Hoofdstuk 7
De gaven van het Koninkrijk
V. Genezing en de onveranderlijkheid van de denkgeest
1. Het lichaam is niets meer dan een raamwerk waarbinnen vermogens ontwikkeld kunnen worden, wat geheel losstaat van waarvoor die worden gebruikt. Dat is een beslissing. De gevolgen van de beslissing van het ego hieromtrent zijn zo duidelijk dat er niet over hoeft te worden uitgeweid, maar de beslissing van de Heilige Geest om het lichaam alleen voor communicatie te gebruiken staat in zo’n rechtstreeks verband met genezing dat ze wel opheldering behoeft. De ongenezen genezer begrijpt klaarblijkelijk zijn eigen roeping niet.
In de vorige paragraaf werden onze vermogens of vaardigheden besproken: het ego ontwikkelde ze als mogelijkheden om uit te blinken, de Heilige Geest transformeert ze als mogelijkheden om gelijk te maken. Nu wordt daar een nieuw element aan toegevoegd: het lichaam, 'een raamwerk waarbinnen vermogens ontwikkeld kunnen worden'. Het lichaam is niets anders dan een neutraal werktuig; we kunnen het gebruiken om onze vermogens in dienst te stellen van het ego óf van de Heilige Geest. We zijn volledig bekend met de mogelijkheid om het lichaam te gebruiken om uit te blinken daar gebruiken we het dagelijks voor. Maar we zijn heel wat minder bekend met de manier waarop de Heilige Geest het gebruikt voor gelijkmaking. Daar hebben we dus opheldering over nodig.
(Toelichtingen door Greg Mackie)
2. Alleen de denkgeest communiceert. Aangezien het ego de impuls tot communiceren niet kan uitschakelen omdat dit tevens de impuls tot scheppen is, kan het jou alleen leren dat het lichaam zowel kan communiceren als scheppen en daarom de denkgeest niet nodig heeft. Zo probeert het ego jou te leren dat het lichaam zich kan gedragen als de denkgeest en dus aan zichzelf genoeg heeft. Maar we hebben geleerd dat gedrag niet het niveau is waarop onderwezen of geleerd kan worden, aangezien jij kunt handelen in overeenstemming met wat je niet gelooft. Als je dat doet zul jij echter als leraar en als leerling aan kracht inboeten, omdat jij, zoals herhaaldelijk werd benadrukt, onderwijst wat je wel gelooft. Een inconsistente les zal slecht onderwezen en slecht geleerd worden. Als je zowel ziekte als genezing onderwijst, ben je zowel een slechte leraar als een slechte leerling.
Wij denken dat het lichaam kan communiceren en scheppen. We denken dat er communicatie plaatsvindt als het lichaam iets zegt of schrijft, en dat we scheppen wanneer het een kunstwerk of een baby produceert. In werkelijkheid zijn communicatie en schepping echter vermogens van de denkgeest. Wat we ook lijken te communiceren door middel van ons gedrag, in feite communiceren en scheppen we alleen wat de denkgeest echt gelooft. In het ideale geval zou ons gedrag inderdaad moeten weerspiegelen wat we geloven, maar we weten allemaal dat we ons ook kunnen gedragen op een manier die niét weerspiegelt wat we echt geloven. Als we dat doen zenden we gemengde of tegenstrijdige boodschappen uit. We kennen ze allemaal: 'hij voegt de daad niet bij het woord', of 'doe wat ik zeg, niet wat ik doe'.
Wanneer ons gedrag niet overeenstemt met onze overtuigingen, zijn we een 'ongenezen genezer': iemand die anderen probeert te genezen zonder het geloof dat nodig is voor ware genezing. Hij onderwijst 'genezing' met woorden en daden, maar de ongenezen gedachten in zijn denkgeest onderwijzen nog steeds ziekte. Daarom begrijpt hij zijn eigen roeping klaarblijkelijk niet, zoals de eerste alinea van deze paragraaf zegt.
