Hoofdstuk 19

Het bereiken van vrede

B. De tweede blokkade:

de overtuiging dat het lichaam waardevol is omwille van wat het biedt

 

Wanneer we ons met een broeder verenigen in een heilige relatie, nodigen we de Heilige Geest in onze relatie uit. Hij ontwortelt onze toewijding aan zonde, die de basis was van de speciale relatie, en vervangt deze door vrede. Deze vrede wil zich uitbreiden, eerst naar de heilige relatie-partners en vervolgens naar het gehele Zoonschap. Een klein deel van de toewijding aan zonde blijft echter achter en richt blokkades op voor de uitbreiding van deze vrede. De eerste blokkade is de wens ons van de vrede te ontdoen, oftewel de wens van het ego om het geloof in zonde in stand te houden — dat wil zeggen: het geloof dat anderen zondig zijn, zodat we kunnen blijven geloven in onze eigen schuldeloosheid. Onze denkgeest stuurt de boodschappers van angst eropuit om zelfs het geringste bewijs daarvan te vinden en terug te brengen naar de denkgeest.

(Toelichtingen door Robert Perry)

Nu komen we bij de tweede blokkade:

 

1. We hebben gezegd dat vrede eerst de blokkade moet overwinnen van jouw wens je ervan te ontdoen. Waar de aantrekkingskracht van schuld de scepter zwaait, is vrede niet gewenst. De tweede blokkade waar vrede overheen moet vloeien, en die nauw verwant is aan de eerste, is de overtuiging dat het lichaam waardevol is omwille van wat het biedt. Want hier wordt de aantrekkingskracht van schuld in het lichaam gemanifesteerd, en daarin gezien.

 

Deze korte alinea beschrijft de relatie tussen de eerste twee blokkades. We willen ons ontdoen van vrede omdat deze de status quo bedreigt: 'de gefixeerde en onveranderlijke toewijding aan de zonde en haar gevolgen' (T19.IV.A.7:3). Aangezien schuld een gevolg van zonde is, betekent toewijding aan de gevolgen toewijding aan schuld. Onze aantrekking tot schuld is dus de reden waarom we geen vrede willen.

De tweede blokkade voor vrede is daar nauw mee verbonden. We waarderen wat het lichaam ons te bieden heeft. Het stelt ons in staat om schuld in anderen te zien, wat 'bewijst' dat schuld werkelijk is.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

2. Dit is de waarde waarvan je meent dat vrede jou beroven wil. Dit is het wat ze jou naar jouw mening ontnemen wil, en waardoor ze jou ontheemd wil achterlaten. En dit is het waardoor jij aan vrede een thuis ontzeggen wilt. Dit ‘offer’ voel jij als te groot om te brengen, als te veel gevraagd. Is het een offer, of een bevrijding? Wat heeft het lichaam je eigenlijk gegeven dat het jouw merkwaardige overtuiging rechtvaardigt dat daarin verlossing schuilt? Zie je dan niet dat dit het geloof is in de dood? Hier ligt de focus van de waarneming die de Verzoening beschouwt als moord. Hier ligt de bron van het idee dat liefde angst is.

 

Deze alinea beantwoordt drie vragen die gesteld werden bij de bespreking van de eerste blokkade:

 

Vragen bij de eerste blokkade:

Wat lijkt dan de prijs te zijn die jij zo ongenegen bent te betalen? (A.2:3)

Antwoorden bij de tweede blokkade:

Dit [het zien van schuld in anderen] is de waarde waarvan je meent dat vrede jou beroven wil [de prijs die je denkt te moeten betalen] (B.2:1)

 

Vragen bij de eerste blokkade:

Wat denk je dat ze moet opgeven om bij jou te wonen? (A.2:2)

Antwoorden bij de tweede blokkade:

Dit is het wat ze jou naar jouw mening ontnemen wil, en waardoor ze jou ontheemd wil achterlaten (B.2:2)

 

Vragen bij de eerste blokkade:

Waarom zou jij willen dat vrede thuisloos was? (A.2:1)

Antwoorden bij de tweede blokkade:

En dit is het waardoor jij aan vrede een thuis ontzeggen wilt (B.2:3).

 

Elke vraag zegt: Waarom wil je de eerste blokkade in stand houden en je van vrede ontdoen?

