Hoofdstuk 13
De schuldeloze wereld
'
VII. Het bereiken van de werkelijke wereld
1. Zit in stilte en kijk naar de wereld die je ziet, en zeg tegen jezelf: ‘De werkelijke wereld is niet als deze. Ze heeft geen gebouwen en er zijn geen straten waarin mensen alleen en afgezonderd wandelen. Er zijn geen winkels waar mensen een eindeloze lijst dingen kopen die ze niet nodig hebben. Ze wordt niet door kunstlicht verlicht, en de nacht valt niet over haar. Er is geen dag die daagt en verschemert. Er is geen verlies. Niets is daar of het straalt, en straalt voor eeuwig.’
Toepassing : Deze alinea is eigenlijk een oefening. Laten we dus enkele minuten de tijd nemen om te doen wat ze zegt.
Er is een wereld die volkomen tegengesteld is aan de wereld waar ik naar kijk. Alles wat ik hier zie bevat afgescheidenheid, verschillende tinten licht en duisternis en potentieel verlies. In de werkelijke wereld is hier geen sprake van. Het is een wereld van zuiver licht en pure liefde. In deze paragraaf legt Jezus uit hoe we deze wereld kunnen bereiken.
(Toelichtingen door Robert Perry)
2. De wereld die je ziet moet worden ontkend, want het zien daarvan gaat ten koste van een ander soort visie. Je kunt niet beide werelden zien, want elk ervan behelst een ander soort zien, en hangt af van wat jij koestert. Je kunt de ene zien omdat je de andere hebt ontkend. Beide zijn ze niet waar, maar elk van beide zal je even werkelijk toeschijnen als de mate waarin die jou dierbaar is. En toch is hun macht niet dezelfde, want hun werkelijke aantrekkingskracht op jou is ongelijk.
De wereld die we met onze fysieke ogen zien lijkt een feit te zijn. Maar we zouden de andere wereld, de werkelijke wereld, nú kunnen zien, als we bereid zouden zijn om met andere ogen te kijken — met onze 'innerlijke ogen'. Daarvoor moeten we veranderen waar we waarde aan hechten. We zien de fysieke wereld omdat we de werkelijke wereld ontkennen, en koesteren wat de ogen van ons lichaam waarnemen. Maar we kunnen daarmee stoppen en in plaats daarvan waarde toekennen aan de werkelijke wereld. Dan beginnen we deze te zien.
Met andere woorden: elk van beide werelden die beide in feite 'niet waar' oftewel illusies zijn zijn voor ons even werkelijk als de mate waarin we er waarde aan hechten. De aantrekkingskracht van de werkelijke wereld is in feite echter groter dan die van de fysieke wereld, en daarom 'is hun macht niet dezelfde'.
(Toelichtingen door Robert Perry)
3. Jij wilt de wereld die je ziet niet werkelijk, want ze heeft jou sinds het begin der tijden teleurgesteld. De woningen die je hebt gebouwd, hebben je nooit beschutting geboden. De wegen die je hebt aangelegd, hebben jou nergens heengeleid en geen stad die je gebouwd hebt heeft de aanslag van de tand des tijds doorstaan. Er is niets wat jij hebt gemaakt wat niet het merkteken draagt van de dood. Laat het je niet dierbaar zijn, want het is oud en moe en klaar om al tot stof weer te keren nog voor je het goed en wel hebt gemaakt. Deze smartelijke wereld heeft niet de macht de levende wereld ook maar enigszins te beroeren. Die macht kun je haar niet geven, en dus kun je, hoewel jij je in droefheid van haar afwendt, er niet de uitweg in vinden die naar een andere wereld leidt.
