Hoofdstuk 12

Het leerplan van de Heilige Geest

V. Het zinnige leerplan

 

1. Alleen liefde is sterk, omdat ze onverdeeld is. De sterken vallen niet aan, omdat ze daar de noodzaak niet van inzien. Voordat het idee van aanval je denkgeest kan binnendringen, moet jij jezelf zwak hebben gevonden. Omdat jij jezelf hebt aangevallen en geloofde dat de aanval doeltreffend was, zie jij jezelf als verzwakt. Nu jij jezelf en je broeders niet langer als gelijken ziet, en jezelf als zwakker beschouwt, probeer je de situatie die jij gemaakt hebt te ‘vereffenen’. Hiertoe gebruik je de aanval, omdat je gelooft dat een aanval jou met succes heeft verzwakt.

 

 

Wij zien een aanval gewoonlijk als volgt: wanneer we door een ander worden aangevallen maakt dit hem sterker en ons zwakker. Om onze kracht en status te herwinnen moeten we voor onszelf opkomen en een tegenaanval uitvoeren.
Volgens de Cursus ligt dat heel anders: voordat je het gevoel hebt dat een broeder je aanvalt, heb je jezelf aangevallen, zegt Jezus. En dát is wat je verzwakt en je het gevoel geeft dat je broeder sterker is dan jij. Eerst vallen we onszelf aan en verzwakken daarmee onszelf. Vervolgens projecteren we deze daad op een broeder. En om dit weer recht te trekken vallen we ten slotte onze broeder aan. Het is alsof we een steen door het raam van ons eigen huis gooien, en vervolgens, als we constateren dat ons huis nu minder mooi is dan dat van onze buurman, een steen door zijn raam gooien, om 'de situatie die jij gemaakt hebt te vereffenen'.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

2. Dat is de reden waarom het erkennen van je eigen onkwetsbaarheid zo belangrijk is voor het hervinden van je innerlijke gezondheid. Want als jij je onkwetsbaarheid aanvaardt, erken je dat een aanval geen gevolg heeft. Ofschoon jij jezelf hebt aangevallen, zul je demonstreren dat er in werkelijkheid niets is gebeurd. Daarom heb je door aan te vallen helemaal niets gedaan. Besef je dit eenmaal, dan zul je in aanvallen geen enkele zin meer bespeuren, aangezien het zichtbaar niet werkt en het je niet beschermen kan. Maar het erkennen van jouw onkwetsbaarheid heeft meer dan alleen negatieve waarde. Als al je aanvallen op jezelf jou niet hebben kunnen verzwakken, ben jij nog steeds sterk. Je hoeft de situatie daarom niet te ‘vereffenen’ om je kracht te demonstreren.

 

 

De sleutel is dus het uitwissen van de eerste stap, door ons te realiseren dat onze aanval op onszelf geen gevolg heeft. Het geloof dat we onszelf van een onbeperkte en onkwetsbare Zoon van God hebben veranderd in een beperkt en kwetsbaar lichaam heeft geen gevolg. Er is niets veranderd. We zijn nog steeds de onkwetsbare Zoon van God.

Het uitwissen van de eerste stap verandert dus het hele scenario. Aangezien onze aanval op onszelf geen gevolg heeft, heeft het aanvallen van onze broeders geen enkele zin, omdat er niets 'vereffend' hoeft te worden. 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

3. Je zult nooit beseffen dat aanvallen volslagen nutteloos zijn, tenzij je erkent dat jouw aanval op jezelf geen gevolgen heeft. Want anderen reageren zeker op een aanval als ze die waarnemen, en als jij hen probeert aan te vallen, zul je niet kunnen vermijden dit als een bekrachtiging te interpreteren. De enige plaats waar je al zulke bekrachtiging kunt opheffen is in jezelf. Want jij bent altijd het eerste mikpunt van je eigen aanval, en als die nooit heeft plaatsgehad, heeft hij geen gevolgen.

 

Deze alinea bevat een belangrijke verklaring: We beseffen alleen dat een aanval geen macht heeft, als we ons realiseren dat onze aanval op onszelf geen macht heeft. Wanneer we echter anderen aanvallen zullen ze daarop reageren alsof dit hen verzwakt, wat een bewijs lijkt te zijn dat aanval wél macht heeft.