(Toelichtingen door Greg Mackie)
3.Genezing is het enige vermogen dat ieder kan en moet ontwikkelen, wil hij worden genezen. Genezing is de vorm waarin de Heilige Geest in deze wereld communiceert, en de enige die Hij accepteert. Hij ziet geen andere, omdat Hij de verwarring tussen denkgeest en lichaam die het ego eropna houdt niet aanvaardt. De denkgeest kan communiceren, maar niet kwetsen. Het lichaam in dienst van het ego kan andere lichamen kwetsen, maar dit kan niet plaatsvinden als het lichaam niet al met de denkgeest werd verward. Ook deze situatie kan of ten behoeve van genezing of van magie worden gebruikt, maar je dient wel in gedachten te houden dat magie altijd vergezeld gaat van het geloof dat genezing schadelijk is. Dit geloof is het volstrekt waanzinnige uitgangspunt van magie, en zo opereert ze ook.
Om zelf te genezen moeten we het vermogen ontwikkelen om anderen te genezen we moeten wonderdoeners worden. Dit is een geweldige verklaring. Wat onze roeping op het niveau van de vorm ook is, de inhoud — de ware roeping van iedereen op aarde — is genezer te zijn. Genezing is in feite het enige dat in de wereld gekwalificeerd kan worden als communicatie. De Heilige Geest aanvaardt ons dwaze idee dat lichamen uit zichzelf communiceren niet.
Deze alinea bevat de eerste verklaring over het belangrijke Cursusprincipe dat denkgeesten niet kunnen aanvallen. Denkgeesten kunnen elkaar niet kwetsen, omdat ze niet van elkaar gescheiden zijn — ze zijn volkomen één. Lichamen kunnen elkaar wél kwetsen, omdat we de leugen van het ego geloven dat we een lichaam zijn, niet een denkgeest. Wanneer we naar het ego blijven luisteren en deze verwarring in stand houden, zullen alle pogingen om anderen te genezen magie zijn: pogingen om het lichaam te repareren in plaats van de denkgeest te genezen. We nemen onze toevlucht tot magie omdat we ons bedreigd voelen door ware genezing, die het ego — en daarmee ons speciale zelf — ongedaan maakt. Wanneer we daarentegen de keuze maken om naar de Heilige Geest te luisteren en de lichaam-denkgeest-verwarring op te geven, zullen we het vermogen ontwikkelen om, door middel van vergeving, ware genezing uit te breiden — het vermogen dat we moeten ontwikkelen om zelf genezen te worden.
Toepassing : Zeg tegen jezelf: Het genezen van anderen is het enige vermogen dat ik kan en moet ontwikkelen om zelf te genezen.
(Toelichtingen door Greg Mackie)
4. Genezing versterkt alleen maar. Magie probeert altijd te verzwakken. Genezing ziet in de genezer niets wat niet ieder ander met hem gemeen heeft. Magie ziet altijd iets ‘speciaals’ in de genezer, iets wat hij als geschenk meent te kunnen geven aan iemand die het niet heeft. Misschien gelooft hij dat deze gave van Godswege tot hem komt, maar het is overduidelijk dat hij God niet begrijpt als hij denkt dat hij iets heeft wat anderen ontberen.
De magische of ongenezen genezer lijkt een speciale kracht te bezitten, die hij ter genezing schenkt aan iemand die ziek is. Dit verzwakt de ander, omdat hij gezien wordt als een behoeftige persoon die de speciale kracht van de genezer ontbeert. De ware genezer erkent dat God aan niemand speciale krachten heeft gegeven, omdat iedereen in gelijke mate Zijn gaven ontvangt. De ware genezer ziet dus in de ander dezelfde kracht en heiligheid als in zichzelf. Deze erkenning van onze gelijkheid in God — een voorbeeld van hoe de Heilige Geest vermogens gebruikt als 'mogelijkheden tot gelijk maken' — is de manier waarop ware genezing plaatsvindt.
