Hoofdstuk 12

Het leerplan van de Heilige Geest

'

VII. Naar binnen kijken

 

Dit is een bijzonder belangrijke paragraaf. Hij beschrijft de manier om ons bewust te worden van de Heilige Geest in ons een manier die tegen ons gevoel indruist, maar de manier van Een cursus in wonderen is.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

1. Wonderen tonen aan dat het leerproces onder de juiste leiding heeft plaatsgevonden, want het leren zelf is onzichtbaar, terwijl datgene wat geleerd werd alleen aan zijn effecten kan worden herkend. De veralgemening ervan wordt gedemonstreerd naarmate jij er in steeds meer situaties gebruik van maakt. Je zult inzien dat je geleerd hebt dat wonderen geen rangorde naar moeilijkheid kennen, wanneer je ze in alle situaties toepast. Er is geen situatie waarop wonderen niet van toepassing zijn, en door ze op alle situaties toe te passen, zul je de werkelijke wereld verwerven. Want in die heilige waarneming zul je heel worden gemaakt, en de Verzoening zal van jouw eigen aanvaarding daarvan uitstralen naar eenieder die de Heilige Geest je zendt om door jou te worden gezegend. In ieder kind van God is Zijn zegen aanwezig, en in jouw zegening van Gods kinderen ligt Zijn zegen voor jou.

 

Hoe weten we dat we iets geleerd hebben, dat we vooruitgang hebben geboekt?

Deze alinea beantwoordt die vraag in drie fasen:

1. We weten dat we iets geleerd hebben wanneer we in een enkele situatie een wonder herkennen. Vaak gebeurt dit in een eigen levenssituatie (eerste zin).

2. We weten dat wat we geleerd hebben algemener wordt, wanneer we in steeds meer situaties, ook situaties buiten onszelf, wonderen zien gebeuren die te maken hebben met onze reacties (tweede zin).

3. We weten dat we geleerd hebben dat wonderen geen rangorde naar moeilijkheid kennen, wanneer we het geleerde toepassen in alle situaties (derde zin en verder).

In de derde fase hebben we de Verzoening voor onszelf aanvaard en verwerven we de werkelijke wereld. In deze staat van zijn zegenen we alles en iedereen, en elke zegening maakt ons bewust van Gods zegen voor onszelf.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

2. Ieder in deze wereld dient zijn rol te spelen in haar verlossing, zodat hij kan inzien dat de wereld is verlost. Het onzichtbare kun je niet zien. Maar als je de uitwerking ervan ziet, weet je dat het er moet zijn. Door te zien wat het doet, begrijp je dat het er is. En door wat het doet, leer je wat het is. Je kunt jouw kwaliteiten niet zien, maar je krijgt vertrouwen in hun bestaan naarmate ze jou in staat stellen te handelen. En de resultaten van je handelingen kun je wel zien.

 

Deze alinea beschrijft het algemene principe dat in deze paragraaf op diverse manieren wordt toegepast: We worden ons alleen bewust van het onzichtbare als het zichtbare gevolgen heeft: 'Door te zien wat het doet, begrijp je dat het er is'. Met andere woorden: We worden ons pas bewust van iets in ons, als we zien dat het gevolgen veroorzaakt door ons.

Hier wordt dit principe toegepast op onze kwaliteiten. We krijgen alleen vertrouwen in onze kwaliteiten wanneer we zien dat ze door middel van ons handelen effect sorteren.

Het principe wordt ook toegepast op de verlossing van de wereld. We kunnen alleen een verloste wereld zien, wanneer we verlossing zien als een gevolg van ons eigen handelen. En dat gebeurt alleen wanneer we onze rol in de verlossing van de wereld op ons nemen. Met andere woorden: wanneer we verlossende kracht door ons heen zien werken, zullen we weten dat we geleerd hebben dat verlossing al een feit is, al is volbracht. 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

3. De Heilige Geest is onzichtbaar, maar je kunt het effect van Zijn Tegenwoordigheid zien, en daardoor zul je leren dat Hij aanwezig is. Waartoe Hij jou in staat stelt is duidelijk niet van deze wereld, want wonderen doorbreken iedere wet van de werkelijkheid zoals deze wereld die beoordeelt. Iedere wet van tijd en ruimte, van grootte en massa wordt overstegen, want wat je door toedoen van de Heilige Geest vermag, gaat ze onmiskenbaar alle te boven. Door Zijn effecten te zien zul je begrijpen waar Hij moet zijn, en tenslotte weten wat Hij is.