 

Toepassing: Denk aan een situatie waarin je je aangevallen voelt en daardoor zwakker dan de ander. Om dit te vereffen heb je de neiging om een tegenaanval te plegen.
Zeg tegen jezelf:
Ik voel me zwak omdat ik mezelf heb aangevallen.

Maar mijn aanval op mezelf heeft geen gevolg gehad.
Daarom hoeft er niets vereffend te worden en is een aanval op mijn broeder zinloos. Ik ben nog steeds de heilige Zoon van God en dus nog steeds sterk. 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

4. De Liefde van de Heilige Geest is jouw kracht, want die van jou is verdeeld en dus niet werkelijk. Je kunt niet op je eigen liefde vertrouwen als je die aanvalt. Je kunt niet met een gespleten denkgeest leren wat volmaakte liefde is, omdat een gespleten denkgeest zichzelf tot een zwakke leerling maakt. Je probeerde de afscheiding eeuwig te maken, omdat je de eigenschappen van de schepping wilde behouden, maar met je eigen inhoud. Maar de schepping is niet iets van jou, en zwakke leerlingen hebben inderdaad speciaal onderwijs nodig.

 

Ware Liefde is kracht, maar omdat onze denkgeest gespleten is en verdeeld tussen liefde en haat, zijn we ons niet van die kracht bewust. De haat in ons valt onze liefde aan. Dit betekent dat we niet op onze liefde kunnen vertrouwen en onszelf geen ware, onverdeelde liefde kunnen leren. We moeten dus vertrouwen op een grotere Liefde, de Liefde van de Heilige Geest. Zijn Liefde is onze kracht.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

5. Je hebt leerhandicaps in heel letterlijke zin. Er zijn gebieden in je leervaardigheid die zo verzwakt zijn dat jij alleen vooruitgang kunt boeken onder de bestendige, vastomlijnde leiding van een Leraar die jouw beperkte hulpbronnen overstijgen kan. Hij wordt jouw Hulpbron, want uit jezelf kun je niet leren. De leersituatie waarin jij jezelf hebt gebracht is een onmogelijke, en in deze situatie heb je beslist een speciale Leraar en een speciaal leerplan nodig. Zwakke leerlingen zijn als leraar geen goede keus, noch voor zichzelf noch voor iemand anders. Je zou je niet gauw tot hen wenden voor het opstellen van het leerplan waarmee zij aan hun beperkingen kunnen ontkomen. Als ze begrepen wat daarachter ligt, zouden ze niet met handicaps zijn behept.

 

Stel je voor dat je tegen een klas kinderen met leerproblemen zou zeggen: 'jullie zijn je eigen leraar. Ontwerp je eigen leerplan. Bedenk een aantal lessen en noteer de daarbij behorende uitleg, waarmee je je huidige beperkingen kunt overstijgen'.
Dat gaat uiteraard niet werken. Denk aan wat deze kinderen nodig hebben: speciaal opgeleide leraren, met zorgvuldig opgestelde leerplannen en toegepaste leermiddelen.

Op onze reis naar huis zijn wij als deze kinderen. We hebben leerproblemen. We kunnen onze eigen ontwikkeling niet plannen. We hebben de Heilige Geest nodig, met Zijn leerplan en Zijn leermiddelen. 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

6. Jij weet niet wat liefde betekent, en dat is je handicap. Doe geen poging jezelf te onderwijzen wat je niet begrijpt, en probeer geen doelen voor het leerplan op te stellen waar die van jou onmiskenbaar hebben gefaald. Jouw leerdoel bestond erin niet te leren, en dat kan niet tot een goed leerresultaat leiden. Wat je niet geleerd hebt kun je niet overdragen, en deze aantasting van het vermogen om te veralgemenen is een cruciale leerstoornis. Zou jij hen die er niet in geslaagd zijn te leren, willen vragen waarvoor leermiddelen dienen? Ze weten het niet. Als zij de middelen juist konden interpreteren, zouden ze ervan hebben geleerd.