(Toelichtingen door Greg Mackie)
5. De Heilige Geest werkt niet volgens toeval, en genezing die van Hem afkomstig is werkt altijd. Als de genezer niet steeds met Hem geneest, zullen de resultaten wisselend zijn. Maar het genezen zelf is consistent, aangezien alleen consistentie zonder conflicten is, en alleen zij die conflictvrij zijn heel zijn. Door uitzonderingen te aanvaarden en toe te geven dat hij soms wel en soms niet genezen kan, laat de genezer duidelijk blijken dat hij inconsistentie aanvaardt. Hij verkeert dan ook in conflict, en onderwijst conflict. Kan het zijn dat iets wat van God komt er niet voor allen en voor altijd is? Liefde is niet tot enige uitzondering in staat. Alleen als er angst in het spel is lijkt het idee van uitzonderingen zinnig. Uitzonderingen zijn beangstigend, omdat ze gemaakt worden door angst. De ‘angstige genezer’ is een contradictio in terminis en is daarom een begrip dat alleen door een denkgeest die met zichzelf in strijd is ook maar enigszins als zinvol kan worden aangemerkt.
Waarom werkt genezing niet altijd? Omdat de genezer niet altijd op de Heilige Geest vertrouwt, en als hij dat de ene keer wel en de andere keer niet doet is hij inconsistent en onderwijst hij conflict. Zowel inconsistentie als conflict impliceren een splitsing, en dat is het tegenovergestelde van genezing, wat de erkenning van heelheid is. Een genezer die inconsistentie en conflict aanvaardt is niet betrouwbaar, omdat hij uitzonderingen maakt. Dat betekent dat zijn denkgeest zich niet in een staat van liefde bevindt — want liefde maakt geen uitzonderingen — en zich dus in een staat van angst moet bevinden. Misschien is hij bang dat hij geen goede genezer is. Misschien is hij bang dat de ziekte van zijn patiënt te 'ernstig' is om te kunnen genezen. Misschien is hij bang dat deze persoon te zondig is om genezing te verdienen. Maar welke uitzonderingen hij door zijn angst ook maakt, hij is nu een 'angstige genezer', en daarmee een contradictio in terminis — twee woorden die elkaar tegenspreken.
(Toelichtingen door Greg Mackie)
6. Angst maakt niet blij. Genezing wel. Angst maakt altijd uitzonderingen. Genezing nooit. Angst veroorzaakt dissociatie, omdat ze afscheiding teweegbrengt. Genezing heeft altijd harmonie tot gevolg, omdat ze uit integratie voortvloeit. Ze is voorspelbaar omdat men op haar rekenen kan. Op alles van God kan worden gerekend, omdat alles van God volkomen werkelijk is. Op genezing kan worden gerekend, omdat die door Zijn Stem wordt geïnspireerd en in harmonie is met Zijn wetten. Maar als genezing consistent is, kan ze niet op een inconsistente manier worden begrepen. Begrip betekent consistentie, omdat God consistentie betekent. Aangezien dat Zijn betekenis is, is het eveneens de jouwe. Jouw betekenis kan niet met de Zijne in disharmonie zijn, omdat je hele betekenis en je enige betekenis van de Zijne komt en als de Zijne is. God kan niet met Zichzelf in disharmonie zijn, en jij niet met Hem. Jij kunt je Zelf niet afscheiden van je Schepper, die jou geschapen heeft door Zijn Wezen met jou te delen.
Inconsistentie is beangstigend omdat we nooit weten wat ons te wachten staat. Op al onze regels kunnen uitzonderingen worden gemaakt. De enige constante is verandering. We kunnen nergens op rekenen. Onze beste vrienden kunnen ons bedriegen. Het huis waarin we vijftig jaar hebben gewoond, kan in een oogwenk door een orkaan worden weggevaagd. Onze labiele vader of moeder kan ons het ene moment knuffelen en het andere moment slaan. En onze pogingen om onze broeders te genezen kunnen wonderen opleveren, maar met hetzelfde gemak meer kwaad dan goed doen.