 

Hier wordt het principe toegepast op de Heilige Geest. Hij is onzichtbaar, en wordt alleen werkelijk voor ons als we de gevolgen zien van Zijn aanwezigheid in ons. Dit is dezelfde boodschap die ons gegeven werd in hoofdstuk 9:

 

'Hoe kun jij je in toenemende mate bewust worden van de Heilige Geest in jou anders dan door Zijn werking? Je kunt Hem met je ogen niet zien en met je oren niet horen. Hoe kun jij Hem dan überhaupt waarnemen? Als jij tot vreugde inspireert en anderen met vreugde op jou reageren, dan moet er wel iets in jou zijn wat in staat is die vreugde op te wekken, ook al ervaar jij die zelf niet' (T9.VI.1:1-4).

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

4. Je kunt de Heilige Geest niet zien, maar wel Zijn manifestaties. En als je die niet ziet, zul je niet beseffen dat Hij er is. Wonderen zijn Zijn getuigen, en ze getuigen van Zijn Tegenwoordigheid. Wat je niet kunt zien, wordt voor jou pas werkelijk door de getuigen die ervan spreken. Je kunt namelijk gewaar zijn wat je niet kunt zien, en dat kan voor jou onweerstaanbare werkelijkheid worden naarmate de tegenwoordigheid daarvan door jou heen manifest wordt. Doe het werk van de Heilige Geest, want jij deelt Zijn functie. Zoals scheppen je functie in de Hemel is, zo is genezen je functie op aarde. God deelt Zijn functie met jou in de Hemel, en de Heilige Geest deelt de Zijne met jou op aarde. Zolang jij gelooft dat je andere functies hebt, zolang heb je correctie nodig. Want dit geloof betekent de vernietiging van vrede, een doel lijnrecht tegengesteld aan wat de Heilige Geest beoogt.

 

Nu kunnen we zien dat alle toepassingen van het principe in feite hetzelfde zijn:

We worden ons bewust van wat we hebben geleerd, wanneer we de gevolgen daarvan zien.

We worden ons ervan bewust dat de wereld is verlost, wanneer wereldverlossende kracht zich door ons heen manifesteert bij het uitvoeren van onze functie (ons aandeel in de verlossing van de wereld).

We worden ons bewust van onze kwaliteiten, wanneer ze tot uiting komen in ons handelen.

We worden ons bewust van de Heilige Geest, wanneer we de wonderen zien die Hij door ons heen verricht.

Dit zijn allemaal verschillende vormen waarin dezelfde inhoud wordt gemanifesteerd.

'Doe het werk van de Heilige Geest'. We moeten handelen op manieren die buiten onszelf zichtbaar maken wat zich onzichtbaar in onszelf bevindt.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

5. Je ziet wat je verwacht, en je verwacht wat je uitnodigt. Je waarneming is het resultaat van je uitnodiging, en komt naar je toe zoals je haar hebt besteld. Wiens manifestaties wil je zien? Van wiens tegenwoordigheid wil je overtuigd worden? Want je zult geloven in wat je manifesteert, en zoals je naar buiten kijkt zo zul je naar binnen zien. Er zijn in jouw denkgeest twee manieren om naar de wereld te kijken, en je waarneming zal de weerspiegeling zijn van de leiding die jij gekozen hebt.

 

De focus ligt nu op manifestaties die je waarneemt door een innerlijk proces van verlangen en verwachten. Dit proces wordt beschreven in vier stappen:

1. We nodigen uit we willen ofwel het ego ofwel de Heilige Geest aan het werk zien.

2. We verwachten — we verwachten datgene te zien wat we hebben uitgenodigd.

3. We nemen waar — we zien de manifestaties van degene die we hebben uitgenodigd en dus verwachten.

4. We geloven gebaseerd op wiens manifestaties we zien, geloven we in de aanwezigheid van het ego of van de Heilige Geest in onszelf.