Jezus ziet onze pogingen om geluk te vinden in deze wereld. Hij ziet onze hoop wanneer we een nieuw huis bouwen, een nieuwe weg aanleggen, of een nieuwe stad bouwen. En hij ziet onze teleurstelling als we beseffen dat ons leven niet is veranderd. Hij ziet ons proberen geluk uit deze vormen te halen, totdat ze beginnen af te brokkelen en vervallen tot het stof waaruit ze zijn gemaakt — tot het huis is gesloopt, de weg overwoekerd is met onkruid en de stad bedekt is met zand. Hij ziet ons dit steeds opnieuw doen, eeuw na eeuw, altijd zoekend en nooit vindend. Wij blijven hopen dat er hier in de wereld iets is dat ons naar een magische plek zal brengen waar we, zonder onze denkgeest te hoeven veranderen, het paradijs zullen vinden. Maar het paradijs is de werkelijke wereld, en dat is geen plaats. Het is een wereld van uitsluitend liefdevolle gedachten, waar de liefde in onszelf alles ziet als een uiting van liefde of een roep erom.
(Toelichtingen door Robert Perry)
4. De werkelijke wereld heeft daarentegen de macht jou zelfs hier te beroeren, want jij hebt haar lief. En wat jij met liefde roept zal tot je komen. Liefde antwoordt altijd, want ze is niet in staat een roep om hulp te negeren, of geen gehoor te geven aan de kreten van pijn die tot haar opstijgen uit elk deel van deze vreemde wereld die jij wel gemaakt hebt, maar niet wilt. Al wat je nodig hebt om deze wereld weg te geven in blije ruil voor wat jij niet hebt gemaakt, is de bereidwilligheid te leren dat degene die jij gemaakt hebt vals is.
Terwijl we hier verblijven verlangen we naar een andere wereld, een ander soort leven. Ons hart roept om de liefde van de werkelijke wereld, en zij hoort en beantwoordt die roep. Maar zolang we waarde hechten aan de door ons gemaakte wereld kunnen we dat antwoord niet horen. Daar is meer voor nodig dan een verlangen. We moeten accepteren dat deze wereld ons niet kan geven wat we nodig hebben; we moeten accepteren dat ze niet substantieel is, dat ze 'vals' is, een illusie. Ze is niet werkelijk. Ze bestaat niet. Zijn we bereid dat te erkennen?
(Toelichtingen door Robert Perry)
5. Je hebt je vergist in wat de wereld is, omdat jij jezelf verkeerd beoordeeld hebt. Wat zou je dan vanuit zo’n verwrongen referentiekader kunnen zien? Alle zien begint bij de waarnemer, die beoordeelt wat waar is en wat onwaar. En wat hij onwaar oordeelt, ziet hij niet. Jij die de werkelijkheid wilt beoordelen, kunt die niet zien, want telkens wanneer er een oordeel binnensluipt, is de werkelijkheid je ontglipt. Wat uit het hart* is, is ook uit het oog, want wat genegeerd wordt, is wel aanwezig, maar wordt niet herkend. Christus is er nog steeds, hoewel je Hem niet kent. Zijn Wezen is niet op jouw herkenning aangewezen. Hij leeft in jou in het vredige heden, en wacht tot jij het verleden achterlaat en de wereld binnengaat die Hij jou vol liefde aanreikt.
De waarneming van de wereld vloeit voort uit de waarneming van onszelf. We zien een niet-bestaande wereld omdat we een niet-bestaand zelf zien. We kijken naar binnen en zien een vals zelf; vervolgens kijken we naar buiten en zien dit valse zelf overal weerspiegeld. Als gevolg daarvan zien we de fysieke wereld als werkelijk en wordt de werkelijke wereld onzichtbaar.
Om de werkelijke wereld te kunnen zien, moeten we onze oordelen loslaten. Zolang we denken dat we zelf kunnen beslissen wat waar en wat onwaar is, verblinden we onszelf voor de werkelijkheid. Maar dat betekent niet dat ze er niet is. Christus is nog steeds in ons, en Hij wacht tot wij Hem aanvaarden als ons ware Zelf, zodat Hij ons de werkelijke wereld binnen kan leiden.
(Toelichtingen door Robert Perry)
6. Er is niemand in deze wereld vol afleidingen die niet van de andere wereld om hem heen enkele glimpen opgevangen heeft. Maar zolang hij aan die van hem nog steeds waarde toekent, zal hij het schouwen van de andere wereld ontkennen, waarbij hij volhoudt dat hij liefheeft wat hij niet liefheeft, waardoor hij de door de liefde aangewezen weg niet volgt. Liefde leidt met zoveel vreugde! Wanneer je Hem volgt zul je je erover verheugen dat je Zijn gezelschap hebt gevonden en van Hem de vreugdevolle thuisreis hebt geleerd. Jij wacht alleen op jezelf. Afzien van deze droevige wereld en je dwalingen verruilen voor de vrede van God is slechts jouw wil. En Christus zal je steeds de Wil van God schenken, in de erkenning dat jij die met Hem deelt.
