Hoofdstuk 5

Genezen en heelheid

IV. Onderwijzen en genezen

 

Deze paragraaf gaat over liefde, over het koesteren en delen daarvan. Hij gaat over het laten zuiveren van onze gedachten, zodat ons gedrag voortkomt uit werkelijk liefdevolle impulsen. En hij gaat over het uitbreiden van die liefdevolle impulsen naar anderen, om hun kracht in onszelf te versterken. 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

1. Wat angst verborgen heeft, is desondanks nog deel van jou. Zich aansluiten bij de Verzoening is de uitweg uit angst. De Heilige Geest zal jou helpen alles wat jij als beangstigend waarneemt opnieuw te interpreteren en zal je leren dat alleen wat liefdevol is waar is. Het ligt buiten je vermogen de waarheid te vernietigen, maar geheel binnen je vermogen die te aanvaarden. Ze behoort jou toe omdat jij, als een uitbreiding van God, haar met Hem hebt geschapen. Ze is de jouwe, omdat ze deel is van jou, net zoals jij deel bent van God omdat Hij jou geschapen heeft. Niets wat goed is kan verloren raken, omdat het van de Heilige Geest komt, de Stem namens de schepping. Niets wat niet goed is werd ooit geschapen, en daarom kan het niet beschermd worden. De Verzoening is de garantie voor de veiligheid van het Koninkrijk, en de vereniging van het Zoonschap is zijn bescherming. Het ego kan niet over het Koninkrijk zegevieren omdat het Zoonschap vereend is. In tegenwoordigheid van hen die gehoor geven aan de Oproep van de Heilige Geest om één te zijn verschrompelt het ego en lost op.

 

'Zich aansluiten bij de Verzoening' betekent: ons met elkaar verenigen in de Verzoening. We moeten onze verdedigingen tegen de waarheid opgeven en haar weer aanvaarden. De Heilige Geest zal ons daar behoedzaam naar toe leiden. Hij zal ons leren dat de waarheid niet beangstigend is. Hij zal ons leren 'dat alleen wat liefdevol is waar is'. Hoe kan waarheid beangstigend zijn, als alleen het liefdevolle waar is?

Wij kunnen deze liefdevolle waarheid niet vernietigen. Ze behoort ons toe omdat we haar samen met God hebben geschapen. Ze is voorgoed deel van ons, daarom kunnen we haar nooit verliezen. Liefde is dus niet het vluchtige, ongrijpbare gevoel dat wij in de wereld ervaren. Dat is slechts een zwakke afspiegeling van de stabiele, eeuwige liefde die voor altijd deel van ons is.

Deze alinea eindigt, net zoals ze begon, met een opmerking over aansluiting of vereniging. Het ego kan niet zegevieren 'omdat het Zoonschap vereend is' en het ego alleen afgescheidenheid kent. Het verdwijnt eenvoudig wanneer alle delen van het Zoonschap gehoor geven aan de oproep om één te zijn en zich met elkaar verenigen. 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

2. Wat het ego maakt houdt het voor zichzelf, en dus is het zonder kracht. Het deelt zijn bestaan niet met anderen. Het sterft niet, het is eenvoudig nooit geboren. Fysieke geboorte is geen begin, het is een voortzetting. Al wat zich voortzet is al geboren. Het zal groeien wanneer jij bereid bent het ongenezen deel van je denkgeest aan het hogere deel terug te geven, en die onverdeeld aan de schepping teruggeeft. Ik ben gekomen om jou de fundering te geven, zodat je eigen gedachten jou werkelijk vrij kunnen maken. Je hebt de last gedragen van ongedeelde ideeën die te zwak zijn om te groeien, maar toen je ze eenmaal gemaakt had wist je niet hoe je ze ongedaan kon maken. Op eigen kracht kun jij je vergissingen uit het verleden niet opheffen. Zonder de Verzoening, een remedie die niet van jouw hand is, zullen ze niet uit je denkgeest verdwijnen. De Verzoening moet als een pure daad van delen worden begrepen. Dat bedoelde ik toen ik zei dat het zelfs in deze wereld mogelijk is naar één Stem te luisteren. Als jij deel van God bent en het Zoonschap één is, kun jij niet beperkt zijn tot het zelf dat het ego ziet.

