Hoofdstuk 9

Het aanvaarden van de verzoening

V. De ongenezen genezer

 

Deze paragraaf beschrijft het vergevingsplan van het ego in het werk van psychotherapeuten en theologen, en vertelt ons iets over de zienswijze van Een cursus in wonderen met betrekking tot ware genezing.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

1. Het vergevingsplan van het ego is veel wijdser verbreid dan dat van God. Dit komt doordat het door ongenezen genezers wordt uitgevoerd en bijgevolg iets van het ego is. Laten we de ongenezen genezer nu eens zorgvuldiger in ogenschouw nemen. Per definitie probeert hij te geven wat hij niet ontvangen heeft. Als de ongenezen genezer bijvoorbeeld theoloog is, gaat hij misschien van het volgende uitgangspunt uit: ‘Ik ben een ellendige zondaar, en dat ben jij ook.’ Als hij psychotherapeut is gaat hij waarschijnlijk eerder uit van de even ongeloofwaardige overtuiging dat aanval zowel voor hemzelf als voor de patiënt werkelijkheid is, maar dat dit voor geen van beiden iets uitmaakt.

 

Deze paragraaf is een vervolg op de vorige, waarin het vergevingsplan van het ego tegenover dat van de Heilige Geest werd gesteld. Het ego maakt vergissingen eerst werkelijk en bedenkt dan een manier om ze te 'vergeven'. Sommige theologen en therapeuten zijn 'ongenezen genezers', omdat ze proberen iets te geven wat ze zelf niet hebben ontvangen. De ongenezen theoloog zegt: 'We zijn beiden zondaars, maar God vergeeft ons' of: 'Jezus heeft ons gered'. Daarmee maakt hij zonde eerst werkelijk, om deze daarna als 'vergeven' te beschouwen. Ware vergeving zegt echter: 'Er is geen zonde. De ongenezen therapeut zegt: 'Je hebt aanvalsgedachten? Ik ook, maar het zijn slechts gedachten en doen er niet toe'. Ook hij maakt zonde — in de vorm van aanval werkelijk, om deze vervolgens als betekenisloos te beschouwen. 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

2. Ik heb herhaaldelijk gezegd dat de overtuigingen van het ego niet met anderen kunnen worden gedeeld, en dat is de reden waarom ze onwerkelijk zijn. Hoe zou hun ‘blootlegging’ ze dan werkelijk kunnen maken? Iedere genezer die in fantasieën de waarheid zoekt is beslist niet genezen, want hij weet niet waar hij de waarheid zoeken moet, en heeft daarom niet het antwoord op het vraagstuk van genezing.

 

Hier vinden we hetzelfde idee als in de laatste alinea' s van de vorige paragraaf: de waarheid zoeken in fantasieën betekent: de waarheid over onze broeders zoeken in hun vergissingen.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

3. Nachtmerries bewust maken heeft een voordeel, maar alleen om te onderwijzen dat ze niet werkelijk zijn en dat alles wat ze bevatten geen betekenis heeft. De ongenezen genezer kan dit niet doen, omdat hij dat niet gelooft. Alle ongenezen genezers volgen in enigerlei vorm het vergevingsplan van het ego. Zijn het theologen, dan zullen ze waarschijnlijk zichzelf veroordelen, veroordeling onderwijzen en een oplossing bepleiten die angst oproept. Door deze veroordeling op God te projecteren schilderen ze Hem als wraakzuchtig af en vrezen ze Zijn vergelding. Maar het enige wat ze gedaan hebben is zich met het ego vereenzelvigen en door waar te nemen wat dit doet, zichzelf op grond van die verwarring veroordelen. Het is begrijpelijk dat er tegen dit concept rebellie is ontstaan, maar ertegen rebelleren betekent nog steeds dat je erin gelooft.

 

De ongenezen therapeut analyseert de nachtmerries en fantasieën van de patiënt om de overtuigingen van het ego bloot te leggen. De vergissing die hij maakt is dat hij deze overtuigingen als werkelijk beschouwt, en daarmee de patiënt als een ego ziet. De Cursus moedigt ons eveneens aan om de overtuigingen van het ego onder ogen te zien, maar alleen om ons te leren dat ze niet zijn wie we werkelijk zijn.

