Hoofdstuk 18
Het voorbijgaan van de droom
VII. Ik hoef niets te doen
1. Je stelt nog steeds te veel vertrouwen in het lichaam als bron van kracht. Welke plannen maak je niet die op een of andere manier om zijn welbehagen, bescherming of genot draaien? Dit maakt het lichaam in jouw interpretatie tot doel en niet tot middel, en dat betekent altijd dat je zonde nog steeds aantrekkelijk vindt. Niemand die zonde nog steeds als zijn doel aanneemt, aanvaardt de Verzoening voor zichzelf. En zo heb je je enige verantwoordelijkheid ontlopen. De Verzoening wordt niet verwelkomd door hen die de voorkeur geven aan pijn en vernietiging.
Aangezien al onze plannen draaien om 'welbehagen, bescherming of genot' van het lichaam, zien we dit nog steeds als doel, niet als middel. En dat betekent dat we ons nog steeds aangetrokken voelen tot zonde, want het lichaam houdt het geloof in zonde in stand. Zolang zonde ons doel is, kunnen we de Verzoening niet aanvaarden voor onszelf. Hoewel we dus verlangen naar vrede en vreugde, kiezen we in feite voor pijn en vernietiging.
Kan dat waar zijn? Probeer ik, door lichamelijk welbehagen na te jagen, mezelf ervan te overtuigen dat ik een zondaar ben, zodat ik mezelf terecht kan straffen met pijn en vernietiging? Ben ik echt zo krankzinnig?
(Toelichtingen door Robert Perry)
2. Er is één ding dat je nog nooit hebt gedaan: je hebt het lichaam niet volkomen vergeten. Het heeft zich misschien af en toe aan je zicht onttrokken, maar het is nog niet volledig verdwenen. Er wordt je niet gevraagd dit meer dan een ogenblik lang te laten gebeuren, maar juist in dat ogenblik vindt het wonder van de Verzoening plaats. Daarna zul je het lichaam opnieuw zien, maar nooit helemaal op dezelfde manier. En ieder ogenblik dat je doorbrengt zonder het bewust te zijn, geeft jou er een andere kijk op wanneer je terugkeert.
Als we, temidden van al onze plannen om ervoor te zorgen dat we onze favoriete chocolaatjes en mineraalwater in huis hebben, dat we niet te veel zon krijgen, dat onze rug niet overbelast wordt, dat onze hoofdpijn niet opspeelt, enzovoort, slechts één moment zouden nemen om ons lichaam volkomen te vergeten, zouden we een heilig ogenblik kunnen beleven. In dat ogenblik zouden we de Verzoening ervaren, en daarna zou niets meer hetzelfde zijn. We zouden ons lichaam nog steeds zien, maar anders dan voorheen. Misschien zou het van zijn voetstuk zijn afgestapt, of misschien alleen een voetstuk lager, maar in elk geval op weg om van alle voetstukken af te stappen en nog slechts een communicatiemiddel te zijn, in dienst van de Heilige Geest.
(Toelichtingen door Robert Perry)
3. In geen enkel ogenblik bestaat het lichaam überhaupt. Het wordt altijd herinnerd of geanticipeerd, maar nooit precies in het nu ervaren. Alleen zijn verleden en toekomst verlenen het een schijn van werkelijkheid. De tijd heeft er volledig controle over, want zonde ligt nooit geheel in het heden. In elk afzonderlijk ogenblik zou de aantrekking van schuld worden ervaren als pijn en niets dan pijn, en worden vermeden. In het nu heeft die geen aantrekkingskracht. Heel zijn aantrekking is denkbeeldig, en moet dus in het verleden of de toekomst worden gezien.
Het ego gebruikt het lichaam om ons geloof in afscheiding en zonde in stand te houden. We geloven dat we in het verleden gezondigd hebben en zijn bang dat we daar in de toekomst voor moeten boeten. In het heilig ogenblik van het nu verdwijnt het ego, en daarmee de aantrekkingskracht van zonde en schuld. Daardoor beseffen we dat we het lichaam, onder leiding van de Heilige Geest, kunnen gebruiken als Zijn instrument van liefde en vrede.