 

Misschien hebben we geprobeerd onszelf te leren voorgoed een liefdevol mens te zijn, maar dat is hoogstwaarschijnlijk niet gelukt. We zijn er niet in geslaagd het soort liefde te leren waar de Cursus over spreekt: een onveranderlijke liefde zonder voorwaarden en zonder onderscheid een volmaakte liefde. Het is niet gelukt omdat we niet weten wat liefde betekent. We hebben een 'liefdehandicap'. Onbewust zijn we doodsbang voor liefde. Daarom is onseveneens onbewuste — leerdoel om niet te leren, wat heeft geleid tot leerachterstand, onvermogen om het geleerde over te dragen, en niet weten hoe de leermiddelen in ons klaslokaal (de wereld) gebruikt kunnen worden. Het kind met een leerprobleem probeert de leraar te spelen, met voorspelbare resultaten. 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

7. Ik heb gezegd dat de egoregel luidt: ‘Zoek en vind niet.’ Vertaald naar de terminologie van het leerplan betekent dit: ‘Probeer te leren maar slaag niet.’ Het resultaat van dit leerdoel ligt voor de hand. Ieder rechtmatig leermiddel, iedere werkelijke instructie en iedere zinnige gids bij het leren zal verkeerd worden geïnterpreteerd, want ze hebben allemaal tot doel om het leerproces mogelijk te maken waartegen dit vreemde leerplan is gericht. Als jij probeert te leren hoe je niet moet leren, en je onderwijs ernaar streeft zichzelf te ondermijnen, wat kun je dan anders verwachten dan verwarring? Zo’n leerplan is onzinnig.

 

Als Jezus van ons vraagt om het onderwijs en het leerplan van de Heilige Geest te aanvaarden, gaat het ook over zijn onderwijs en leerplan. Want hij is de manifestatie van de Heilige Geest en dus ook van Diens leerproces. Deze paragraaf is een krachtig pleidooi voor de reden waarom we deze Cursus nodig hebben; waarom we zijn leerplan moeten volgen, in plaats van te proberen ons eigen leerplan op te stellen.

Ik was er vroeger van overtuigd dat het 't beste was om de inzichten van zoveel mogelijk spirituele leerwegen tot mijn beschikking te hebben, en vervolgens, geïnspireerd door elk daarvan, mijn eigen leerplan te bedenken. Maar wat ik tegenwoordig doe, onder Jezus' leiding in deze Cursus, zou ik nooit uit mezelf hebben gedaan. Dat is te confronterend ten opzichte van mijn liefdesaffaire met liefdeloosheid.

Ook bij andere Cursusstudenten zie ik een enorme weerstand tegen het leren van de Cursus zoals deze paragraaf impliceert. We interpreteren zijn gedachtegoed gemakshalve verkeerd. We negeren de oefeninstructies, of besluiten dat ze overbodig zijn en niet in ons belang. Onze leraar (Jezus) weet precies wat hij doet, maar we volgen hem niet omdat we een verborgen weerstand hebben tegen de liefde die hij ons probeert te leren.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

Deze poging om te ‘leren’ heeft jouw denkgeest zo verzwakt dat je niet kunt liefhebben, want het leerplan dat jij gekozen hebt is tegen de liefde gericht, en komt neer op een cursus ‘hoe val ik mijzelf aan’. Een bijkomend doel in dit leerplan is te leren hoe de splitsing, die zijn hoofddoel geloofwaardig maakt, niet overwonnen kan worden. En je zult in dit leerplan de splitsing niet overwinnen, want al wat je leert zal ten gunste daarvan zijn. Toch pleit jouw denkgeest tegen wat je leert, zoals dat weer tegen je denkgeest pleit, en dus vecht je tegen elke vorm van leren en met succes, want dat is wat jij wilt. Maar misschien besef je ook nu nog niet dat er iets is wat je wel wilt leren, en dat je dit kunt leren omdat het jouw keuze is dat te doen.

 

Oorspronkelijk waren we vervuld van pure, onverdeelde liefde, en dat was onze kracht. Maar toen besloten we deze liefde in onszelf aan te vallen, wat onze denkgeest verdeelde in een liefdeskamp en een haatkamp. Deze splitsing maakte ons zwak. Wie verdeeld is tegen zichzelf is niet sterk.

