Het leerplan van de Heilige Geest

VIII. De aantrekkingskracht van liefde tot liefde

 

1. Geloof je werkelijk dat je de Zoon van God kunt doden? De Vader heeft Zijn Zoon veilig in Zichzelf verborgen, en hem verre gehouden van jouw destructieve gedachten, waardoor jij echter noch de Vader kent noch de Zoon. Elke dag, elk uur, elke minuut val jij de werkelijke wereld aan, en dan ben je desondanks verbaasd dat je die niet kunt zien. Als je liefde zoekt om haar aan te vallen, zul je haar nooit vinden. Want als liefde delen is, hoe kun je haar dan vinden behalve via haarzelf? Geef haar en ze zal naar jou toe komen, want ze wordt aangetrokken tot zichzelf. Geef daarentegen een aanval en liefde blijft verborgen, want alleen in vrede kan ze leven.

 

 

2. Gods Zoon is even veilig als zijn Vader, want de Zoon kent zijn Vaders bescherming en kan niet bevreesd zijn. Zijn Vaders Liefde houdt hem in volmaakte vrede, en aangezien hij niets nodig heeft, vraagt hij om niets. Toch is hij verre van jou wiens Zelf hij is, want jij verkoos hem aan te vallen en zo verdween hij in zijn Vader en uit jouw ogen. Hij is niet veranderd, maar jij wel. Want een gespleten denkgeest en al zijn werken werden niet door de Vader geschapen, en kunnen niet leven binnen de kennis van Hem.

 

 

3. Toen jij zichtbaar maakte wat niet waar is, werd wat wel waar is voor jou onzichtbaar. Toch kan het op zichzelf niet onzichtbaar zijn, want de Heilige Geest ziet het met volmaakte helderheid. Het is onzichtbaar voor jou omdat jij naar iets anders kijkt. Toch is het evenmin aan jou te beslissen wat zichtbaar of onzichtbaar is, als het aan jou is te beslissen wat de werkelijkheid is. Wat kan worden gezien, is wat de Heilige Geest ziet. De definitie van de werkelijkheid is die van God, niet die van jou. Hij schiep haar en Hij weet wat ze is. Jij die wist bent het vergeten, en als Hij jou geen manier had gegeven om het je te herinneren, zou jij jezelf veroordeeld hebben tot vergetelheid.

 

 

4. Dankzij de Liefde van jouw Vader kun jij Hem nooit vergeten, want niemand kan vergeten wat God Zelf in zijn herinnering heeft geplaatst. Je kunt het ontkennen, maar kwijtraken kun je het niet. Een Stem zal antwoord geven op iedere vraag die jij stelt, en een visie zal de waarneming corrigeren van alles wat jij ziet. Want wat jij onzichtbaar hebt gemaakt is de enige waarheid, en wat jij niet gehoord hebt is het enige Antwoord. God wil jou herenigen met jezelf, en heeft jou in je nood niet in de steek gelaten. Je wacht alleen op Hem, en weet het niet. Maar de herinnering van Hem licht op in jouw denkgeest en kan niet worden uitgewist. Ze is toekomst noch verleden tijd, want ze is voor eeuwig altijd.

 

 

5. Je hoeft slechts te vragen om die herinnering, en je zult je herinneren. Maar de Godsherinnering kan niet oplichten in een denkgeest die haar heeft uitgewist en dat zo houden wil. Want de Godsherinnering kan slechts dagen in een denkgeest die ervoor kiest zich te herinneren en het krankzinnige verlangen heeft opgegeven de werkelijkheid te beheersen. Jij die jezelf niet eens kunt beheersen, zou zeker niet moeten ambiëren het universum te beheersen. Kijk slechts naar wat jij ervan hebt gemaakt, en wees blij dat het zo niet is.

 

 

6. Zoon van God, wees niet tevreden met niets! Wat niet werkelijk is kan niet gezien worden en heeft geen waarde. God kan Zijn Zoon niets schenken wat geen waarde heeft, noch kan Zijn Zoon iets dergelijks ontvangen. Jij werd verlost op het moment dat je meende dat je Hem in de steek liet. Al wat jij gemaakt hebt heeft nooit bestaan, en is onzichtbaar omdat de Heilige Geest het niet ziet. Maar wat Hij wel ziet, dat kun je aanschouwen, en door Zijn visie wordt jouw waarneming genezen. Je hebt de enige waarheid die deze wereld bevat onzichtbaar gemaakt. Door waarde te verlenen aan niets, heb je gezocht naar niets. Door niets voor jou tot werkelijkheid te maken, heb je het gezien. Maar het is er niet. En Christus is onzichtbaar voor jou als gevolg van wat jij voor jezelf zichtbaar hebt gemaakt.

 

 

7. Toch doet het niet ter zake hoeveel afstand jij tussen je bewustzijn en de waarheid hebt proberen te plaatsen. Gods Zoon kan worden gezien doordat zijn visie wordt gedeeld. De Heilige Geest kijkt naar hem, en ziet in jou niets anders. Wat voor jou onzichtbaar is, is in Zijn visie volmaakt, en omvat die totaal. Hij heeft Zich jou herinnerd, omdat Hij de Vader niet vergat. Jij keek naar het onwerkelijke en vond wanhoop. Maar wat zou je anders kunnen vinden als je het onwerkelijke zoekt? De onwerkelijke wereld is iets wanhopigs, want ze kan nooit bestaan. En jij die Gods Wezen met Hem deelt, kan zonder de werkelijkheid nooit voldoening vinden. Wat God jou niet gegeven heeft, heeft geen macht over jou, en de aantrekkingskracht van liefde tot liefde blijft onweerstaanbaar. Want liefde maakt uit hoofde van haar functie alles één in zichzelf, en houdt alles bijeen door haar heelheid uit te breiden.

 

 

8. De werkelijke wereld werd jou door God gegeven in liefdevolle ruil voor de wereld die jij gemaakt hebt en die jij ziet. Neem haar slechts aan uit handen van Christus en kijk ernaar. Haar werkelijkheid zal al het andere onzichtbaar maken, want haar te aanschouwen is totale waarneming. En wanneer je ernaar kijkt, zul jij je herinneren dat het altijd zo was. Het niets zal onzichtbaar worden, want eindelijk heb je waarlijk gezien. Verloste waarneming wordt makkelijk in kennis omgezet, want alleen waarneming is tot dwaling in staat, en waarneming heeft nooit bestaan. Eenmaal gecorrigeerd, maakt ze plaats voor kennis, die voor eeuwig de enige werkelijkheid is. De Verzoening is slechts de weg terug naar wat nooit verloren ging. Jouw Vader zou niet kunnen ophouden Zijn Zoon lief te hebben.