Hoofdstuk 23
De oorlog tegen jezelf
I. Onverenigbare overtuigingen
1. De Godsherinnering komt tot een denkgeest in rust. Ze kan niet komen waar conflicten zijn, want een denkgeest in oorlog met zichzelf herinnert zich eeuwige zachtmoedigheid niet. Oorlogsmiddelen zijn geen vredesmiddelen, en wat oorlogszuchtigen zich plegen te herinneren is niet liefde. Oorlog is onmogelijk, tenzij er geloof in overwinning wordt gekoesterd. Een conflict in jezelf moet wel betekenen dat je gelooft dat het ego bij machte is te zegevieren. Waarom zou jij je er anders mee vereenzelvigen? Ongetwijfeld besef je dat het ego in oorlog is met God. Het is zeker dat het geen vijand heeft. Maar even zeker is zijn starre overtuiging dat het wel een vijand heeft die het overwinnen moet, en dat het daarin slagen zal.
De herinnering van God kan alleen tot een denkgeest komen die in vrede is met zichzelf: stil, zachtmoedig en vredig. Een denkgeest die niet vredig is, is in oorlog met zichzelf: het juist gerichte deel, het domein van de Heilige Geest, is in conflict met het onjuist gerichte deel, het domein van het ego. In dit deel van onze denkgeest hebben we ons verenigd met het ego, en dus met zijn poging om God en onszelf — dat wil zeggen: ons ware Zelf — te verslaan. Dat is dus de oorlog tegen onszelf.
(Toelichtingen door Robert Perry)
2. Besef je niet dat een oorlog tegen jezelf een oorlog met God zou zijn? Is een overwinning dan denkbaar? En als dat al zo was, is dit dan de overwinning die jij je zou wensen? De dood van God, zo die al mogelijk was, zou jouw dood betekenen. Is dat een overwinning? Het ego marcheert steeds zijn nederlaag tegemoet, omdat het denkt dat het mogelijk is over jou te zegevieren. En God denkt daar anders over. Dit is geen oorlog; het is alleen de dwaze overtuiging dat Gods Wil kan worden aangevallen en tenietgedaan. Je kunt je wel met die overtuiging vereenzelvigen, maar meer dan dwaasheid zal het nooit zijn. En in die dwaasheid zal angst heersen en zal het lijken of die de liefde daar vervangen heeft. Dit is wat het conflict beoogt. En voor degenen die denken dat het mogelijk is, lijkt het middel reëel.
Zelfs als het mogelijk zou zijn om God te vernietigen, zouden we daarmee ook zelf ten onder gaan. Maar God weet dat niet alleen Hijzelf, maar ook wij niet verslagen kunnen worden. Dit is geen oorlog, het is dwaasheid. Het is als een kleine jongen die droomt dat hij in zijn eentje het grootste leger op aarde kan verslaan. Zolang we ons vereenzelvigen met het ego, is dit de dwaasheid waarin we geloven. Daarom zijn we bang, want dwaasheid veroorzaakt angst — en dat is precies wat het ego wil.
(Toelichtingen door Robert Perry)
3. Wees er zeker van dat het onmogelijk is dat God en het ego, of jijzelf en het ego, elkaar ooit zullen ontmoeten. Het lijkt alsof jullie elkaar ontmoeten, en jullie gaan vreemde verbonden aan op gronden zonder zin. Want jullie overtuigingen treffen elkaar in het lichaam, het uitverkoren woonoord van het ego, waarvan jij gelooft dat dit het jouwe is. Je treft elkaar in een vergissing; een misvatting in de beoordeling van jezelf. Het ego verbindt zich met een illusie van jouzelf die jij met hem deelt. Maar illusies kunnen zich niet verbinden. Ze zijn hetzelfde en ze zijn niets. Hun verbinding berust op niets; twee zijn even betekenisloos als één of duizend. Omdat het niets is, verbindt het ego zich met niets. De overwinning die het zoekt is zonder betekenis, zoals het ego zelf.