(Toelichtingen door Robert Perry)
4. Het is onmogelijk het heilig ogenblik zonder voorbehoud te aanvaarden, tenzij je bereid bent, al was het maar voor een ogenblik, geen verleden of toekomst te zien. Je kunt je er niet op voorbereiden zonder het in de toekomst te plaatsen. Bevrijding wordt jou gegeven zodra je het verlangt. Velen hebben een leven lang met voorbereiding doorgebracht, en hebben inderdaad hun momenten van succes gekend. Deze cursus doet geen poging méér te onderwijzen dan zij in de loop der tijd hebben geleerd, maar beoogt wel tijd te besparen. Misschien probeer jij wel een heel lange weg te volgen naar het doel dat je hebt aanvaard. Het is uiterst moeilijk de Verzoening te bereiken door de zonde te bevechten. Er wordt enorm veel moeite aan besteed om te proberen heilig te maken wat gehaat wordt en veracht. Evenmin is een leven van bespiegeling en lange periodes van meditatie gericht op de onthechting van het lichaam noodzakelijk. Alle pogingen van dien aard zullen uiteindelijk succesvol zijn omwille van hun doel. Maar de middelen zijn eentonig en zeer tijdrovend, want ze richten de blik allemaal op de toekomst om van een huidige toestand van onwaardigheid en ontoereikendheid te worden bevrijd.
Na vele jaren het lichaam gediend te hebben, wordt de schuld voor velen van ons ondraaglijk. We worden ziek, of zijn het moe om ons nog langer schuldig te voelen. We willen in vrede zijn. We kiezen een spiritueel pad, in een poging onszelf te verlossen. Misschien volgen we een traditioneel westers pad waarop we vechten tegen de zondige impulsen van het lichaam. Of we kiezen een oosters pad en mediteren vaak en veel. Jezus oordeelt niet over deze spirituele paden, maar zegt alleen dat vechten tegen lichamelijke impulsen, en meditatie 'gericht op de onthechting van het lichaam' het lichaam alleen maar werkelijk maken. Het lichaam is het symbool van zonde, en vechten tegen dit symbool bevestigt het bestaan ervan. In het heilig ogenblik wordt onze aandacht verschoven van het lichaam naar de denkgeest, waar de keuze voor het ego — en dus voor het geloof in het bestaan van lichaam en zonde — is gemaakt, en dus de enige plaats is waar deze keuze ongedaan kan worden gemaakt. We hoeven niets te doen om iets wat niet bestaat te corrigeren: 'Bevrijding wordt jou gegeven zodra je het verlangt'.
(Toelichtingen door Robert Perry)
5. Jouw weg zal anders zijn, niet wat het doel maar wat de middelen betreft. Een heilige relatie is een middel om tijd te besparen. Eén ogenblik samen met je broeder doorgebracht geeft jullie beiden het universum terug. Je bent voorbereid. Nu hoef jij je slechts te herinneren dat je niets hoeft te doen. Je zou er veel meer baat bij hebben je nu alleen hierop te concentreren dan erover te peinzen wat je moet doen. Wanneer ten langen leste vrede komt voor hen die worstelen met verleiding en vechten tegen het toegeven aan zonde; wanneer het licht uiteindelijk komt in de denkgeest die zich aan contemplatie heeft overgegeven; of wanneer het doel tenslotte door wie ook wordt bereikt, dan gaat dit steeds met maar één gelukkig inzicht gepaard: ‘Ik hoef niets te doen.’
6. Dit is de uiteindelijke bevrijding die iedereen op een dag, op zijn eigen wijze en op zijn eigen tijd zal vinden. Je hebt die tijd niet nodig. Er is jou tijd bespaard doordat jij en je broeder tezamen zijn. Dit is het speciale middel dat deze cursus gebruikt om tijd voor je te besparen. Je maakt geen gebruik van deze cursus als je per se middelen wilt gebruiken die anderen goed van dienst waren, en daarbij verwaarloost wat voor jou werd gemaakt. Spaar tijd voor mij door deze ene voorbereiding alleen, en oefen je erin niets anders te doen. ‘Ik hoef niets te doen’ is een verklaring van trouw, een waarlijk onverdeelde loyaliteit. Geloof het voor slechts één enkel ogenblik, en je zult meer tot stand brengen dan een eeuw van contemplatie of van strijd tegen verleiding je oplevert.
