Hoofdstuk 26
De overgang
I. Het ‘offeren’ van het eenzijn
1. In de ‘dynamiek’ van de aanval is offeren een sleutelbegrip. Het is de spil waarop ieder compromis, elke wanhopige poging tot marchanderen, en alle conflicten een schijnbaar evenwicht verkrijgen. Het is het symbool van het centrale thema dat iemand moet verliezen. De gerichtheid daarbij op het lichaam is duidelijk, want het is altijd een poging om het verlies te beperken. Het lichaam zelf is een offer: het prijsgeven van macht om zodoende een beetje voor jezelf te behouden. Een broeder in een ander lichaam zien, afgescheiden van het jouwe, is de uitdrukking van de wens een klein deel van hem te zien en de rest te offeren.
De interpersoonlijke dynamiek rond aanval draait om offeren. Om een compromis te bereiken of een koopje te sluiten moet er iets worden opgeofferd. Ik geef iets op van wat ik wil, jij geeft iets op van wat jij wilt, en we sluiten een deal. Jezus geeft een verrassende wending aan dit principe. Hij zegt dat dit is wat we gedaan hebben met de onbegrensde werkelijkheid. We hebben alles opgeofferd om iets kleins te behouden — ons lichaam. En dat hebben we niet alleen gedaan met onszelf, maar met iedereen waar we naar kijken. We hebben van iedereen alles opgeofferd behalve hun lichaam. Dit is in feite wat we gedaan hebben bij de afscheiding: toen we God verlieten, lieten we alles achter en kozen alleen voor het lichaam.
(Toelichtingen door Robert Perry)
Kijk naar de wereld, en je zult niets zien dat met iets buiten zichzelf verbonden is. Alle ogenschijnlijke entiteiten kunnen een beetje dichterbij komen of wat verder weg gaan, maar kunnen zich niet met elkaar verbinden.
2. De wereld die jij ziet is gebaseerd op het ‘offeren’ van het eenzijn. Ze is een beeld van volstrekte verdeeldheid en een totaal gebrek aan verbinding. Rond elke entiteit is een muur gebouwd, zo schijnbaar stevig dat het lijkt of wat zich erbinnen bevindt nooit naar buiten kan reiken, en wat zich erbuiten bevindt nooit kan reiken naar wat binnen de muur opgesloten zit en zich ermee verbinden. Elk deel dient het andere deel te offeren om zelf compleet te blijven. Want als ze zich met elkaar verbonden, zou ieder zijn eigen identiteit verliezen, terwijl door hun afgescheidenheid hun zelven juist in stand worden gehouden.
We hoeven alleen maar om ons heen te kijken om te zien dat Jezus gelijk heeft. Iedereen hier in de wereld is omgeven door een muur die zo sterk is, dat werkelijke verbinding onmogelijk lijkt te zijn. We accepteren dit als de manier waarop de dingen nu eenmaal zijn, maar het is de bron van onze eenzaamheid en van een diepe frustratie over ons onvermogen om die eenzaamheid te overstijgen. Jezus past ook hier de principes van opoffering op toe. We hebben de Hemel opgegeven om onze identiteit als lichaam niet te verliezen. We geloofden dat we zonder het lichaam niet onszelf konden zijn, dat we verstrooid zouden raken in een oeverloze, ongedifferentieerde brij. We offerden het eenzijn op om ons individuele zelf te behouden.
(Toelichtingen door Robert Perry)
3. Het weinige dat door het lichaam wordt omheind wordt het zelf, dat door het offeren van heel de rest wordt behouden. En heel de rest moet dit kleine deel verliezen, en zo incompleet blijven om zijn eigen identiteit intact te houden. In deze waarneming van jezelf zou het verlies van het lichaam inderdaad een offer zijn. Want het zien van lichamen wordt het teken dat het offer is beperkt, en er toch iets voor jou alleen overblijft. En opdat dit weinige van jou zou zijn, wordt aan alles buiten jou beperkingen opgelegd, net als aan alles waarvan jij denkt dat het jou toebehoort. Geven en ontvangen zijn immers hetzelfde. En de beperkingen van een lichaam aanvaarden betekent elke broeder die je ziet deze beperkingen opleggen. Want je kunt hem niet anders zien dan jij jezelf ziet.