Onze vereenzelviging met het ego is hetzelfde als de vereenzelviging met een tekenfilmfiguur. Een dergelijke vereenzelviging is alleen mogelijk in films. In werkelijkheid kunnen we het ego net zomin ontmoeten als we dat kunnen met figuurtjes in een tekenfilm. Wij en het ego zijn van een volkomen andere orde van werkelijkheid — wij zijn werkelijk en het ego is dat niet.
Waarom lijken we het ego dan toch te ontmoeten? Door het lichaam. Dat is het niveau waarop we ons vreemde verbond met het ego zijn aangegaan. Maar het lichaam is niets anders dan zo'n tekenfilmfiguurtje: een illusie, net als het ego. En het maakt niet uit hoeveel illusies hun krachten bundelen, het is het optellen van nullen. Hoeveel je er ook bij elkaar optelt, de uitkomst is en blijft nul.
(Toelichtingen door Robert Perry)
4. Broeder, de oorlog tegen jezelf is bijna voorbij. Het eind van de reis is op de plaats van vrede. Zou je nu de vrede niet willen aanvaarden die jou hier geboden wordt? Deze ‘vijand’, die jij bevocht als een schender van je vrede, is hier voor jouw ogen tot de schenker van je vrede getransformeerd. Jouw ‘vijand’ was God Zelf, aan wie alle conflict, zege en aanval, in welke vorm ook, totaal onbekend is. Hij heeft jou volmaakt, totaal en eeuwig lief. De Zoon van God op voet van oorlog met zijn Schepper is een toestand even lachwekkend als de natuur die woedend brult tegen de wind, en verkondigt dat die niet langer deel uitmaakt van haarzelf. Zou de natuur dit ooit tot stand kunnen brengen en waar kunnen maken? Net zomin is het aan jou te zeggen wat deel van jou zal uitmaken en wat daarbuiten wordt gehouden.
Door onze keuze voor heilige relaties hebben we gekozen voor vrede. Nu gaat het erom deze vrede volledig te aanvaarden. Onze broeder — en daarmee God — is niet langer onze vijand. God kent geen oorlog en conflict, Hij kent alleen liefde. En Hij houdt van ons omdat we deel zijn van Hem. Proberen onze Schepper te bevechten is even onzinnig als de natuur die tegen de wind vecht. Zoals de wind onlosmakelijk deel uitmaakt van de natuur, maken wij onlosmakelijk deel uit van God.
(Toelichtingen door Robert Perry)
5. De oorlog tegen jezelf werd ondernomen om de Zoon van God te leren dat hij niet zichzelf is, en niet zijn Vaders Zoon. Hiertoe dient de herinnering van zijn Vader te worden vergeten. Die is vergeten in het leven in een lichaam, en als jij denkt dat je een lichaam bent, zul je geloven die vergeten te zijn. Maar de waarheid kan nooit door zichzelf worden vergeten, en jij bent niet vergeten wat jij bent. Alleen een vreemde illusie omtrent jezelf, een wens te zegevieren over wat jij bent, herinnert zich dat niet.
We voeren oorlog tegen onszelf om te voorkomen dat we ons herinneren wie we zijn: Gods Zoon. Dit betekent dat we de herinnering van God moeten vergeten — ons volledige bewustzijn van Hem. Dat doen we door ons te identificeren met dingen die deze herinnering niet bezitten, zoals het lichaam dat zich alleen betekenisloze belevingen herinnert; en het ego, dat geen idee heeft wat God is. Dit betekent echter niet dat de denkgeest vergeten is wie we werkelijk zijn. In het juist gerichte deel wacht de Godsherinnering op de beslissing van het keuzemakende deel om God te erkennen als onze Schepper en onszelf als Zijn Zoon.