En elk antwoord zegt: Omwille van de tweede blokkade het waardevolle aanbod van het lichaam. In feite is dit hetzelfde antwoord dat ook de eerste keer werd gegeven: onze gehechtheid aan 'een kleine zandwal, een muur van stof, een nietige schijnbarrière' (A.2:9). We zijn gehecht aan ons lichaam vanwege 'de aantrekkingskracht van schuld [die] in het lichaam [wordt] gemanifesteerd en daarin gezien'. Maar is het opgeven van schuld een offer of een bevrijding? vraagt Jezus. En dat moeten we onszelf ook afvragen. Hebben de geschenken van het lichaam ons echt verlost, of hebben ze ons alleen maar opgezadeld met meer schuld? Zien we straf opoffering, lijden en uiteindelijk de dood niet als de enige manier om gezuiverd en verlost te worden? Is ons geloof dat de dood van Jezus ons heeft verlost niet het ultieme voorbeeld van deze denkwijze?

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

3. De boodschappers van de Heilige Geest worden ver voorbij het lichaam uitgezonden, en roepen de denkgeest op zich in heilige gemeenschap of communie te verbinden en in vrede te zijn. Dat is de boodschap die ik hun voor jou heb meegegeven. Alleen de boodschappers van de angst zien het lichaam, want die zoeken naar wat kan lijden. Is het een offer weggehaald te worden van wat kan lijden? De Heilige Geest eist niet dat je de hoop op lichamelijk genot opoffert; het lichaam bevat geen hoop op genot. Maar evenmin kan het jou angst voor pijn bezorgen. Pijn is het enige ‘offer’ dat de Heilige Geest vraagt, en die wil Hij wel degelijk wegnemen.

 

De boodschappers van angst brengen alleen informatie over lichamen terug, want ze kijken alleen naar wat kan lijden. De boodschappers van de Heilige Geest daarentegen kijken voorbij het lichaam. 'Ze roepen de denkgeest op zich te verbinden en in vrede te zijn'. Wij blijven hopen dat het lichaam ons gelukkig zal maken, maar dat is ijdele hoop. De Heilige Geest wil ons verlossen van de pijn die dit veroorzaakt. Dat is het enige 'offer' dat Hij van ons vraagt.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

4. Vrede breidt zich van jou alleen tot het eeuwige uit, en reikt vanuit het eeuwige in jou naar buiten. Ze vloeit over al het andere heen. De tweede blokkade is niet steviger dan de eerste. Want jij wilt je evenmin van vrede ontdoen als haar beperken. Wat zijn deze blokkades die jij tussen de vrede en haar voortgang in wilt plaatsen anders dan barrières die jij opwerpt tussen jouw wil en de volbrenging daarvan? Jij wilt gemeenschap, niet het feest van de angst. Jij wilt verlossing, niet de pijn afkomstig van schuld. En jij wilt je Vader, niet een hompje klei, als thuis.

 

Wanneer de Heilige Geest ons leven binnenkomt, raken we meestal gefocust op wat we denken op te moeten geven en verliezen we de kostbare schatten die op ons wachten uit het oog. Diep in ons binnenste heeft vrede een thuis gevonden. Van daaruit wil ze opstijgen en ons omhullen met pure vreugde. Maar we verwelkomen dit niet van harte, omdat het onze lichamelijke status quo bedreigt. Het is alsof Jezus op onze deur klopt en wij zeggen: 'Kun je later terugkomen? Er is een mooie film op tv en ik ben nog aan het eten'. We vergeten dat zijn komst werkelijk is wat we willen. We willen het feestmaal in de vredige tuin waarbij iedereen welkom is, niet het feest van de angst dat iedereen uitsluit. We willen God als ons thuis, niet het armzalige hoopje klei dat ons lichaam is. Als een geschenk aan onszelf moeten we daarom het eten aan de kant schuiven, de tv uitzetten en naar de deur rennen om deze te openen.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

In jouw heilige relatie is je Vaders Zoon aanwezig. Hij heeft de gemeenschap met Hem, noch met zichzelf verloren. Toen jij ermee instemde je met je broeder te verbinden, heb je erkend dat dit zo is. Dit heeft geen prijs, maar betekent de bevrijding van elke prijs.

 

5. Jij hebt je illusies wel erg duur betaald, en niets waarvoor je betaald hebt heeft jou vrede gebracht. Ben je niet blij dat de Hemel niet kan worden geofferd, en dat er van jou geen offer kan worden gevraagd?