Het liefdeskamp wil dat we terugkeren naar de liefde, en dus proberen we te leren hoe we weer kunnen liefhebben. Maar het haatkamp doet er alles aan om dat te voorkomen. En helaas heeft het haatkamp momenteel de overhand. Proberen iets te leren dat we niet echt willen leren heeft verzet in ons opgeroepen tegen het leren zelf. Daarom moeten we ons realiseren dat er iets is dat we echt willen teren, iets waar alles in ons intens naar verlangt. 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

8. Jij die hebt getracht te leren wat je niet wilt, vat moed, want ook al is het leerplan dat jij zelf hebt opgesteld zonder meer deprimerend, het is als je ernaar kijkt alleen maar belachelijk. Kan het zijn dat de manier om een doel te verwezenlijken erin bestaat het niet te bereiken? Neem nu ontslag als je eigen leraar. Dit ontslag zal niet tot depressiviteit leiden. Het is enkel het gevolg van een eerlijke evaluatie van wat jij jezelf hebt onderwezen, en van de leerresultaten die daaruit voortgekomen zijn. Onder de juiste leeromstandigheden, die jij noch verschaffen noch begrijpen kunt, zul je een uitstekende leerling en een uitstekende leraar zijn. Maar zover is het nog niet, en zover zal het pas komen wanneer de hele leersituatie zoals jij die hebt opgezet, wordt omgekeerd.

 

Toepassing: Stel jezelf de volgende vragen en beantwoord deze zo eerlijk mogelijk:• Behandel ik Jezus in deze Cursus zoals een leergierige student zijn leraar dient te behandelen? Aanvaard ik zijn onderwijs, neem ik zijn uitleg ter harte, en doe ik wat hij me vraagt te doen?
Of maak ik bij elk deel van zijn leerplan de keuze om het opzij te zetten of aan te passen,
omdat ik denk te weten wat beter voor mij is?
Leef ik mijn leven met
hem als leraar, of ben ik mijn eigen leraar?
Uitgaande van het laatste: Hoe heb ik het tot nu toe gedaan als mijn eigen leraar? Heb ik
de liefde verworven die ik wilde leren?
Zou het kunnen dat het leerplan dat ik zelf heb opgesteld het doel heeft om liefde te leren,
maar daar nooit in te slagen?
Uitgaande van het laatste: Kan ik toegeven dat mijn leerplan deprimerend is en niet werkt? Zo ja, neem dan het volgende besluit:
Ik ontsla mezelf als mijn eigen leraar, en aanvaard in plaats daarvan Jezus als mijn leraar.

Als ik een oprechte student van mijn werkelijke leraar word, zal ik niet alleen een uitstekende leerling zijn, maar ook een uitstekende leraar.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

9. Je leerpotentieel is – mits juist begrepen – onbegrensd, omdat het jou tot God zal leiden. Je kunt de weg naar Hem onderwijzen en leren, als je de Leraar volgt die de weg naar Hem kent en die Zijn leerplan om dat te leren begrijpt. Het leerplan is volstrekt ondubbelzinnig, omdat het doel niet verdeeld is en middel en einddoel volledig in harmonie met elkaar zijn. Je hoeft alleen maar onverdeelde aandacht te schenken. Al het andere zal jou gegeven worden. Want jij wilt werkelijk op de juiste manier leren, en niets kan zich verzetten tegen de beslissing van Gods Zoon. Zijn leren is even onbegrensd als hij.

 

Toepassing: Bekrachtig je beslissing om niet langer je eigen leerplan te volgen, maar dat van Jezus en de Heilige Geest, door zo oprecht mogelijk en met zoveel mogelijke overtuiging het volgende uit te spreken:

Ik wil de Leraar volgen die de weg naar God kent.

Ik hoef daar alleen maar onverdeelde aandacht aan te schenken.
Al het andere zal mij gegeven worden.
Ik wil werkelijk op de juiste manier leren,
en niets kan zich verzetten tegen mijn beslissing als Gods Zoon.
Mijn leerpotentieel is onbegrensd, omdat het mij naar God zal leiden. 

(Toelichtingen door Robert Perry)