 

Dit principe werkt. Wanneer we bijvoorbeeld alleen fouten zien in anderen, wiens aanwezigheid zien we dan in onszelf het ego of de Heilige Geest? 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

6. Ik ben de manifestatie van de Heilige Geest, en wanneer je mij ziet, zal dat zijn omdat je Hem hebt uitgenodigd. Want Hij zal je Zijn getuigen sturen, als jij die maar wilt zien. Bedenk steeds dat jij ziet wat je zoekt, want wat je zoekt, zul je vinden. Het ego vindt wat het zoekt, en niets meer dan dat. Het vindt geen liefde, want dat is niet wat het zoekt. Maar zoeken en vinden zijn hetzelfde, en als je twee doelen zoekt, zul je die vinden, maar geen van beide herkennen. Je zult denken dat ze hetzelfde zijn omdat je ze allebei wilt. De denkgeest streeft steeds naar integratie, en als hij gespleten is en de splitsing wil behouden, zal hij desondanks geloven dat hij één doel heeft door het één te doen lijken.

 

Nu past Jezus het vier stappen-proces toe op zichzelf. De essentie van dit proces is dat we zullen zien wat we willen zien. We vinden wat we zoeken. Als we de manifestatie van de Heilige Geest willen zien (stap 1 en 2: uitnodigen en verwachten), zien we Jezus, want Jezus is de manifestatie van de Heilige Geest (stap 3: waarnemen). Jezus' manifestaties zijn de 'getuigen' van alles wat hij ons in deze Cursus leert. En dat helpt ons bij stap 4: geloven dat wat hij ons leert waar is.

Vervolgens past Jezus het principe toe op liefde. Onze zoektocht naar liefde bestaat in feite uit twee tegenstrijdige opdrachten: het juist gerichte deel van onze denkgeest het domein van de Heilige Geest zoekt liefde, terwijl het onjuist gerichte deel het domein van het ego  het tegenovergestelde daarvan zoekt. We hebben geen idee van deze tegenstrijdige doelen, omdat we ze hebben ze samengevoegd tot één zoekopdracht. Wat is het resultaat van deze zoektocht? Relaties waarin wat we liefde noemen vermomde haat is, en waarin elementen van ware, egoloze liefde over het hoofd worden gezien. Met andere woorden: we vinden beide doelen liefde en liefdeloosheid maar 'herkennen geen van beide'.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

7. Ik heb eerder al gezegd dat jij bepaalt wat je projecteert of uitbreidt, maar één van de twee moet je doen, want dat is een wet van de denkgeest, en je moet naar binnen kijken voor je naar buiten kijkt. Wanneer je naar binnen kijkt, kies je met welke gids je wilt zien. En dan kijk je naar buiten en zie je zijn getuigen. Dat is de reden waarom je vindt wat je zoekt. Wat jij in jezelf wenst zal door jou worden gemanifesteerd, en je zult het aannemen van de wereld, want jij hebt het daar neergelegd door het te wensen.

 

Wat Jezus hier duidelijk maakt is dat het hele proces van waarneming gericht is op stap 4: het geloof van de aanwezigheid van het ego Of van de Heilige Geest in onszelf. Elke stap op deze weg leidt tot de overtuiging dat ofwel de een ofwel de ander in ons bestaat. En de implicaties daarvan zijn behoorlijk ingrijpend. We zien ofwel de projecties van het ego, ofwel de uitbreiding van de Heilige Geest.

 

Toepassing : Denk aan een situatie waarin je een manifestatie van het ego in een ander zag.

Zeg dan: De enige reden waarom ik het ego zag in [naam] is dat ik gekozen heb om met het ego in mijzelf naar buiten te kijken.

Denk dan aan een situatie waarin je een manifestatie van de Heilige Geest zag in een ander.

Zeg dan: De enige reden waarom ik de Heilige Geest zag in [naam] is dat ik gekozen heb om met de Heilige Geest in mijzelf naar buiten te kijken. 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

Wanneer je denkt dat jij projecteert wat je niet wenst, komt dat nog steeds doordat je het wel wenst. Dit leidt rechtstreeks tot dissociatie, want het staat voor het aanvaarden van twee doelen, elk waargenomen op een andere plaats, van elkaar gescheiden omdat je ze verschillend hebt gemaakt. De denkgeest ziet dan een verdeelde wereld buiten zich, maar niet vanbinnen. Dit geeft hem de illusie van integriteit en doet hem geloven dat hij één doel nastreeft. Maar zolang jij de wereld als gespleten ziet, ben je niet geheeld. Want geheeld zijn betekent één doel nastreven, omdat je er slechts één hebt aangenomen en maar één wilt.