De eerste zin is uitermate belangrijk. Als we lezen dat we een wereld kunnen zien die onze fysieke ogen niet kunnen zien, lijkt dat onmogelijk. Maar Jezus zegt hier dat ieder van ons ooit 'enkele glimpen' van de werkelijke wereld heeft opgevangen. Dat gebeurt bijvoorbeeld wanneer we het gevoel hebben dat een bepaalde persoon, gebeurtenis of situatie iets uitstraalt dat we niet kunnen zien en niet kunnen benoemen, maar waar we vredig en vreugdevol van worden. Of wanneer we ons verwonderen over een ingeving waarvan we zeker weten dat we die niet zelf bedacht kunnen hebben.
Ondanks deze glimpen van de werkelijke wereld houden we echter vol dat we van de fysieke wereld houden. Koppig verdedigen we alles wat ze volgens ons te bieden heeft. Maar wanneer we uiteindelijk voor de Heilige Geest kiezen en Hem volgen, volgen we onze ware wil. Dan beginnen we samen met Hem onze reis, vol vreugde over Zijn gezelschap en over het feit dat we naar huis gaan.
Toepassing : Denk aan een glimp van de werkelijke wereld die je ooit hebt opgevangen in een persoon, een gebeurtenis, een situatie of in jezelf. Stel jezelf dan de vraag:
Als ik in een wereld zou kunnen zijn waarin alles is zoals dit, zou de wereld waarin ik nu denk te leven mij dan iets kunnen bieden dat hiermee te vergelijken is?
(Toelichtingen door Robert Perry)
7. Het is Gods Wil dat niets dan Hijzelf Zijn Zoon raakt, en dat niets anders hem genaakt. Hij is even behoed voor pijn als God Zelf, die in alles over hem waakt. De wereld om hem heen straalt van liefde omdat God hem in Hemzelf een plaats gegeven heeft waar pijn afwezig is en waar liefde hem zonder eind en zonder smet omringt. Nooit kan er een verstoring van zijn vrede plaatsvinden. In volmaakte innerlijke gezondheid aanschouwt hij de liefde, want ze is in hem en overal rondom hem aanwezig. Hij moet de wereld van pijn wel ontkennen zodra hij de armen van de liefde om zich heen ziet. En vanuit deze plaats van geborgenheid kijkt hij vredig om zich heen en ziet hij in dat de wereld één met hem is.
Toepassing : Dit is een schitterende beschrijving van de werkelijke wereld. De impact ervan kan ons echter gemakkelijk ontgaan, omdat ze geschreven is in de derde persoon. Laten we de tekst daarom nogmaals lezen in de eerste persoon. Lees langzaam en aandachtig, en vooral: ga ervan uit dat elk woord waar is:
Het is Gods Wil dat niets dan Hijzelf mij raakt, en dat niets anders mij genaakt.
Ik ben even behoed voor pijn als God Zelf, die in alles over mij waakt.
De wereld om mij heen straalt van liefde omdat God mij in Hemzelf een plaats gegeven heeft waar pijn afwezig is en waar liefde mij zonder eind en zonder smet omringt.
Nooit kan er een verstoring van mijn vrede plaatsvinden.
In volmaakte innerlijke gezondheid aanschouw ik de liefde, want ze is in mij en overal rondom mij aanwezig.
Ik moet de wereld van pijn wel ontkennen zodra ik de armen van de liefde om mij heen zie.
En vanuit deze plaats van geborgenheid kijk ik vredig om mij heen en zie ik in dat de wereld één met mij is.
