Hoofdstuk 28
Het ongedaan maken van angst
II. Het omkeren van gevolg en oorzaak
1. Zonder oorzaak kunnen er geen gevolgen zijn, en zonder gevolgen is er ook geen oorzaak. De oorzaak wordt oorzaak door haar gevolgen; de Vader is Vader door Zijn Zoon. Gevolgen scheppen hun oorzaak niet, maar vestigen wel haar oorzakelijkheid. Zo geeft de Zoon zijn Schepper Vaderschap, en ontvangt hij de gave die hij Hem geschonken heeft. En juist doordat hij Gods Zoon is moet hij eveneens vader zijn, die schept zoals God hem heeft geschapen. De cirkel van de schepping kent geen einde. Zijn begin- en eindpunt vallen samen. Maar in zichzelf bevat hij het universum van heel de schepping, zonder begin en zonder einde.
Deze paragraaf begint met een logische verklaring: als er geen gevolgen zijn is er ook geen oorzaak. Dit betekent dat gevolgen iets tot een oorzaak maken. En dit betekent dat wij als Zoon onze Vader tot Oorzaak maken. We geven Hem Vaderschap. En aangezien geven ontvangen is, worden we zelf vader. We worden scheppers. En zo breidt de schepping zich uit, zonder begin en zonder einde.
(Toelichtingen door Robert Perry)
2. Vaderschap is schepping. Liefde moet worden uitgebreid. Zuiverheid is niet ingeperkt. Het is het wezen van onschuldigen om voor eeuwig onbeperkt te zijn, zonder grens of limiet. Zodoende is zuiverheid niet iets van het lichaam. En ze kan ook niet worden gevonden waar beperking is. Het lichaam kan door haar gevolgen worden genezen, die even onbegrensd zijn als zijzelf. Maar toch moet alle genezing totstandkomen doordat wordt ingezien dat de denkgeest zich niet in het lichaam bevindt, en zijn onschuld daar geheel los van staat, en is waar alle genezing is. Waar wordt genezing dan gevonden? Alleen waar aan haar oorzaak haar gevolgen worden gegeven. Want ziekte is een zinloze poging het oorzaakloze van gevolgen te voorzien, en er zo een oorzaak van te maken.
Liefde kent geen einde, want dat druist in tegen haar aard. Ze kan zich alleen maar uitbreiden. Zuiverheid — of onschuld — is 'voor eeuwig onbeperkt, zonder grens of limiet'. Het lichaam kan dus niet zuiver zijn, want het is beperkt en begrensd. Genezing betekent dat de denkgeest beseft dat hij zich niet in het lichaam bevindt, maar deel uitmaakt van onbeperkte liefde en zuiverheid. De denkgeest is dus de plaats waar genezing plaatsvindt, het inzicht dat er nooit een oorzaak is geweest voor een (ziek) lichaam, en dat er dus ook geen gevolg (een lichaam) kan zijn.
(Toelichtingen door Robert Perry)
3. In ziekte probeert Gods Zoon steeds zichzelf tot zijn eigen oorzaak te maken, en zich niet toe te staan zijn Vaders Zoon te zijn. Vanwege dit onmogelijke verlangen gelooft hij niet dat hij het Gevolg is van Liefde, noch dat hij oorzaak moet zijn op grond van wat hij is. De oorzaak van genezing is de enige Oorzaak van alles. Ze heeft maar één Gevolg. En door dat te erkennen worden aan het oorzaakloze geen gevolgen toegekend, en worden die ook niet gezien. Een denkgeest in een lichaam en een wereld van andere lichamen, elk met een afzonderlijke denkgeest, zijn jouw ‘scheppingen’, jij, de ‘andere’ denkgeest, die schept met gevolgen die anders zijn dan jijzelf. En als hun ‘vader’ moet jij wel zijn als zij.