(Toelichtingen door Robert Perry)
6. De oorlog tegen jezelf is slechts een veldslag tussen twee illusies, die worstelen om de een van de ander te doen verschillen, in de overtuiging dat de ene die wint waar zal zijn. Er bestaat geen conflict tussen hen en de waarheid. Evenmin verschillen ze van elkaar. Beide zijn onwaar. En dus doet niet ter zake welke vorm ze aannemen. Wat hen gemaakt heeft is waanzinnig, en ze blijven deel uitmaken van wat hen heeft gemaakt. Dwaasheid vormt geen bedreiging voor de werkelijkheid en heeft daar geen invloed op. Illusies kunnen niet over waarheid zegevieren, noch haar bedreigen op enige manier. En de werkelijkheid die zij ontkennen, maakt geen deel van hen uit.
Wij koesteren twee illusies over onszelf die van elkaar lijken te verschillen en elkaar bevechten om de heerschappij: een zondige dader en een zondeloos slachtoffer. In werkelijkheid zijn ze hetzelfde, omdat ze beide verzonnen zijn door een waanzinnige derde illusie: het ego. Illusies zijn geen bedreiging voor de waarheid omdat het illusies zijn. En de werkelijkheid over wie we zijn kan geen deel uitmaken van illusies.
(Toelichtingen door Robert Perry)
7. Wat jij je herinnert, is een deel van jou. Want jij moet wel zijn zoals God jou heeft geschapen. De waarheid vecht niet tegen illusies, noch vechten illusies tegen de waarheid. Illusies strijden alleen met zichzelf. Gefragmenteerd als ze zelf zijn, fragmenteren ze. Maar de waarheid is ondeelbaar en ligt ver buiten hun luttele bereik. Je zult je herinneren wat je weet, wanneer jij geleerd hebt dat je niet in conflict kunt zijn. De ene illusie over jezelf kan slag leveren met de andere, maar toch is een oorlog van twee illusies een toestand waarin niets gebeurt. Er is geen overwinnaar en er is geen overwinning. En de waarheid staat en straalt, bezijden het conflict, ongerept en kalm in Gods vrede.
8. Een conflict moet zich tussen twee krachten afspelen. Het kan zich niet voordoen tussen één macht en niets. Er is niets wat jij zou kunnen aanvallen dat geen deel van jou is. En door het aan te vallen maak je twee illusies van jezelf die met elkaar in conflict zijn. En dit gebeurt telkens wanneer je iets wat God geschapen heeft anders dan met liefde beziet. Een conflict is beangstigend, want daaruit wordt angst geboren. Maar wat uit niets geboren wordt, kan door strijd geen werkelijkheid verkrijgen. Waarom zou jij je wereld willen vullen met conflicten met jezelf? Laat al deze waanzin voor jou ongedaan worden gemaakt, en wend je in vrede tot de Godsherinnering, die nog steeds in je kalme denkgeest straalt.
Waarheid en illusies kunnen elkaar niet ontmoeten én elkaar niet bevechten. Illusies vechten alleen tegen elkaar, en deze strijd heeft een aantal belangrijke kenmerken. Ten eerste: de tegenstanders zijn in werkelijkheid niet verschillend, ze zijn dezelfde illusoire fantasieën en dragen alleen verschillende uniformen. Ten tweede: omdat de tegenstanders illusoir zijn, gebeurt er niets; niemand wint of verliest. Ten derde: niets van dit alles beïnvloedt de waarheid, die 'staat en straalt, bezijden het conflict, ongerept en kalm in Gods vrede'.
Wanneer deze zinloze, niet-bestaande oorlog uit onze denkgeest verdwijnt, zullen we ons herinneren wat we in feite altijd al wisten: dat we eeuwig één zijn met God.
Toepassing: Onze zelfbeelden zijn voortdurend met elkaar in conflict, maar achter elk ervan bevindt zich het ene ware Zelf, sereen en onaangetast. Laten we onszelf daarom Jezus' vraag stellen: Waarom zou ik mijn wereld willen vullen met conflicten met mezelf?