(Toelichtingen door Robert Perry)
8. De vrede van God gaat alleen jouw begrip te boven in het verleden. Toch is ze hier, en kun jij die nu begrijpen. God heeft Zijn Zoon voor eeuwig lief, en Zijn Zoon beantwoordt voor eeuwig de Liefde van zijn Vader. De werkelijke wereld is de weg die jou leidt tot de herinnering van dat ene dat volkomen waar en volkomen van jou is. Want al het andere heb jij jezelf in de tijd geleend, en dat zal wegsterven. Maar dit ene is altijd van jou, daar het Gods gave is aan Zijn Zoon. Jouw ene werkelijkheid werd je gegeven, en krachtens haar schiep God jou één met Hem.
Alles in deze wereld is een tijdelijke en vergankelijke lening, maar de werkelijke wereld is de herinnering 'van dat ene dat volkomen waar en volkomen van jou is'. Ze behoort nog tot het rijk van de waarneming, maar haar waarnemen betekent dat we ons voorbereiden op onze terugkeer naar wat nooit voorbijgaat: Gods eeuwige liefde voor ons, en onze eeuwige liefde voor Hem.
(Toelichtingen door Robert Perry)
9. Je zult eerst dromen van vrede, en er vervolgens toe ontwaken. Je eerste ruil van wat je hebt gemaakt voor wat jij wilt, is het inruilen van nachtmerries voor de gelukkige dromen van liefde. Hierin liggen je ware waarnemingen besloten, want de Heilige Geest corrigeert de wereld van dromen, waar alle waarneming zich bevindt. Kennis behoeft geen correctie. Echter, de dromen van liefde leiden tot kennis. Daarin zie je niets angstwekkends, en hierom zijn ze het welkom dat jij kennis bereidt. Liefde wacht op een welkom, niet op de tijd, en de werkelijke wereld is niets anders dan jouw welkom van wat altijd was. De roep van vreugde ligt er dan ook in besloten, en je blijde respons is je ontwaken tot wat jij niet verloren hebt.
De werkelijke wereld is nog steeds een waarneming — hoewel ware waarneming — en dus een illusie. Het is een toestand die volkomen vrij is van angst en vertegenwoordigt ons welkom aan eeuwige liefde. Het is een toestand waarin we de roep van de vreugde van de Hemel ervaren, die ons uitnodigt om te ontwaken tot wat we nooit verloren hebben. Het gaat dus niet om een specifieke beslissing die we moeten nemen. Het gebeurt niet tijdens een bijzondere meditatie. Het is geen speciale gebeurtenis in de tijd. De laatste stap vóór ons definitief ontwaken is leven in een bepaalde toestand — de toestand die de Cursus de werkelijke wereld noemt (of een gelukkige droom, wat een gelukkige zijnstoestand is in de droom, geen toestand van gelukkigmakende gebeurtenissen in de droom). De werkelijke wereld is een algemene, stabiele zijnstoestand van liefdevolle gedachten. Onze bereidheid om die staat te bereiken is onze bereidheid om voorgoed bij God te zijn.
(Toelichtingen door Robert Perry)
10. Prijs dan de Vader voor de volmaakte innerlijke gezondheid van Zijn hoogst heilige Zoon. Jouw Vader weet dat jij niets behoeft. In de Hemel is dit zo, want wat zou je in de eeuwigheid nodig kunnen hebben? In jouw wereld heb je wel degelijk dingen nodig. Het is een wereld van schaarste waarin jij je bevindt omdat het jou aan iets ontbreekt. Maar kun jij jezelf in zo’n wereld wel vinden? Zonder de Heilige Geest zou het antwoord nee zijn. Maar dankzij Hem is het antwoord een vreugdevol ja! Als Middelaar tussen de twee werelden weet Hij wat jij nodig hebt en wat jou geen verdriet zal doen. Eigendom is een gevaarlijk begrip als het aan jou wordt overgelaten. Ten behoeve van verlossing wil het ego dingen hebben, want bezit is zijn wet. Bezit omwille van bezit is het basiscredo van het ego, een essentiële hoeksteen in de kerken die het bouwt voor zichzelf. En het eist dat jij alles bij zijn altaar legt wat het je gebiedt te vergaren, zodat jij er geen vreugde aan overhoudt.