 

Wat werkelijk goed en liefdevol is, is eeuwig. Het kan nooit verloren gaan. Wat niet goed is, wat liefdeloos is, kan daarentegen niet blijven. Het gaat voorbij. In feite is het er nooit geweest. Dat is geweldig nieuws, nietwaar? Het liefdeloze is zwak omdat het door het ego is gemaakt. Het ego weigert het te delen, en dus kan het niet groeien. Dit geldt ook voor het ego zelf: het bestaat in werkelijkheid niet, dus het is nooit geboren. Dit idee van 'nooit geboren' is ook waar voor het goede. Wij zijn niet geboren bij onze fysieke geboorte, omdat we al bestonden. En onze liefdevolle gedachten zijn niet geboren toen we ze dachten. Zij bestonden ook al en ze zullen toenemen wanneer we onze ongenezen denkgeest laten genezen.

Wanneer wij ons schuldig voelen over bepaald gedrag, kunnen we proberen dit goed te maken door ons anders te gedragen. Maar zolang we niet weten hoe we de gedachten achter het verkeerde gedrag ongedaan moeten maken, zullen we opnieuw aanvallen. Om deze gedachten uit onze denkgeest te verdrijven hebben we de Verzoening nodig. En daar hebben we Jezus bij nodig. Wanneer we hem uitnodigen, zal hij ons helpen de gedachten te corrigeren. 

(Toelichtingen door Robert Perry)

En op die solide basis kunnen we werkelijk delen: 

 

3. Iedere liefdevolle gedachte die in enig deel van het Zoonschap wordt gekoesterd, behoort elk deel toe. Ze wordt gedeeld omdat ze liefdevol is. Delen is Gods wijze van scheppen, en ook die van jou. Het ego kan jou buiten het Koninkrijk in ballingschap houden, maar in het Koninkrijk zelf heeft het geen macht. Ideeën van de geest verlaten de denkgeest niet die ze denkt, en evenmin kunnen ze met elkaar in strijd zijn. Ideeën van het ego kunnen daarentegen wel degelijk met elkaar in strijd zijn, omdat ze op verschillende niveaus optreden en ook tegenstrijdige gedachten op hetzelfde niveau behelzen. Het is onmogelijk om tegenstrijdige gedachten te delen. Je kunt alleen de gedachten delen die van God afkomstig zijn en die Hij voor jou bewaart. En aan zulke behoort het Koninkrijk der Hemelen. De rest blijft bij jou tot de Heilige Geest ze in het licht van het Koninkrijk opnieuw geïnterpreteerd heeft, en ook deze waard maakt te worden gedeeld. Wanneer ze voldoende gezuiverd zijn, laat Hij jou ze weggeven. De beslissing ze te delen is hun zuivering.

 

Het delen van een gedachte betekent dat ik en een ander dezelfde gedachte hebben. Als ik denk: 'jij bent liefde waard', en jij kunt deze gedachte ontvangen en aanvaarden, dan delen we dezelfde liefdevolle gedachte. Als jij daarentegen denkt: 'nee, ik doe verkeerde dingen, en ben dus absoluut geen liefde waard', kan mijn gedachte niet gedeeld worden, omdat ze tegenstrijdig is aan wat jij denkt.

