De betekenis van wonderen

I. De principes van wonderen

 

Klik op elk afzonderlijk principe voor meer uitleg door Kenneth Wapnick over dit bepaald principe.

 

1. Wonderen kennen geen rangorde naar moeilijkheid. Het ene is niet ‘moeilijker’ of ‘groter’ dan het andere. Ze zijn allemaal gelijk. Alle uitingen van liefde zijn maximaal.

 

De Cursus verwijst voortdurend naar dit eerste principe. Stel je voor dat je dit werkelijk gelooft. Stel je voor hoe je dan naar je problemen zou kijken. Dan zou je werkelijk geloven wat les 38 je laat zeggen: 'In de situatie met betrekking tot ....... waarin ik mezelf zie, is er niet wat mijn heiligheid niet kan'.

Toepassing : Neem even de tijd om dit te herhalen, en pas het toe op een probleem waar je op dit moment mee worstelt.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

2. Op zichzelf zijn wonderen niet van belang. Het enige wat telt is hun Bron, die elke waardebepaling verre overstijgt.

 

3. Wonderen gebeuren van nature als uitingen van liefde. Het echte wonder is de liefde die ze inspireert. In die zin is alles wat uit liefde voortkomt een wonder.

 

Deze beide principes maken wonderen tot een aardse uitdrukking van een spirituele bron: God, oftewel Liefde. Beide maken duidelijk dat die Bron belangrijker is dan de uitdrukking ervan in de wereld. Liefde schijnt alles weg wat niet-liefde is. Door zichzelf te zijn geneest ze ziekte, verlicht ze zorgen, en verdrijft ze haat. Zoals de Inleiding zegt kent ze geen tegendeel.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

4. Alle wonderen betekenen leven, en God is de Schenker van leven. Zijn Stem zal je heel specifiek leiden. Al wat je moet weten zal jou worden verteld.

 

Het gaat erom dat je niet zelf beslist wat je als wonderdoener te doen staat. Maak je geen zorgen over de details van het schenken van wonderen, maak geen plannen. Als je in contact blijft met de Stem namens God, de Heilige Geest, zal Hij je leiden. In de wereld moet je wel plannen maken, maar met betrekking tot wonderen kun je de planning beter in meer bekwame Handen leggen.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

5. Wonderen zijn gewoonten, en horen onopzettelijk te zijn. Ze dienen niet onder bewuste controle te staan. Bewust geselecteerde wonderen kunnen een product van misleiding zijn.

 

Wonderen vinden plaats via jou. Ze moeten onopzettelijk zijn, zoals automatisch met je ogen knipperen als iets voorbij flitst. Liefde uiten moet even vanzelfsprekend zijn als het beschermen van je lichaam. Het gaat om het contrast tussen onopzettelijke wonderen en wonderen die jij zelf uitkiest, gebaseerd op je persoonlijke voorkeuren. Wanneer een wonder spontaan via jou plaatsvindt, treft het evengoed een vreemde als iemand van wie je houdt. Wanneer je daarentegen zelf iemand selecteert, bén je selectief. En daarmee wordt je kracht als wonderdoener onbetrouwbaar (H25.5:6).

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

6. Wonderen zijn natuurlijk. Wanneer ze uitblijven, is er iets misgegaan.

 

In onze wereld zijn wonderen een uitzondering, maar ze zouden regel moeten zijn. Dit principe wordt in het Tekstboek vele malen herhaald, dus blijkbaar is het belangrijk.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

7. Wonderen zijn ieders recht, maar eerst is zuivering noodzakelijk.

 

Cursusstudenten vragen vaak wat er bedoeld wordt met 'zuivering'. Het kan niet de zuivering van het lichaam zijn, want dat is in strijd met de leer van de Cursus. Het kan ook niet verwijzen naar zuivering van de geest, want als geest zijn we volmaakt zuiver. Het moet dus gaan over de zuivering van ons denken. De volgende zin in het Werkboek zegt hetzelfde: 'Jouw dienaarschap begint wanneer al je gedachten gezuiverd zijn' (WdI.151.15:2).