Ziekte is het geloof dat we onszelf gemaakt hebben, in plaats van geschapen te zijn door God. We geloven dat we ons afgescheiden hebben van onze ware Oorzaak en dus niet het Gevolg van Liefde kunnen zijn. Ons eigen gevolg is de zieke wereld van lichamen, elk met een klein stukje denkgeest erin opgesloten. Dit alles wordt geplaagd door ziekte, omdat het voortkomt uit een zieke gedachte in de denkgeest. En aangezien we de oorzaak zijn van deze wereld, moeten we zelf ook zo zijn: een denkgeest, opgesloten in een lichaam. Genezing vindt plaats wanneer we dit allemaal omkeren en opnieuw onze enige ware Oorzaak erkennen.
(Toelichtingen door Robert Perry)
4. Er is helemaal niets gebeurd behalve dat jij jezelf in slaap hebt gebracht, en een droom hebt gedroomd waarin jij voor jezelf een vreemde was, en slechts een deel van iemand anders’ droom. Het wonder doet je niet ontwaken, maar laat jou alleen zien wie de dromer is. Het leert jou dat zolang je nog slaapt er een keuze aan dromen is, afhankelijk van de bedoeling van je dromen. Wens je dromen van genezing, of dromen van de dood? Een droom lijkt in die zin op een herinnering dat hij uitbeeldt wat jij getoond wilt zien.
In werkelijkheid hebben we onze Oorzaak niet verlaten. We zijn alleen in slaap gevallen en dromen dat we een deel zijn van de droom van anderen. Het wonder corrigeert dit; niet door ons te wekken, maar door ons te laten zien dat wij zelf de dromer zijn en dus een andere droom kunnen kiezen — een droom die onze werkelijkheid als Gods Gevolg weerspiegelt. Dit is een droom van genezing, in plaats van de droom van de dood. Maar welke droom we ook hebben, het blijft een feit 'dat hij uitbeeldt wat jij getoond wilt zien'.
(Toelichtingen door Robert Perry)
5. Een lege schatkamer waarvan de deur openstaat, bevat alle flarden van je herinneringen en je dromen. Als jij echter de dromer bent, zie je op zijn minst het volgende: dat jij de droom veroorzaakt hebt, en evengoed een andere droom kunt toelaten. Maar voor deze verandering van droominhoud moet worden ingezien dat jij de droom gedroomd hebt die je niet prettig vindt. Het is slechts een gevolg dat jij veroorzaakt hebt, terwijl je niet de oorzaak wilt zijn van dit gevolg. In dromen van moord en aanval ben jij het slachtoffer in een stervend lichaam dat wordt doodgeslagen. Maar in dromen van vergeving wordt niemand gevraagd het lijdend slachtoffer te zijn. Dit zijn de gelukkige dromen die het wonder in de plaats stelt voor die van jou. Het vraagt niet dat jij een andere maakt, maar alleen dat je inziet dat jij degene gemaakt hebt die je voor deze inruilen wilt.
De herinneringen en dromen van de wereld bevinden zich niet meer in onze denkgeest. Ze hebben deze lang geleden al verlaten. Met andere woorden: de wereld is voorbij. Maar ook al is onze droom in werkelijkheid niets, wij blijven de dromer die hem veroorzaakt. Het is cruciaal om onze rol als oorzaak, als dromer, te erkennen, hoezeer dit ook indruist tegen wat we geneigd zijn te geloven. Want alleen dan kunnen we een andere droom kiezen. We hoeven die nieuwe droom niet zelf te maken; we hoeven alleen maar verantwoordelijkheid te nemen voor de oude. We hoeven alleen maar te zeggen: 'Ik wil geen droom waarin mijn lichaam wordt aangevallen en gedood. Ik wil geen droom van slachtofferschap. Ik wil de vergevende droom waarin niemand slachtoffer is'. Wanneer we dat oprecht menen, zal het wonder ons de gelukkige droom van vergeving schenken in ruil voor de onze.