Deze paragraaf ging tot nu toe over het bereiken van de werkelijke wereld, waar we uiteindelijk onvermijdelijk voor zullen kiezen omdat we innerlijk volmaakt gezond zijn. Nu schakelt Jezus over naar een bespreking van behoeften, die fascinerende verklaringen over dingen bevat. Met 'dingen' bedoelt Jezus aardse dingen, met name materiële bezittingen. In de Hemel hebben we niets nodig, maar in de wereld hebben we behoefte aan aardse dingen. Hoe kunnen we in onze aardse behoeften voorzien op een manier die onze reis van de fysieke naar de werkelijke wereld ondersteunt?
Als we de Heilige Geest niet zouden hebben om ons te leiden, zouden we altijd de behoeften van het ego dienen. Voor het ego betekent het bezit van dingen verlossing. Maar wanneer we ons identificeren met onze bezittingen, ketenen we onszelf aan deze wereld en gaan we niet op zoek naar ons ware zelf.
Gelukkig is de Heilige Geest er om ons te helpen. Hij weet welke dingen we echt nodig hebben zolang we hier zijn, en welke dingen alleen maar offergaven zijn voor het ego. Als Bemiddelaar tussen de beide werelden weet Hij hoe we in onze aardse behoeften kunnen voorzien op een manier die ons niet aan deze wereld ketent, maar onze reis naar de werkelijke wereld juist vergemakkelijkt.
(Toelichtingen door Greg Mackie)
11. Alles waarvan het ego je zegt dat je het nodig hebt zal jou verdriet doen. Want hoewel het ego jou steeds opnieuw aanspoort iets te vergaren, laat het jou niets, want wat je verwerft eist het van je op. Ja, aan dezelfde handen die het hebben bijeengegraaid, zal het worden ontrukt en in het stof gesmeten. Want waar het ego verlossing ziet, ziet het afscheiding, en zo verlies jij alles wat je in zijn naam hebt verworven. Vraag dan ook niet aan jezelf wat jij nodig hebt, want dat weet je niet, en eigenraad doet pijn. Want wat jij nodig meent te hebben zal alleen dienen om jouw wereld af te schermen tegen het licht, en jou onwillig maken om de waarde die deze wereld werkelijk voor je bevatten kan in twijfel te trekken.
Ons leven wijden aan het verwerven van aardse dingen waarvan het ego zegt dat we ze nodig hebben, zal ons altijd pijn doen. Want terwijl we tegen onszelf zeggen dat we iets winnen, zullen we in werkelijkheid verliezen. We verliezen, omdat niets in deze wereld blijvend is en we uiteindelijk alles weer kwijtraken. En we verliezen omdat alle dingen van de wereld symbolen zijn van de afscheiding, wat ons alleen maar verdriet bezorgt. Het grootste verlies is echter niet het kwijtraken van de dingen zelf, maar van het zicht op het licht van de werkelijke wereld.
De eerste stap is dus ophouden met aan onszelf te vragen wat we nodig hebben, want we vragen de verkeerde dingen die ons alleen maar pijn zullen doen. De enige waarde die deze wereld bezit is dat ze kan dienen als klaslokaal, waarin we leren wat waar en wat onwaar is.
(Toelichtingen door Greg Mackie)
12. Alleen de Heilige Geest weet wat jij nodig hebt. Want Hij zal jou alles geven wat de weg naar het licht niet verspert. En wat anders zou je nodig hebben? In de tijd geeft Hij je alle dingen die je hebben moet, en zal die vernieuwen zolang jij ze nodig hebt. Hij zal jou niets ontnemen zolang je het maar enigszins nodig hebt. En toch weet Hij dat alles wat je nodig hebt tijdelijk is, en slechts zal voortduren tot je van al je behoeften afstapt en beseft dat ze allemaal zijn vervuld. Daarom investeert Hij niet in de dingen waarin Hij voorziet, behalve om Zich ervan te vergewissen dat jij ze niet gebruikt om te talmen in de tijd. Hij weet dat jij daar niet thuis bent, en Hij wil dat geen vertraging jouw blijde thuiskomst verlaat.