 

In onze heilige relaties is ons ware Zelf aanwezig, de Zoon van God, die in een volmaakte gemeenschap verkeert met zijn Vader. De keuze voor een heilige relatie is de erkenning hiervan. We hebben een enorme prijs betaald voor onze illusies, vaak meer dan we ons konden veroorloven, en zodra we ze in huis hadden gingen ze stuk. We zijn bang dat heilige relaties een hoge prijs hebben, maar hun enige doel is juist ons van alle kosten te bevrijden. Wat een onbetaalbaar geschenk!

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

Er is geen blokkade die jij tegen ons verbond kunt opwerpen, want in je heilige relatie ben ik reeds aanwezig. Wij zullen alle blokkades samen overwinnen, want wij staan binnen de poorten en niet daarbuiten. Hoe gemakkelijk is het de deuren van binnenuit te openen, om vrede door te laten en daarmee de vermoeide wereld te zegenen! Kan het ons dan moeilijk vallen om samen aan barrières voorbij te gaan, wanneer jij je met het onbegrensde hebt verbonden? Het ligt in jouw handen het einde van schuld te schenken. Zou je nu pas op de plaats maken om in jouw broeder te zoeken naar schuld?

 

Wij kunnen het gevoel hebben dat we ons buiten Gods vrede bevinden; dat deze vrede omringd is door muren en poorten en dat we tevergeefs op die poorten kloppen. Niemand antwoordt en we zijn niet sterk genoeg om de poorten zelf te openen.

In werkelijkheid verblijven we echter al binnen die muren, in Gods vrede. En Jezus is daar samen met ons. Nu is het onze taak 'om vrede door te laten en daarmee de vermoeide wereld te zegenen'. De poorten kunnen van binnenuit geopend worden en Jezus helpt ons daarbij. Hoe moeilijk kan dat dus zijn? Er is niets dat ons tegenhoudt. We kunnen de poorten nú openen en de vrede van schuldeloosheid naar onze broeders laten stromen, in plaats van in hen naar schuld te blijven zoeken.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

6. Laat mij voor jou het symbool zijn van het einde van schuld, en kijk naar je broeder zoals jij naar mij zou kijken. Vergeef mij al de zonden die jij meent dat de Zoon van God heeft begaan. En in het licht van jouw vergeving zal hij zich herinneren wie hij is, en vergeten wat nooit is geweest. Ik vraag om jouw vergeving, want als jij schuldig bent, moet ik dat ook zijn. Maar als ik schuld te boven kwam en de wereld overwon, dan was jij met mij. Wil jij in mij het symbool zien van schuld, of van het einde van schuld, wanneer jij je herinnert dat wat ik voor jou beteken jij ook in jezelf ziet?

 

De geschiedenis ziet Jezus als het symbool van onze zonden, waarvoor hij moest lijden en sterven. Dit versterkt ons geloof in de zondigheid van onze broeders. Daarom vraagt Jezus ons om hem te zien als het symbool van ieders zondeloosheid en daarmee als het symbool van onschuld. Hij vraagt ons hem de zonden te vergeven die we op hem en onze broeders hebben geprojecteerd. Door dat te doen vergeven we ook onszelf, want wat we in Jezus zien, zien we ook in onszelf.

 

Toepassing: Denk aan iemand die je moeilijk kunt vergeven, en zeg tegen Jezus:

Ik vergeef je alle zonden die [naam] in mijn ogen heeft begaan,

want jij vertegenwoordigt wie [naam] werkelijk is.

Als ik hem/haar veroordeel, veroordeel ik jou,

en als ik jou veroordeel, veroordeel ik mijzelf.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

7. Vanuit jouw heilige relatie verkondigt de waarheid de waarheid, en kijkt liefde naar zichzelf. De verlossing vloeit van diep binnenin het huis dat jij mijn Vader en mij geschonken hebt. En wij zijn daar tezamen, in de vredige gemeenschap waarin de Vader en de Zoon verbonden zijn. O, gij getrouwen, komt allen tezamen in het heilig verbond van de Vader en de Zoon in jou! En houd je niet afzijdig van wat jou wordt aangeboden als dank dat jij de vrede haar thuis in de Hemel geschonken hebt. Zend heel de wereld de blijde boodschap van het einde van schuld, en heel de wereld zal antwoorden. Bedenk hoe gelukkig je zult zijn, wanneer eenieder jou de getuigenis schenkt van het einde van zonde, en jou laat zien dat zijn macht voorgoed verdwenen is. Waar kan er nog schuld zijn, wanneer het geloof in zonde verdwenen is? En waar is de dood, wanneer zijn grote pleitbezorger niet langer wordt gehoord?