Deze alinea legt uit dat alleen liefdevolle gedachten gedeeld kunnen worden gedachten die we denken met de Heilige Geest omdat alleen deze gedachten werkelijk zijn. Elke gedachte die daarmee in strijd is, is afkomstig van het ego en bestaat dus in werkelijkheid niet. Dergelijke gedachten blijven in mijn denkgeest, totdat ze door de Heilige Geest ongedaan zijn gemaakt, of zodanig gezuiverd en geherinterpreteerd, dat ze waard zijn om gedeeld te worden. 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

4. Ik hoorde één Stem omdat ik begreep dat ik me niet alleen voor mezelf kon verzoenen. Naar één Stem luisteren houdt de beslissing in Die te delen om Die zelf te kunnen horen. De Denkgeest die in mij was* wordt nog steeds onweerstaanbaar aangetrokken tot iedere denkgeest die door God geschapen is, omdat Gods Heelheid de Heelheid van Zijn Zoon is. Jij kunt niet gekwetst worden en jij wilt je broeder niets anders dan jouw heelheid laten zien. Toon hem dat hij jou niet kwetsen kan en reken hem niets aan, of je rekent het jezelf aan. Dit is de betekenis van ‘de andere wang toekeren’.

 

De manier om liefde te ervaren is de beslissing liefde te geven. We leren door te onderwijzen. Als we liefde willen leren, moeten we haar uitbreiden door haar te demonstreren. Dit is wat Jezus aan het eind van de vorige alinea bedoelde met: 'De beslissing ze te delen is hun zuivering'.

Als we zuivere, liefdevolle gedachten willen hebben, moeten we besluiten ze te geven, want zuivere gedachten zijn van nature gevende gedachten. Dit is ook wat Jezus bedoelt met: 'Naar één Stem luisteren houdt de beslissing in Die te delen om Die zelf te kunnen horen'. De beslissing om de Stem van Liefde te horen is de beslissing om liefde te delen. Aangezien de aard van liefde geven of uitbreiden, is, kunnen we geen liefde hebben, als we niet bereid zijn haar te geven.

Het laatste deel van deze alinea bevat een schitterende interpretatie van de bijbelse uitspraak 'iemand de andere wang toekeren' (Lucas 6:29). De gebruikelijke interpretatie is: 'als je een goed mens wilt zijn, laat je dan door een ander slaan'. De boodschap die je de ander daarmee geeft is: 'het geeft niet dat je me pijn doet, ik houd evengoed van je'. Of: 'ik ben een beter mens dan jij'. Dat is de vergissing waar deze paragraaf over spreekt. Het is een poging om liefde uit te breiden, terwijl we nog steeds tegenstrijdige, liefdeloze gedachten koesteren. In 'Het lied van het gebed' zegt Jezus hetzelfde met betrekking tot martelaarschap (L2.II.4). In plaats van ons te concentreren op 'goed gedrag', met een innerlijke ambivalente liefde, moeten we ons ons concentreren op het verwerven van werkelijke liefde, die tegen onze broeder zegt: 'Je kwetst mij niet, want je bent onschuldig'.

Dit is wat Jezus deed bij zijn kruisiging. In plaats van te zeggen: 'Zie wat je mij hebt aangedaan', luidde zijn boodschap: 'Je doet me niets aan. Je bent nog steeds mijn schuldeloze broeder'. Jezus interpreteert 'de andere wang toekeren' dus als een symbool voor het tonen van het onkwetsbare deel van onszelf. De andere wang toekeren wordt daarmee een metafoor voor onze heelheid. 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

5. Onderwijzen gebeurt op vele manieren, maar vooral door voorbeeld. Omdat onderwijzen het delen van ideeën is en het inzicht dat het delen van ideeën ze sterker maakt, moet onderwijzen hetzelfde als genezen zijn. Ik kan mijn behoefte niet vergeten om te onderwijzen wat ik heb geleerd, een behoefte die in mij opkwam omdat ik dat geleerd heb. Ik doe een beroep op jou om te onderwijzen wat jij hebt geleerd, want zodoende kun je erop vertrouwen. Maak het betrouwbaar in mijn naam, omdat mijn naam de Naam is van Gods Zoon. Wat ik geleerd heb geef ik vrijelijk aan jou, en de Denkgeest die in mij was verheugt zich als jij verkiest dat te horen.