 

Wanneer we kiezen voor het ego in onszelf, projecteren we het naar buiten als zonde, schuld en haat, zodat we deze nu in anderen zien in plaats van in onszelf. Wat we ons niet realiseren is dat het ego zien in anderen alleen maar bewijst dat het zich in onszelf bevindt, en dat we ervoor gekozen hebben met zijn ogen te kijken. En wat we ons vooral niet realiseren is dat we dit wensen. We wensen het omdat we geloven dat we onszelf door projectie kunnen bevrijden van wat we niet willen. Hierdoor zien we een wereld die verdeeld is tussen kwaad (buiten onszelf) en goed (binnenin onszelf). We denken dat we slechts één doel hebben: liefde zoeken en vinden, maar dat de wereld onze zoektocht constant belemmert door al die liefdeloze mensen op ons pad te brengen. Maar we houden onszelf enorm voor de gek. Wat we zien als een kloof tussen onszelf en anderen is in werkelijkheid een kloof tussen de twee kanten van onze gespleten denkgeest. Om te voorkomen dat we ons hiervan bewust worden hebben we ons geïdentificeerd met één deel het deel van het ego en dit geprojecteerd op de wereld. Daarmee denken we het kwaad uit onszelf verdreven te hebben. We zien het nog steeds, maar buiten onszelf, niet in onszelf. Zoals de voorgaande alinea's ons echter geleerd hebben, betekent het zien van iets buiten onszelf dat het zich binnenin onszelf bevindt. Zolang we op deze manier naar onszelf en de wereld kijken zijn we niet genezen, want genezing betekent dat we maar één doel hebben gekozen liefde en alleen dit ene doel nastreven.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

8. Wanneer je louter liefde wilt, zul je niets anders zien. Het tegenstrijdige karakter van de getuigen die jij ziet, weerspiegelt slechts jouw strijdige uitnodigingen. Je hebt je denkgeest bekeken en daar tegenstellingen aanvaard, omdat je die daar hebt gezocht. Maar geloof nu niet dat wat van tegenstellingen getuigt de waarheid spreekt, want het getuigt slechts van wat jij over de werkelijkheid hebt besloten, en bezorgt je de boodschappen terug die jij eraan hebt meegegeven. Ook liefde wordt aan haar boodschappers herkend. Als jij liefde manifest maakt, zullen haar boodschappers naar je toekomen omdat jij die uitgenodigd hebt.

 

Wij denken dat we een wereld zien die werkelijk bestaat, een wereld van haat met hier en daar een vonkje liefde. We realiseren ons niet dat we dit zien omdat wij het hebben uitgenodigd, niet omdat het waar is. We zien een wereld die onze gespleten denkgeest weerspiegelt, een wereld die verdeeld is tussen liefde en haat.

Het goede nieuws is dat we niet vastzitten aan onze huidige waarneming. Als we zien wat we hebben uitgenodigd, kunnen we een nieuwe uitnodiging schrijven. We kunnen alleen liefde uitnodigen, en als we dat doen is dat het enige wat we zullen zien.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

9. De macht om te beslissen is de enige vrijheid die jou als gevangene van deze wereld rest. Je kunt ervoor kiezen haar op de juiste manier te zien. Wat jij ervan gemaakt hebt, is niet haar werkelijkheid, want haar werkelijkheid is alleen die welke jij eraan geeft. Je kunt in wezen aan iets of iemand niets anders dan liefde geven, en evenmin kun je in wezen iets anders dan liefde van ze ontvangen. Als jij denkt dat je iets anders hebt ontvangen, komt dat doordat je naar binnen hebt gekeken en dacht in jezelf de macht te zien om iets anders te geven. Alleen deze beslissing bepaalde wat jij vond, want dit was de keuze voor wat jij zocht.

 

Het lijkt bijna onmogelijk te zijn om de wereld anders te zien, maar de macht om daarvoor te kiezen is de enige vrijheid die we in deze wereld hebben. In feite kunnen we alleen maar liefde geven en ontvangen, omdat dit onze wezenlijke aard is. We geloven dat we iets anders ontvangen, namelijk aanval. Dat komt doordat we gekozen hebben voor het ego in onszelf, dat iets anders wil geven dan liefde. Vervolgens nodigen we de getuigen van het ego uit en zien deze in de wereld.

 

Toepassing : Herhaal met overtuiging:

Ik denk dat ik niet in staat ben om de wereld anders te zien.

Maar die keuze is de enige vrijheid die ik hier heb.

