50 principes van wonderen

Principe 50

 

Het wonder vergelijkt wat jij gemaakt hebt met de schepping, waarbij het als waar aanvaardt wat ermee in overeenstemming is en als onwaar verwerpt wat er niet mee overeenstemt.

 

     Hier wordt het onderscheid tussen 'maken' en 'scheppen' genoemd. Het wonder vergelijkt wat wij gemaakt hebben, namelijk deze wereld, met de schepping. Dit komt overeen met wat principe 38 zegt. Sommige dingen die we in de wereld doen zijn in overeenstemming met de schepping, zoals de vereniging met andere mensen. Dat is niet de schepping zelf, maar het stemt ermee overeen omdat het voortvloeit uit het principe van eenheid. Alles wat we doen om ons met elkaar te verenigen is in de zienswijze van de Heilige Geest waarheid. Het is niet de waarheid op het niveau van de Hemel, maar het is waarheid omdat het de waarheid van de Hemel weerspiegelt. Als het niet overeenstemt met dat principe van eenheid, wat betekent dat we onszelf zien als afgescheiden van anderen, is het onwaar. Dit is een van de manieren waarop we het onderscheid kunnen herkennen of zien tussen de twee niveaus, waarover ik eerder heb gesproken.

     Op Niveau Een is alleen de geest die God geschapen heeft waarheid. Al het andere is onwaar. Op Niveau Twee is waarheid alles wat de Heilige Geest kan gebruiken om ons te leren wat waar is, en is onwaarheid alles wat ons leert dat het ego waar is. Op Niveau Twee is de waarheid alles wat in overeenstemming is met de Wil van de Heilige Geest en dat is alles wat ons verenigt met anderen. Onwaarheid is alles wat ons scheidt van anderen. Als je een aanval ziet herken je dit op Niveau Een als een illusie. Op Niveau Twee is de illusie dat je de aanval ziet als werkelijk en als slecht en zondig. Dit is een waarneming van de onjuist gerichte denkgeest. Wat waar is op Niveau Twee, is dat een aanval in werkelijkheid een roep om hulp is. Je ontkent niet wat je ogen zien, je verandert alleen je interpretatie ervan. Dat is waar het om gaat: je verandert je interpretatie van een schijnbare aanval in een roep om hulp. Dat is wat Jezus deed aan het kruis. Hij ontkende niet wat mensen deden, hij ontkende wat het ego daarover zei: dat de mensen slecht, zondig, boosaardig en moordzuchtig waren. In plaats daarvan zag hij dat ze om hulp riepen en om de liefde die ze meenden niet te verdienen. Dat is de omslag van de onjuiste waarneming van het ego naar de juiste waarneming van de Heilige Geest. En daar gaat dit principe over.

 

Vraag: Kun je iets zeggen over het heilig ogenblik?

 

Antwoord: De term 'heilig ogenblik' wordt, zoals veel termen in de Cursus, op twee verschillende manieren gebruikt. De ene manier beschrijft het als elk ogenblik waarop we een wonder kiezen in plaats van een grief, of ons met iemand verbinden in plaats van ons van hem of haar af te scheiden. Bijvoorbeeld: je bent razend op iemand en plotseling ben je in staat om je waarneming te veranderen en een roep om hulp te zien. Dat is een heilig ogenblik, een tijdsinterval waarin het wonder plaatsvindt.

     Op andere plaatsen verwijst de term 'heilig ogenblik' naar het einde van de tijd, het ene heilige ogenblik waarin het lichaam volledig verdwenen is, waarin we onze identiteit als geest herbevestigen en we allemaal weer thuis zijn. De term wordt dus op beide manieren gebruikt, zowel in een grote als in een kleinere, individuele betekenis. In een relatie is het voldoende als één persoon kiest voor het heilig ogenblik. Het is altijd mooi als beiden dat doen, maar het is niet noodzakelijk voor genezing. Met andere woorden: terwijl er twee personen nodig zijn voor een meningsverschil of een ruzie, is er slechts één nodig voor vergeving. Beiden zijn vergeven voor hun geloof in de werkelijkheid van de afscheiding, wanneer één van hen zich herinnert dat hij of zij niet afgescheiden is van de ander.

 

Vraag: Zegt de Cursus dat je je, als je eenmaal een heilig ogenblik hebt ervaren en hier weer terugkomt, nooit meer hetzelfde voelt? Begrijp ik dat goed?

 

Antwoord: De Cursus zegt dat je, wanneer je de waarheid van zijn denksysteem volledig hebt aanvaard, nooit meer op dezelfde manier naar de wereld zult kijken. De meesten van ons aanvaarden dit denksysteem niet volledig. We aanvaarden het op een specifiek moment of in een specifieke periode, maar daarna gaan we weer op de oude voet verder.

 

Vraag: Maar als je de waarheid volledig hebt aanvaard, is het dan nog mogelijk om hier te blijven?

 

Antwoord: Ja, als Jezus dat van je vraagt. Ik weet niet of je dat anders zou willen, maar als je je werk hebt gedaan, als je hebt gedaan waarvoor je hier bent gekomen, en hij vraagt je om nog even te blijven, dan zou je natuurlijk ja zeggen, nietwaar?

