50 principes van wonderen

Principe 36

 

Wonderen zijn voorbeelden van juist denken, die jouw waarnemingen afstemmen op de waarheid zoals God die geschapen heeft.

 

     In hoofdstuk 2 gebruikt de Cursus de term 'juiste gerichtheid-van-denken' (T2.V.3:1). Dat wil zeggen: denken met de Heilige Geest in plaats van met het ego. Het wonder drukt niet rechtstreeks de waarheid van God uit, maar is ermee verbonden of weerspiegelt haar. De waarheid van God is dat we allen één zijn. In deze wereld ervaren we die eenheid door alle ego-barrières van afscheiding te overstijgen: onze gedachten van boosheid, gekwetstheid, slachtofferschap, enzovoort. Hoewel ware waarneming niet de waarheid is, is ze er ook niet mee in conflict. Dit is hetzelfde als het idee waar we het eerder over hadden met betrekking tot 'de weerspiegeling van heiligheid' en 'de herauten van de eeuwigheid'. Deze weerspiegelingen zijn het doel van de Cursus. Ze zijn het onvermijdelijke resultaat wanneer we alle barrières voor de waarheid ongedaan hebben gemaakt.