Ik kan besluiten om alleen liefde te zien. 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

10. Je bent bang voor mij omdat je naar binnen keek en bang bent voor wat je daar zag. Toch kun jij niet de werkelijkheid hebben gezien, want de werkelijkheid van jouw denkgeest is de lieflijkste van Gods scheppingen. Omdat hij alleen van God afkomstig is, kunnen zijn macht en grootheid jou alleen maar vrede brengen, als je er werkelijk naar zou kijken. Als jij bang bent, komt dat doordat je iets zag wat er niet is. Toch had je op diezelfde plaats mij en al je broeders kunnen zien, in de volmaakte veiligheid van de Denkgeest die ons schiep. Want daar bevinden wij ons in de vrede van de Vader, die Zijn vrede wil uitbreiden door middel van jou.

 

We kijken naar binnen en zien daar een monster: de macht om iets anders te geven dan liefde. En we gaan ervan uit dat anderen dezelfde macht hebben en deze tegen ons gebruiken. Bovenaan deze lijst staat Jezus, de boodschapper van goddelijke vergelding. Maar hij daagt onze angst uit. Hij zegt dat we niet echt naar binnen kijken. Want als we dat wel zouden doen zouden we geen monster zien, maar 'de lieflijkste van Gods scheppingen'. We zouden Jezus en al onze broeders zien. We zouden de 'volmaakte veiligheid' van ons ware thuis zien. En in plaats van angst, zouden we niets anders dan vrede ervaren. 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

11. Wanneer jij je opdracht hebt aanvaard om vrede uit te breiden, zul jij vrede vinden, want door haar te manifesteren zul je haar zien. Haar heilige getuigen zullen jou omringen omdat je hen opgeroepen hebt, en ze zullen tot je komen. Ik heb jouw roep gehoord en die beantwoord, maar jij zult voor mij geen oog hebben noch het antwoord horen dat je zocht. Dat komt doordat je dit vooralsnog niet als het enige wilt. Maar naarmate ik voor jou meer werkelijkheid word, zul je leren dat dit echt het enige is wat jij wilt. En je zult mij zien wanneer je naar binnen kijkt, en samen zullen we de werkelijke wereld aanschouwen. Gezien door de ogen van Christus bestaat alleen de werkelijke wereld, en kan alleen de werkelijke wereld worden gezien. Zoals je besluit, zo zul je zien. En al wat je ziet getuigt slechts van jouw beslissing.

 

Onze opdracht om vrede uit te breiden bestaat uit het manifesteren ervan, zodat we haar kunnen waarnemen. Door deze opdracht te vervullen, zullen we alleen vrede zien: 'Haar heilige getuigen zullen jou omringen'. Onze liefdevolle kant heeft Jezus aangeroepen, en hij heeft onze roep gehoord en beantwoord. Maar door onze innerlijke verdeeldheid zijn we ons hier op z'n best maar vaag van bewust. Wat hij ons aanbiedt is nog niet het enige wat we willen.

Naarmate hij echter werkelijker voor ons wordt leren we geleidelijk aan 'dat dit echt het enige is wat jij wilt'. En dan zullen we hem zien. Dan zullen we naar binnen kijken en zijn aanwezigheid ervaren. En samen met hem zullen we naar de werkelijke wereld kijken, omdat we geen enkel verlangen meer voelen om iets anders te zien. 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

12. Wanneer jij naar binnen kijkt en mij ziet, zal dat zijn omdat je besloten hebt de waarheid te manifesteren. En wanneer je die manifesteert, zul je die zowel vanbuiten als vanbinnen zien. Je zult haar buiten je zien omdat je haar eerst vanbinnen hebt gezien. Alles wat jij buiten je aanschouwt, is een oordeel over wat jij vanbinnen hebt aanschouwd. Als het jouw oordeel is, zal het verkeerd zijn, want oordelen is niet jouw functie. Als dat het oordeel van de Heilige Geest is, zal het juist zijn, want oordelen is Zijn functie. Je deelt alleen Zijn functie door te oordelen zoals Hij, zonder jezelf enig oordeel voor te behouden. Jij zult tegen jezelf oordelen, maar Hij zal voor jou oordelen.