 

Deze alinea is een aanvulling op de vorige. Wanneer we werkelijk leren wat liefde is, zullen we de drang om haar te onderwijzen niet kunnen weerstaan. Daarom wil Jezus zo graag onderwijzen. Hij heeft begrepen wat liefde betekent, namelijk haar uitbreiden naar anderen. Alleen wanneer we haar onderwijzen zal onze kennis ervan werkelijk betrouwbaar worden. Als we voelen dat de liefde in onszelf niet betrouwbaar genoeg is, laten we haar dan onderwijzen. Als we het gevoel hebben dat we deze taak niet aankunnen, laten we ons dan herinneren dat de grootste liefdesleraar in de geschiedenis ons letterlijk alles aanbiedt wat hij zelf heeft geleerd, vrijelijk, hier en nu.

Hoe onderwijzen we liefde? Dat kan op vele manieren, maar de beste manier is door voorbeeld. Ons eigen voorbeeld is zo krachtig omdat het laat zien dat we het echt menen. Meer dan door woorden alleen, laat het zien dat we echt geloven in wat we onderwijzen. Ook hier zien we de macht van het koesteren van de juiste gedachten, niet alleen van het uitspreken van de juiste woorden of het vertonen van het juiste gedrag. Het is de gedachte achter de woorden en daden die telt. 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

6. De Heilige Geest verzoent in ons allen door ongedaan te maken, en heft zo de last op waarmee jij je denkgeest hebt bezwaard. Door Hem te volgen word je teruggeleid naar God, waar jij thuishoort, en hoe kun jij anders de weg vinden dan door jouw broeder met je mee te nemen? Mijn aandeel in de Verzoening is pas compleet wanneer jij eraan deelneemt en die weggeeft. Zoals je onderwijst, zo zul je leren. Ik zal jou nooit verlaten of in de steek laten, want jou in de steek laten zou betekenen mezelf in de steek laten, en God die mij geschapen heeft. Je laat jezelf en God in de steek als jij een van jouw broeders in de steek laat. Je moet hen leren zien zoals ze zijn, en begrijpen dat ze aan God toebehoren, net als jij. Hoe zou je jouw broeder beter kunnen behandelen dan door God te geven wat God toekomt?

 

De Heilige Geest brengt de Verzoening in ieder van ons niet tot stand door zonden eerst werkelijk te maken en ons die dan kwijt te schelden, maar door de liefdeloze gedachten ongedaan te maken die tot het geloof in zonden hebben geleid. Zo leidt Hij ons terug naar God. Maar om daadwerkelijk terug te kunnen keren, moeten we onze broeder met ons meenemen. Als we hem in de steek laten, laten we onszelf in de steek. Wanneer we hem echter voorbij elk egogedrag zien zoals hij werkelijk is: een schuldeloze Zoon van God, nemen we hem mee op onze reis en geven we God wat God toekomt (Mattheus 22:21). 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

7. De Verzoening verleent jou de macht van een genezen denkgeest, de macht om te scheppen echter komt van God. Daarom moeten zij die vergeven zijn zich eerst aan genezen wijden omdat ze, nu ze het idee van genezing ontvangen hebben, dit moeten delen om het te behouden. De volle scheppingskracht kan niet tot uitdrukking komen zolang één enkel idee van God aan het Koninkrijk onthouden wordt. De gezamenlijke wil van het Zoonschap is de enige schepper die kan scheppen gelijk de Vader, omdat alleen het complete compleet kan denken, en aan Gods denken ontbreekt niets. Al wat jij denkt dat niet via de Heilige Geest gaat is gebrekkig.

 

Als we eenmaal het gevoel hebben dat we vergeven en dus genezen zijn, moeten we deze genezing uitbreiden naar anderen. Hiermee worden twee doelen bereikt: we behouden het idee van genezing in onze eigen denkgeest, en we brengen het gehele Zoonschap terug naar het Koninkrijk. Pas wanneer iedereen terug is, is het Zoonschap compleet, en alleen als het compleet is, kan het 'scheppen gelijk de Vader'.