 

In de heilige relatie vindt diep van binnen de kerstgebeurtenis plaats. Daar wordt Jezus geboren in stille gemeenschap met de Vader, waarbij zijn verbondenheid met God de verbondenheid van het Zoonschap met God vertegenwoordigt. In deze context betekent 'Komt allen tezamen' niet: kom naar Bethlehem om het Jezuskind te vereren, maar: kom naar die heilige plaats in jezelf om 'het heilig verbond van de Vader en de Zoon in jou' te eren. Vervolgens moeten we getuigen van deze gezegende Kerstmis: 'go, tell it on the mountain, over the hills and everywhere, that Christ is bom'; vertel iedereen het nieuws dat er een eind is gekomen aan schuld. Dit betekent niet dat we eropuit moeten trekken om dit te prediken, maar dat we anderen de schuldeloosheid schenken die we in onszelf hebben gevonden. Het betekent iedereen vergeven, wat hen zal veranderen in getuigen die bewijzen dat schuld voorbij is, dat de macht van zonde is verdwenen, de macht die Gods onbeperkte schepping opgesloten leek te hebben in kleine pakketjes vlees ... die macht is er niet meer. En met het ongedaan maken daarvan zijn ook schuld en dood verdwenen. Kan er iets vreugdevoller zijn dan dit?

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

8. Vergeef me jouw illusies, en ontsla me van de straf voor wat ik niet heb gedaan. Zo zul je de vrijheid leren kennen die ik onderwees, door vrijheid aan je broeder te onderwijzen, en mij aldus te bevrijden. Ik ben aanwezig in je heilige relatie, en toch wil je mij gevangenzetten achter de blokkades die jij voor de vrijheid opgeworpen hebt, en die mijn weg naar jou versperren. Maar het is niet mogelijk Iemand weg te houden die al aanwezig is. En in Hem is het zeker mogelijk dat onze gemeenschap, waarin we reeds verbonden zijn, de focus wordt van de nieuwe waarneming die licht zal brengen aan heel de wereld, in jou vervat.

 

Jezus blijft ons vragen hem te vergeven, wat de vraag oproept: waarom wijzen we hem eigenlijk af? De belangrijkste reden is dat hij het symbool van zonde en schuld is geworden, een symbool van veroordeling. We zien hem als een veroordelende aanwezigheid die, als we hem toelaten, al ons plezier wegneemt. Daarom staan de blokkades voor vrede ook tussen hem en ons in. Maar Jezus zegt: 'Vergeef me dat ik dat ik de persoon ben die jij verzonnen hebt, die denkbeeldige veroordelende figuur, die symbool staat voor ieders zonden. Als je dat beeld van mij loslaat, zul je in staat zijn iedereen te vergeven en mij te bevrijden. Nu zit ik gevangen achter de blokkades die je hebt opgeworpen om de vrede tegen te houden. Ze houden ook mij tegen, want ik verblijf op dezelfde plek waar vrede verblijft, diep in jouw binnenste, waar ook de Heilige Geest verblijft. Omdat ik dus al in jou ben, kun je me niet weghouden. Waarom erken je mijn aanwezigheid niet, samen met die van de Heilige Geest? Want jouw Zelf is daar ook aanwezig, in gemeenschap met ons. En als je deze verbondenheid erkent, kan ze het punt zijn van waaruit je naar de hele wereld kijkt en licht brengt naar iedereen'.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

Een korte herhaling: in een heilige relatie zijn we niet langer toegewijd aan het egodoel van zonde. De Heilige Geest is in onze relatie gekomen en heeft vrede tot het fundament daarvan gemaakt. Deze vrede is bedoeld om naar boven en naar buiten te stromen: om het bewustzijn van de heilige relatie-partners te bereiken en zich van daaruit uit te breiden naar de hele wereld. Diep in onszelf blijft echter een klein deel van het oude egodoel achter, en dit deel richt blokkades op om de vrede tegen te houden.