Hier maakt Jezus duidelijk wat het verschil is tussen Een cursus in wonderen en de oosterse en westerse spirituele paden. Ze hebben hetzelfde doel: het bereiken van eeuwige liefde en vrede, maar het middel om dat te bereiken is volkomen anders.
Het middel van de Cursus — vergeving — bevat drie aspecten:
Het eerste aspect is de heilige relatie. 'Een heilige relatie is een middel om tijd te besparen'. 'Er is jou tijd bespaard doordat jij en je broeder tezamen zijn'. Zowel de westerse als de oosterse paden zijn solitair. 'De eenzame tocht mislukt omdat ze uitgesloten heeft wat ze vinden wil' zegt Jezus in hoofdstuk 14 (T14.X.10:7).
Het tweede aspect is de verbinding met elkaar in het heilig ogenblik. 'Eén ogenblik samen met je broeder doorgebracht geeft jullie beiden het universum terug'. Het heilig ogenblik kan alleen ervaren worden in de denkgeest, daarom is het niet nodig dat twee personen samen (als lichaam) een heilig ogenblik binnengaan. Denkgeesten zijn één en dus hoeft slechts één van beiden te kiezen voor het heilig ogenblik om samen met de ander 'het universum te ontvangen'.
Het derde aspect is 'Ik hoef niets te doen'. De wereld zegt: 'Ik moet mijn behoeften vervullen, zodat ik mij heel en compleet kan voelen'. De westerse en oosterse spirituele paden zeggen: 'Ik moet mezelf heilig maken, zodat ik God waardig ben'. De Cursus zegt: 'Ik hoef niets te doen om mezelf heel, compleet en heilig te maken, want God heeft me heel, compleet en heilig geschapen'. Dit inzicht is de poort naar het heilig ogenblik, waarin we onze eeuwige heelheid, compleetheid en heiligheid ervaren. We kunnen onszelf enorm veel tijd besparen als we met deze gedachte aan onze reis beginnen.
In alinea 6 vraagt Jezus ons ten slotte om niet klakkeloos een pad te volgen dat anderen hebben gekozen, maar trouw te blijven aan het specifieke pad waarop hij ons leidt.
(Toelichtingen door Robert Perry)
7. Met iets doen is het lichaam gemoeid. En als je inziet dat je niets hoeft te doen, heb je uit je denkgeest de waarde van het lichaam weggenomen. Hier is de snelle, openstaande deur waardoor jij voorbijglipt aan eeuwen van inspanning, en aan de tijd ontsnapt. Dit is de manier waarop zonde direct alle aantrekkingskracht verliest. Want hier wordt de tijd verworpen, en zijn verleden en toekomst voorbij. Wie niets hoeft te doen heeft geen behoefte aan tijd. Niets doen betekent rusten en binnenin je een plaats maken waar de activiteit van het lichaam niet langer aandacht eist. Naar die plaats komt de Heilige Geest, en houdt daar verblijf. Hij zal daar blijven wanneer jij dat vergeet, en de activiteiten van het lichaam opnieuw je bewuste denkgeest in beslag nemen.
We hoeven niets te doen omdat alles al gedaan is en we alles al hebben. Dit feit maakt zonde, en daarmee het lichaam, de wereld en de tijd ongedaan. 'Niets doen' gaat niet over onze lichamelijke activiteiten in de wereld, maar 'binnenin je een plaats maken waar de activiteit van het lichaam niet langer aandacht eist'. Die plaats is het juist gerichte deel van de denkgeest waar de Heilige Geest verblijft, ook wanneer we in beslag worden genomen door de drukke bezigheden van ons dagelijks leven.
(Toelichtingen door Robert Perry)
8. Toch zal er steeds die rustplaats zijn waarnaar je terug kunt keren. En je zult je meer bewust zijn van dit rustige centrum van de storm dan van al zijn razende activiteit. Dit rustige centrum, waarin je niets doet, zal bij je blijven, en jou rust geven te midden van alle drukke bezigheden waarop je wordt uitgestuurd. Want vanuit dit centrum zal je gewezen worden hoe je het lichaam zondeloos kunt benutten. En dit centrum, waarin het lichaam afwezig is, zal het zo in je bewustzijn ervan bewaren.