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

8. Wonderen genezen doordat ze een gemis aanvullen; ze worden door hen die tijdelijk meer hebben, verricht voor hen die tijdelijk minder hebben.

 

Cursusstudenten zien een wonder vaak uitsluitend als iets persoonlijks, als een innerlijke omslag in waarneming. Deze eerste principes maken echter duidelijk dat wonderen ook als een genezend geschenk aan elkaar gegeven moeten worden. Zo worden ze in de Cursus ook beschreven. 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

9. Wonderen zijn een soort uitwisseling. Zoals alle uitingen van liefde, die in de ware zin altijd wonderbaarlijk zijn, draait deze uitwisseling de natuurkundige wetten om. Ze brengen gever en ontvanger beiden meer liefde.

 

Onze tegenzin om te geven komt hoofdzakelijk voort uit angst voor verlies. Want wij denken dat we kwijt zijn wat we geven. Een wonder is echter liefde, en wanneer we liefde geven, neemt onze eigen liefde toe.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

10. Het gebruik van wonderen als een spektakel om geloof op te wekken is een misvatting van hun bedoeling.

 

Wonderen zijn niet bedoeld als een oproep tot geloof. Ze zijn een geschenk dat voortkomt uit geloof. Ze zijn de vrucht van geloof — niet het geloof in een bepaalde religie, maar in de liefdevolle macht om door middel van een wonder liefde uit te breiden. Jezus zei vaak tegen degenen die een wonder ontvingen: 'Je geloof heeft je genezen'.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

11. Gebed is het medium van wonderen. Het is een middel tot communicatie van het geschapene met de Schepper. Door gebed wordt liefde ontvangen, en door wonderen wordt liefde geuit.

 

Wanneer we iemand een wonder schenken, gebeurt dat niet vanuit onze eigen beperkte voorraad. Door gebed ontvangen we het eerst van God, en vervolgens geven we het door vanuit Zijn onbeperkte schatkist.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

12. Wonderen zijn gedachten. Gedachten kunnen het lagere of lichamelijke ervaringsniveau vertegenwoordigen, of het hogere of geestelijke ervaringsniveau. Het ene maakt het fysieke, en het andere schept het geestelijke.

 

13. Wonderen zijn zowel begin- als eindpunten en wijzigen zo de tijdsorde. Ze zijn steeds weer bekrachtigingen van wedergeboorte, die achteruit lijken te gaan maar in wezen vooruit gaan. Ze maken het verleden ongedaan in het heden en bevrijden zo de toekomst.

 

Een wonder wijzigt de tijdsorde omdat het tegelijkertijd begin en einde is van onze reis. Het lange, moeizame middengedeelte is er tussenuit gesneden. Waar anders een langdurig proces voor nodig zou zijn, wordt nu in een oogwenk bereikt. Daarmee maakt het 't verleden ongedaan en opent het een nieuwe toekomst. En wat willen we liever dan dat? (Zie voor meer informatie over 'verkorten van tijd' bij T1.II.4-6).

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

14. Wonderen getuigen van de waarheid. Ze zijn overtuigend omdat ze uit overtuiging voortkomen. Zonder overtuiging ontaarden ze in magie, die onnadenkend en daardoor destructief is, of liever, een niet creatief gebruik van de denkgeest.

 

Wonderen zijn geen machtsvertoningen, die ten doel hebben te laten zien hoe geweldig jij, wonderdoener, bent. Om een wonder te kunnen verrichten moet je enige bedoeling zijn iets voor een ander te doen, omdat je oprecht van hem of haar houdt en overtuigd bent zijn van zijn of haar grenzeloze waarde. Het gaat niet om uiterlijk vertoon.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

15. Elke dag behoort aan wonderen te zijn gewijd. Het doel van de tijd is jou de gelegenheid te geven te leren de tijd constructief te gebruiken. Zo is het een leermiddel op een doel gericht. De tijd zal ophouden wanneer hij niet langer van nut is om het leerproces te vergemakkelijken.

 

Elke dag wijden aan je spirituele doel is een thema dat als een rode draad door de hele Cursus loopt, vooral in het Werkboek.