De eerste blokkade is de wens om ons van de vrede te ontdoen. We willen haar niet, omdat we ons oude doel van zonde na willen blijven streven. Onze denkgeest stuurt boodschappers van angst eropuit om bewijzen van zonde en schuld in anderen te vinden en naar ons terug te brengen.

De tweede blokkade is de reden waarom we van vrede af willen: het geloof dat het lichaam waardevol is om wat het ons te bieden heeft. Op een oppervlakkig niveau voelen we ons aangetrokken tot de genoegens van het lichaam, zowel fysiek als emotioneel. We geloven dat de vrede van de Heilige Geest een (te) hoge prijs heeft, dat ze ons dwingt om al onze lichamelijke genoegens op te offeren. Maar op een dieper niveau is dezelfde dynamiek aan het werk die de bron is van de eerste blokkade: het restant van ons oude egodoel van zonde wil dat we ons aangetrokken voelen tot schuld en die schuld vinden we in het lichaam van anderen.

Nu zet Jezus de volgende stap in dit proces: zoals schuld het gevolg is van zonde, is pijn het gevolg van schuld. En zolang we schuld in stand willen houden, worden we aangetrokken door pijn.

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

i. De aantrekkingskracht van pijn

 

9. Jouw geringe aandeel bestaat er slechts uit het hele idee van offeren aan de Heilige Geest te geven. En de vrede te aanvaarden die Hij daarvoor in de plaats geeft, zonder de beperkingen die de uitbreiding ervan zouden tegenhouden en aldus je bewustzijn ervan zouden beperken. Want wat Hij geeft moet wel worden uitgebreid, wil je over de onbeperkte macht daarvan beschikken, en die gebruiken voor de bevrijding van Gods Zoon. Dit is niet waar je vanaf zou willen, en omdat je het bezit, kun je het niet beperken. Als vrede thuisloos is, ben jij dat en ben ik dat ook. En Hij die ons thuis is, is thuisloos samen met ons. Is dit jouw wens? Wil je soms voor eeuwig een zwerver blijven, op zoek naar vrede? Wil jij je hoop op vrede en geluk investeren in iets wat tot mislukken is gedoemd?

 

Wij zijn ervan overtuigd dat de vrede van de Heilige Geest opoffering vereist, dat we alle lichamelijke genoegens op moeten geven. En de christenen onder ons geloven dat we alleen de Hemel kunnen verwerven ten koste van Jezus' offer aan het kruis. Maar het werkelijke offer is het afwijzen van vrede, ten gunste van de mogelijkheid om schuld te blijven zien in lichamen. Dit veroordeelt ons tot het zoeken van vrede op manieren die gedoemd zijn te mislukken. Het blokkeert de uitbreiding van vrede via onze heilige relaties. Het verdrijft de vrede uit onze denkgeest en maakt zo onszelf, Jezus, en zelfs God die ons ware Thuis is, thuisloos.

Als we dit niet willen — en in werkelijkheid willen we het niet — moeten we het idee van offeren opgeven en Zijn vrede aanvaarden. Dan breken we de blokkades af, zodat de vrede ons en de wereld kan zegenen en verlossen.

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

10. Geloof in het eeuwige is altijd gerechtvaardigd, want het eeuwige is voor immer vriendelijk, oneindig geduldig en volkomen liefdevol. Het zal jou totaal aanvaarden, en jou vrede geven. Maar het kan zich alleen verenigen met wat in jou al in vrede is, onsterfelijk als zichzelf. Het lichaam kan jou vrede noch onrust brengen, vreugde noch pijn. Het is een middel, geen doel. Het heeft geen doel van zichzelf, maar enkel dat wat het gekregen heeft. Het lichaam zal ogenschijnlijk alles zijn wat als middel dient om het doel te bereiken dat jij eraan toekent. Alleen de denkgeest kan een doel vaststellen, en alleen de denkgeest kan het middel zien om dat te verwezenlijken, en het gebruik ervan rechtvaardigen. Vrede en schuld zijn beide een gesteldheid van de denkgeest die men verwerven kan. En deze gesteldheden zijn de thuishaven van de emotie die ze oproept, en die er daarom mee verenigbaar is.