Stel je een land voor dat zo trots is op zijn unieke culturele geschiedenis en identiteit, dat het zichzelf absoluut niet wil uitbreiden en groter worden. Want dan zou het die unieke identiteit, die gevestigd is in zijn hoofdstad, verliezen. Het offert dus de rest van de wereld op om zijn hoofdstad, waarin zijn culturele erfgoed ligt opgeslagen, te behouden. Als het die hoofdstad verliest, verliest het alles. Dan blijft er niets over. Daarom is het cruciaal om die stad in stand te houden. Zo voelen wij ons over ons lichaam. We offeren alles op om ons zelf, de 'hoofdstad', van onze identiteit, in stand te houden. Als we het zelf verliezen, verliezen we alles. En dus leggen we alles wat dit zelf bedreigt beperkingen op, ook onze broeders.
(Toelichtingen door Robert Perry)
4. Het lichaam is een verlies, en het kan tot offeren worden gebracht. En zolang jij je broeder als een lichaam ziet, los van jou en afgezonderd in zijn cel, eis je inderdaad van hem en jou een offer. Zou er een groter offer kunnen worden gevraagd dan dat Gods Zoon zichzelf zonder zijn Vader ziet? En dat zijn Vader zonder Zijn Zoon is? Toch eist elk offer dat ze van elkaar gescheiden en zonder de ander zijn. De Godsherinnering moet verworpen zijn als er van iemand enig offer is gevraagd. Welke getuige van de Heelheid van Gods Zoon wordt gezien in een wereld van afgescheiden lichamen, hoezeer hij ook van de waarheid getuigt? In zo’n wereld is hij onzichtbaar. Ook kan zijn lied van verbondenheid en liefde totaal niet worden gehoord. Toch is het hem gegeven de wereld te doen wijken voor zijn lied, en zijn aanblik in de plaats te laten komen van wat de ogen van het lichaam zien.
In een wereld van lichamen zien we geen getuigen van de heelheid van Gods Zoon. Alles wat we zien vertelt ons dat Gods Zoon verdeeld is in ontelbare kleine stukjes. Niets verwijst naar zijn ware heelheid. We kunnen zijn werkelijke grootheid niet zien. We kunnen 'zijn lied van verbondenheid en liefde' niet horen.
Toepassing : Kies de persoon die op dit moment het dichtst bij je in de buurt is en zeg in gedachten:
Als ik jou als een lichaam zie, eis ik van jou dat je de Hemel en onze Vader opoffert ten gunste van je individuele zelf En als ik dat von jou eis, eis ik het in feite van mezelf.
(Toelichtingen door Robert Perry)
5. Zij die de getuigen van de waarheid in plaats van die van de illusie willen zien, vragen slechts dat ze in de wereld een bedoeling kunnen zien die er zin en betekenis aan verleent. Zonder jouw speciale functie heeft deze wereld voor jou geen betekenis. Toch kan ze een schatkamer worden even rijk en onuitputtelijk als de Hemel zelf. Er gaat hier geen ogenblik voorbij waarin jouw broeders heiligheid niet kan worden gezien, waarmee een eindeloze voorraad wordt toegevoegd aan elk dun flintertje en miezerig kruimeltje geluk dat jij jezelf vergunt.
We willen in deze wereld ontzettend graag de getuigen zien van de waarheid van wie we werkelijk zijn, in plaats van de illusie die we denken te zijn. Wat daarbij behulpzaam is, is het zien van een doel in de wereld — een doel dat de wereld betekenis geeft. Onze speciale functie verschaft ons dat doel. Wanneer we beginnen met het vervullen van die functie, wordt de wereld een schatkamer, 'gevuld met zilveren wonderen en gouden dromen van geluk' (T28.III.7:1). Elke keer wanneer we bereid zijn voorbij het lichaam van onze broeders hun heiligheid te zien, wordt iets toegevoegd aan de hoeveelheid geluk die we onszelf gunnen.
