Hoofdstuk 1

De betekenis van wonderen

IV. De ontsnapping uit de duisternis

 

1. De ontsnapping uit de duisternis kent twee fasen: ten eerste het inzicht dat duisternis niet de mogelijkheid tot verbergen biedt. Deze stap brengt meestal angst met zich mee. Ten tweede het inzicht dat er niets is wat jij verbergen wilt, zelfs al zou je dat kunnen. Deze stap brengt ontsnapping uit de angst. Wanneer jij eenmaal bereid bent niets te verbergen, zul je niet alleen bereid zijn gemeenschap* aan te gaan, maar zul je ook begrijpen wat vrede en vreugde is.

 

Wij schamen ons zo over onze duistere kanten dat we er zeker van willen zijn dat niemand ze kan zien. Dat we ze uiteindelijk niet kunnen verbergen is dan ook een angstaanjagende gedachte. Wanneer we echter beginnen te beseffen dat we ze ook niet willen verbergen, verwelkomen we die gedachte. Dan willen we de duisternis naar het licht brengen en haar voorgoed weg laten schijnen. En dan ontdekken we dat we, terwijl we onze duisternis verborgen, ook onszelf verborgen. We isoleerden onszelf, uit angst om ontdekt te worden. Nu kunnen we tevoorschijn komen en verbindingen aangaan.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

2. Heiligheid laat zich nooit echt door duisternis verbergen, maar je kunt jezelf daarin wel misleiden. Deze misleiding maakt je bang omdat je in je hart weet dat het een misleiding is, en jij je enorme inspanningen getroost om die realiteit te verlenen. Het wonder plaatst de werkelijkheid waar ze hoort. De werkelijkheid behoort uitsluitend tot de geest, en het wonder erkent alleen de waarheid. Zo verdrijft het illusies over jezelf en brengt jou in gemeenschap, of communie, met jezelf en God. Het wonder werkt mee aan de Verzoening door de denkgeest in dienst te stellen van de Heilige Geest. Dit bepaalt de juiste functie van de denkgeest en corrigeert zijn vergissingen, die niets anders dan een gebrek aan liefde zijn. Je denkgeest kan van illusies bezeten zijn, maar de geest is eeuwig vrij. Als een denkgeest zonder liefde waarneemt, ziet hij een lege huls en is hij zich niet van de geest vanbinnen bewust. De Verzoening geeft de geest daarentegen zijn aangewezen plaats terug. Een denkgeest die de geest dient is onkwetsbaar.

 

In werkelijkheid zijn we heilig, maar we proberen die heiligheid te verbergen onder een dikke laag duisternis. Dat is echter een verloren strijd. We kunnen de zon niet verbergen. Terwijl we wanhopig proberen onze heiligheid te bedekken met egoïsme zijn we bang, omdat we in ons hart weten dat we onszelf voor de gek houden. Diep vanbinnen weten we dat we de Zoon van God zijn, die voor altijd straalt met Zijn zuiverheid.

 

Toepassing : Denk aan iemand die iets heeft gedaan wat jij ervaart als een aanval. Zeg dan in stilte tegen hem of haar:

Je probeert alleen maar je heiligheid te verbergen. En je doet daar zo je best voor, omdat je in je hart weet dat het een misleiding is. Diep vanbinnen weet je dat je nog steeds de heilige Zoon van God bent.

 

Een denkgeest die niet vervuld is van liefde, ziet een lege huis een verwijzing naar het lichaam en gelooft dat deze huis gevuld is met duisternis. Dit zijn echter illusies van de denkgeest zelf illusies waarvan hij 'bezeten' kan zijn. In werkelijkheid is de denkgeest vrij, en hij kan zich deze vrijheid herinneren op elk moment dat hij daarvoor kiest. En op dat moment wordt hij volkomen onkwetsbaar.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

3. Duisternis is het ontbreken van licht zoals zonde het ontbreken van liefde is. Van zichzelf heeft ze geen unieke eigenschappen. Ze is een voorbeeld van het geloof in ‘schaarste’, waaruit alleen vergissingen kunnen voortkomen. De waarheid is altijd overvloedig. Wie ziet en erkent dat hij alles heeft, heeft geen enkele behoefte. De bedoeling van de Verzoening is jou alles terug te geven, of liever: jou daar weer van bewust te maken. Jou is, net als iedereen, alles gegeven toen je geschapen werd.

 

De levenswijze van het ego lijkt aantrekkelijk en plezierig te zijn, terwijl leven volgens de waarheid weliswaar als inspirerend wordt gezien, maar geen substantie lijkt te hebben alsof je moet leven op water en brood. In feite heeft juist de duisternis van het ego geen substantie. Ze lijkt goed te smaken, maar heeft geen voedingswaarde. Ze is niets anders dan afwezigheid en leegte. Hoe meer we onszelf volstoppen met het plastic namaakfruit van het ego, des te meer honger we krijgen. Die innerlijke leegte wordt zo knagend dat we extreme dingen gaan doen om haar te vullen. Ironisch genoeg bezitten we intussen alles al, omdat alles ons gegeven is bij onze schepping. We zijn alleen vergeten om naar de schatkamer in ons binnenste te kijken.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

4. Voor de leegte die door angst wordt veroorzaakt, moet vergeving in de plaats komen. Dat is wat de Bijbel bedoelt met ‘Er is geen dood,’ en de reden dat ik kon demonstreren dat de dood niet bestaat. Ik kwam om de wet te vervullen door die opnieuw uit te leggen. De wet zelf, mits juist begrepen, biedt uitsluitend bescherming. Zij die hun denken nog niet veranderd hebben, zijn degenen die het concept ‘hellevuur’ erin hebben aangebracht. Ik verzeker jou dat ik zal getuigen voor iedereen die me daartoe de gelegenheid geeft, en in elke mate waarin hij dat toestaat. Jouw getuigenis toont jouw overtuiging en sterkt die zo. Zij die voor mij getuigen, geven door hun wonderen blijk dat ze het geloof in tekort hebben opgegeven ten gunste van de overvloed die ze als de hunne hebben leren kennen.

 

De dood is geen natuurlijke, onvermijdelijke gebeurtenis. Hij is een manifestatie van ons geloof in haat. Een geloof kan echter worden opgegeven, en dat is de manier waarop Jezus de dood heeft overwonnen. Hij gaf het geloof in haat op. Zelfs toen hij werd vermoord vond hij in zichzelf geen enkele reden om te haten. En daardoor kon hij niet dood blijven, of beter: kon hij niet sterven.

Wat het 'hellevuur' betreft: Zonde is niet de aanwezigheid van kwaad, maar de afwezigheid van liefde een vacuüm dus. Een vacuüm schreeuwt om gevuld te worden, maar er is geen reden om het te vullen met straf, oftewel 'hellevuur'. Het wil gevuld worden met liefde.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

* Het Engels heeft hier ‘communion’ en verwijst daarmee ook naar de RK-eredienst (zie ook IV.2:5).