 

Wij geloven dat het lichaam ons vrede en geluk kan geven, maar dit geloof is volkomen onterecht, omdat iets wat niet bestaat ons niets kan geven. Geloof in het eeuwige is daarentegen altijd gerechtvaardigd. Het verenigt zich met het eeuwige in onszelf en schenkt ons de vrede die het lichaam ons niet kan geven. Niet het lichaam zelf is een blokkade voor vrede, maar ons geloof in het lichaam als doel een geloof dat tot uitdrukking komt in onze zoektocht naar geluk door middel van lichamelijke genoegens. Het lichaam is echter een middel in plaats van een doel, een neutraal instrument dat door de denkgeest kan worden gebruikt voor elk doel dat hij eraan toekent. We kunnen naar de stem van angst de stem van het ego luisteren en het lichaam gebruiken om schuld te zoeken, wat ons pijn bezorgt, of we kunnen naar de stem van liefde — de stem van de Heilige Geest — luisteren en het lichaam gebruiken om vrede te zoeken, wat ons vreugde bezorgt. De keuze is volledig aan ons.

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

11. Maar bedenk eens welke het is die verenigbaar is met jou. Dit is jouw keuze, en die is vrij. Maar al wat erin besloten ligt, zal daarbij meekomen, en wat jij denkt dat je bent kan daar nooit los van staan. Het lichaam is de grote schijnverrader van het geloof. Het bergt ontgoocheling en de kiem voor ongeloof, maar alleen als je het om iets vraagt wat het niet geven kan. Kan jouw vergissing een redelijke grond zijn voor depressiviteit en ontgoocheling, en voor een vergeldingsaanval op datgene waarvan jij denkt dat het jou in de steek gelaten heeft? Gebruik je dwaling niet als rechtvaardiging voor je ongeloof. Jij hebt niet gezondigd, maar je hebt je wel vergist in wat je geloof waardig is. En de correctie van je vergissing zal je grond geven voor geloof.

 

Welke emotie is verenigbaar met Wie we werkelijk zijn: liefde of angst? Wanneer we liefde kiezen erkennen we dat we eeuwig zijn en vinden we vrede. Kiezen we angst, dan denken we dat we een lichaam zijn en vinden we schuld. Zoals we tot nu toe hebben gezien, doen we het laatste. Natuurlijk zoeken we niet bewust naar schuld. We denken dat we vrede en geluk zoeken. Maar als we die hopen te vinden in en door het lichaam worden we onvermijdelijk teleurgesteld. Want het lichaam dat ons zoveel belooft komt zijn beloften niet na. Toch is het niet het lichaam dat ons verraadt, het heeft alleen maar de bevelen van onze denkgeest uitgevoerd. Daarmee heeft de denkgeest geen zonde begaan, maar zich vergist in wat ons geloof waardig is. En de correctie van deze vergissing geeft ons redenen voor geloof in het eeuwige.

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

12. Het is onmogelijk via het lichaam genot te zoeken en geen pijn te vinden. Het is van essentieel belang dat deze relatie begrepen wordt, want het ego ziet die als bewijs voor zonde. In werkelijkheid heeft ze helemaal niets met straf uitstaande. Het is slechts het onvermijdelijk gevolg van jezelf gelijkstellen met het lichaam, wat een directe uitnodiging is aan pijn. Want ze nodigt angst uit binnen te komen en jouw doel te worden. En daarmee komt onvermijdelijk de aantrekkingskracht van schuld mee naar binnen, waardoor elke opdracht die angst aan het lichaam geeft pijnlijk wordt. Het zal delen in de pijn van alle illusies, en de illusie van genot zal gelijkstaan aan pijn.

 

Het ego gebruikt zowel genot als pijn als bewijs voor de werkelijkheid van het lichaam, en dus als het bewijs voor zonde. Als het lichaam werkelijk is, is God die niet een lichaam is dat dus niet. Deze ontkenning is de werkelijke pijn, die door het lichaam wordt weerspiegeld. God ontkennen is zondig, zonde veroorzaakt schuld, en schuld veroorzaakt angst angst voor straf. Daarmee treedt ook de aantrekkingskracht van schuld in werking: dat wil zeggen de schuld die we op anderen projecteren om zelf onschuldig te lijken en te ontsnappen aan Gods straf. Vanuit die keuze zullen de opdrachten die de denkgeest aan het lichaam geeft altijd aanvallend en veroordelend, en dus pijnlijk zijn voor anderen én voor het lichaam zelf.