Hoe vaker we contact maken met onze juist gerichte denkgeest, 'dit rustige centrum' in onszelf, des te meer rust we zullen ervaren tijdens onze dagelijkse bezigheden. En vooral: des te meer we zullen leren ons lichaam niet meer te gebruiken voor het doel van het ego: afscheiding en schuld in stand houden, maar voor het doel van de Heilige Geest: ons door middel van vergeving verbinden met anderen.
Toepassing : De laatste alinea's van deze paragraaf beschrijven het proces van het ervaren van een heilig ogenblik.
Sluit je ogen en keer je naar binnen, naar een plaats van stilte en rust in jezelf. Stop met nadenken over je volgende zet op het schaakbord van de wereld. In deze rustplaats ben je vrij van lichamelijke actie en van de gedachte dat je iets moet doen en bereiken. Vergeet voor even de wereld, met al zijn eisen en verplichtingen.
Als je bereid bent een heilig ogenblik te ontvangen, zal de Heilige Geest je dit geven: een moment waarop je je lichaam overstijgt en volledig in het hier en nu bent, een staat van de denkgeest waarin je uitsluitend waarneemt door de ogen van de Heilige Geest.
Het kan slechts een vluchtig moment zijn, maar als je je ogen weer opendoet blijft toch iets van deze ervaring bij je. Je doet weer wat je in de wereld te doen staat en je bent niet meer gefocust op de Heilige Geest, maar Hij heeft je denkgeest niet verlaten. Hij bevindt zich nog steeds in die diepe, stille plek binnenin je. Maar ook jij hebt deze plek niet helemaal verlaten.
In de laatste alinea zegt Jezus dat je je er bij elke ervaring van een heilig ogenblik steeds meer bewust van blijft. Hij gebruikt daarvoor het beeld van een orkaan. Terwijl je lichaam wordt meegezogen in de storm van activiteiten, rust je denkgeest in de stilte van het oog van de storm en doet helemaal niets. Degene met wie je rust in het stille centrum is ook Degene die je acties in de storm leidt. Je gebruikt het lichaam nog steeds, maar niet langer als een instrument van zonde. Het is nu het instrument van de Heilige Geest. Je 'drukke bezigheden' dienen niet meer je eigen plannen maar de Zijne. Het bewustzijn niet een lichaam te zijn, die het kenmerk is van het heilig ogenblik, blijft in het stille centrum in je binnenste bewaard.
De volgende tekst kan je helpen om een heilig ogenblik te ontvangen.
Lees zin voor zin, laat de woorden tot je doordringen, en probeer ze toe te passen.
Ik ben bereid mijn lichaam en zijn behoeften een ogenblik te vergeten.
Ik laat het uit mijn bewustzijn verdwijnen.
Ik ben bereid om gedurende een ogenblik geen verleden en toekomst te zien.
Dit ogenblik is de enige tijd die er is.
Ik maak nu contact met een stille plaats van rust in mezelf.
Ik ga deze rustplaats binnen, en nodig ook de Heilige Geest uit om binnen te komen.
Buiten me raast een storm, maar hier in dit stille centrum heersen alleen kalmte en rust.
Ik hoef niets te doen om vredig, gelukkig en heilig te zijn.
Ik ben nú vredig, want in God is geen conflict.
Ik ben nú gelukkig, want God heeft me alles gegeven.
Ik ben nú heilig, want God heeft mij geschapen als een eeuwig deel van Zijn Heiligheid.
Ik hoef niets te doen.
Neem de tijd om de laatste zin enkele keren langzaam te herhalen en blijf dan nog even zo zitten, rustig wachtend op de ervaring van een heilig ogenblik.
Mocht je dit inderdaad ontvangen, realiseer je dan dat je vanuit een nieuwe zienswijze naar buiten zult kijken; dat je zult handelen met een ander doel: 'Vanuit dit centrum zal je gewezen worden hoe je het lichaam zondeloos kunt benutten' (T18.VII.8:4). In plaats van je lichaam te gebruiken voor het vervullen van de behoeften van je afgescheiden zelf, zul je het gebruiken voor het doel van de Heilige Geest.
(Toelichtingen door Robert Perry)