Hoofdstuk 26

De overgang

VI. De toegewezen Vriend

 

1. Alles in deze wereld waarvan jij meent dat het goed, waardevol en het nastreven waard is, kan jou kwetsen, en zal dat ook doen. Niet omdat het de macht heeft jou te kwetsen, maar juist omdat jij ontkend hebt dat het maar een illusie is, en het tot werkelijkheid hebt gemaakt. En het is voor jou werkelijk. Het is niet niets. En via zijn vermeende werkelijkheid doet heel de wereld van ziekelijke illusies haar intrede. Alle geloof in zonde, in de macht van de aanval, in kwetsen en kwaad doen, in offers en dood is tot jou gekomen. Want niemand kan één illusie tot werkelijkheid maken en toch aan de rest ontkomen. Want wie kan ervoor kiezen die te behouden die zijn voorkeur wegdragen, en tevens de veiligheid vinden die alleen de waarheid schenken kan? Wie kan geloven dat illusies allemaal hetzelfde zijn, en toch volhouden dat slechts één de beste is?

 

We hebben geleerd dat zowel lichamelijke pijn als genot het egodoel dienen om ons geloof in de werkelijkheid van de wereld en het lichaam te versterken: 'Zolang jij gelooft dat het [lichaam] je genot kan verschaffen, zul je tevens geloven dat het je pijn kan bezorgen. Denken dat je met zo weinig tevreden en gelukkig kunt zijn is jezelf kwetsen' (T19.IV.A.17:11-12). Met andere woorden: wanneer we één illusie tot werkelijkheid maken, maken we álle illusies tot werkelijkheid. Het zijn niet de dingen zelf die ons kwetsen, maar ons geloof dat ze werkelijk zijn en dus ons geluk en ongeluk bepalen.

 

Toepassing : Kies een van je favoriete illusies bijvoorbeeld een bepaald doel, of een speciale locatie, of favoriet voedsel kortom, iets wat je in deze wereld goed, waardevol en het nastreven waard vindt. Zeg dan:

Dit zal mij kwetsen.

Niet omdat het de macht heeft mij te kwetsen, maar omdat ik ontken dat het maar een illusie is, en het tot werkelijkheid heb gemaakt.

En via zijn vermeende werkelijkheid doet heel de wereld van ziekelijke illusies haar intrede.

Alle geloof in zonde, in de macht van de aanval, in kwetsen en kwaad doen, in offers en dood is tot mij gekomen.

Want ik kan niet één illusie tot werkelijkheid maken en toch aan de rest ontkomen.

Hoe kan ik geloven dat illusies allemaal hetzelfde zijn, en toch volhouden dat slechts één de beste is?

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

2. Leid niet een benepen leventje in afzondering, met één illusie als je enige vriend. Dat is niet een vriendschap Gods Zoon waardig, en ook niet een waarmee hij tevreden zou kunnen blijven. Maar God heeft hem een betere Vriend gegeven, in wie alle macht op aarde en in de Hemel rust. Die ene illusie die jij als vriend beschouwt, hult Zijn genade en heerlijkheid in nevelen voor jou en houdt Zijn vriendschap en vergeving van jouw uitnodigende omarming weg. Zonder Hem ben jij zonder vriend. Zoek geen andere vriend om Zijn plaats in te nemen. Er is geen andere vriend. Wat God heeft toegewezen heeft geen plaatsvervanger, want welke illusie kan een vervanging van de waarheid zijn?

 

Wanneer we het ego kiezen als onze vriend worden we onvermijdelijk bedrogen. Want het ego biedt ons enkel illusies aan. En aangezien het zelf eveneens een illusie is, blijven we achter met niets. De Heilige Geest de Vriend die God ons gegeven heeft weet daarentegen wat ware vriendschap is. Hij biedt ons troost en ondersteuning, en de veiligheid van de waarheid. 'Er is geen andere Vriend', zegt Jezus. Want een illusie kan de waarheid niet vervangen.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

3. Wie zich met schaduwen ophoudt is metterdaad alleen, en eenzaamheid is niet de Wil van God. Zou jij toestaan dat ook maar één schaduw op de troon gaat zitten die God jouw Vriend heeft toegewezen, als je inzag dat de leegheid daarvan die van jou leeg en onbezet gelaten heeft? Maak geen illusie tot vriend, want doe je dat wel, dan kan die slechts de plaats innemen van Hem die God jouw Vriend heeft genoemd. En Hij is het die in waarheid je enige Vriend is. Hij brengt jou gaven die niet van deze wereld zijn, en alleen Hij wie ze zijn gegeven kan ervoor zorgen dat jij ze ontvangt. Hij zal ze op jouw troon zetten, wanneer jij plaats voor Hem inruimt op de Zijne.

 

Eenzaamheid is het gevolg van het geloof dat we afgescheiden zijn van onze Bron. Daarom kan geen enkele illusie dat wil zeggen: niets en niemand in deze wereld onze eenzaamheid oplossen. Dat kan alleen Iemand die ons weer met God verenigt, de Heilige Geest. Wanneer we Hem kiezen als onze Leraar, zal Hij ons leren hoe we dat moeten doen en ons begeleiden op de weg die naar deze vereniging leidt.

(Toelichtingen door Robert Perry)