Hoe geruststellend is het dus om te vernemen dat de betekenis van God en ons ware Zelf consistent is. En hoe vreugdevol is het om te leren dat 'op alles van God kan worden gerekend'. In werkelijkheid kunnen we niet in disharmonie zijn met de absolute consistentie die God met ons deelt. Daarom kunnen we genezers worden die wonderen uitbreiden naar iedereen, op elk moment en zonder uitzondering. Het enige dat we daarvoor hoeven te doen is Gods wetten consistent begrijpen en ons consistent laten inspireren door Zijn Stem. Wanneer we consistent consistentie beoefenen, is genezing gegarandeerd.
(Toelichtingen door Greg Mackie)
7. De ongenezen genezer wil dankbaarheid van zijn broeders, maar hij is hun niet dankbaar. Dat komt doordat hij denkt dat hij hun iets geeft, en daarvoor niets terugkrijgt wat even begeerlijk is. Zijn onderricht is beperkt doordat hij zo weinig leert. Zijn les in genezing wordt beperkt door zijn eigen ondankbaarheid, die een les in ziekte is ...
Ondankbaarheid is een belangrijk kenmerk van de ongenezen genezer. De belangrijkste reden waarom hij genezing uitoefent is dat zijn ego gestreeld wil worden. Hij geeft iets, dus de ontvanger moet daarvoor betalen. Dit is afwijzing in plaats van liefde, en daarom een les in ziekte. De genezen genezer erkent dat hij, wanneer hij genezing uitbreidt, daar evenveel van profiteert als de patiënt. Daardoor is hij in staat om vrijelijk te geven vanuit een liefdevol en dankbaar hart.
(Toelichtingen door Greg Mackie)
... Het ware leren is constant en zo vitaal in zijn veranderingskracht dat een Zoon van God het ene moment zijn macht onderkennen kan en in het volgende de wereld veranderen. Dat komt doordat hij, door zijn denken te veranderen, het allerkrachtigste instrument veranderd heeft dat hem ooit ter verandering gegeven werd. Dit is allerminst in tegenspraak met de onveranderlijkheid van de denkgeest zoals God die geschapen heeft, maar zolang jij via het ego leert, denk je dat je die veranderd hebt. Dit brengt jou in een situatie waarin je een les dient te leren die schijnbaar zichzelf tegenspreekt: je moet leren je denken over je denkgeest te veranderen. Alleen daardoor kun je leren dat die onveranderlijk is.
8. Wanneer je geneest, is dat precies wat jij aan het leren bent. Je herkent de onveranderlijke denkgeest in jouw broeder door te beseffen dat hij zijn denkgeest niet kan hebben veranderd. Zo neem je de Heilige Geest in hem waar. Alleen de Heilige Geest in hem verandert nooit Zijn Denken. Zelf kan hij wel denken dat hij dat kan, anders zou hij zichzelf niet als ziek zien. Hij weet dan ook niet wat zijn Zelf is. Als jij louter het onveranderlijke in hem ziet, heb je hem niet werkelijk veranderd. Door voor hem je denken te veranderen over zijn denkgeest, help je hem de verandering ongedaan te maken die zijn ego in hem denkt te hebben teweeggebracht.
Dit is een boeiende bespreking van 'het veranderen van je denkgeest' en de relatie hiervan tot genezing. De sleutel om de schijnbare tegenstrijdigheid op te lossen, waarnaar aan het eind van alinea 7 verwezen wordt, is het feit dat 'veranderen van je denkgeest' twee dingen betekent: 1) verandering van denken, en 2) verandering van de fundamentele aard van de denkgeest. 'De les die schijnbaar zichzelf tegenspreekt' betekent dat we moeten leren ons denken over de fundamentele aard van de denkgeest te veranderen. Wij denken dat we de aard van onze denkgeest veranderd hebben toen we ons leken af te scheiden van God. Die gedachte moeten we veranderen. We moeten leren dat de ware aard van onze denkgeest niet in het minst is veranderd, omdat de afscheiding nooit heeft plaatsgevonden. Onze denkgeest is nog steeds één met God.