We lezen steeds weer dat alleen een complete denkgeest kan scheppen een denkgeest waarvan alle delen zich in dezelfde richting begeven, verenigd in het doel om al hun kracht te geven aan het scheppen van iets dat eeuwige werkelijkheid bezit.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

8. Hoe kun jij die zo heilig bent lijden? Heel je verleden is verdwenen op zijn schoonheid na, en niets blijft er over dan een zegen. Ik heb al je vriendelijkheden en elke liefdevolle gedachte die je ooit had, bewaard. Ik heb ze gezuiverd van de vergissingen die hun licht verborgen hielden, en ze voor jou in hun eigen volmaakte straling behouden. Ze liggen buiten het bereik van vernietiging en schuld. Ze waren afkomstig van de Heilige Geest in jou, en we weten dat wat God schept eeuwig is. Jij kunt alleszins in vrede je weg gaan omdat ik jou heb liefgehad zoals ik mijzelf liefhad. Jij gaat met mijn zegen en omwille van mijn zegen. Bewaar die en deel die, opdat hij altijd de onze mag zijn. Ik leg de vrede van God in je hart en in je handen, om te bewaren en te delen. Het hart is zuiver om die te bewaren, en de handen zijn sterk om die te geven. We kunnen niet verliezen. Mijn oordeel is even sterk als de wijsheid van God, in Wiens Hart en Handen wij ons bestaan hebben. Zijn vredige kinderen zijn Zijn gezegende Zonen. De Gedachten van God zijn met jou.

 

Wat een prachtige alinea! Niets van wat we ooit gedacht en gedaan hebben dat vriendelijk en liefdevol was is verloren gegaan, en geen enkele vergissing heeft ze bezoedeld.

Let ook op de herhaalde vermaning om te bewaren en te delen. Bewaar en deel 'mijn zegen' — Jezus' zegen. Bewaar en deel 'de vrede van God'. 'Het hart is zuiver om die te bewaren, en de handen zijn sterk om die te geven [te delen]'. Dit raakt de kern van deze paragraaf, waarin ons wordt gevraagd om onze gedachten te laten zuiveren door de Verzoening, zodat we in ons hart zuiverheid kunnen bewaren, en de zegen daarvan met anderen kunnen delen.

Dat is de manier om het vast te houden en in onszelf te versterken. Na alle uitleg in deze paragraaf, stuurt Jezus ons hier op onze missie als leraren van liefde.

 

Toepassing : Lees de onderstaande versie van deze laatste alinea nogmaals langzaam en aandachtig en merk op wat dit met je doet.

Hoe kan ik lijden als ik zo heilig ben?

Heel mijn verleden is verdwenen op zijn schoonheid na, en niets blijft er over dan een zegen.

Jezus heeft al mijn vriendelijkheden en elke liefdevolle gedachte die ik ooit had, bewaard.

Hij heeft ze gezuiverd van de vergissingen die hun licht verborgen hielden, en ze voor mij in hun eigen volmaakte straling behouden.

Ze liggen buiten het bereik van vernietiging en schuld.

Ze waren afkomstig van de Heilige Geest in mij, en we weten dat wat God schept eeuwig is.

Ik kan alleszins in vrede mijn weg gaan omdat Jezus mij heeft liefgehad zoals hij zichzelf liefhad.

Ik ga met zijn zegen en omwille van zijn zegen.

Ik bewaar die en deel die, opdat hij altijd de mijne mag zijn.

Jezus legt de vrede van God in mijn hart en in mijn handen, om te bewaren en te delen.

Het hart is zuiver om die te bewaren, en de handen zijn sterk om die te geven.

Ik kan niet verliezen.

Jezus' oordeel is even sterk als de wijsheid van God, in Wiens Hart en Handen ik mijn bestaan heb.

Zijn vredige kinderen zijn Zijn genezen Zonen.

De Gedachten van God zijn met mij. 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

* Dit is Course-concordant vertaald. In de Nederlandse bijbels wordt in Fil.2:5 de vertaling ‘gezindheid’ gehanteerd.