 

Wanneer we naar binnen kijken en Jezus' aanwezigheid ervaren, is dat een teken dat we besloten hebben om alleen nog de waarheid te manifesteren. Dan zien we in onszelf alleen onze heiligheid, en als we naar buiten kijken zien we alleen de manifestaties daarvan. We oordelen niet meer, over onszelf noch over de wereld. We aanvaarden alleen nog de oordelen van de Heilige Geest, die, in tegenstelling tot de onze, in ieders voordeel zijn, inclusief het onze. 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

13. Bedenk dus dat jij telkens wanneer je naar buiten kijkt en ongunstig reageert op wat je ziet, jezelf onwaardig hebt geoordeeld en jezelf ter dood hebt veroordeeld. De doodstraf is het uiteindelijke doel van het ego, want het is er volledig van overtuigd dat jij een misdadiger bent en even zeker de dood verdient als God weet dat jij het leven verdient. De doodstraf verlaat nooit de denkgeest van het ego, want dat heeft het uiteindelijk altijd voor jou in petto. Omdat het jou wil doden als de definitieve uitdrukking van wat het voor jou voelt, laat het je slechts in leven in afwachting van de dood. Het zal je kwellen zolang je leeft, maar zijn haat blijft onverzadigd tot je sterft. Want jouw vernietiging is het enige doel waar het naartoe werkt, en het enige doel dat hem bevrediging zal schenken.

 

Wat we in de wereld zien zijn de getuigen van wat we in onszelf zien. Wanneer we dus buiten onszelf iets zien wat we onaangenaam vinden, komt dat alleen doordat we eerst in onszelf iets onaangenaams hebben gezien: de macht om aan te vallen en de onvermijdelijke zelfveroordeling die daar het gevolg van is. Deze zelfveroordeling is de veroordeling van het ego, dat ons ter dood heeft veroordeeld. Dat is moeilijk te accepteren, maar het is essentieel dat we dat doen. We hebben ons geïdentificeerd met het ego. We volgen zijn regels over hoe we moeten denken ons gedragen. Door in het ego te geloven, hebben we een programma op onze harde schijf geïnstalleerd dat ons leven regelt, maar we realiseren ons niet dat dit programma in feite een virus is met één doel: onze harde schijf vernietigen, ons doden. 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

14. Het ego verraadt God niet, voor Wie verraad onmogelijk is. Maar het verraadt jou wel, die gelooft jouw Vader te hebben verraden. Dat is de reden waarom het ongedaan maken van schuld een essentieel deel is van wat de Heilige Geest onderwijst. Want zolang jij je schuldig voelt, luister je naar de stem van het ego die jou zegt dat jij God verraden hebt en daarom de dood verdient. Je denkt dat de dood van God komt en niet van het ego, omdat je, door jezelf met het ego te verwarren, gelooft dat jij de dood wilt. En van wat jij wilt, zal God je niet verlossen.

 

Het ego fluistert constant dat we God verraden hebben door ons van Hem af te scheiden. Omdat we deze leugen geloven, voelen we ons schuldig en denken we dat God ons zal straffen met een welverdiende dood. In onze identificatie met het ego denken we zelfs dat we deze dood willen. En daarvan kan God ons niet verlossen, dat zullen we zelf moeten doen.

Het is moeilijk om dit alles als waarheid aan te nemen, want het ligt diep begraven in ons onbewuste. Maar deze overtuigingen zijn zo fundamenteel dat ze deze wereld hebben geprojecteerd een wereld die ons voortdurend straft, totdat ze uiteindelijk de doodstraf voltrekt.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

15. Wanneer je in de verleiding komt aan een doodsverlangen toe te geven, houd dan in gedachten dat ik niet gestorven ben. Je zult beseffen dat dit waar is wanneer je naar binnen kijkt en mij ziet. Zou ik alleen voor mezelf de dood overwonnen hebben? En zou de Vader mij het eeuwige leven hebben gegeven als Hij het jou niet eveneens gegeven had? Wanneer jij leert mij te manifesteren, zul je de dood nooit zien. Want je zult het onsterfelijke in jezelf hebben aanschouwd, en je zult uitsluitend het eeuwige zien, nu je uitkijkt over een wereld die niet sterven kan.

 

Wanneer we in de verleiding komen om te geloven dat onze situatie hopeloos is, dat ons gebrek aan liefde ons buiten de verlossing heeft geplaatst, moeten we aan het voorbeeld van Jezus denken. Hij kreeg de doodstraf, maar hij kon niet worden gedood. Het bewijs dat hij niet is gestorven is zijn voortleven in ons.

Aangezien hij als Zoon van God één is met ons, geldt zijn onsterfelijkheid ook voor ons. Als we naar binnen kijken en hem daar ervaren, ervaren we ook onze eigen onsterfelijkheid, en kijken we samen met hem naar de werkelijke wereld — 'een wereld die niet sterven kan'. 

(Toelichtingen door Robert Perry)