 

Vraag: Vraag 26 in het Handboek voor leraren, "Kan God rechtstreeks worden bereikt? " verwijst daarnaar. Daar wordt gezegd dat enkelen God rechtstreeks hebben bereikt en dit bewustzijn doorgeven aan deze wereld. Het is dus mogelijk, maar het komt zelden voor.

 

Antwoord: Ja, de meesten van ons hebben nog veel werk te doen.

 

Vraag: Is dat in één leven te doen?

 

Antwoord: in principe wel. Aangezien de hele wereld en onze ervaring hier te zijn in een lichaam een droom is, hoeven we alleen maar uit die droom te ontwaken en alles is verdwenen. Dat is een Niveau Een-perspectief. Maar op Niveau Twee, in de wereld waarin we denken te leven, is de angst die ons hier vasthoudt — de angst dat God ons zal vernietigen als we onze schuilplaats, het lichaam, verlaten — zo extreem, dat we een vriendelijker ontwakingsproces nodig hebben, zoals de Cursus steeds benadrukt (zie bijvoorbeeld T27.VII.13:4-5). In de illusoire wereld van de tijd vergt dit heel veel tijd, zoals de Cursus eveneens zegt (T2.VIII.2:5). Maar hij zegt ook dat we, als we één persoon volledig kunnen vergeven, iedereen vergeven hebben. Onze ervaring is echter dat we veel mensen moeten vergeven en sommige van hen zelfs meerdere malen. Onze schuld verdwijnt beetje bij beetje in plaats van in één keer.

     Daarom is het belangrijk dat je, wanneer je de Cursus ziet als jouw pad, een gezond respect hebt voor het ego. Het gevaar dat veel mensen lopen is het idee dat het ego een-twee-drie opzij kan worden geschoven. Maar het enige wat dan gebeurt is dat ze het ego ontkennen in plaats van ernaar te kijken en vervolgens hun denken erover te veranderen. Veel studenten maken de keuze om de meer moeilijke gedeelten, die gaan over speciale relaties, over het hoofd te zien en te zeggen: Een cursus in wonderen gaat over liefde, punt uit. Maar de Cursus gaat niet over liefde, hij gaat over schuld. Alleen door onze schuld te erkennen kunnen we hem loslaten en kan de Liefde van God hersteld worden in ons bewustzijn. We kunnen geen stappen overslaan. Een groot voordeel van het feit dat ik psycholoog ben is dat ik weet hoe belangrijk het is om een gezond respect te hebben voor het ego en hoe diep we geworteld zijn in zijn dynamiek.

     Zoals we hebben gezien zegt Een cursus in wonderen dat, wanneer we dichter bij het fundament van het ego komen doordat we beginnen te luisteren naar de Heilige Geest, het ego wraak neemt en boosaardig wordt. De Cursus bedoelt dit letterlijk. Het doel van het ego is moord, zegt de Cursus (T23.III.1:5), en dat is eveneens letterlijk bedoeld. Als we deze aanwijzingen missen, missen we de kern van de Cursus.

We missen dan ook de specifieke rol van Jezus en de Heilige Geest, als ze ons helpen door deze pijnlijke perioden van destabilisatie heen te komen, zoals het Handboek voor leraren zegt (H4.I.7:1). We hebben hen nodig om onze hand vast te houden en ons te leiden, als de boosaardigheid van het ego overweldigend wordt. Dan kunnen we beginnen de illusoire aard van ons schuld en angst te ervaren, de 'schijnbare verschrikking', zoals de Cursus het noemt (T18.IX.3:7), en de Liefde van God leren kennen die ons staande houdt.

 

Vraag: Het lichaam, het ego, de identificatie met het lichaam als jezelf — ik raak ervan in de war. Kun je daar iets over uitleggen?

 

Antwoord: Een cursus in wonderen spreekt veel over de ego-lichaam-samenhang, vooral in de eerste hoofdstukken. Wij stellen onszelf altijd gelijk aan het lichaam. Een belangrijk punt om te onthouden is dat het ego méér is dan het lichaam. Als het lichaam sterft is het ego er nog steeds. Het is een denksysteem dat gebaseerd is op schuld. Het lichaam is slechts een uitdrukkingsvorm van het ego: de gedachte van het ego of de gedachte van afscheiding die vorm heeft aangenomen. Het lichaam is slechts een leermiddel. Het kan de lessen van het ego versterken of de lessen van de Heilige Geest, die ons uiteindelijk zullen leren dat we niet het lichaam zijn. We komen in deze wereld om bepaalde lessen te leren en we komen met een heleboel overbagage, met koffers vol vuile kleren: onze schuld, onze angst, enzovoort. Wat we tijdens ons verblijf hier niet uitpakken — de een of andere schuld die we niet loslaten of vergeven — nemen we met ons mee als ons lichaam sterft. Het gaat er dus om zoveel mogelijk vuile was kwijt te raken, met andere woorden: zoveel mogelijk schuld. Wat we niet hebben losgelaten blijft bij ons.