 

Toepassing : Stel je voor dat je 's morgens wakker wordt en slechts één doel hebt voor de dag die voor je ligt: het schenken van wonderen. Het volgend gebed kan hierbij behulpzaam zijn:

Help mij vandaag de wonderen te doen die u wilt dat ik doe.

Wanneer we geleerd hebben om elke dag uitsluitend te wijden aan het schenken van wonderen, kan de tijd ons niets meer leren en zullen we uit zijn slaap ontwaken in het licht van de eeuwigheid.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

16. Wonderen zijn leermiddelen waarmee wordt gedemonstreerd dat het even zalig is te geven als te ontvangen. Ze vergroten de kracht van de gever en verlenen tegelijkertijd de ontvanger kracht.

 

Dit principe benadrukt, evenals principe 9, een cruciaal thema van de Cursus: wat je geeft verlies je niet, maar wordt juist vermeerderd. Ook al ervaar je dat niet meteen, de voorraad waaruit je hebt geput is toegenomen. Werkelijk geven maakt de ontvanger niet zwakker (door hem te zien als gebrekkig en behoeftig), maar juist sterker, omdat werkelijk geven gebaseerd is op de erkenning van zijn waardigheid.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

17. Wonderen overstijgen het lichaam. Het zijn plotselinge verschuivingen naar onzichtbaarheid, weg van het lichamelijke niveau. Dat is de reden waarom ze genezen.

 

De uitdrukking 'verschuivingen naar onzichtbaarheid' verwijst naar het ervaren van een moment van ware visie door de wonderdoener, waarin hij voorbij het onvolmaakte lichaam van de ontvanger naar diens volmaakte werkelijkheid kijkt. Dit is onzichtbaar voor onze fysieke ogen, maar het is deze ware waarneming die geneest.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

18. Een wonder is een dienst. Het is de maximale dienst die jij een ander kunt bewijzen. Het is een manier om je naaste lief te hebben als jezelf. Je herkent op hetzelfde moment je eigen waarde en die van je naaste.

 

Hier zien we de opvatting van de Cursus over dienstbaarheid. Iemand een wonder schenken is hem dienen. Wanneer je een dakloze geld of kleren geeft, met de intentie om zijn werkelijke waarde te erkennen, is het werkelijke geschenk een wonder: jouw waarneming dat hij meer is dan een lichaam, waardevoller dan welke aardse koning dan ook.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

19. Wonderen verenigen denkgeesten in God. Ze zijn aangewezen op samenwerking omdat het Zoonschap de som is van al wat God geschapen heeft. Wonderen weerspiegelen daarom de wetten van de eeuwigheid, niet van de tijd.

 

Het gaat bij 'samenwerking' niet om een groep arbeiders in een fabriek, maar om het lichaam van Christus, waarin de schijnbaar afgescheiden denkgeesten van de Zoon van God verenigd zijn. Het gaat ook niet om het produceren van auto's, maar om het werk waartoe we allen geroepen zijn: het verlossen van de wereld door middel van vergeving.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

20. Wonderen roepen weer het bewustzijn wakker dat de geest, en niet het lichaam, het altaar van de waarheid is. Dit is het besef dat tot de genezende kracht van het wonder leidt.

 

Zoals Principe 17 zei, is een wonder genezend doordat het aan het lichaam voorbijziet. Het ziet dat de waarheid niet in het lichaam gevonden kan worden, maar in de geest.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

21. Wonderen zijn de natuurlijke tekenen van vergeving. Door wonderen aanvaard je Gods vergeving door die naar anderen uit te breiden.

 

In een wonder druk je vergeving uit. Je vertelt iemand — meer door je houding dan door woorden — dat hij is vergeven, dat hij in vrede is met God en met zichzelf. Door dat te doen aanvaard je tegelijkertijd vergeving voor jezelf. Zelfvergeving vindt plaats door anderen te vergeven.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

22. Wonderen worden alleen met angst geassocieerd dankzij het geloof dat duisternis de mogelijkheid tot verbergen heeft. Jij gelooft dat wat jouw fysieke ogen niet kunnen zien, niet bestaat. Dit leidt tot de ontkenning van de geestelijke blik.

