Hoofdstuk 13

De schuldeloze wereld

IX. De wolk van schuld

 

1. Schuld is het enige waardoor de Vader verborgen blijft, want schuld is de aanval op Zijn Zoon. De schuldigen veroordelen altijd, en nu ze dit hebben gedaan, zullen ze dat blijven doen, waardoor ze, naar de wet van het ego, de toekomst aan het verleden koppelen. Trouw aan deze wet laat geen licht binnenkomen, want die eist trouw aan het duister en verbiedt ontwaken. De wetten van het ego zijn onverbiddelijk, en schendingen worden streng bestraft. Gehoorzaam daarom zijn wetten niet, want het zijn wetten van straf. En zij die ze naleven, geloven dat ze schuldig zijn, en dus kunnen ze niets anders dan veroordelen. Tussen toekomst en verleden moeten Gods wetten treden, wil jij jezelf bevrijden. De Verzoening staat tussen ze in, zoals een licht dat zo helder schijnt dat de keten van duisternis waarin jij jezelf hebt gekluisterd zal verdwijnen.

 

Zoals we in de voorgaande paragrafen hebben gezien, zegt de wet van het ego dat de toekomst verbonden is met het verleden. We veroordelen onszelf in het heden voor onze zonden in het verleden afspiegelingen van de oorspronkelijke zonde: de afscheiding van God en dit garandeert onze toekomstige veroordeling in de vorm van straf. Is dit niet hoe we het leven ervaren? Onze vroegere misdaden wegen steeds zwaarder en maken het leven steeds pijnlijker, totdat ons uiteindelijk de doodstraf wacht. Aangezien het verleden dus bepaalt hoe de toekomst eruitziet, is er geen uitweg; er kan geen licht binnenkomen om de duisternis te verdrijven. De wetten van God verbinden de toekomst echter aan het heden. Als we de Verzoening de erkenning van onze volmaakte onschuld aanvaarden in het heden, brengen we licht in de duisternis. Het licht zal ons bevrijden van onze keten van duisternis en onze tocht naar de dood. Het enige wat we daarvoor hoeven te doen is ophouden met het gehoorzamen van de wetten van het ego, en in plaats daarvan de wetten van God volgen.

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

2. Bevrijding van schuld is de totale opheffing van het ego. Maak niemand bang, want zijn schuld is de jouwe, en door de hardvochtige geboden van het ego te gehoorzamen roep je zijn veroordeling af over jezelf, en zul je de straf niet ontlopen die het uitdeelt aan hen die het gehoorzamen. Het ego beloont trouw aan hem met pijn, want vertrouwen in hem is pijn. En vertrouwen kan alleen worden beloond in de zin van de overtuiging waarin het vertrouwen werd gesteld. Vertrouwen bepaalt de kracht van de overtuiging, en dat waarin het wordt geïnvesteerd stelt de beloning vast. Want vertrouwen wordt steeds geschonken aan wat als schat gekoesterd wordt, en wat gekoesterd wordt, keert naar je terug.

 

We verlangen allemaal bevrijd te worden van schuld, en het aanvaarden van de Verzoening is de manier om onze natuurlijke onschuld te herkennen. Het ego wil hier geen deel van uitmaken, want bevrijding van schuld betekent zijn ondergang. Daarom biedt het ons zijn eigen bevrijdingsplan aan: geef iemand anders de schuld en de angst om daarvoor gestraft te worden.

In hoofdstuk 31 zegt Jezus: 'Wat hij doet, maakt niet meer uit, want je beschuldigende vinger wijst naar hem, priemend en dodelijk' (T31.V.6:4). Wij wijzen allemaal graag met een beschuldigende vinger, nietwaar? Dat is een buitengewoon slim plan van het ego, want het lijkt ons te geven wat we willen hebben onschuld maar in feite geeft het zichzelf wat het wil hebben: de bevestiging van onze schuld. Want door schuld te projecteren verdwijnt hij niet uit de denkgeest. Daarom zegt Jezus: 'Maak niemand bang, want zijn schuld is de jouwe'. De projectie van schuld houdt deze in onszelf in stand en daarmee de angst voor straf.