De manier om een broeder te genezen is het veranderen van ons eigen denken over de fundamentele aard van zijn denkgeest. Ook hij denkt dat hij zijn denkgeest heeft veranderd toen hij zich schijnbaar afscheidde van God. Als hij dat niet dacht zou hij niet ziek zijn. Zolang wij denken dat zijn ziekte werkelijk is, bevestigen we zijn gedachten. Maar wanneer we erkennen dat, welke symptomen van ziekte we ook waarnemen, zijn schijnbare afscheiding van God zijn denkgeest niet in het minst heeft veranderd, genezen we hem. Zijn denkgeest is nog steeds één met God.
Dit is de manier waarop we de Heilige Geest in hem zien, omdat de Heilige Geest eveneens weet dat hij zijn denkgeest niet veranderd heeft. De onveranderlijke denkgeest zien in onze broeders is de erkenning dat deze niet veranderd kan worden. En we genezen hen door hen zo te zien.
Toepassing : Denk aan iemand die je als ziek waarneemt. Dat betekent dat je denkt dat hij de ware aard van zijn denkgeest veranderd heeft van heelheid en compleetheid in de mogelijkheid om ziek te zijn. Zeg nu in gedachten tegen deze persoon:
Ik wil voor jou, [naam], mijn denken over jouw denkgeest veranderen. Ik wil de onveranderlijke denkgeest in jou erkennen, en beseffen dat jij nooit je onveranderlijke Zelf hebt veranderd. Laat mijn visie van jou je helpen om de verandering, die je volgens het ego tot stand hebt gebracht, ongedaan te maken.
(Toelichtingen door Greg Mackie)
9. Zoals jij twee stemmen kunt horen, zo kun jij ook op twee manieren zien. De ene manier toont jou een beeld, of een afgod die je wel uit angst kunt aanbidden, maar die jij nooit zult liefhebben. De andere toont jou alleen de waarheid, die jij zult liefhebben omdat je die begrijpt. Begrip is waardering, je kunt je immers vereenzelvigen met wat je begrijpt, en door het tot deel van jou te maken heb je het met liefde aanvaard. Zo heeft God Zelf jou geschapen: met begrip, met waardering en met liefde. Het ego is absoluut niet in staat dit te begrijpen, omdat het wat het maakt niet begrijpt, niet waardeert en niet liefheeft. Het lijft dingen in met de bedoeling weg te nemen. Het gelooft letterlijk dat het groeit met iedere keer dat het iemand van iets berooft. Ik heb dikwijls gesproken over de uitbreiding van het Koninkrijk door jouw scheppingen, die alleen zo geschapen kunnen worden zoals jij geschapen werd. Heel de heerlijkheid en de volmaakte vreugde die het Koninkrijk is, ligt in jou om te worden gegeven. Wil je die niet geven?
We kunnen zien door de ogen van het ego of door de ogen van de Heilige Geest. De ogen van het ego tonen ons een wereld waarin onze heilige broeders zijn gereduceerd tot afgoden, valse goden waar het ego zijn geluk uit probeert te halen. Voor het ego draait alles om 'pakken wat je pakken kunt'. Het probeert zichzelf te vergroten door anderen leeg te zuigen. Wanneer we onze broeders zien als niet meer dan voedselvoorziening voor het ego, kunnen we alleen maar bang voor hen zijn. Dan kunnen we hen onmogelijk bekijken met begrip, waardering en liefde.
