof we daarin slagen door ze apart te houden. Wanneer we ze echter bij elkaar brengen, zal alleen wat werkelijk is overblijven. Licht verdrijft duisternis en kennis vervangt onwetendheid. Om die reden houdt onware waarneming — de waarneming van het ego — de scheiding tussen licht en duisternis, en tussen onwetendheid en kennis in stand, terwijl ware waarneming — de waarneming van de Heilige Geest— ze samenbrengt en verenigt, zodat 'alles wat niet werkelijk is' kan verdwijnen.
(Toelichtingen door Robert Perry)
2. De zoektocht naar waarheid is niets anders dan eerlijk opsporen wat de waarheid in de weg staat. De waarheid is. Ze kan niet verloren gaan, noch gezocht of gevonden worden. Ze is overal waar jij bent, omdat ze in jou is. Toch kan ze herkend of niet herkend worden, waar of onwaar voor je zijn. Als je haar verbergt, wordt ze voor jou onwerkelijk, doordat jij haar verborgen en met angst omgeven hebt. Onder elke hoeksteen van angst waarop jij je waanzinnige geloofssysteem hebt opgetrokken, ligt de waarheid verborgen. Toch kun je dit niet weten, want door de waarheid te verbergen in angst zie je geen reden te geloven dat hoe meer je naar angst kijkt, des te minder je die ziet, en des te helderder datgene wordt wat erachter schuilgaat.
De eerste zin is zeer belangrijk. Hoe zoek jij naar waarheid? Dat kan alleen door alle duisternis in jezelf op te sporen die de waarheid in de weg staat. Want de waarheid is niet ver verwijderd en ongrijpbaar. Je draagt haar met je mee, waar je ook gaat. Zonder de duisternis zou je dit meteen zien. Zonder wolken is de zon meteen zichtbaar. Daarom moeten we in het huis van onze denkgeest 'naar beneden' reizen, naar de diepgelegen kamer waar kennis verblijft. En op onze weg daarheen ontmoeten we het ego, met al zijn hoekstenen van angst. Als we daarnaar kijken en hun lelijkheid en waanzin zien, denken we misschien dat we juist verder verwijderd raken van de waarheid. Maar hoe meer we naar de angst kijken, hoe meer hij vervaagt, en hoe meer we de waarheid beginnen te zien die daaronder ligt.
(Toelichtingen door Robert Perry)
3. Het is niet mogelijk de onwetenden ervan te overtuigen dat zij weten. Vanuit hun gezichtspunt is dat niet waar. Maar het is waar, omdat God het weet. Dit zijn ontegenzeglijk tegengestelde gezichtspunten over wat de ‘onwetenden’ zijn. Voor God is onwetend-zijn onmogelijk. Daarom is het verre van een gezichtspunt, maar slechts een geloof in iets wat niet bestaat. De onwetenden hebben enkel dit geloof, en daardoor vergissen ze zich omtrent zichzelf. Ze hebben zichzelf gedefinieerd als waren ze niet geschapen. Hun schepping was geen kwestie van gezichtspunt, maar van zekerheid. Onzekerheid die tot zekerheid wordt gebracht, bevat niet langer enig overtuigend werkelijkheidsgehalte.
We zijn niet onwetend. We bezitten al kennis (in de Cursus-betekenis van dit woord), maar geloven dat niet en denken dat we een lange zoektocht moeten ondernemen om haar te vinden. Maar God weet beter. Zijn schepping van ons als Zijn 'wetende Zoon' is een absolute zekerheid. In onze overtuiging dat we dat we kennis moeten zoeken, kunnen we onszelf vergelijken met een miljonair die denkt: 'Ik wou dat ik niet zo arm was. Hoe zou ik wat geld kunnen verdienen?' Zou je zijn perspectief ondersteunen door te zeggen: 'Tja, dat is een gezichtspunt', of zou je zeggen: 'Man, open je ogen!'? Als je wijs zou zijn, zou je hem helpen de weerstand ongedaan te maken die hij kennelijk heeft tegen het besef dat hij rijk is.
Wij zijn ais die miljonair we bezitten alle kennis, maar denken toch dat we ernaar moeten zoeken. Het enige wat we dus hoeven te doen is onze weerstand ongedaan maken tegen de kennis van de waarheid die we al bezitten.