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

3. De wereld kan jou slechts geven wat jij haar gegeven hebt, want aangezien ze niets dan je eigen projectie is, heeft ze geen betekenis los van wat jij erin gevonden hebt en waarin jij je vertrouwen hebt gesteld. Wees trouw aan het duister en je zult niet zien, omdat jouw vertrouwen beloond zal worden zoals je het gegeven hebt. Je zult je schat aanvaarden, en als jij je vertrouwen in het verleden stelt, zal de toekomst als het verleden zijn. Jij denkt dat al wat jou dierbaar is, van jou is. De macht van je waardering zal maken dat dit zo is.

 

Wij denken dat de pijn die we voelen ons tegen onze wil door de wereld wordt aangedaan — het is zo oneerlijk! Maar de enige reden waarom de wereld ons pijn doet, is dat we onze schuld op haar hebben geprojecteerd en haar werkelijk hebben gemaakt. 

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

4. De Verzoening brengt een herwaardering van alles wat je koestert, want ze is het middel waarmee de Heilige Geest het valse van het ware scheiden kan, die jij beide zonder onderscheid in je denkgeest hebt aanvaard. Daarom kun je het ene zonder het andere geen waarde verlenen, en is schuld voor jou als onschuld even waar. Je gelooft niet dat de Zoon van God schuldeloos is, omdat je het verleden ziet, en hem niet. Wanneer je een broeder veroordeelt, zeg je: ‘Ik die schuldig was, verkies dat te blijven.’ Je hebt zijn vrijheid verloochend, en zodoende heb je de getuige voor die van jou verloochend. Je zou hem even makkelijk van het verleden hebben kunnen bevrijden, en de wolk van schuld die hem eraan bindt hebben kunnen oplichten uit zijn denkgeest. En in zijn vrijheid zou die van jou hebben gelegen.

 

Onze gespleten denkgeest aanvaardt zowel schuld als onschuld. De Heilige Geest leert ons dat alleen onschuld waar is, door 'het valse van het ware te scheiden'. Wanneer we onze broeders vergeven door hun onschuld te erkennen, bevrijden we hen én onszelf van 'de wolk van schuld' die ons aan het verleden bindt.

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

5. Belaad hem niet met zijn schuld, want zijn schuld ligt in zijn geheime gedachte dat hij dit jou heeft aangedaan. Wil jij hem dan leren dat hij gelijk heeft met zijn waan? Het idee dat de schuldeloze Zoon van God zichzelf kan aanvallen en zichzelf schuldig kan maken is waanzinnig. Geloof dit niet, in welke vorm en bij wie dan ook. Want zonde en veroordeling zijn hetzelfde, en geloven in de een is vertrouwen in de ander, wat om straf in plaats van liefde vraagt. Niets kan waanzin rechtvaardigen, en om straf vragen voor jezelf moet wel waanzinnig zijn.

 

6. Zie dan ook niemand als schuldig, en je zult de waarheid van schuldeloosheid voor jezelf beamen. In elke veroordeling die jij de Zoon van God biedt, ligt de overtuiging van jouw eigen schuld. Als je wilt dat de Heilige Geest jou hiervan bevrijdt, neem dan Zijn aanbod van Verzoening voor al jouw broeders aan. Want zo leer jij dat het waar is voor jou. Houd altijd in gedachten dat het onmogelijk is de Zoon van God ten dele te veroordelen. Degenen die jij als schuldig ziet worden de getuigen van schuld in jou, en daar zul jij die zien, want daar is hij tot hij ongedaan wordt gemaakt. Schuld is steeds aanwezig in je denkgeest, die zichzelf veroordeeld heeft. Projecteer hem niet, want zolang je dat doet, kan hij niet ongedaan worden gemaakt. Voor ieder die jij van schuld bevrijdt, heerst grote vreugde in de Hemel, waar zij die van jouw vaderschap getuigen zich verheugen.

 

Anderen de schuld geven versterkt onze eigen schuld. Het is waanzinnig om te geloven dat we zelf vrij zijn van schuld wanneer we deze op onze broeders projecteren. Want de schuld die we in hen zien is niets anders dan onze eigen schuld: 'Het is onmogelijk de Zoon van God ten dele te veroordelen'. Onze broeders worden de getuigen van onze schuld.

Zolang we onze schuld projecteren kunnen we deze niet in onszelf zien en kan hij dus niet ongedaan worden gemaakt. Maar we hebben een keuze: we kunnen het aanbod van de Verzoening van de Heilige Geest voor iedereen aannemen. We kunnen kiezen om onze projectie van schuld terug te nemen van onze broeders. Hen als onschuldig zien bevestigt onze eigen schuldeloosheid. Dan worden ze de getuigen van onze onschuld. Als we hen bevrijden, bevrijden we onszelf. En heel de hemel inclusief onze eigen scheppingen, de getuigen van ons vaderschap viert de blijde boodschap van bevrijding.