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

13. Is dit niet onvermijdelijk? Op bevel van angst jaagt het lichaam schuld na, en is het dienstbaar aan zijn meester wiens aantrekking tot schuld de hele illusie van het bestaan daarvan instandhoudt. Dit nu is de aantrekkingskracht van pijn. Door deze waarneming beheerst, wordt het lichaam de dienaar van pijn, zoekt die plichtsgetrouw op, en gehoorzaamt aan het idee dat pijn genot is. Het is dit idee dat ten grondslag ligt aan heel de zware investering die het ego in het lichaam doet. En het is deze krankzinnige relatie die het verborgen houdt, maar waar het zich desondanks mee voedt. Jou leert het dat lichamelijk genot geluk betekent. Maar tegen zichzelf fluistert het: ‘Het is de dood.’

 

Het ego gebruikt pijn om de werkelijkheid van het lichaam en zichzelf te bevestigen. 'Dit nu is de aantrekkingskracht van pijn'. Daarom is pijn voor het ego een vorm van genot: 'Wat jou vreugde verschaft, is pijn voor het ego, en zolang je in twijfel verkeert over wat jij bent zul je in verwarring zijn over vreugde en pijn' (T7.10.3:6). Wanneer we deze twijfel zouden overwinnen, en ons geloof in de werkelijkheid van het lichaam los zouden laten, zou dit de dood van het ego betekenen. Daarom houdt het de ware reden voor zijn investering in het lichaam voor ons verborgen en maakt ons wijs dat lichamelijk genot geluk betekent.

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

14. Waarom zou het lichaam voor jou iets moeten betekenen? Zeker is, dat waarvan het is gemaakt, niet kostbaar is. En even zeker is dat het geen gevoel bezit. Het brengt jou de gevoelens over die jij wenst. Zoals elk communicatiemiddel ontvangt en zendt het lichaam de boodschappen die het krijgt. Het heeft er geen gevoelens over. Alle gevoel waarmee ze zijn bekleed, wordt door de zender en de ontvanger eraan gegeven. Zowel het ego als de Heilige Geest ziet dit in, en beiden erkennen bovendien dat zender en ontvanger hier dezelfde zijn. De Heilige Geest vertelt jou dit met vreugde. Het ego verbergt het, want het wil je hierover in het ongewisse laten. Wie zou er boodschappen van haat en aanval zenden, als hij begreep dat hij ze uitsluitend zendt aan zichzelf? Wie zou zichzelf aanklagen, met schuld beladen en veroordelen?

 

Omdat we onszelf gelijk hebben gesteld met het lichaam, betekent het lichaam alles voor ons. In werkelijkheid is het lichaam echter niets. Het wordt alleen gebruikt als een communicatiemiddel, zowel door het ego als door de Heilige Geest. Het is te vergelijken met een telefoontoestel, dat alleen boodschappen van zender naar ontvanger transporteert. En net zoals een telefoontoestel niet zegt: 'Ik wil mijn gevoelens over ons laatste telefoontje met je delen', denkt en voelt het lichaam helemaal niets. Er is echter één groot verschil: bij het lichaam als communicatiemiddel zijn zender en ontvanger hetzelfde. We bellen altijd ons eigen nummer. De denkgeest zendt ideeën uit naar het lichaam, dat eveneens niets anders is dan een idee in de denkgeest.

De Heilige Geest deelt dit vol vreugde met ons, omdat het ons in staat stelt Zijn boodschappen van liefde te ontvangen. Maar het ego verbergt het voor ons, omdat het ons ervan wil overtuigen dat zijn boodschappen van haat en aanval voor anderen zijn bedoeld. Want we zouden niet aanvallen als we zouden beseffen dat we alleen zelf het slachtoffer van die aanvallen zijn.

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

15. De boodschappen van het ego worden altijd van jou uit weggezonden, in de overtuiging dat iemand anders dan jijzelf voor jouw boodschap van aanval en pijn lijden zal. En zelfs als jij lijdt, zal iemand anders nog meer lijden. De grote misleider ziet wel in dat dit niet zo is, maar als ‘vijand’ van de vrede spoort het jou aan al je boodschappen van haat uit te zenden en jezelf te bevrijden. En om jou ervan te overtuigen dat dit mogelijk is, gelast het het lichaam op zoek te gaan naar pijn door een ander aan te vallen, en noemt dit genot, en biedt jou dit aan als vrijwaring van alle aanval.