 

Het licht van vergeving dat we anderen schenken, verdrijft automatisch de duisternis van onze eigen schuld. Dat is de reden waarom we weigeren dat licht aan anderen te geven. Misschien maken we onszelf wijs dat we aarzelen omdat we niet weten of die anderen het wel kunnen ontvangen. Maar het ego weet dat het schenken van licht aan anderen onze eigen duisternis weg schijnt, onze eigen gedachten van zonde en schuld. En dat is de werkelijke reden. Die gedachten willen we verborgen houden. Met andere woorden: we zijn bang voor wonderen, omdat we onze duisternis willen beschermen tegen hun licht. En omdat onze fysieke ogen dit licht niet kunnen zien, vertellen we onszelf dat het niet bestaat. Dit leidt tot de ontkenning van de geestelijke blik die het licht wél ziet.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

23. Wonderen herordenen de waarneming en plaatsen alle niveaus in het ware perspectief. Dit werkt genezend, omdat ziekte ontstaat uit het verwarren van de niveaus.

 

Met 'niveaus' worden hier lichaam, denkgeest en geest bedoeld. Wij zien het lichaam als primair. We denken dat we gelukkig zijn als we ons lichaam kunnen gebruiken om de wereld om ons heen te veranderen. In deze zienswijze is de enige taak van de denkgeest het bedenken van manieren waarop het lichaam de uiterlijke wereld succesvol kan herordenen. De geest wordt hierbij volledig genegeerd.

Het wonder herordent dit op-zijn-kop beeld. Het plaatst de geest centraal, geeft de denkgeest de taak om de dingen anders te zien, en ziet het lichaam louter als het gevolg van de gedachten in de denkgeest.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

24. Wonderen stellen je in staat zieken te genezen en doden op te wekken, want jij hebt ziekte en dood zelf gemaakt en kunt daarom beide afschaffen. Jij bent een wonder, in staat tot scheppen naar het evenbeeld van jouw Schepper. Al het andere is jouw eigen nachtmerrie, en bestaat niet. Alleen de scheppingen van licht zijn werkelijkheid.

 

We kunnen zieken genezen en doden tot leven wekken, omdat zowel ziekte als dood alleen in de denkgeest bestaan. Ziekte en dood van het lichaam zijn een projectie van de schuldgedachte in de denkgeest en de daarmee samenhangende angst voor straf. Zo maken we 'onze eigen nachtmerrie'. Het wonder, oftewel vergeving, geneest tegelijkertijd anderen en onszelf.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

25. Wonderen maken deel uit van een aaneengeschakelde keten van vergeving die, eenmaal voltooid, de Verzoening vormt. De Verzoening is altijd en in alle dimensies van de tijd werkzaam.

 

Dit is het omgekeerde van het verhaal dat een baas schreeuwt tegen een werknemer, die naar huis gaat en snauwt tegen zijn vrouw, die vervolgens uitvalt tegen haar kind, dat daarna de kat schopt. Dit is een aaneengeschakelde keten van verwonding. Wonderen vormen een aaneengeschakelde keten van vergeving. Wanneer je iemand vergeeft, eindigt dit niet bij deze ene persoon. De vergeving blijft doorgaan en steeds meer schakels in haar keten smeden, totdat het gehele Zoonschap liefdevol in deze keten is opgenomen en we naar huis terugkeren. De verwijzing naar 'alle dimensies van de tijd' is een verwijzing naar verleden, heden en toekomst. Soms reikt onze vergeving terug naar het verleden of vooruit naar de toekomst. Ze werkt tegelijkertijd in alle drie dimensies van de tijd.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

26. Wonderen staan voor vrijheid van angst. ‘Verzoenen’ betekent ‘ongedaan maken’. Het ongedaan maken van angst is een wezenlijk bestanddeel van de Verzoeningswaarde van wonderen.

 

Om wonderen te kunnen verrichten moeten we vrij zijn van angst, al is het maar voor even. Anders kunnen we angst niet ongedaan maken in anderen.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

27. Een wonder is een universele zegening van God via mij naar al mijn broeders. Het is het voorrecht van wie vergeven is om te vergeven.