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

7. Schuld maakt jou blind, want zolang je één plekje schuld in jezelf ziet, zul je het licht niet zien. En door het te projecteren lijkt de wereld donker en in je schuld verhuld. Je werpt er een donkere sluier overheen en kunt die niet zien, omdat je niet naar binnen kunt kijken. Je bent bang voor wat je daar zou aantreffen, maar het is er niet. Dat wat je vreest is weg. Als je naar binnen zou kijken, zou jij alleen de Verzoening zien, die in vrede en stilte op het altaar voor je Vader straalt.

 

Wij zijn er, bewust of onbewust, van overtuigd dat we schuldig zijn, dat de kern van ons wezen duister en zondig is, en dat dit nooit ongedaan kan worden gemaakt. Dit is zo angstaanjagend dat we er niet naar durven kijken en het op de wereld projecteren. Daardoor lijkt de wereld duister en kunnen we het licht niet zien.

We durven niet naar binnen te kijken omdat we bang zijn voor wat we daar aantreffen. Maar het goede nieuws is dat er geen duistere zonde in ons is: 'Dat wat je vreest is weg'. De Verzoening heeft het weggeschenen, en als we naar binnen kijken zien we het stralende altaar van onze Vader in plaats van het duistere altaar van het ego dat we vreesden te zullen zien. 

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

8. Wees niet bang om naar binnen te kijken. Het ego vertelt je dat alles van binnen zwart ziet van schuld, en gebiedt jou niet te kijken. Daarentegen gebiedt het je naar je broeders te kijken, en de schuld in hen te zien. Dit kun je echter niet doen zonder blind te blijven. Want zij die hun broeders in het duister zien, en hen schuldig zien in het duister waarin ze hen hullen, zijn te bang om naar het licht vanbinnen te kijken. In jou is niet wat jij gelooft dat er is, en waarin jij je vertrouwen hebt gesteld. In jou is het heilige teken van het volmaakte vertrouwen dat jouw Vader in jou heeft. Hij beoordeelt jou niet zoals jij jezelf beoordeelt. Hij kent Zichzelf, en kent de waarheid in jou. Hij weet dat er geen verschil is, want Hij heeft geen weet van verschillen. Kun jij schuld zien waar God weet dat er volmaakte onschuld is? Je kunt Zijn kennis wel ontkennen, maar niet veranderen. Kijk dan naar het licht dat Hij in jou plaatste, en ontdek dat wat jij vreesde dat daar aanwezig was, door liefde is vervangen.

 

Toepassing : Jezus zegt: 'Wees niet bang om naar binnen te kijken'. Laten we dat nu dus doen. Stel je voor dat je een grote deur nadert die toegang geeft tot de binnenste kamer van een kasteel. In deze kamer ligt alles opgeslagen wat er binnenin jou is. Je bent bang om die deur te openen, want je hoort je ego jou waarschuwen om je terug te trekken:

 

Kijk niet naar binnen, want je zult de vreselijkste demonen zien, de getuigen van je duistere, bodemloze schuld. Denk aan alle zonden die je hebt begaan, de haatgedachten die je hebt gekoesterd, de gemene dingen die je tegen anderen hebt gezegd, de nare dingen die je hebt gedaan. En denk vooral aan je grootste zonde: je aanval op God door je van Hem af te scheiden.

Daar wil je niet echt naar kijken, toch?

De enige manier om je beter te voelen over jezelf is alles te vergeten wat achter die deur ligt.

Zie het allemaal in anderen, dan hoef je nooit geconfronteerd te worden met deze vreselijke demonen van schuld.

 

Maar nu hoor je de stem van Jezus die je geruststelt:

 

Wees niet bang om naar binnen te kijken. In deze kamer is niet wat jij gelooft dat er is. God weet wat er in jou is, want Hij kent Zichzelf, en Hij kent de waarheid in jou. En Hij weet dat er geen verschil is. In jou is het volmaakte vertrouwen dat jouw Vader in jou heeft. In jou is volmaakte onschuld. Doe de deur dus maar open en kijk naar het licht dat God in jou plaatste. En zie dat wat jij vreesde dat daar aanwezig was, door liefde is vervangen. 

(Toelichtingen door Greg Mackie)