De ongenezen theoloog concludeert dat hij 'een ellendige zondaar' is, omdat hij gelooft dat hij zijn ego is. En zo ziet hij degenen die hij probeert te helpen eveneens. Daarom zegt hij: De enige manier waarop we vergeven kunnen worden is een procedure die ons redt van Gods vergelding. Wat deze procedure ook is, ze roept altijd angst op, omdat ze offers van ons eist. Daarom verzetten we ons daartegen, maar 'ertegen rebelleren betekent nog steeds dat je erin gelooft'. 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

4. Sommige nieuwe vormen van het egoplan zijn even nutteloos als de oude, omdat de vorm er niet toe doet en de inhoud niet veranderd is. Zo kan bijvoorbeeld in een van die nieuwere vormen een psychotherapeut de egosymbolen uit een nachtmerrie interpreteren, en ze dan gebruiken om te bewijzen dat de nachtmerrie werkelijkheid is. Eenmaal werkelijk gemaakt, tracht hij de effecten ervan te verjagen door de belangrijkheid van de dromer te bagatelliseren. Dit zou een heilzame aanpak zijn als de dromer eveneens als onwerkelijk werd gezien. Maar als de dromer wordt gelijkgesteld met de denkgeest, dan wordt het corrigerend vermogen van de denkgeest, dat werkt via de Heilige Geest, ontkend. Dit is zelfs vanuit het oogpunt van het ego een tegenstrijdigheid, en wel een die het gewoonlijk zelfs in zijn verwarring nog bemerkt.

 

Hier geeft Jezus een voorbeeld van een andere strategie van het ego. Het verplaatst het probleem van de dromer (de denkgeest) naar de droom (het lichaam), en laat het lichaam vervolgens geloven dat het werkelijk is. Hierdoor kan het werkelijke probleem in de denkgeest niet gecorrigeerd en dus niet genezen worden. Zo houdt de goedbedoelende maar ongenezen therapeut onbewust het ego in stand. 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

5. Als het reduceren van de belangrijkheid van de denkgeest de manier is om angst tegen te gaan, hoe kan daaruit dan egosterkte worden opgebouwd? Dergelijke duidelijke inconsequenties zijn de reden waarom niemand echt heeft kunnen verklaren wat er in psychotherapie gebeurt. Er gebeurt in werkelijkheid niets. Er is met de ongenezen genezer niets werkelijks gebeurd, en hij moet leren van wat hij zelf onderwijst. Zijn ego zal altijd proberen iets uit de situatie te halen. De ongenezen genezer weet dan ook niet hoe hij moet geven, en daardoor kan hij niet delen. Hij kan niet corrigeren, omdat hij niet corrigerend te werk gaat. Hij gelooft dat het zijn taak is de patiënt te leren wat werkelijk is, hoewel hij dat zelf niet weet.

 

Het 'reduceren van de belangrijkheid van de denkgeest' en het opbouwen van egosterkte is precies wat het ego wil. Zolang de ongenezen genezer zich laat leiden door het ego, is hij niet in staat om werkelijk te genezen en 'gebeurt er in werkelijkheid niets'. 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

6. Wat zou er dan wel moeten gebeuren? Toen God zei: ‘Er zij licht,’ was er licht. Kun je licht vinden door de duisternis te analyseren, zoals de psychotherapeut doet, of, zoals de theoloog, door de duisternis in jezelf te erkennen en uit te zien naar een ver licht dat het komt verdrijven, terwijl je de nadruk op de afstand legt? Genezing heeft niets mysterieus. Niets zal veranderen wat niet wordt begrepen, want licht is begrip. Een ‘ellendige zondaar’ kan zonder magie niet worden genezen, net zomin als een ‘onbelangrijke denkgeest’ zonder magie zichzelf respecteren kan.

 

De ongenezen psychotherapeut probeert het licht te vinden door de duisternis in de psyche van de patiënt te analyseren. Wat hij daar vindt is de prins van de duisternis: het ego. De ongenezen theoloog ziet hetzelfde. Beiden maken de duisternis het ego — werkelijk, en proberen het vervolgens te verdrijven met magie. De therapeut door therapie of medicatie; de theoloog door het brengen van offers.

In beide gevallen is de vergissing niet ongedaan gemaakt. Door de een of andere magische handeling wordt de 'zonde' alleen ondoeltreffend verklaard en vergeven, hetzij door de therapeut, hetzij door God. In feite is er dus niets gebeurd en niets veranderd. 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

7. Beide vormen van egoaanpak moeten dus wel in een impasse uitmonden, de typische ‘onmogelijke situatie’ waarop het ego altijd aanstuurt. Het kan zin hebben iemand erop te wijzen welke richting hij uitgaat, maar de zin gaat verloren als hij niet tevens wordt geholpen om van richting te veranderen. De ongenezen genezer kan dit niet voor hem doen, omdat hij het voor zichzelf niet doen kan. De enige zinvolle bijdrage die de genezer kan leveren is een voorbeeld te zijn van iemand wiens richting voor hem veranderd werd, en die niet langer in enig soort nachtmerrie gelooft. Het licht in zijn denkgeest zal dan ook antwoord geven aan de vraagsteller, die niet anders kan dan met God besluiten dat er licht is omdat hij dat ziet. En door diens erkenning weet de genezer dat het er is. Zo wordt waarneming uiteindelijk in kennis omgezet. De wonderdoener begint met het licht waar te nemen, en zet zijn waarneming om in zekerheid door het voortdurend uit te breiden en de erkenning ervan te aanvaarden. De gevolgen ervan verzekeren hem dat het er is.