(Toelichtingen door Robert Perry)
4. We hebben de nadruk gelegd op het brengen van het onwenselijke naar het wenselijke, van wat je niet wilt naar wat jij wel wilt. Je zult inzien dat verlossing je wel op deze manier moet bereiken, als je bedenkt wat dissociatie is. Dissociatie is een verwrongen denkproces waarbij twee geloofssystemen, die niet naast elkaar kunnen bestaan, beide in stand worden gehouden. Als ze samen worden gebracht, wordt het onmogelijk ze beide tezamen te aanvaarden. Maar wordt het ene voor het andere in duisternis verborgen gehouden, dan lijkt hun gescheidenheid beide in leven te houden, gelijkwaardig in hun werkelijkheid. Hun samengaan wordt aldus een bron van angst, want als ze samenkomen, moet aanvaarding aan een ervan worden onttrokken. Je kunt ze niet allebei hebben, want elk ontkent het andere. Los van elkaar wordt dit feit uit het oog verloren, want elk kan op een afzonderlijke plaats met een vast geloof worden begiftigd. Breng ze samen, en het feit dat ze totaal onverenigbaar zijn wordt ogenblikkelijk duidelijk. Het ene zal wijken, omdat het andere op dezelfde plaats wordt gezien.
Het ego dissocieert, dat wil zeggen dat het twee tegenstrijdige denksystemen — dat van hemzelf en dat van de Heilige Geest — naast elkaar wil laten bestaan. Want als ze samen worden gebracht moet één ervan verdwijnen, omdat ze onverenigbaar zijn en elkaar ontkennen. En het denksysteem dat verdwijnt is dat van het ego, omdat het niet werkelijk is. Dat is de reden waarom het ego er alles aan doet om ons weg te houden van de keuze voor de Heilige Geest, die ons aanspoort onze duisternis naar het licht te brengen, zodat het licht de duisternis kan wegschijnen.
(Toelichtingen door Robert Perry)
5. Het licht kan niet in het duister binnendringen wanneer een denkgeest in het duister gelooft en dat niet los wil laten. Waarheid vecht niet tegen onwetendheid en liefde valt angst niet aan. Wat geen bescherming nodig heeft verdedigt zichzelf niet. Verdediging is van jouw makelij. God heeft er geen weet van. De Heilige Geest benut verdedigingen ten voordele van de waarheid, enkel omdat jij ze ten nadele daarvan hebt gemaakt. Zijn waarneming ervan verandert ze eenvoudig, in overeenstemming met Zijn bedoeling, in een roep om datgene wat jij ermee hebt aangevallen. Zoals alles wat jij hebt gemaakt, moeten verdedigingen zachtzinnig worden omgebogen ten goede van jezelf en door de Heilige Geest worden omgezet van een middel tot zelfvernietiging in een middel tot bevrijding en behoud.
Waarheid en liefde verdedigen zichzelf niet, want ze hebben geen bescherming nodig. Verdediging is ons eigen maaksel, maar zoals alles wat we hebben gemaakt, gebruikt de Heilige Geest haar voor Zijn doel. Wij hebben afscheiding gemaakt om ons af te scheiden van God, en de Heilige Geest gebruikt afscheiding om ons af te scheiden van ons geloof in afscheiding. Daarmee wordt de verdediging van de afscheiding een roep tot God, in plaats van een aanval op Hem — en daarmee op onszelf.
(Toelichtingen door Robert Perry)
Zijn taak is machtig, maar de macht van God is met Hem. Voor Hem is Zijn taak dan ook zo licht, dat ze al werd volbracht op het ogenblik dat ze Hem voor jou werd gegeven. Stel je terugkeer naar vrede niet uit door je af te vragen hoe Hij kan vervullen wat God Hem opgedragen heeft. Laat dat over aan Hem die weet. Jou wordt niet gevraagd zelf machtige taken te vervullen. Er wordt je alleen gevraagd het weinige te doen dat Hij jou voorstelt, waarbij je Hem slechts in die geringe mate hoeft te vertrouwen, dat je gelooft dat als Hij het vraagt, jij het kunt. Je zult zien hoe makkelijk al wat Hij vraagt kan worden volbracht.
De missie van de Heilige Geest is ons te helpen om heilige, egoloze, volledig ontwaakte Zonen van God te worden, in plaats van de egoïstische, slaapwandelende, waanzinnige mensen vol zelfmedelijden die we nu zijn. Dat lijkt een onmogelijke opdracht. Maar deze alinea zegt dat Hij deze missie al heeft volbracht op hetzelfde moment waarop ze Hem werd gegeven, omdat de macht van God met Hem is. Daarom moeten we onze thuiskomst niet uitstellen door ons af te vragen hoe de Heilige Geest dit voor elkaar krijgt. We moeten het gewoon aan Hem overlaten. Hij kan Zijn machtige taak aan. En omdat Hij dat kan, hoeven wij zelf geen machtige taken te vervullen. We hoeven de Rode Zee niet in tweeën te splitsen. Het enige wat we hoeven te doen is het beetje dat Hij ons voorstelt te doen. En we hoeven er alleen maar op te vertrouwen dat we, als Hij dit van ons vraagt, ook kunnen.