(Toelichtingen door Robert Perry)
9. Zie hoe het conflict tussen illusies verdwijnt, wanneer het naar de waarheid wordt gebracht! Want het lijkt alleen maar werkelijk zolang het als oorlog tussen strijdige waarheden wordt gezien, waarbij de overwinnaar uitverkoren is de meest ware en werkelijke te zijn, de bedwinger van de illusie die het minst werkelijk was en die door het onderspit te delven tot illusie werd gemaakt. Aldus is conflict de keuze tussen illusies: de een wordt als werkelijk bekroond en de ander bedwongen en verguisd. Hier zal de Vader nooit herinnerd worden. Toch kan geen enkele illusie Zijn huis binnenvallen en Hem verdrijven uit wat Hij eeuwig liefheeft. En wat Hij liefheeft moet eeuwig in rust en vrede zijn, omdat het Zijn huis is.
Wij denkei dat de kleine persoonlijke oorlogen die we voeren oorlogen tussen conflicterende waarheden zijn. We hopen dat onze waarheid 'de meest ware en werkelijke [blijkt] te zijn'. Maar als onze waarheid in conflict is, kan het niet de waarheid zijn. Dan is het een illusie. En als dit ons leven is, deze onophoudelijke oorlog waarin elke strijder een illusie is, hoe kunnen we ons dan ooit de waarheid herinneren? Hoe kunnen we ons de oneindige pracht van de Hemel herinneren, wanneer we vastzitten in een gigantische strijd tussen speelgoedsoldaatjes? Door ons te realiseren dat het gaat om een strijd tussen illusies. Dan zullen we ons eveneens realiseren dat het een betekenisloze strijd is. En dan zal hij uit onze denkgeest verdwijnen.
(Toelichtingen door Robert Perry)
10. Jij die door Hem wordt bemind, bent geen illusie, want jij bent even waar en heilig als Hij. Jouw stille zekerheid omtrent Hem en jezelf is een thuis voor Jullie Beiden, die als één en niet afzonderlijk wonen. Open de deur van Zijn hoogst heilige woning en laat vergeving elk spoor wegvagen van het geloof in zonde, waardoor God thuisloos blijft, en Zijn Zoon met Hem. Jij bent geen vreemdeling in het huis van God. Verwelkom jouw broeder in het huis waar God hem in vrede en serene rust geplaatst heeft en daar met hem verblijft. Er is voor illusies geen plaats waar liefde woont en jou beschermt tegen alles wat onwaar is. Jij verblijft in een vrede even grenzeloos als haar Schepper, en alles wordt aan hen geschonken die zich Hem herinneren willen. Over Zijn huis waakt de Heilige Geest, in de zekerheid dat de vrede daar nooit kan worden verstoord.
De visie van deze paragraaf over het leven zoals wij dat kennen, doet me denken aan een computerspel dat mijn oudste zoon speelde, MMORPG genaamd. Wikipedia beschrijft dit spel als volgt:
'Een Massively Multiplayer Online Role-Playing Game (MMORPG) is een rollenspel (RPG) waarbij een groot aantal spelers via het internet interactie met elkaar hebben.
Zoals in alle RPG's nemen spelers de rol van een avatar op zich (meestal in een fantasiewereld) en hebben ze de controle over de acties van hun avatar. MMORPG's onderscheiden zich van single-player- of kleine multiplayer-RPG's door het grote aantal spelers en door de "persistente virtuele wereld" (meestal gehost door de uitgever van het spel) die continu blijft bestaan en evolueert wanneer de spelers offline zijn'.
Met andere woorden: je verschijnt als een illusoir personage met een aantal dodelijke krachten op een virtueel slagveld. Alle andere spelers doen dit eveneens. Ze zien dus allemaal (en vechten met) het personage dat jij bestuurt. Maar jou zien ze nooit. Je personage wordt omringd door trollen en krijgers en duivels en dergelijke, elk met zijn eigen verzameling wapens en krachten, en elk bestuurd door iemand die je nooit ziet.