Wij weten echt niet wat we hier in de wereld werkelijk nodig hebben, maar de Heilige Geest weet dat wel, en Hij zal ons ervan voorzien. Hij zal ons alles geven wat we nodig hebben — zolang het 'de weg naar het licht niet verspert'. Het verschil met de hebzucht van het ego is dat de Heilige Geest ons dingen geeft om Zijn doel te dienen. Het ego spoort ons aan om dingen te verwerven om ons aan de wereld te ketenen; de Heilige Geest geeft ons alleen dingen die onze reis naar de werkelijke wereld vergemakkelijken. Het ego investeert in bezittingen omdat het daarin zijn verlossing ziet; de Heilige Geest investeert niet in aardse dingen. Hij wil er alleen zeker van zijn dat we ze niet gebruiken om verlossing uit te stellen. Het ego verwerft dingen om het bezit op zichzelf; de Heilige Geest geeft ons dingen als een middel om te voorzien in onze aardse behoeften, terwijl we op weg zijn naar het besef dat al onze behoeften reeds zijn vervuld en we niets meer nodig hebben.
(Toelichtingen door Greg Mackie)
13. Laat je behoeften dus maar over aan Hem. Hij zal erin voorzien zonder de minste nadruk erop te leggen. Wat van Hem tot jou komt, komt zonder dreiging, want Hij zal ervoor zorgen dat het nooit een donkere plek kan worden, verborgen in je denkgeest en daar bewaard om jou pijn te doen. Onder Zijn leiding zul je lichtvoetig over lichte wegen reizen, want Zijn zicht is immer gericht op het einde van de reis, dat Zijn doel is. Gods Zoon is geen reiziger die buitenwerelden bereist. Hoe heilig zijn waarneming ook mag worden, er is geen wereld buiten hemzelf die zijn erfgoed bevat. In zichzelf heeft hij aan niets behoefte, want licht behoeft niets anders dan in vrede te schijnen, en toe te laten dat de stralen in stilte worden uitgebreid, vanuit zichzelf tot in de oneindigheid.
De eerste twee zinnen beschrijven de zienswijze van de Heilige Geest over aardse behoeften. Hij weet wat we écht nodig hebben, maar door daar geen nadruk op te leggen helpt Hij ons weerstand te bieden aan de verleiding om dingen te verwerven ten gunste van het ego, 'verborgen in je denkgeest en daar bewaard om jou pijn te doen'. Door ons geen zorgen te maken over de vervulling van onze behoeften, en het doel van onze reis voor ogen te houden, kunnen we 'lichtvoetig over lichte wegen reizen'.
(Toelichtingen door Greg Mackie)
14. Telkens wanneer je in de verleiding komt een nutteloze reis te maken die jou weg zou voeren van het licht, herinner je dan wat jij werkelijk wilt en zeg:
De Heilige Geest leidt me naar Christus,
en waarheen zou ik anders willen gaan?
Welke andere behoefte heb ik dan te ontwaken in Hem?
15. Volg Hem dan in vreugde, vol vertrouwen dat Hij je veilig leiden zal langs elke bedreiging van je innerlijke vrede waarmee deze wereld jou mogelijk confronteert. Kniel niet voor de altaren neer om te offeren, en streef niet na wat jij zeker zult verliezen. Neem genoegen met wat je even zeker zult behouden, en wees niet rusteloos, want jij onderneemt een vredige reis naar de vrede van God, waar Hij wil dat jij in rust verkeert.
Toepassing : Denk aan enkele aardse dingen die je nodig denkt te hebben om gelukkig te kunnen zijn; dingen die je zouden kunnen verleiden om 'een nutteloze reis te maken', weg van het licht. Pas dan de volgende woorden daarop toe:
Ik zal niet aan mezelf vragen wat ik nodig heb, want dat weet ik niet, en mijn advies aan mezelf zal me pijn doen.
Alleen de Heilige Geest weet wat ik werkelijk nodig heb.
Daarom laat ik mijn behoeften over aan Hem.
Hij zal ze vervullen zonder er nadruk op te leggen.
Wat van Hem komt is veilig, want Hij zorgt ervoor dat het nooit een donkere plek wordt, verborgen in mijn denkgeest en daar bewaard om mij pijn te doen.
Hij leidt mij langs elke bedreiging van mijn innerlijke vrede waarmee deze wereld mij confronteert.
