Hoofdstuk 6

De lessen van de Liefde

A. Wil je hebben, geef alles aan allen

 

1. Wanneer je lichaam, je ego en je dromen verdwenen zijn, zul je weten dat jij eeuwig duurt. Misschien denk je dat dit bereikt wordt door de dood, maar niets wordt door de dood bereikt, omdat de dood niets is. Alles wordt door het leven bereikt, en leven is van de denkgeest en in de denkgeest. Het lichaam leeft noch sterft, omdat het jou niet bevatten kan, jij die leven bent. Als we dezelfde denkgeest delen kun jij de dood overwinnen, omdat ik dat deed. De dood is een poging conflicten op te lossen door helemaal niet te beslissen. Zoals elke andere onmogelijke oplossing die het ego nastreeft, zal die niet werken.

 

Niets in onze droom duurt eeuwig. Maar wanneer alles verdwenen is — ons lichaam, ons ego, onze dromen zullen we weten dat er één ding is dat eeuwig duurt: ik. Misschien hopen we dat dit gebeurt als we sterven. Maar met de dood van het lichaam bereiken we niets. Het lichaam is slechts een illusie, en illusies komen noch gaan. De enige verandering die werkelijk plaatsvindt, is de verandering van de denkgeest. Wat we nodig hebben is niet dat het lichaam sterft, maar dat de denkgeest ontwaakt tot zijn eigen eeuwige leven. De denkgeest moet een beslissing nemen, dezelfde beslissing die Jezus heeft genomen. De dood is de vermijding van die beslissing, een poging om de conflicten van het leven op aarde op te lossen door deze fysiek te verlaten, in plaats van onze denkgeest te veranderen. De dood lost dus niets op omdat hij, evenals het lichaam, een illusie is. 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

2. God heeft het lichaam niet gemaakt, want het is vernietigbaar, en daarom niet iets van het Koninkrijk. Het lichaam is het symbool van wat jij denkt te zijn. Het is onmiskenbaar een afscheidingsmiddel, en bestaat daarom niet. Zoals altijd neemt de Heilige Geest wat jij gemaakt hebt en zet het om in een leermiddel. En eveneens zoals altijd geeft Hij aan wat het ego als argument voor de afscheiding gebruikt de nieuwe interpretatie van een bewijs ertegen. Als de denkgeest wel het lichaam maar het lichaam niet de denkgeest kan genezen, moet de denkgeest wel sterker zijn dan het lichaam. Ieder wonder toont dit aan.

 

God heeft het lichaam niet geschapen. Het is niet heilig en spiritueel, en evenmin zondig en slecht. Het is slechts een droomsymbool van wat we denken te zijn. De Heilige Geest herinterpreteert de symbolen van het ego. Hij wijst erop dat 'de denkgeest wel het lichaam maar het lichaam niet de denkgeest kan genezen', omdat de denkgeest sterker en werkelijker is dan het lichaam. Dit leidt tot een belangrijke conclusie: het lichaam heeft niet de macht om de denkgeest ervan te overtuigen dat de afscheiding werkelijk is.

 

Toepassing : Kijk naar je lichaam en zeg: Dit lichaam is niets anders dan een symbool van wat ik denk te zijn.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

3. Ik heb gezegd dat de Heilige Geest de motivatie tot wonderen is. Hij vertelt jou steeds dat alleen de denkgeest werkelijk is, omdat alleen de denkgeest met anderen kan worden gedeeld. Het lichaam is afgescheiden, en kan daarom geen deel van jou zijn. Eén van denkgeest zijn* heeft betekenis, maar één lichaam zijn is betekenisloos. Volgens de wetten van de denkgeest heeft het lichaam dus geen betekenis.

 

De Heilige Geest geeft ons nog een ander argument tegen ons geloof in de werkelijkheid van het lichaam. Alleen wat gedeeld kan worden is werkelijk. Als we een idee hebben dat niemand kan delen, zoals bijvoorbeeld: 'ik kan met één hand de hele stad optillen', dan is het onwerkelijk. Wat alleen bestaat in de denkgeest van één enkele persoon en niet gedeeld kan worden, kan niet waar zijn. Lichamen zijn hetzelfde als dat vreemde idee: ze kunnen niet gedeeld worden, en dus kunnen ze niet werkelijk zijn. 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

4. Voor de Heilige Geest kennen wonderen geen rangorde naar moeilijkheid. Daarmee ben je inmiddels voldoende vertrouwd, maar het is nog niet geloofwaardig geworden. Daarom begrijp je het niet en kun je het niet gebruiken. We hebben in naam van het Koninkrijk te veel tot stand te brengen om ons dit cruciale denkbeeld te laten ontglippen. Het is werkelijk een hoeksteen van het denksysteem dat ik onderwijs en wil dat jij onderwijst. Je kunt geen wonderen verrichten zonder erin te geloven, want het is een geloof in volmaakte gelijkheid. Er valt maar één gelijke gift aan al Gods gelijke Zonen te schenken, en dat is totale waardering.  Niets meer en niets minder. Zonder een waardeschaal heeft een rangorde naar moeilijkheid geen betekenis, en in wat jij je broeder schenkt hoort geen waardeschaal te bestaan.