     Zoals reeds gezegd behandelt Een cursus in wonderen niet specifiek de kwestie van vorige levens of reïncarnatie, maar hij zinspeelt er wel op, als hij zegt dat we met ons meenemen wat we niet hebben vergeven of losgelaten, en daar weer mee terugkomen. Hoofdstuk 19 bevat een mooie passage over het oplichten van de laatste sluier, de laatste blokkade voor vrede, die zegt: je staat nu voor deze laatste sluier en je kunt kiezen om deze op te lichten of om weg te lopen, "slechts om terug te keren en de keus opnieuw te maken" (T19.IV.D.10:8). Met andere woorden: we hebben de keus om nu alles door te werken, of om weg te lopen en terug te komen om de weg opnieuw af te leggen en de les alsnog te leren. Wat het ook is dat we niet geleerd hebben, we nemen het met ons mee. Het ego overleeft als het lichaam sterft en we kiezen zelf of en wanneer we terugkomen in de wereld van het lichaam, om alsnog uit te werken wat we hebben laten liggen.

     Dit is uiteraard een verbijsterend idee. Dat we denken in deze specifieke dimensie van tijd en ruimte te leven, in dit land en deze eeuw, wil niet zeggen dat we in een ander aspect van onze denkgeest niet in het oude Griekenland of Palestina leven, of in een plaats 300 jaren later dan nu. We stemmen ons af op een bepaald kanaal van het televisietoestel in onze denkgeest en waar we ons op afstemmen maken we werkelijk. Dat het zo verbijsterend is komt door ons geloof dat de tijd lineair is. Maar dat is niet zo, zoals ook de kwantumfysica ons leert. De lineariteit van de tijd is alleen maar een onderdeel van de tactiek van het ego om ons ervan te overtuigen dat schuld en verleden werkelijk zijn en in termen van angst worden geprojecteerd op de toekomst — en dat dit onze werkelijkheid is.

 

Vraag: Ik wil nog even terugkomen op de verrijzenis van het lichaam. Dat is een geloofsartikel in de katholieke kerk. Zegt de Cursus dat dit een vergissing is?

 

Antwoord: Inderdaad. Een ander geloofsartikel van de katholieke kerk zegt dat God de wereld heeft geschapen, en ons naar Zijn beeld en gelijkenis. Volgens de Cursus maakt dit allemaal deel uit van hetzelfde denksysteem.

In de zienswijze van de katholieke kerk vergist Een cursus in wonderen zich. Daarom is het zo belangrijk dat de Cursus duidelijk zegt niet de enige weg te zijn en dat een universele theologie onmogelijk is (VvTIn.2:5). Dat is onmogelijk omdat geen enkele theologie dezelfde vormen, symbolen en talen gebruikt. "Een universele ervaring is [echter] niet alleen mogelijk, maar zelfs noodzakelijk" , zegt de Cursus vervolgens (VvTIn.2:5). Om die universele ervaring te bereiken moet de Heilige Geest gebruik maken van verschillende theologieën en deze theologieën zijn met elkaar in strijd. Dus als je op zoek bent naar moeilijkheden en conflicten zul je ze vinden.

 

Vraag: ik heb een conflict met het idee dat God niet in de wereld is. Dat heeft te maken met de invloed van Teilhard de Chardin en hoe materie is vergeestelijkt: we zijn allen één, en lichaam en geest kunnen niet gescheiden worden. Ik kan me daar voor een groot deel in vinden, maar de Cursus zegt iets heel anders.

 

Antwoord: Het gaat om een ander denksysteem. Veel mensen, onder wie Teilhard, zeggen dat denkgeest, lichaam en geest verenigd kunnen worden. Maar dat is niet zoals Een cursus in wonderen het benadert, omdat het lichaam niet bestaat. De Cursus heeft een volledig ander conceptueel denksysteem.

     Kortgeleden gaf ik een workshop, waarin iemand het voorbeeld van Moeder Teresa naar voren bracht. Ze lijkt op een volkomen andere manier door Jezus geleid te zijn dan hoe hij dat in de Cursus doet. De vraag was: " Hoe kan ik dat met elkaar rijmen? " ik antwoordde dat Jezus verschillende boodschappen in verschillende vormen geeft, zoals ze voor verschillende mensen werken. Ik had het geluk om Moeder Teresa enkele keren te ontmoeten en ik geloof echt dat ze door Jezus werd geleid. Ze was een bijzonder heilige vrouw, binnen de context van wat we daarmee bedoelen, en ik denk dat haar pad volkomen anders was dan dat van de Cursus: een pad van lijden en opoffering en het volgen van de leerstellingen en doctrines van de traditionele katholieke kerk. Maar de wereld had haar en wat ze deed nodig, net zoals hij de Cursus nodig heeft.

 

Vraag: Geldt het Verzoeningsplan voor alle spirituele wegen?

 

Antwoord: Ja, Een cursus in wonderen is een onderdeel van het Verzoeningsplan, hij is niet het Verzoeningsplan zelf.