(Toelichtingen door Robert Perry)
6. Deze wereld is zonder oorzaak, net als elke droom die ieder in deze wereld heeft gedroomd. Plannen zijn niet mogelijk, en er bestaat geen ontwerp dat ontdekt en begrepen zou kunnen worden. Wat kan er anders worden verwacht van iets wat geen oorzaak heeft? Maar als het geen oorzaak heeft, heeft het ook geen bedoeling. Jij kunt weliswaar een droom veroorzaken, maar je zult die nooit werkelijke gevolgen geven. Want dat zou zijn oorzaak veranderen, en dit kun jij juist niet. De dromer van een droom is niet wakker, maar weet niet dat hij slaapt. Hij ziet illusies van zichzelf als ziek of gezond, gedeprimeerd of blij, maar zonder een stabiele oorzaak die gegarandeerde gevolgen heeft.
Wij doen ons best om ons een weg door de wereld te banen. We proberen erachter te komen hoe de wereld in elkaar zit en hoe ze werkt, zodat we plannen kunnen maken. We proberen het doel van de wereld te achterhalen en uit te zoeken wat haar streven is. Maar Jezus zegt dat al deze vragen de kern missen. Hoe kan de wereld een doel en een streven hebben als ze nooit veroorzaakt is? We zijn een dromer die niet beseft dat hij slaapt en droomt, en dat wat hij in deze droom ervaart niet bestaat. Hij ziet zichzelf de ene keer als ziek, de andere keer als gezond; de ene keer als gedeprimeerd, de andere keer als opgewekt, maar hij beseft niet dat de dingen zo grillig zijn en steeds veranderen, omdat zijn droom geen oorzaak en dus geen gevolgen heeft.
(Toelichtingen door Robert Perry)
7. Het wonder stelt vast dat je een droom droomt waarvan de inhoud niet waar is. Dit is een cruciale stap in het omgaan met illusies. Niemand is er bang voor wanneer hij ziet dat hij ze zelf verzonnen heeft. De angst werd op zijn plaats gehouden doordat hij niet inzag dat hij de auteur was van de droom, en niet een personage in de droom. Hij bezorgt zichzelf de consequenties waarvan hij droomt dat hij ze zijn broeder heeft bezorgd. En dit is al wat de droom heeft samengesteld en hem aangeboden, om hem te tonen dat zijn wensen zijn uitgevoerd. Zo vreest hij zijn eigen aanval, maar ziet die als door andermans hand. Als slachtoffer is hij degene die lijdt onder de gevolgen ervan, maar niet hun oorzaak. Hij was niet de auteur van zijn eigen aanval, en is onschuldig aan wat hij veroorzaakt heeft. Het wonder doet niets anders dan hem tonen dat hij niets heeft gedaan. Wat hij vreest is een oorzaak zonder de gevolgen die haar tot oorzaak zouden maken. En dus is die er nooit geweest.
Hoe zou het zijn om naar de wereld om ons heen te kijken en te zeggen: 'Dit is niet werkelijk; ik droom dit en het is niet waar'? Als we dit werkelijk zouden geloven, zou de wereld ons niet meer bang maken. We zijn er alleen bang voor omdat we denken dat we een personage zijn in de droom, niet de dromer van de droom. Alles wat de wereld ons lijkt aan te doen zijn slechts droombeelden van wat wij de wereld aandoen. De droom van de wereld is een spiegel, die ons ons eigen gedrag laat zien: 'Hij [de dromer] bezorgt zichzelf de consequenties waarvan hij droomt dat hij ze zijn broeder heeft bezorgd'. Het wonder leert ons dat de schijnbare werkelijkheid van de egowereld niets anders is dan de projectie van het geloof in de afscheiding.
(Toelichtingen door Robert Perry)
8. De afscheiding begon met de droom dat de Vader van Zijn Gevolgen was beroofd en niet bij machte die te behouden, aangezien Hij niet langer hun Schepper was. In de droom heeft de dromer zichzelf gemaakt. Maar wat hij maakte heeft zich tegen hem gekeerd en de rol van zijn schepper overgenomen, zoals de dromer dat deed. En zoals hij zijn Schepper haatte, zo hebben de figuren in de droom hem gehaat. Zijn lichaam is hun slaaf, die zij misbruiken, omdat ze de motieven die hij het gegeven heeft als de hunne hebben aangenomen. En ze haten het omwille van de wraak die het hun biedt. Het is hun wraak op het lichaam die lijkt te bewijzen dat de dromer niet de maker van de droom kan zijn. Gevolg en oorzaak worden eerst uiteengehaald en dan omgekeerd, zodat het gevolg oorzaak wordt, en de oorzaak een gevolg.