In de volgende alinea vertelt Jezus ons dat het beetje, dat de Heilige Geest van ons vraagt, niet is wat we verwachten:
(Toelichtingen door Robert Perry)
6. De Heilige Geest vraagt slechts dit van jou: breng Hem ieder geheim dat jij voor Hem hebt weggesloten. Open iedere deur voor Hem, en nodig Hem uit de duisternis binnen te komen en die door Zijn licht te laten verdwijnen. Op jouw verzoek komt Hij graag binnen. Hij brengt het licht naar de duisternis als jij de duisternis voor Hem openstelt. Maar wat jij verborgen houdt, kan Hij niet zien. Hij ziet voor jou, en Hij kan niet zien als jij niet samen met Hem kijkt. De visie van Christus is niet voor Hem alleen, maar voor Hem samen met jou. Breng dan ook al je duistere en geheime gedachten bij Hem, en bekijk ze samen met Hem. Hij houdt het licht vast, jij het duister. Ze kunnen niet naast elkaar bestaan wanneer Jullie beiden er samen naar kijken. Zijn oordeel moet wel zegevieren, en Hij zal jou dit geven wanneer jij jouw waarneming met de Zijne verbindt.
Toepassing :
Visualiseer een donkere deur in je denkgeest.
Op deze deur hangt een bordje waarop staat: 'Mijn duistere en geheime gedachten over ----' Vul deze zin aan met de naam van een persoon, situatie of gebeurtenis, waar je problemen mee hebt.
Je bent bang om de deur te openen, maar de Heilige Geest is bij je.
Open dus de deur en kijk samen met Hem naar de duistere gedachten die nu zichtbaar worden — gedachten van veroordeling, aanval, beschuldiging en vergelding. Omdat het er waarschijnlijk méér dan één zijn, kan het behulpzaam zijn om ze te noteren. Pauzeer dus even om dit te doen.
Kijk dan opnieuw naar de gedachten die rondzweven in de schemerige mist achter de deur.
Gewoonlijk kijk je weer snel weg van deze gedachten, maar nu kijk je ernaar met de Heilige Geest. Wend je er dus niet van af, maar kijk. Kijk beurtelings naar elk van deze gedachten. Kijk totdat ze beginnen te vervagen.
Zeg tegen de Heilige Geest: 'Ik wil deze duisternis niet meer. Ik wil haar vervangen door Uw licht. Wilt U haar wegschijnen?'
En dan is er geen duisternis meer in deze ruimte, ze is volledig gevuld met het licht van de Heilige Geest. Zeg zachtjes: 'Dank U'.
(Toelichtingen door Robert Perry)
7. Je met Hem verbinden in het zien is de manier waarop je de interpretatie van de waarneming die tot kennis leidt, met Hem leert delen. Alléén kun je niet zien. Door de waarneming te delen met Hem die God jou gegeven heeft, leer jij hoe je wat je ziet kunt herkennen. Het is de erkenning dat niets van wat jij ziet op zichzelf iets betekent. Met Hem zien zal jou tonen dat alle betekenis, met inbegrip van die van jou, niet voortvloeit uit dubbelzien, maar uit het zachte versmelten van alles in één betekenis, één emotie en één doel. God heeft één doel en dat deelt Hij met jou. Het enkelzien dat de Heilige Geest jou biedt, zal met zo’n intense helderheid en glans je denkgeest dit eenzijn brengen dat je voor niets ter wereld niet zou wensen te aanvaarden wat God voor jou wil. Aanschouw jouw wil, en aanvaard die als de Zijne, met al Zijn Liefde die de jouwe is. Alle eer aan jou door Hem, en door Hem aan God.
Wij lijden aan dubbelzien — een aandoening waarbij we twee beelden zien van hetzelfde object. Vertaald naar de Cursus zien we twee beelden van de mensen in ons leven. We kijken naar iemand en zien tegelijkertijd de zondaar die we haten en de heilige die we liefhebben. Dit komt doordat we alles wat we zien interpreteren vanuit het standpunt van twee volledig, tegenovergestelde denksystemen: dat van het ego en dat van de Heilige Geest.
De enige manier om dit op te lossen is doen wat we bij de vorige alinea ook deden: ons verbinden met de Heilige Geest en samen met Hem kijken. We moeten de deur naar onze duistere gedachten voor Hem openen en Hem de duisternis laten wegschijnen. Wanneer duisternis en licht samen worden gebracht, kunnen ze niet beide bestaan. Als de duisternis oplost in het licht zien we nog slechts één betekenis, één emotie en één doel in alles.
Stel je eens voor hoe dat zal zijn ...
(Toelichtingen door Robert Perry)