 

Jezus kan alles geven, omdat hij alles heeft ontvangen. Wanneer wij alle vergeving kunnen ontvangen die ons geschonken wordt, kunnen we net als Jezus wonderen verrichten.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

28. Wonderen zijn een manier om bevrijding van angst te verkrijgen. Openbaring brengt een toestand teweeg waarin angst reeds is opgeheven. Wonderen zijn dus een middel en openbaring is het doel.

 

Openbaring is de term die de Cursus gebruikt voor de mystieke ervaring van eenheid met God. Het is een toestand waarin angst volledig afwezig en irrelevant is.

We bereiken deze toestand door wonderen, want wonderen maken angst ongedaan en bereiden ons dus voor op de ervaring van volledige afwezigheid ervan.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

29. Wonderen loven God via jou. Ze loven Hem door Zijn scheppingen te eren en hun volmaaktheid te beamen. Ze genezen doordat ze de vereenzelviging met het lichaam ontkennen en de vereenzelviging met de geest bevestigen.

 

Wonderen loven God door het werk van Zijn handen te eren en de volmaaktheid daarvan te bevestigen. De hoogste lof voor elke kunstenaar is de erkenning van de schoonheid van zijn werk. We loven God door de erkenning van de schoonheid van degene aan wie we een wonder schenken: het meesterwerk dat Hij geschapen heeft. In diverse principes — 17, 20 en 29 — wordt de identificatie met het lichaam vergeleken met ziekte en het voorbijzien aan het lichaam met genezing. De taak van de wonderdoener is anderen — en daarmee zichzelf te bevrijden van die ziekte.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

30. Door de geest te erkennen zetten wonderen de niveaus van waarneming recht en tonen die in hun juiste rangschikking. Dit plaatst de geest in het middelpunt, waar hij rechtstreeks kan communiceren.

 

Zoals Principe 23 reeds zei, is niet het lichaam primair, maar de geest. Wanneer de geest in het middelpunt staat, kan hij communiceren met de denkgeest, die hierdoor in staat is tot juiste waarneming door middel van wonderen.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

31. Wonderen horen tot dankbaarheid te inspireren, niet tot ontzag. Dank God voor wat jij werkelijk bent. De kinderen van God zijn heilig en het wonder eert hun heiligheid, die wel verborgen maar nooit verloren kan zijn.

 

Wanneer iemand jou een wonder schenkt, herinnert hij jou aan de heiligheid die God je bij je schepping heeft gegeven, de heiligheid die je succesvol hebt verborgen onder de illusie een zondig mens te zijn. Het is goed om je wonderdoener dankbaar te zijn, maar je ontzag geldt alleen je Schepper.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

32. Ik inspireer alle wonderen, die in wezen een voorspraak zijn. Zij zijn een voorspraak voor jouw heiligheid en maken jouw waarnemingen heilig. Door jou boven de natuurwetten te stellen, verheffen ze jou tot de sfeer van de hemelse orde. In deze orde ben je al volmaakt.

 

33. Wonderen eren jou omdat jij liefde waard bent. Ze verdrijven illusies over jezelf en zien het licht in jou. Zo maken ze al verzoenend je vergissingen weer goed door jou van je nachtmerries te verlossen. Door je denkgeest te bevrijden uit de gevangenis van je illusies geven ze jou je innerlijke gezondheid terug.

 

Steeds weer wordt ons verteld dat het wonder ons als volmaakt ziet, voorbij alle onvolmaaktheden van onze fysieke illusies. Deze twee principes beschrijven hoe het wonder ons bevrijdt uit de gevangenschap van een onjuist zelfbeeld, en ons wekt tot de grootheid van wie we werkelijk zijn.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

34. Wonderen herstellen de denkgeest tot zijn volheid. Door al verzoenend een tekort goed te maken, brengen ze volmaakte bescherming tot stand. De kracht van de geest laat geen ruimte voor inbreuk.

 

Wonderen herstellen onze denkgeest tot zijn ware staat, waar geen inbreuk op kan worden gemaakt en niets ons kan bedreigen.

