Hoofdstuk 5
Genezen en heelheid
VII. De keuze voor God
1. Geloof je werkelijk dat jij een stem kunt maken die Gods Stem overstemmen kan? Geloof je werkelijk dat jij een denksysteem kunt uitdenken dat jou van Hem kan afscheiden? Geloof je werkelijk dat jij beter voor je veiligheid en vreugde kunt zorgen dan Hij? Je hoeft noch bezorgd noch zorgeloos te zijn; je hoeft je zorgen slechts op Hem te werpen,* want Hij zorgt voor jou. Jij bent Zijn zorg omdat Hij jou liefheeft. Zijn Stem herinnert je er steeds aan dat jij alle hoop kunt hebben vanwege Zijn zorg. Je kunt niet kiezen om Zijn zorg te ontlopen, want dit is niet Zijn Wil, maar je kunt wel kiezen om Zijn zorg te accepteren en de oneindige macht van Zijn zorg aan te wenden ten gunste van al degenen die Hij daarmee geschapen heeft.
Toepassing 1: Als Jezus ons vragen stelt zoals aan het begin van deze alinea, wil hij graag dat wij deze aan onszelf stellen. Laten we dat dus doen. Stel de vragen een voor een, en neem de tijd om goed over je antwoord na te denken:
Geloof ik werkelijk dat ik een stem kan maken die Gods Stem overstemmen kan?
Geloof ik werkelijk dat ik een denksysteem kan uitdenken dat mij van Hem kan afscheiden?
Geloof ik werkelijk dat ik beter voor mijn veiligheid en vreugde kan zorgen dan Hij?
Toepassing 2: De laatste zinnen van deze alinea zijn zo mooi dat ik ze graag formuleer in de eerste persoon (met enkele kleine aanpassingen) zodat we ze in die vorm kunnen lezen:
Ik hoef noch bezorgd noch zorgeloos te zijn;
ik hoef mijn zorgen slechts aan Hem te geven, want Hij zorgt voor mij.
Ik ben Zijn zorg omdat Hij mij liefheeft.
Ik kan alle hoop hebben vanwege Zijn zorg.
Ik kan niet kiezen om Zijn zorg te ontlopen, want dit is niet Zijn Wil,
maar ik kan wel kiezen om Zijn zorg te accepteren
en de oneindige macht van Zijn zorg aan te wenden ten gunste van al degenen die Hij daarmee geschapen heeft.
(Toelichtingen door Robert Perry)
2. Er zijn heel wat genezers geweest die zichzelf niet hebben genezen. Ze hebben geen bergen verzet door hun geloof, omdat hun geloof niet heel was. Enkelen hebben af en toe zieken genezen, maar ze hebben geen doden opgewekt. De genezer kan niet geloven dat wonderen geen rangorde naar moeilijkheid kennen, tenzij hij zichzelf geneest. Hij heeft niet geleerd dat elke denkgeest die God geschapen heeft het evenzeer waard is genezen te worden omdat God hem heel geschapen heeft. Er wordt jou niets anders gevraagd dan God de denkgeest terug te geven zoals Hij die geschapen heeft. Hij vraagt jou alleen om wat Hij gegeven heeft, in de wetenschap dat dit geven jou genezen zal. Gezondheid is heelheid, en de gezondheid van je broeders is de jouwe.
Dit is de eerste bespreking in de Cursus over de ongenezen genezer: de genezer die gelooft dat genezing alleen van toepassing is op anderen, niet op hem-of haarzelf. De gevolgen van deze uitsluiting zijn dramatisch. Het betekent dat de genezer gelooft dat wonderen een rangorde naar moeilijkheid kennen; dat wonderen moeilijker zijn als het op hemzelf aankomt, omdat hij 'niet evenzeer waard is genezen te worden'. Om die reden kan hij geen werkelijk grote wonderen verrichten. Hij kan geen bergen verzetten. Hij kan gen doden opwekken. Wat hem te doen staat is zijn denkgeest teruggeven aan God, waarmee hij zijn denkgeest erkent zoals deze in waarheid werkelijk is. Dat maakt hem tot een genezen genezer.
(Toelichtingen door Robert Perry)
3. Waarom zou je naar de eindeloze krankzinnige oproepen luisteren die volgens jou tot je worden gericht, wanneer je kunt weten dat de Stem namens God in jou is? God heeft Zijn Geest aan jou bevolen, en vraagt je de jouwe aan Hem te bevelen. Hij wil hem in volmaakte vrede bewaren, omdat je één van denkgeest en geest met Hem bent. Jezelf van de Verzoening uitsluiten is de laatste wanhoopspoging van het ego om zijn eigen bestaan te verdedigen. Het weerspiegelt zowel de egobehoefte zich af te scheiden als jouw bereidwilligheid partij te kiezen voor zijn afgescheidenheid. Deze bereidwilligheid betekent dat jij niet wilt worden genezen.
De Stem namens God is in ons, en roept ons op om onze geest aan Hem op te dragen; om ons over te geven aan de Verzoening en terug te keren naar volmaakte vrede. Maar wat doen wij? We sluiten onszelf uit van de Verzoening, in de veronderstelling dat deze niet voor ons is bestemd. Op bevel van de 'eindeloze krankzinnige oproepen' van de wereld rennen we blindelings rond, waardoor we geen tijd hebben om even een stapje opzij te doen en naar Gods Stem te luisteren. Hoe moeilijk het ook is om dit onder ogen te zien: het betekent dat we niet willen worden genezen. Het betekent dat we een ongenezen genezer willen blijven.