(Toelichtingen door Robert Perry)
6. Je kunt het eenzijn uit het oog verliezen, maar niet de werkelijkheid ervan ten offer brengen. Ook kun je wat je wilt offeren niet verliezen, noch de Heilige Geest van Zijn taak afhouden jou te laten zien dat het niet verloren is gegaan. Hoor dan het lied dat jouw broeder voor jou zingt en laat de wereld wijken, en aanvaard de rust die zijn getuigenis jou in naam van de vrede biedt. Maar oordeel niet over hem, want dan zul je geen lied van bevrijding horen voor jezelf, noch zien wat hem ter getuigenis gegeven is, opdat jij het kunt zien en je er met hem in verheugen. Maak van zijn heiligheid geen offer aan jouw geloof in zonde. Je offert jouw onschuld samen met de zijne, en sterft telkens wanneer je in hem een zonde ziet die de dood verdient.
We kunnen eenheid niet verliezen. En we kunnen de Heilige Geest er niet van weerhouden ons te vertellen dat dit ook niet is gebeurd. Waarom zouden we dus niet gewoon toegeven dat dit niet lukt, en de onschuld in onze broeder erkennen (luisteren naar het lied van bevrijding dat hij voor ons zingt') en daarmee in onszelf? Als we dat doen zullen we een toestand van rust binnengaan, vrij van alle strategieën en strijd in een wereld in oorlog.
Toepassing : Denk aan iemand met wie je in conflict bent en zeg:
Ik wil in jou de getuigenis van waarheid en vrede zien, door te weigeren over jou te oordelen.
Elke keer wanneer ik jou schuldig verklaar, sterft mijn onschuld samen met de jouwe.
Ik ben bereid om in plaats daarvan jouw onschuld te zien.
(Toelichtingen door Robert Perry)
7. Toch kun je ieder ogenblik herboren worden, en kan jou opnieuw leven worden geschonken. Zijn heiligheid schenkt jou leven, jij die niet sterven kunt, omdat zijn zondeloosheid bekend is aan God, en net zomin door jou geofferd kan worden als het licht in jou kan worden verduisterd omdat hij het niet ziet. Jij, die van het leven een offer wilt maken en je ogen en oren wilt laten getuigen van de dood van God en van Zijn heilige Zoon, denk niet dat jij bij machte bent van Hen te maken wat God niet wil dat Ze zijn. In de Hemel zit Gods Zoon niet gevangen in een lichaam, noch wordt hij in eenzaamheid aan de zonde ten offer gebracht. En zoals hij in de Hemel is, zo moet hij eeuwig en overal zijn. Hij is in alle eeuwigheid dezelfde. Elk ogenblik wedergeboren, onberoerd door de tijd, en ver buiten het bereik van enig offer van leven of dood. Want geen van beide heeft hij gemaakt, en slechts één werd er hem gegeven door Degene die weet dat Zijn gaven nooit kunnen lijden onder offer of verlies.
8. Gods rechtvaardigheid rust in liefde op Zijn Zoon, en beschut hem voor alle onrechtvaardigheid die de wereld hem wil opleggen. Is het mogelijk dat jij zijn zonden tot werkelijkheid kunt maken, en offeren wat Zijn Vader voor hem wil? Veroordeel hem niet door hem in de muffe gevangenis te zien waarin hij zichzelf ziet. Het is jouw speciale functie ervoor te zorgen dat de deur geopend wordt, zodat hij tevoorschijn kan komen om jou toe te stralen en jou de gave van de vrijheid terug te geven door haar te ontvangen van jou. Wat is de speciale functie van de Heilige Geest anders dan Gods heilige Zoon te bevrijden uit de gevangenschap die hij vervaardigd heeft om zichzelf rechtvaardigheid te onthouden? Zou jouw functie een taak kunnen zijn die losstaat en gescheiden is van die van Hemzelf?
Toepassing : Kies iemand met wie je in gedachten de volgende oefening doet:
Stel je voor dat deze persoon voor je staat.
Zie zijn gezicht, zijn gestalte, zijn kleren.
Realiseer je dat je hem, door hem zo te zien, hebt opgesloten in een gevangenis — de gevangenis van zijn lichaam.
Realiseer je vervolgens dat het jouw speciale functie is om hem te bevrijden, en zeg het volgende:
Ik zie jou als een zondig lichaam, als een getuige van het verlies van eenheid, en van de dood van God en Zijn Zoon.
Maar in werkelijkheid ben je niet gevangen in een lichaam.
Onberoerd door de tijd, ben je ver buiten het bereik van enig offer van leven of dood.
Als ik jouw heiligheid erken worden we samen in eenheid herboren.
(Toelichtingen door Robert Perry)