Volgens het ego keerden wij ons tegen onze Schepper. We splitsten ons van Hem af en verklaarden onszelf tot onze eigen schepping. Vervolgens vielen we in slaap, en dromen nu van een wereld met lichamen die elkaar haten en misbruiken — de projectie van onze haat jegens God, omdat Hij als schepper onze 'rivaal' is geworden. Omdat we de droom als werkelijkheid zien, geloven we ook dat alles wat andere lichamen ons aandoen werkelijkheid is, wat 'lijkt te bewijzen dat de dromer niet de maker van de droom kan zijn'. Zo worden oorzaak en gevolg omgekeerd: de wereld wordt gezien als oorzaak en wij als gevolg. Maar de geprojecteerde wereld weerspiegelt slechts de geheime droom van de denkgeest, de droom van zonde, schuld en angst voor straf.
(Toelichtingen door Robert Perry)
9. Dit is de laatste stap van de afscheiding, waarmee de verlossing, die de andere kant uitwerkt, begint. Deze laatste stap is een gevolg van wat is voorafgegaan, en zich als oorzaak voordeed. Het wonder is de eerste stap om aan de oorzaak de functie van oorzakelijkheid terug te geven, niet van gevolg. Want deze verwarring heeft de droom voortgebracht, en zolang die duurt zal het ontwaken worden gevreesd. Ook zal de roep om te ontwaken niet worden gehoord, omdat het de roep om angst lijkt te zijn.
Zoals we gezien hebben voltrok de afscheiding zich in een aantal stappen. De laatste stap is de fase waarin we volkomen overgeleverd lijken te zijn aan de genade van de wereld die we hebben gemaakt. Oorzaak en gevolg zijn volledig omgekeerd, zodat het gevolg (de wereld) de allesbepalende oorzaak lijkt te zijn waaraan we volkomen ondergeschikt zijn. Hier, op dit laagste punt, begint de verlossing en wordt de functie van oorzakelijkheid in toenemende mate teruggegeven aan de oorzaak. Ze geeft haar terug aan ons, de maker van de wereld. En ze geeft haar terug aan God, de Schepper van de werkelijkheid. Zolang we denken dat we de oorzakelijkheid van Hem gestolen hebben en onszelf hebben geschapen, zijn we echter bang om uit de droom te ontwaken en horen we de roep erom niet.
(Toelichtingen door Robert Perry)
10. Net als iedere les die de Heilige Geest jou vraagt te leren, is het wonder duidelijk. Het demonstreert wat Hij je graag ziet leren, en toont jou dat de gevolgen ervan precies zijn wat jij verlangt. In Zijn dromen van vergeving worden de gevolgen van de jouwe ongedaan gemaakt, en worden gehate vijanden gezien als vrienden met goedaardige bedoelingen. Hun vijandigheid wordt nu als oorzaakloos gezien, omdat zij die niet hebben gemaakt. En jij kunt de rol van maker van hun haat aanvaarden, omdat je ziet dat die geen gevolgen heeft. In zoverre ben je nu toch van de droom bevrijd: de wereld is neutraal, en de lichamen die nog steeds als afzonderlijke dingen lijken rond te bewegen hoeven niet te worden gevreesd. En dus zijn ze niet ziek.
Het wonder laat ons een andere betekenis zien in het lichaam van anderen. Het laat ons zien dat de haat die we in hen waarnemen door ons op hen is geprojecteerd. Hun macht om ons te kwetsen is hen door ons gegeven. Wanneer we deze projecties terugnemen en de oorzaak in onze eigen denkgeest erkennen, kunnen we deze corrigeren — en daarmee onze waarneming. Voorbij hun vijandige en aanvallende gedrag zullen we 'vrienden met goedaardige bedoelingen' zien. We zullen begrijpen dat de wereld en de lichamen buiten het onze neutraal zijn. En wat neutraal is kan niet ziek zijn en hoeft niet te worden gevreesd.