(Toelichtingen door Robert Perry)
4. Maar het moment is nu. Er werd jou niet gevraagd om het verlossingsplan zelf uit te werken omdat, zoals ik je al eerder heb gezegd, de remedie niet van jouw makelij kan zijn. God Zelf heeft jou de volmaakte Correctie gegeven voor alles wat jij hebt gemaakt dat niet in overeenstemming is met Zijn heilige Wil. Ik maak je Zijn plan volkomen duidelijk, en zal jou bovendien vertellen welke rol jij daarin speelt, en hoe dringend het is dat je die vervult. God weent over het ‘offer’ van Zijn kinderen die geloven dat ze voor Hem verloren zijn.
We moeten Gods Correctie — de Heilige Geest — aanvaarden, omdat Hij ons dringend nodig heeft in de Grote Kruistocht om de correctie naar de hele wereld te brengen. We kunnen dat uitstellen, maar waarom zouden we dat doen? God verlangt ernaar om Zijn kinderen te bevrijden van de pijn, die wordt veroorzaakt door het geloof dat ze niet meer bij Hem horen. Het enige wat we daarvoor moeten leren is dat we niet uitgesloten zijn van genezing. Niemand is uitgesloten van het Koninkrijk, ieder van ons maakt er deel van uit. Jezus dringt erop aan om onze plaats in Gods verlossingsplan in te nemen, en belooft dat hij ons uit zat leggen waaruit dit plan bestaat, en welke rol ieder van ons daarin vervult.
(Toelichtingen door Robert Perry)
5. Iedere keer dat je niet een en al vreugde bent, komt dit doordat je met een gebrek aan liefde op een van Gods scheppingen hebt gereageerd. Door dit als ‘zonde’ te zien ga je in de verdediging omdat je een aanval verwacht. De beslissing om zo te reageren komt van jou, en kan dus ongedaan worden gemaakt. Ze kan niet ongedaan worden gemaakt door berouw in de gebruikelijke zin, omdat dit schuld vooronderstelt. Als jij jezelf toestaat je schuldig te voelen, zul je de vergissing eerder versterken dan toelaten dat ze voor jou ongedaan wordt gemaakt.
Jezus herinnert ons hier aan wat hij eerder zei in 'Dit hoeft niet zo te zijn' (T4.IV):
Wanneer je gemoedstoestand je zegt dat jij verkeerd gekozen hebt, en dit is telkens het geval wanneer je niet vreugdevol bent, weet dan: dit hoeft niet zo te zijn. In al deze gevallen heb je over een broeder die God geschapen heeft verkeerd gedacht, en neem je beelden waar die jouw ego in een troebele spiegel tevoorschijn tovert (T4.IV.2:2-3).
Elke keer wanneer we 'niet een en al vreugde' zijn, komt dat niet doordat iemand ons liefdeloos heeft behandeld, maar doordat wij 'met een gebrek aan liefde' op een ander hebben gereageerd. 'Berouw in de gebruikelijke zin' betekent dat we ons schuldig voelen over ons gedrag, en niet beseffen dat het gaat om de keuze in onze denkgeest om niet liefdevol te zijn.
In de volgende alinea vertelt Jezus ons hoe we deze keuze ongedaan kunnen maken en tot een andere keuze kunnen komen:
(Toelichtingen door Robert Perry)
6. Beslissen kan niet moeilijk zijn. Dit ligt voor de hand als je beseft dat je al besloten moet hebben niet een en al vreugde te zijn, als dat is hoe jij je voelt. De eerste stap in het ongedaan maken bestaat er dan ook in te erkennen dat je daadwerkelijk een verkeerde beslissing hebt genomen, maar dat je even daadwerkelijk anders kunt beslissen. Wees hierin heel rechtlijnig voor jezelf en blijf je er ten volle van bewust dat het proces van ongedaan maken, dat niet van jou komt, zich toch binnenin jou bevindt omdat God het daar heeft geplaatst. Jouw rol bestaat er alleen in je denken terug te brengen naar het punt waarop de vergissing werd begaan, en die in vrede aan de Verzoening toe te vertrouwen. Zeg het volgende zo oprecht mogelijk tegen jezelf, en bedenk hierbij dat de Heilige Geest aan jouw minste uitnodiging ten volle gehoor zal geven:
Ik moet de verkeerde keuze hebben gemaakt, want ik ben niet in vrede.
Ik heb die keuze zelf gemaakt, maar ik kan ook anders kiezen.
Ik wil anders kiezen, omdat ik in vrede wil zijn.
Ik voel me niet schuldig, want de Heilige Geest zal alle gevolgen van mijn verkeerde keuze ongedaan maken als ik Hem laat begaan.
Ik kies ervoor Hem te laten begaan, door toe te laten dat Hij voor mij voor God kiest.
Toepassing : Denk aan iemand ie je waarneemt als iemand die jou je vreugde ontneemt.
Lees dan de volgende tekst, terwijl je aan hem of haar denkt:
Ik moet [naam] liefdeloos hebben waargenomen, want ik ben niet een en al vreugde.
Ik heb dus een verkeerde beslissing genomen, maar aangezien ik dat zelf heb gedaan, kan ik ook anders beslissen.
En ik wil een andere beslissing nemen, omdat ik vreugdevol en vredig wil zijn.
Mij schuldig voelen maakt het probleem alleen maar groter. Als ik de Heilige Geest toesta mijn liefdeloze waarneming van [naam] ongedaan te maken, wordt de schade die deze onjuiste waarneming heelt veroorzaakt eveneens ongedaan gemaakt.
Ik zal Hem laten begaan. Ik laat Hem mijn liefdeloze waarneming van deze broeder genezen.
Heilige Geest, beslis voor mij hoe ik [naam] waarneem. Laat me hem of haar zien door Uw ogen.
(Toelichtingen door Robert Perry)
* Letterlijk: ‘Werpt al uw bekommernis op Hem, want Hij zorgt voor U.’ NBG, 1Pe.5:7.