Hij vervult mijn aardse behoeften alleen om mijn echte behoefte te dienen: het bereiken van de vrede van God.
(Toelichtingen door Greg Mackie)
16. In mij heb je reeds iedere verleiding overwonnen die jou zou kunnen tegenhouden. We bewandelen tezamen de weg naar rust die Gods gave is. Laat mij jou dierbaar zijn, want wat behalve jouw broeders kun jij nodig hebben? We zullen je opnieuw de innerlijke vrede brengen die we samen moeten vinden. De Heilige Geest zal je leren tot ons en tot jouzelf te ontwaken. Dit is de enige werkelijke behoefte die in de tijd moet worden vervuld. Alleen hierin schuilt de verlossing van de wereld. Mijn vrede geef ik je. Neem haar van mij aan in blije ruil voor alles wat de wereld alleen geschonken heeft om weer weg te nemen. En over het droeve gelaat van de wereld zullen we haar uitspreiden als een sluier van licht, waarin we onze broeders voor de wereld en de wereld voor hen verborgen houden.
Wat is ons dierbaar? Als we eerlijk zijn moeten we toegeven dat dit meestal de dingen van de wereld zijn. Maar Jezus vraagt ons hier: 'laat mij jou dierbaar zijn'. De reden daarvoor is dat hij alle verleidingen waar wij nog mee worstelen al heeft overwonnen: 'Heb goede moed, ik heb de wereld overwonnen' (Johannes 16:33). Als hij ons dierbaar is, hebben we deel aan de vrede die hij zo graag met ons wil delen: 'Mijn vrede geef ik u. Niet zoals de wereld die geeft, geef ik hem u' (Johannes 14:27). Hij wil niets anders dan ons bevrijden van de ketenen van het waarderen van de armzalige dingen van de wereld.
Als hij ons dierbaar is, zijn al onze broeders ons dierbaar, en dit is onze enige behoefte in deze wereld: ons verenigen met onze broeders en ontwaken tot onze gezamenlijke Identiteit als Christus.
(Toelichtingen door Greg Mackie)
17. Niemand kan als eenling de lofzang der verlossing zingen. Mijn taak is niet ten einde eer ik iedere stem samen met de mijne verheven heb. En toch is ze de mijne niet, want zoals ze mijn gave is aan jou, zo was ze de gave van de Vader aan mij, mij door Zijn Geest gegeven. Haar klank zal verdriet verdrijven uit de denkgeest van Gods hoogst heilige Zoon, waar geen smart verblijven kan. Genezing is nodig in de tijd, want waar smart woont kan vreugde haar eeuwige rijk niet vestigen. Jij woont niet hier, maar in de eeuwigheid. Je reist slechts in dromen, terwijl jij veilig thuis bent. Breng dank aan ieder deel van jou dat jij geleerd hebt zich jou te herinneren. Zo brengt de Zoon van God daadwerkelijk dank aan zijn Vader voor zijn zuiverheid.
Laten we het onder ogen zien — de wereld is een trieste plek. We blijven onszelf voorhouden dat we gelukkig zullen zijn als we maar genoeg aardse dingen verwerven, maar zelfs de rijkste mensen zijn verdrietig als ze de vrede van God missen. Jezus wil ons bevrijden. Hij zingt de lofzang van verlossing en roept ons op om ons bij hem te voegen. Dit lied 'zal verdriet verdrijven uit de denkgeest van Gods hoogst heilige Zoon, waar geen smart verblijven kan'. Het is het lied van genezing dat de wereld moet horen, en we nodigen al onze broeders uit om het samen met ons te zingen. Door genezing uit te breiden en het geschenk van dankbaarheid aan te bieden aan iedereen, onderwijzen we de waarheid van wie we zijn en wie zij zijn, en zullen we ons herinneren dat ons werkelijke thuis bij onze Vader in de hemel is een thuis waar we geen behoeften hebben, een thuis dat we nooit hebben verlaten.
(Toelichtingen door Greg Mackie)
* In het Engels luidt de uitdrukking: ‘out of sight, out of mind’. Men dient hier dan ook de letterlijke vertaling mee te laten klinken: het is uit de gedachten, men denkt er niet meer aan.
'