Hoofdstuk 23

De oorlog tegen jezelf

III. Verlossing zonder compromis

 

1. Is het niet waar dat je sommige vormen die een aanval kan aannemen niet herkent? Als het waar is dat elke vorm van aanval jou pijn doet, en wel evenzeer als in een vorm die je wel herkent, dan moet daaruit volgen dat jij niet altijd de bron van pijn herkent. Elke vorm van aanval is even destructief. Zijn doel verandert niet. Moord is zijn enige intentie, en welke vorm van moord leent zich ervoor de zware schuld en uitzinnige angst voor straf te verbergen die de moordenaar voelen moet? Hij kan misschien ontkennen dat hij een moordenaar is en zijn wreedheden met een glimlach rechtvaardigen, terwijl hij aanvalt. Toch zal hij lijden en zijn intentie onder ogen zien in nachtmerries waar hem het lachen is vergaan en waar het doel in zijn met afgrijzen vervuld bewustzijn opdoemt om hem alsnog te achtervolgen. Want niemand denkt aan moord en ontsnapt aan de schuld die deze gedachte met zich meebrengt. Als dood de intentie is, wat maakt dan de vorm die deze aanneemt uit?

 

In deze alinea vervolgt Jezus het thema 'De wetten van de chaos', met name het thema van de vermomde aanval. Ik zal de tekst opsplitsen in drie delen:

Ten eerste: Aanval is destructief voor de aanvaller zelf. De intentie van elke aanval is moord, wat tot 'zware schuld en uitzinnige angst voor straf' leidt.

Ten tweede: We ontkennen deze intentie. We proberen onze aanvallen mild, en daarmee onschuldig te laten lijken, door te glimlachen terwijl we aanvallen. Het is niet prettig om dit te horen, maar laten we eerlijk zijn — we doen het allemaal.

Ten derde: Deze vermommingen maken ons blind voor de inhoud van onze aanvallen op het bewuste niveau, maar niet op het onbewuste. Daarom veroorzaken de vermomde aanvallen dezelfde hoeveelheid pijn als wanneer ze onvermomd waren gebleven. Alleen weten we nu niet waar de pijn vandaan komt.

 

Toepassing: Denk aan de laatste keer dat je erin slaagde een vernietigend oordeel te verhullen in beleefde woorden, en met een glimlach en een vriendelijke uitdrukking op je gezicht.

Denk dan hierover na: die woorden bezorgden jou evenveel pijn als wanneer je je oordeel had uitgesproken zonder vermomming. Het enige verschil is dat je nu de pijn niet kunt herleiden naar zijn werkelijke bron, en dus niet weet waar hij vandaan komt.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

2. Is de dood in enige vorm, hoe lieflijk en barmhartig die ook mag lijken, een zegen en een teken dat de Stem namens God via jou tot je broeder spreekt? De verpakking vormt niet het geschenk dat je geeft. Een lege doos, hoe mooi ook en hoe vriendelijk ook geschonken, bevat nog altijd niets. En noch ontvanger, noch gever worden lang misleid. Onthoud je broeder vergeving en jij valt hem aan. Je geeft hem niets en ontvangt van hem slechts wat jij gegeven hebt.

 

Wij denken dat de Stem namens God op vele manieren tot ons spreekt, en dat vergeving een van die manieren is. Maar vergeving is de enige manier. Als we onze broeder geen vergeving schenken, schenken we hem de dood. En is de dood 'een teken dat de Stem namens God via jou tot je broeder spreekt?' vraagt Jezus. Ons geschenk kan prachtig verpakt zijn (denk aan de glimlach en de vriendelijke gezichtsuitdrukking), maar wanneer onze broeder de doos opent en ziet dat er niets in zit, zijn we beiden niet langer misleid. Want wat in de doos zit is wat we zelf ontvangen.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

3. Verlossing is niet een of andere vorm van compromis. Compromissen sluiten is genoegen nemen met slechts een deel van wat jij wilt: een beetje nemen en het opgeven van de rest. Verlossing geeft niets op. Ze is voor iedereen totaal. Laat slechts het idee van een compromis toe, en het besef van het doel van verlossing gaat verloren, omdat het niet wordt herkend. Het is ontkend waar het compromis wordt aanvaard, want een compromis is de overtuiging dat verlossing onmogelijk is. Het houdt vol dat je een beetje aan kunt vallen, een beetje lief kunt hebben, én kunt weten wat het verschil is. Zo wil het onderwijzen dat een beetje van hetzelfde toch verschillend kan zijn en dat desondanks hetzelfde als één geheel intact kan blijven. Is dat zinnig? Valt dat te begrijpen?

 

Het sleutelwoord is 'compromis'. Het is belangrijk om dit woord te begrijpen in zijn context. Hier gaat het over het sluiten van een compromis tussen aanval en liefde. Dat is wat we doen wanneer we een aanval vermommen in een schijnbaar liefdevolle vorm. We vermengen beide door van elk een beetje te nemen. We voelen ons aangetrokken tot dit compromis, omdat we geloven dat we zowel liefde als aanval nodig hebben. Maar aangezien liefde alles bevat wat we ooit gewild hebben, betekent het sluiten van dit compromis dat we genoegen nemen met slechts een deel ervan en de rest opgeven. Is dat wat we werkelijk willen? Wanneer we ons wijden aan het vermengen van liefde en aanval, en onze aanvallen vermommen in diverse vormen, denken we dan echt dat we het verschil kunnen zien tussen beide? En als we dat verschil niet kunnen zien, weten we dan wat liefde is?

