50 principes van wonderen

Principe 37

 

Een wonder is een correctie door mij in het onjuiste denken ingevoerd. Dit werkt als een katalysator, die foutieve waarneming afbreekt en op de juiste wijze opnieuw opbouwt. Dit stelt jou onder het Verzoeningsbeginsel, waar de waarneming wordt genezen. Tot dit heeft plaatsgevonden, is kennis van de Goddelijke Orde onmogelijk.

 

     Een 'foutieve waarneming' is het waarnemen van een probleem buiten onszelf in de wereld. Het wonder breekt die waarneming af door haar terug te brengen naar waar het probleem zich in werkelijkheid bevindt: in onze denkgeest. Jezus is degene die de correctie invoert. Het enige wat wij moeten doen is de keuze maken om hem dat te laten doen, zijn hulp inroepen om de situatie op dezelfde manier te zien als hij. Dat is ware waarneming. Jezus neemt de onjuiste waarnemingen die wij werkelijk hebben gemaakt — ziekte, conflict, oorlog, enzovoort — en keert ze om, zodat we alles op dezelfde manier kunnen zien: iedereen, inclusief wijzelf, roept om hulp. Dat is de keuze voor het Verzoeningsbeginsel, dat ook geformuleerd kan worden als de ontkenning van de werkelijkheid van afscheiding en schuld.

     Een andere term die Een cursus in wonderen vaak gebruikt is 'kennis'. Zoals de Cursus dit woord gebruikt is het synoniem met Hemel. De tegenhanger van kennis, of het tegenovergestelde daarvan, is waarneming en meestal worden deze twee woorden naast elkaar geplaatst. Kennis overstijgt de scheiding tussen subject en object, die inherent is aan waarneming. Zelfs een 'heilige visie', waar door veel mystici melding over wordt gemaakt, is zintuiglijk en daarom slechts tijdelijk.

     Kennis is afkomstig van de geest, van God, en kan in deze wereld niet worden bereikt. De Cursus zegt duidelijk dat dit ook niet zijn doel is, zijn doel is vrede (T8.I.1:1-2). Vrede is in deze wereld bereikbaar wanneer je iedereen ziet als één met jou en er geen schuld en aanval meer zijn.