50 principes van wonderen

Principe 17

 

Wonderen overstijgen het lichaam. Het zijn plotselinge verschuivingen naar onzichtbaarheid, weg van het lichamelijke niveau. Dat is de reden waarom ze genezen.

 

     Wonderen overstijgen het lichaam omdat ze ons leren dat het lichaam er in feite niet is. Het lichaam is niet het probleem en daarom kunnen we de wetten van het lichaam overstijgen door onze denkgeest te veranderen. Dat is bijvoorbeeld de reden waarom mensen met een ernstige vorm van kanker op een dag van hun dokter te horen krijgen: "Ik begrijp er niets van, de kanker is volledig verdwenen". Er zijn veel voorbeelden van een dergelijk proces.

    Les 76 zegt: "Ik sta onder geen andere wetten dan die van God". Deze les noemt een aantal wetten die de wereld dierbaar zijn, zoals wetten met betrekking tot voeding, immunisatie, vriendschap, economie en godsdienst, en zegt dat niet één van deze wetten ook maar iets betekent. Door voor het wonder te kiezen (juist gericht denken) kunnen we deze wetten overstijgen, waardoor we er niet meer door gebonden zijn. De denkgeest heeft de fysieke wetten verzonnen. Als je begint te werken met Een cursus in wonderen is het belangrijk je te realiseren dat deze onderwijst dat God de wereld niet heeft geschapen. De wetten van deze wereld, de wetten van de zwaartekracht, dood, ziekte en voeding — kortom alle wetten — maken deel uit van het denksysteem van het ego. Het ego maakte ze en wij gaven ze macht op grond van onze trouw aan het ego. Door deze trouw op iets anders te richten kunnen we al die wetten overstijgen.

     Sai Baba, de bekende Indiase goeroe, oversteeg de wetten van de fysieke wereld door voorwerpen in zijn hand te manifesteren en te materialiseren. Hij zwaaide even met zijn hand en plotseling kwam uit het niets een diamanten ring tevoorschijn, of wat hij ook maar wilde laten verschijnen. Hij demonstreerde dat we, door een juist gebruik van onze denkgeest, alles kunnen doen in deze wereld. Jezus zegt in het Tekstboek dat geloof bergen kan verzetten (T21.III.3:1) en volgens mij bedoelt hij dat letterlijk. Onze denkgeest heeft de berg gemaakt, dus waarom zouden we er niet mee kunnen spelen en hem ergens anders neer kunnen zetten, als we dat willen? Het hoeft niet verrassend te zijn dat we kunnen veranderen wat we zelf hebben gemaakt. Dat kan geen probleem zijn. We hebben kanker gemaakt, waarom zouden we dat niet ongedaan kunnen maken? De Heilige Geest geneest de kanker niet, Hij herinnert ons er alleen maar aan dat we een andere keuze kunnen maken en een beroep kunnen doen op de macht van onze denkgeest om zichzelf te veranderen. De vorm is magie, maar Sai Baba demonstreerde waartoe de denkgeest, die niet meer afgesloten is van zijn eigen macht, in staat is. Dit doel maakt het wonder spiritueel in plaats van fysiek, een onderscheid waarop we later nog terug zullen komen.

     Een ander voorbeeld is een verhaal van Ram Dass over zijn goeroe. De Harvard psycholoog, die toen nog Richard Alpert heette, verrichtte samen met Timothy Leary psychedelisch onderzoek en experimenten. Op zoek naar zijn goeroe reisde hij naar India, waar hij hem uiteindelijk ook vond. Na enkele dagen vroeg de goeroe hem zijn koffer te brengen, die gevuld was met LSD en andere soortgelijke middelen. Alpert probeerde de spullen te verbergen maar moest ze uiteindelijk, op aandringen van de goeroe, aan hem overhandigen. Zonder blikken of blozen slikte de goeroe een enorme hoeveelheid van het " witte spul" — en het had geen enkel effect op hem. Het was een voorbeeld van psychische kracht of magie, maar het diende een ander doel. Want op Alpert had het wel degelijk effect!

     Deze gebeurtenissen illustreren het eerste wonderprincipe: dat wonderen geen rangorde naar moeilijkheid kennen. Veel mensen zijn in staat hun geest zodanig te trainen dat ze een glas of kopje van de ene kant van de tafel naar de andere kant kunnen laten schuiven. Wanneer je geest volledig geconcentreerd en gedisciplineerd is, is dat niet zo moeilijk. En als je een kopje kunt verplaatsen, waarom dan geen berg? Het zou ook kunnen verklaren hoe de Egyptenaren al die zware stenen versjouwden waarmee ze de piramiden bouwden. Mogelijk hadden ze geleerd hun denkgeest volledig te beheersen. Als we deze mogelijkheid ontkennen, zeggen we dat wonderen een rangorde naar moeilijkheid kennen.

     Een dergelijk meesterschap brengt ons echter nog geen vrede en niet dichter bij God. Het enige wat het doet is ons opnieuw in contact brengen met de macht van onze denkgeest. Het misbruik van die macht brengt ons in de problemen en de enige remedie tegen dat misbruik is het plaatsen van onze denkgeest onder de leiding van de Ene die hem nooit zal misbruiken. Daarom is de Cursus zo duidelijk en nadrukkelijk over de manier waarop we in de wereld moeten handelen: we moeten aan de Ene die het weet vragen hoe we het moeten doen en het niet op eigen houtje proberen. Anders kunnen we onze denkgeest gebruiken om macht uit te oefenen op anderen, waarbij we hen en onszelf kwetsen.

     Wanneer dit principe zegt dat wonderen "plotselinge verschuivingen naar onzichtbaarheid" zijn, spreekt het over een verschuiving van het lichaam naar de denkgeest. Daarom kan het wonder genezen: het brengt het probleem terug naar waar het zich werkelijk bevindt,' in de denkgeest, niet in het lichaam. De laatste paragraaf van hoofdstuk 12 zegt: "Toen jij zichtbaar maakte wat niet waar is, werd wat wel waar is voor jou onzichtbaar" (T12.VIII.3:1). Daarom hebben we hulp nodig om een omslag te maken van wat zichtbaar lijkt te zijn — het lichaam naar wat we onzichtbaar hebben gemaakt — de waarheid in onze denkgeest.