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

4. Deze cursus is makkelijk, juist omdat hij geen compromissen sluit. Maar hij lijkt moeilijk voor hen die nog steeds geloven dat compromissen mogelijk zijn. Zij zien niet in dat in dat geval verlossing een aanval is. Het staat echter vast dat de overtuiging dat verlossing onmogelijk is, niet de basis kan vormen voor de rustige, kalme zekerheid dat die al gekomen is. Vergeving kan iemand niet een beetje worden onthouden. Evenmin is het mogelijk omwille van het ene aan te vallen en omwille van het andere lief te hebben, én vergeving te begrijpen. Zou je niet elke vorm van een aanslag op je vrede willen herkennen, als het alleen zo onmogelijk wordt dat je deze uit het oog verliest? Ze kan altijd stralend in jouw visie blijven, voor immer helder en nooit uit het zicht, mits je haar niet verdedigt.

 

Volgens het ego ligt verlossing in speciaalheid, en aangezien we ons speciale zelf verliezen wanneer we het compromis loslaten en alleen voor de liefde kiezen, blijven we in deze egoleugen geloven. Het kenmerk van een compromis is echter het geloof dat een oplossing in dit geval verlossing onmogelijk is en we genoegen moeten nemen met minder. En dat is uiteraard geen basis 'voor de rustige, kalme zekerheid dat die [verlossing] al gekomen is'. Ware vergeving, het kenmerk van verlossing, is totaal, niet gedeeltelijk. Zolang we sommige mensen wel, en andere niet vergeven kunnen we niet in vrede zijn. En dat is evenmin mogelijk zolang we denken onze vrede te moeten verdedigen door anderen aan te vallen.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

5. Zij die geloven dat de vrede verdedigd kan worden en dat in haar naam een aanval gerechtvaardigd is, kunnen niet zien dat ze in hen ligt. Hoe zouden ze dat kunnen weten? Zouden ze vergeving kunnen aanvaarden, hand in hand met de overtuiging dat moord een aantal vormen aanneemt waarmee hun vrede veilig wordt gesteld? Zouden ze bereid zijn het feit te aanvaarden dat hun wrede doel tegen henzelf is gericht? Niemand verenigt zich met vijanden, of stemt met hen overeen qua doel. En niemand sluit compromissen met een vijand, zonder hem nog steeds te haten om wat die hem onthield.

 

De vele oorlogen die we sinds het begin der tijden met elkaar voeren, zijn het bewijs van onze overtuiging dat aanval gerechtvaardigd is wanneer onze vrede wordt bedreigd. Zelfs doden is gerechtvaardigd, want er moet iemand opgeofferd worden om de vrede van anderen veilig te stellen. Omdat aanval echter het tegenovergestelde is van vrede, kunnen we, wanneer we aanvallen, niet weten dat de vrede al in ons is, deel van ons is. Daarom is elke aanval een aanval op onze eigen vrede.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

6. Verwar wapenstilstand niet met vrede, of een compromis met de uitweg uit een conflict. Van een conflict bevrijd worden betekent dat het voorbij is. De deur is open, je hebt het slagveld verlaten. Je bent er niet blijven rondhangen in de bange hoop dat het niet terug zal keren omdat de kanonnen nu een moment zwijgen en de angst die op die plek des doods rondwaart niet duidelijk voelbaar is. Er is op een slagveld geen veiligheid. Je kunt er van bovenaf veilig op neerkijken, zonder erdoor te worden aangetast. Maar er middenin kun je geen veiligheid vinden. Geen enkele boom die overeind bleef zal jou beschutting bieden. Geen enkele illusie van bescherming houdt stand tegen het geloof in moord. Hier staat het lichaam, verscheurd tussen het natuurlijk verlangen te communiceren en de onnatuurlijke intentie te moorden en te sterven. Denk je dat de vorm die een moord aanneemt veiligheid kan bieden? Kan schuld op een slagveld afwezig zijn?

 

Zoals we gezien hebben sluiten we een compromis tussen aanval en liefde, door van beide een beetje te nemen en met elkaar te vermengen. Dit is hetzelfde als compromissen sluiten tussen onze behoeften en de behoeften van onze vijanden. Onze behoeften roepen ons op om aan te vallen, terwijl het erkennen van de behoeften van onze vijanden ons dwingt om er een beetje liefde in te mengen. Daarom gebruiken we een beetje van beide, in de hoop dat we het conflict daarmee oplossen. Maar gebeurt dat ook? Is dit niet gewoon een wapenstilstand? Een wapenstilstand is een situatie waarin het motief tot oorlogvoering blijft, maar de uitvoering daarvan tijdelijk wordt tegengehouden. Kunnen we dat vrede noemen? We hebben het slagveld niet echt verlaten. We staan er nog steeds, verscheurd tussen de liefdesimpuls van onze ware natuur en de impuls om te doden van het ego. We zijn beleefd genoeg om de fragiele wapenstilstand die de kanonnen laat zwijgen in stand te houden. Maar voor de zekerheid schuilen we onder de enige bladloze boom die niet aan flarden is geschoten, in de hoop dat hij enige bescherming zal bieden mocht de wapenstilstand verbroken worden, zoals al zo vaak is gebeurd.

Dit is ons leven.

We leven op dat slagveld, onder die zwakke boom, hopend dat de wapenstilstand het compromis niet voor de zoveelste keer instort. En er is maar één uitweg: we moeten ons realiseren dat gevaar alleen in de denkgeest verblijft, namelijk in de beslissing om schuldig te zijn en deze schuld op de wereld te projecteren. Als we deze onjuiste keuze corrigeren is er geen reden meer om aan te vallen, en kunnen we in plaats daarvan ons lichaam door de Heilige Geest laten gebruiken om de boodschap van schuldeloosheid door te geven.

(Toelichtingen door Robert Perry)