(Toelichtingen door Robert Perry)
11. Het wonder brengt de oorzaak van angst terug bij jou die de angst heeft gemaakt. Maar het laat bovendien zien dat angst door geen gevolgen te hebben, ook geen oorzaak is, want het is juist de functie van oorzakelijkheid om gevolgen te hebben. En waar geen gevolgen meer zijn, is er ook geen oorzaak. Zo wordt het lichaam door wonderen genezen, want die laten zien dat de denkgeest ziekte heeft gemaakt en het lichaam heeft gebruikt om slachtoffer, of gevolg, te zijn van wat hij heeft gemaakt. Maar de halve les zal niet de hele onderwijzen. Het wonder is nutteloos als je alleen maar leert dat het lichaam kan worden genezen, want dat is niet de les ter onderwijzing waarvan het gezonden werd. De les is: de denkgeest was ziek die dacht dat het lichaam ziek kon zijn; het naar buiten projecteren van zijn schuld veroorzaakte niets en had geen gevolgen.
Deze alinea bevat een van de belangrijkste verklaringen in de Cursus over de relatie tussen het wonder en lichamelijke genezing. De zin: 'Zo wordt het lichaam door wonderen genezen' suggereert dat het fysieke lichaam kan genezen door een wonder, maar de laatste zin ontkracht dit: 'De les is: de denkgeest was ziek die dacht dat het lichaam ziek kon zijn; [maar] het naar buiten projecteren van zijn schuld veroorzaakte niets en had geen gevolgen'. Met andere woorden: er is nooit een lichaam geweest dat ziek kan zijn en kan genezen. Wat het wonder geneest is het idee van een lichaam in de denkgeest, het 'slachtoffer' van de projectie van schuld. Maar aangezien er geen schuld is en dus geen oorzaak, kan er ook geen gevolg zijn — de wereld en het lichaam.
(Toelichtingen door Robert Perry)
12. Deze wereld is van wonderen vervuld. Ze staan in stralende stilte naast elke droom van pijn en lijden, van zonde en schuld. Ze zijn het alternatief voor de droom, de keuze om liever de dromer te zijn dan de actieve rol in het verzinnen van de droom te ontkennen. Ze zijn de vreugdevolle effecten wanneer het gevolg ziekte naar haar oorzaak wordt teruggebracht. Het lichaam wordt bevrijd omdat de denkgeest erkent: ‘Dit wordt mij niet aangedaan, maar ik doe dit.’ En zo is de denkgeest vrij om in plaats daarvan een andere keus te maken. En met dit als vertrekpunt zal verlossing doorgaan de richting van elke stap in de afdaling naar de afscheiding te veranderen, totdat je op elke schrede bent teruggekeerd, de ladder is verdwenen, en al het dromen van de wereld ongedaan gemaakt.
We zijn de ladder van de afscheiding afgedaald en bevinden ons nu op de bodem, waar volledige verwarring heerst over oorzaak en gevolg. We zijn ervan overtuigd dat wat wij veroorzaakt hebben (de wereld) ons veroorzaakt. Maar al die tijd staat het wonder 'in stralende stilte' naast onze droom van pijn en ziekte. Als we het wonder aanvaarden, realiseren we ons dat ons lichaam niets van buitenaf wordt aangedaan, maar slechts een neutraal object is waarop de denkgeest zijn keuze voor het ego, en daarmee het geloof in zonde, schuld en straf projecteert. Door dit te erkennen kan de denkgeest een nieuwe keuze maken en de juiste volgorde van oorzaak en gevolg herstellen. Het wonder geeft de denkgeest dus de functie van oorzakelijkheid terug. En zo beginnen we de ladder weer op te klimmen, waarbij we stap voor stap onze verwarring over oorzaak en gevolg ongedaan maken, totdat we weer boven zijn, de ladder zelf verdwijnt, en we onze Oorzaak volledig en eindelijk erkennen.
(Toelichtingen door Robert Perry)