 

Zelfs wanneer we zelf lijden door een ander aan te vallen, hebben we dat ervoor over, omdat het ego ons ervan overtuigt dat deze aanval ons bevrijdt en ons uiteindelijk dus gelukkig zal maken. En laten we eerlijk zijn: voelt het niet goed om met een beschuldigende vinger naar anderen te wijzen? Om te kunnen zeggen: lij hebt me dit aangedaan'? Het ego belooft ons dat we, door anderen aan te vallen, uiteindelijk vrij zullen zijn van elke aanval.

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

16. Hoor zijn waanzin niet, en geloof niet dat het onmogelijke waar is. Vergeet niet dat het ego het lichaam heeft toegewijd aan het doel van de zonde, en daarin al zijn vertrouwen stelt dat dit zich verwezenlijken laat. Zijn trieste discipelen zingen voortdurend de lof van het lichaam, in plechtige viering van de egoheerschappij. Er is er niet één die niet gelooft dat zwichten voor de aantrekkingskracht van schuld de uitweg is uit pijn. Er is er niet één die niet het lichaam als zichzelf beschouwt, waarzonder hij zou sterven, maar waarin zijn dood evengoed onontkoombaar is.

 

Wij denken dat het lichaam waardevol is om wat het ons biedt. We 'zingen voortdurend de lof van het lichaam' en aanbidden het op talloze manieren. We koesteren het. We versieren het om de aandacht te trekken van andere lichamen. We trainen het, en verplegen het als het ziek is. We geven het zelfs plastische chirurgie als het ons niet bevalt zoals het is of als het ouder wordt. En dit blijft niet beperkt tot mensen die we 'oppervlakkig' noemen. Het is universeel; zelfs in spirituele kringen wordt het lichaam als heilig beschouwd.

Jezus smeekt hier: luister niet naar de waanzin van het ego! Geloof niet dat je jezelf kunt bevrijden van pijn door anderen te beschuldigen. Geloof niet dat je geluk kunt vinden door je, op welke maner dan ook, te identificeren met het lichaam. Zet je oogkleppen af en kijk eerlijk naar wat er aan de hand is. Realiseer je dat het ego het lichaam heeft toegewijd aan het doel van zonde, wat onvermijdelijk schuld, pijn en uiteindelijk de dood met zich meebrengt.

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

17. Het is de discipelen van het ego niet gegeven in te zien dat ze zichzelf aan de dood hebben toegewijd. Vrijheid wordt hun aangeboden, maar ze hebben die niet aanvaard, en wat aangeboden wordt, moet tevens in ontvangst worden genomen, wil het waarlijk gegeven zijn. Want ook de Heilige Geest is een communicatiemiddel: Hij ontvangt van de Vader en biedt Diens boodschappen aan de Zoon. Net als het ego is de Heilige Geest zowel zender als ontvanger. Want wat door Hem wordt uitgezonden keert naar Hem terug, waarbij het zichzelf onderweg zoekt, en vindt wat het zoekt. Evenzo vindt het ego de dood die hij zoekt, en brengt die bij jou terug.

 

Onze toewijding aan het lichaam is de toewijding aan de dood (de derde blokkade voor vrede). Dit is volkomen logisch, want wat zou de toewijding aan iets dat sterft anders kunnen zijn dan de toewijding aan de dood? Deze toewijding maakt ons blind voor de bevrijding van de dood die de Heilige Geest ons aanbiedt. Het ego maakt de dood werkelijk omdat dit bewijst dat hij gelijk heeft. En als zijn volgzame leerlingen hebben wij zijn aanbod aanvaard.

Maar gelukkig is er nog een andere optie. De Heilige Geest is in ons en biedt ons de vrijheid aan die Hij van de Vader ontvangen heeft. We kunnen deze afwijzen, maar aangezien Hij zowel zender als ontvanger is, ontvangt Hij de vrijheid voor ons. En op het moment waarop we besluiten dat de vrede die Hij ons aanbiedt waardevoller is dan wat het lichaam te bieden heeft, is deze vrede van ons.

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

C. De derde blokkade: de aantrekkingskracht van de dood.

D. De vierde blokkade: de angst voor God.