 

Iemand bewust maken van zijn ego en waar het hem brengt, kan zinvol zijn, maar alleen als je hem tegelijkertijd kunt helpen van richting te veranderen. Hoe doe je dat? Door hem het licht in jezelf te laten zien; door jezelf te laten zien als het voorbeeld van iemand die veranderd is door het aanvaarden van het licht. Het licht in jou wordt dan zijn antwoord. Het laat hem zien welke richting hij in moet slaan. Dit doet meer dan alleen de ander genezen, het geneest ook jou. Wanneer de ander het licht in jou herkent, weet je dat het er werkelijk is. En als je het gevolg daarvan in de ander ziet word je daar steeds zekerder van. 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

8. Een therapeut geneest niet, hij laat genezing plaatsvinden. Hij kan op de duisternis wijzen, maar hij kan uit zichzelf geen licht brengen, want het licht is niet van hem. Maar omdat het er wel voor hem is, moet het er ook voor zijn patiënt zijn. De Heilige Geest is de enige Therapeut. In elke situatie waarin Hij de Gids is maakt hij genezing helder. Het enige wat jij kunt doen is Hem Zijn functie laten vervullen. Daarbij heeft Hij geen hulp nodig. Hij zal jou precies zeggen wat jij moet doen om te helpen wie Hij maar voor hulp naar je toestuurt, en Hij zal door jou heen tot hem spreken als jij niet in de weg staat. Bedenk wel dat jij de gids kiest die hulp zal bieden, en dat een verkeerde keuze niet helpen zal. Maar bedenk eveneens dat de juiste wél helpt. Vertrouw op Hem, want helpen is Zijn functie en Hij komt van God. Als je door toedoen van Hem – en niet van jou – de denkgeest van anderen tot de Heilige Geest doet ontwaken, zul je begrijpen dat jij niet aan de wetten van deze wereld gehoorzaamt. De wetten waaraan jij wel gehoorzaamt, werken echter. ‘Het goede is wat werkt’ is een gezonde maar onvolledige uitdrukking. Alleen het goede kan werken. Iets anders werkt überhaupt niet.

 

Onze taak als genezer is niets anders dan een kanaal te zijn voor de Heilige Geest. Om Zijn licht zo helder door ons heen te laten schijnen dat de ander het kan zien; om Zijn stem zo duidelijk door ons heen te laten spreken dat de ander hem kan horen. Wij zijn niet de genezer, de Heilige Geest is dat. Maar Hij heeft ons nodig om Zijn werk te kunnen doen. Daarom moeten we Zijn licht overal doorheen laten schijnen door onze gedachten, onze woorden, onze daden, onze manier van leven. Als we Hem kiezen als onze Gids, zullen we ontdekken dat alleen Zijn manier werkt en niets anders. 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

9. Deze cursus biedt een heel directe en een heel eenvoudige leersituatie en verschaft de Gids die jou zegt wat te doen. Als je dat doet, zul je zien dat hij werkt. De resultaten zijn overtuigender dan de woorden. Ze zullen jou ervan overtuigen dat de woorden waar zijn. Door de juiste Gids te volgen zul je de allereenvoudigste les leren:

 

Aan hun vruchten zult gij hen kennen, en zullen zij zichzelf kennen.

 

Jezus vertelt ons dat we anderen genezen door een voorbeeld te zijn, en dat de Heilige Geest ons zal zeggen wat we moeten doen. De resultaten zijn het bewijs dat Een cursus in wonderen werkt. Ons eigen voorbeeld is dus cruciaal. Het geneest niet alleen anderen, maar speelt ook een belangrijke rol in ons eigen ontwaken. Door de 'vruchten' die we zien bij anderen, herinneren we onszelf. Door het licht naar hen uit te breiden, kunnen we het licht in onszelf zien en ons uiteindelijk herinneren dat we licht zijn.

 

Toepassing : Denk aan iemand bij wie je de resultaten ziet van jouw ware vergeving, dat wil zeggen dat je voorbij zijn ego de Christus in hem ziet. Zeg in gedachten tegen hem of haar:

Aan mijn vruchten zal ik jou [naam] kennen, en zal ik mijzelf kennen.

Als je niemand kunt bedenken, haal je dan iemand voor de geest die je je hulp wilt aanbieden, en visualiseer dat je in het contact met hem of haar het licht van de Heilige Geest door je gedachten, woorden, daden en manier van leven laat stromen.

Zeg vervolgens: Aan mijn vruchten zal ik jou [naam] kennen, en zal ik mijzelf kennen. 

(Toelichtingen door Robert Perry)