Kun je je voorstellen hoe veilig dat is? Wat kunnen we anders doen dan geven, wanneer we die volheid ervaren?

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

35. Wonderen zijn uitingen van liefde, maar ze hoeven niet altijd een zichtbare uitwerking te hebben.

 

Dit komt terug in het Handboek voor leraren: 'Een van de moeilijkst te onderkennen verleidingen is dat het twijfelen aan een genezing vanwege het feit dat de symptomen blijven terugkomen, een misvatting is in de vorm van gebrek aan vertrouwen' (H7.4:1). Een wonder wordt altijd ontvangen, maar het effect is niet per se waarneembaar op lichamelijk niveau.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

36. Wonderen zijn voorbeelden van juist denken, die jouw waarnemingen afstemmen op de waarheid zoals God die geschapen heeft.

 

Wonderen komen niet voort uit 'zweverig denken', maar zijn 'voorbeelden van juist denken': het denken dat ons de waarheid van Gods schepping laat zien.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

37. Een wonder is een correctie door mij in het onjuiste denken ingevoerd. Dit werkt als een katalysator, die foutieve waarneming afbreekt en op de juiste wijze opnieuw opbouwt. Dit stelt jou onder het Verzoeningsbeginsel, waar de waarneming wordt genezen. Tot dit heeft plaatsgevonden, is kennis van de Goddelijke Orde onmogelijk.

 

Het wonder van Een cursus in wonderen doet voor de denkgeest wat het bijbelse wonder deed voor het lichaam. Vastzitten in een zieke, onjuist denkende denkgeest, kan vergeleken worden met vastzitten in een ziek, niet goed functionerend lichaam. Het wonder corrigeert deze ziekte in de denkgeest, zodat we tot een andere waarneming kunnen komen. 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

38. De Heilige Geest is het mechanisme van wonderen. Hij ziet zowel Gods scheppingen als jouw illusies. Hij scheidt het ware van het onware door Zijn vermogen totaal waar te nemen in plaats van selectief.

 

39. Het wonder heft vergissingen op doordat de Heilige Geest vergissingen als onwaar of onwerkelijk doorziet. Dit is een andere manier om te zeggen dat door het licht waar te nemen de duisternis vanzelf verdwijnt.

 

De Heilige Geest is het mechanisme van wonderen omdat Hij heiligheid in ons waarneemt. Deze ware waarneming is de kern van het wonder. Aangezien de Heilige Geest in onze denkgeest is, bezitten we het vermogen om in iedereen het licht te zien dat de duisternis verdrijft.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

40. Het wonder erkent iedereen als jouw broeder en de mijne. Het is een manier om het universele merkteken van God waar te nemen.

 

Wanneer we iemand zien door de ogen van het wonder, zien we het merkteken van God in hem. Dat wil zeggen: we zien dat deze vreemdeling in werkelijkheid onze broeder is.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

41. Heelheid is de waarnemingsinhoud van wonderen. Zo corrigeren, of verzoenen ze, de foutieve waarneming van gemis.

 

42. Een belangrijke verdienste van wonderen is hun kracht jou te verlossen van je valse gevoel van isolement, beroving en gemis.

 

Wij leven in een zodanige staat van gemis, dat we constant het gevoel hebben dat we dingen nodig hebben van anderen en van de wereld. Je zou denken dat er een wonder nodig is om ons daarvan te bevrijden — en dat is precies wat het doet. Het wonder bevestigt onze hoedanigheid als Zoon van God, een toestand waarin we alles hebben en dus niets meer nodig hebben.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

43. Wonderen ontstaan uit een wonderstaat van de denkgeest, of een staat van wonderbereidheid.

 

Onze taak is het gereed houden van onze denkgeest voor de wonderen die door ons heen gebeuren. Dit verwijst naar de evangeliën, waarin ons gevraagd wordt waakzaam te zijn: 'Weest ook gij dus bereid, want de Mensenzoon komt op het uur waarop gij het niet verwacht' (Mattheus 24:44; Lucas 12:40). In de termen van de Cursus betekent dit: wees altijd bereid, want het wonder komt door jou heen wanneer je het niet verwacht. Als we altijd bereid zijn kan het wonder gebeuren wanneer dat nodig is. En als het gebeurt bereikt het iedereen, zelfs iemand aan de andere kant van de wereld.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

44. Het wonder is een uiting van de innerlijke gewaarwording van Christus en de aanvaarding van Zijn Verzoening.

 

45. Een wonder gaat nooit verloren. Het kan vele mensen raken die je niet eens hebt ontmoet en onvoorstelbare veranderingen teweegbrengen in situaties waar jij je niet eens van bewust bent.