De ogen van de Heilige Geest tonen ons de waarheid in onze broeders, die we zullen liefhebben omdat we haar begrijpen. Dit begrip leidt tot onze vereenzelviging met hen en daarom waarderen en houden we van hen. Dit is een weerspiegeling van hoe God ons allen geschapen heeft: met begrip, waardering en liefde. En dit wordt onthuld wanneer we ervoor kiezen om te geven in plaats van te nemen. In de Hemel scheppen we door ons ware zijn, ons Zelf, te geven. In de wereld worden we geroepen om onze broeders te geven wat de schepping weerspiegelt: genezen door middel van vergeving.
(Toelichtingen door Greg Mackie)
10. Jij kunt de Vader niet vergeten omdat ik bij jou ben, en ik Hem niet vergeten kan. Mij vergeten is jezelf vergeten en Hem die jou geschapen heeft. Onze broeders zijn vergeetachtig. Daarom hebben ze het nodig dat jij je mij herinnert* en Hem die mij geschapen heeft. Door die herinnering kun jij hun denken over zichzelf veranderen, zoals ik dat met het jouwe kan. Jouw denkgeest is zo’n krachtig licht dat jij in die van hen kunt zien en die kunt verlichten, zoals ik de jouwe verlichten kan. Ik wil niet mijn lichaam in communie of gemeenschap delen, want dat is het delen van niets. Zou ik soms proberen met de allerheiligste kinderen van een allerheiligste Vader een illusie te delen? Maar ik wil wel mijn denkgeest met jou delen omdat wij één van Denkgeest zijn, en die Denkgeest is de onze. Zie alleen deze Denkgeest overal, want alleen deze is overal en in alles. Hij is alles omdat hij alles in zichzelf omvat. Gezegend ben jij die alleen dit waarneemt, want je neemt alleen waar wat waar is.
11. Kom daarom tot mij, en verneem de waarheid die in jou is. De denkgeest die wij delen wordt door al onze broeders gedeeld, en wanneer wij hen waarachtig zien, zullen zij genezen zijn. Laat jouw denkgeest samen met de mijne hun denkgeest beschijnen en hen, door onze dankbaarheid jegens hen, bewust maken van het licht in hen. Dit licht zal op jou en op heel het Zoonschap terugstralen, omdat het jouw geëigende gave is aan God. Hij zal die aanvaarden en aan het Zoonschap geven, omdat die voor Hem en dus ook voor Zijn Zonen aanvaardbaar is. Dit is de ware communie of gemeenschap met de Heilige Geest, die het altaar van God in ieder ziet, en door dat jou ter waardering te geven roept Hij je op om God en Zijn schepping lief te hebben. Je kunt het Zoonschap alleen als één geheel waarderen. Dit maakt deel uit van de wet van schepping, en regeert bijgevolg alle denken.
Jezus herinnert zich de Vader altijd. Daarom herinneren wij ons de Vader eveneens, wanneer we ons Jezus herinneren. En dan kunnen we deze herinnering doorgeven aan onze vergeetachtige broeders. Door de herinnering van Jezus en onze Vader aan hen door te geven — door in hen de Denkgeest te zien die we met elkaar delen — kunnen we hun denkgeest genezen.
God Zelf aanvaardt het licht van dankbaarheid dat we in hun denkgeest laten schijnen, en dat terugstraalt in de onze, en zo het gehele Zoonschap verlicht. Dit is ware communie, niet het consumeren van Jezus' lichaam en bloed in de vorm van brood en wijn. Het is het delen van zijn denkgeest, zodat we in iedereen de ene Denkgeest kunnen zien, het altaar van God in iedereen kunnen waarderen, en God en Zijn schepping als één kunnen liefhebben.
Toepassing : Het is een geweldige oefening om deze laatste twee alinea's persoonlijk te maken. Daarom raad ik aan om ze te lezen als een persoonlijke boodschap van Jezus aan jou, en je eigen naam in te vullen waar dat mogelijk is.
(Toelichtingen door Greg Mackie)
* Dit verwijst naar Lc.22:19: ‘doet dit tot mijn gedachtenis.’