Dit is een geweldig symbool voor de wereld waarin we leven, nietwaar? We zien elkaars lichaam en het gedrag ervan, maar we zien niet elkaars werkelijkheid als Gods Zoon. Dit staat in schril contrast met ons echte thuis, waar we in volmaakte vrede wonen met God en waar geen enkele illusie kan binnenkomen. We hebben de macht om de deur van dit huis te openen door onze broeders te vergeven, door ons te realiseren dat de zondige personages die ze spelen in het wereldse MMORPG niet zijn wie ze werkelijk zijn.
(Toelichtingen door Robert Perry)
11. Hoe kan Gods rustplaats zich tegen zichzelf keren en proberen Degene die daar verblijft te overwinnen? En bedenk eens wat er gebeurt wanneer het huis van God zichzelf ziet als verdeeld. Het altaar verdwijnt, het licht vervaagt, de tempel van de Hoogheilige wordt een huis van zonde. En niets wordt er herinnerd, behalve illusies. Illusies kunnen met elkaar in strijd zijn, omdat hun vormen verschillen. En zij vechten alleen om vast te stellen welke vorm waar is.
Wat een schrijnend beeld. De tempel van de Hoogheilige is een rustplaats voor God en Zijn heilige Zoon, waar ze verblijven in volmaakte harmonie en liefde. Maar fragmenten van het Zoonschap beginnen tegen elkaar te strijden. De harmonie wordt verstoord. 'Het altaar verdwijnt, het licht vervaagt, de tempel van de Hoogheilige wordt een huis van zonde'. Maar de wezens die door de gangen sluipen, zijn slechts schimmen, schaduwen die zich niet realiseren dat ze onwerkelijk zijn. Ze zijn verwikkeld in een eindeloze strijd, waarin elk probeert vast te stellen dat hij of zij waar is. De Hemel is veranderd in een macaber MMORPG.
(Toelichtingen door Robert Perry)
12. Illusies ontmoeten illusies; de waarheid ontmoet zichzelf. De ontmoeting van illusies leidt tot oorlog. Vrede, kijkend naar zichzelf, breidt zich uit. Oorlog is de toestand waarin angst ontstaat en groeit en ernaar streeft te overheersen. Vrede is de staat waarin liefde woont en ernaar streeft zichzelf te delen. Conflict en vrede zijn tegenpolen. Waar de een verblijft, kan de andere niet zijn; waar de een komt, verdwijnt de ander. Zo wordt de Godsherinnering verduisterd in denkgeesten die het slagveld van illusies zijn geworden. Maar ver voorbij deze onzinnige oorlog straalt ze, klaar om te worden herinnerd wanneer jij je aan de kant van de vrede schaart.
We keren terug naar het begin van deze paragraaf, waar ons werd verteld: 'De Godsherinnering komt tot een denkgeest in rust. Ze kan niet komen waar conflicten zijn'. De rest van de paragraaf heeft dit idee verdiept. In de staat van waarheid is er alleen vrede, want waarheid is één in zichzelf en kan dus onmogelijk in conflict zijn. Er is alleen volmaakt delen en liefde. In de staat van illusie is alleen fragmentatie, waarin elke illusie probeert te bewijzen het meest werkelijk te zijn, ook al zijn ze allemaal even illusoir. Waarheid en illusie kunnen elkaar nooit ontmoeten. Zolang onze denkgeest verstrikt is in de oorlog van illusies, kunnen we ons de waarheid en God niet herinneren, 'Zo wordt de Godsherinnering verduisterd in denkgeesten die het slagveld van illusies zijn geworden'. Maar onze oorlog kan God niet raken. Zijn tempel verandert nooit in een huis van zonde. En de herinnering van Hem wacht op ons en zullen we ons herinneren wanneer we de strijd achter ons laten en voor vrede kiezen.
(Toelichtingen door Robert Perry)