 

Dit bedoelt de Cursus letterlijk, zoals blijkt uit de vele lessen in het Werkboek die ons vertellen dat het doen van de lessen invloed heeft op mensen die we nooit hebben ontmoet. We hoeven ons geen zorgen te maken over de vraag hoe en wanneer dit gebeurt. We hoeven er alleen maar op te vertrouwen dát het gebeurt, en het hoe en wanneer aan de Heilige Geest overlaten. We hoeven ons er ook geen zorgen over te maken of het wonder onszelf zegent, we mogen ervan uitgaan dat dit zo is en daar dankbaar voor zijn. Het is een proces dat niet gevuld moet zijn met zorg, maar met zorgeloze vreugde.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

46. De Heilige Geest is het hoogste communicatiemedium. Wonderen behelzen dit soort communicatie niet, omdat ze tijdelijke communicatiemiddelen zijn. Wanneer je terugkeert tot je oorspronkelijke vorm van communicatie met God door rechtstreekse openbaring, zijn wonderen niet meer nodig.

 

Dit betekent dat de Heilige Geest Degene is die communicatie met God en uiteindelijk rechtstreekse openbaring mogelijk maakt.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

47. Het wonder is een leermiddel dat de noodzaak van tijd doet afnemen. Het brengt een tijdsinterval tot stand buiten het patroon van de tijd, niet onderhevig aan de gebruikelijke tijdswetten. In die zin is het tijdloos.

 

'Een tijdsinterval buiten het patroon van de tijd' verwijst naar het heilig ogenblik. Ons tijdspatroon wordt gevormd door verleden, heden en toekomst. Het heilig ogenblik doorbreekt dit schijnbaar ijzersterke patroon. Het bevrijdt ons van de tirannie van het verleden, de onzekerheid van het heden, en de angst voor de toekomst.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

48. Het wonder is het enige middel dat jou ter beheersing van de tijd direct ter beschikking staat. Alleen openbaring overstijgt dit, omdat ze helemaal niets met tijd van doen heeft.

 

Wij willen alles voortdurend sneller doen en haasten ons om tijd te besparen. We gebruiken allerlei apparaten om zelf sneller te kunnen werken en het tempo van anderen eveneens te verhogen. Dit principe zegt echter dat het wonder het enige middel is dat we nodig hebben om de tijd te beheersen. Soms is het meest praktische wat we kunnen doen, ons concentreren op een verandering van onze waarneming. Dit doet me denken een de titel van een boek over meditatie: 'Doe niets. Zit alleen'.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

49. Het wonder maakt geen onderscheid in gradaties van verkeerde waarneming. Het is een middel ter correctie van de waarneming, dat geheel los van de graad of de richting van de vergissing werkzaam is. Hierin ligt zijn ware onderscheidsloosheid.

 

Het maakt het wonder niet uit of je een lichte krimp van ergernis voelt, of een moordzuchtige gedachte hebt. Het corrigeert beide met hetzelfde gemak, omdat beide voortkomen uit verkeerde waarneming. Het wonder is volledig onderscheidsloos. Het is pure genade.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

50. Het wonder vergelijkt wat jij gemaakt hebt met de schepping, waarbij het als waar aanvaardt wat ermee in overeenstemming is en als onwaar verwerpt wat er niet mee overeenstemt.

 

Het wonder maakt alles ongedaan, behalve wat waar is. Alle misvattingen, alles wat onwaar is, wordt vol mededogen verwijderd. Onze lei, met zijn lange lijst van betreurenswaardige vergissingen, wordt schoongeveegd. Het enige wat overblijft is het volmaakte.

(Toelichtingen door Robert Perry)