 

'De Heilige Geest is de motivatie tot wonderen' (alinea 3) omdat Hij onderwijst dat de denkgeest elke ziekte kan genezen, aangezien de denkgeest werkelijk is en het lichaam niet. Dit is een andere manier om het eerste wonderprincipe te beschrijven, dat zegt dat wonderen geen rangorde naar moeilijkheid kennen. Jezus weet precies waar wij staan in relatie tot dit principe: als Cursusstudent zijn we ermee vertrouwd, maar we geloven het niet. En zonder werkelijk geloof in dit principe kunnen we geen wonderen verrichten, omdat een wonder iedereen dezelfde boodschap geeft: 'jij verdient totale waardering'. Als je niet gelooft in het eerste wonderprincipe, geloof je dit ook niet. Want door te geloven dat de ziekte van een bepaalde persoon moeilijker te genezen is dan die van een ander, geloof je in feite dat deze persoon minder waardering verdient. 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

5. De Heilige Geest, die naar God leidt, zet communicatie om in zijn, precies zoals Hij waarneming uiteindelijk in kennis omzet. Wat je communiceert verlies je niet. Het ego gebruikt het lichaam voor aanval, genot en trots. De waanzin van deze waarneming maakt haar zonder meer beangstigend. De Heilige Geest ziet het lichaam alleen als een communicatiemiddel, en omdat communiceren delen met anderen betekent wordt het communie oftewel gemeenschap. Misschien denk jij dat angst net als liefde gecommuniceerd kan worden, en daarom kan worden gedeeld. Toch is dit niet zo werkelijk als het misschien lijkt. Wie angst communiceert bevordert aanval, en aanval verbreekt altijd de communicatie, waardoor die onmogelijk wordt. Ego’s verbinden zich wel met elkaar in een tijdelijke loyaliteit, maar altijd met het oog op wat elk afzonderlijk krijgen kan. De Heilige Geest communiceert alleen wat ieder aan allen kan geven. Hij neemt nooit iets terug, omdat Hij wil dat jij het houdt. Daarom begint Zijn onderricht met deze les:

 

Wil je hebben, geef alles aan allen.

 

Communiceren betekent: delen met anderen. Door middel van ware communicatie met andere denkgeesten wil de Heilige Geest ons terugbrengen naar de eenheid van kennis. Daarvoor gebruikt Hij het lichaam — en dat is de enige manier waarop Hij het lichaam ziet: als een mechanisme voor het communiceren of doorgeven van ideeën die gedeeld kunnen worden.

Het ego heeft heel andere plannen met het lichaam. Het 'gebruikt het lichaam voor aanval [om de wereld verbaal en fysiek naar onze hand te zetten], genot [dit heeft geen uitleg nodig] en trots [om een goede indruk te maken]. Wij zien het lichaam als een mechanisme om te krijgen wat we hebben willen. We denken zelfs dat we angst kunnen communiceren en ons met elkaar kunnen verenigen in angst. In werkelijkheid kan dit niet, want een verbinding die gebaseerd is op angst is een illusie waarin iedereen alleen met zichzelf bezig is. Het doel van de Heilige Geest is het tegenovergestelde hiervan. Hij wil dat iedereen er voor elkaar is. Hij wil dat we het lichaam gebruiken om iedereen alles te geven en liefde te communiceren. Alleen zo winnen we werkelijk. Wat we achterhouden of terugpakken verliezen we. Daarom begint Zijn onderricht met een eenvoudige maar radicale les: 'Wil je hebben, geef alles aan allen'. 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

6. Dit is een allereerste stap, en de enige die je zelf moet zetten. Het is zelfs niet eens nodig dat je die stap zelf afmaakt, maar het is wel noodzakelijk dat jij je in die richting wendt. Als je gekozen hebt die weg te gaan, neem jij de leiding van de reis op je, die bij jou en jou alleen moet blijven liggen. Deze stap lijkt conflicten misschien eerder te verergeren dan uit de weg te ruimen, omdat het de eerste stap is in het omkeren en rechtzetten van je waarneming. Dit botst met de op-z’n-kop-waarneming die je nog niet opgegeven hebt, anders zou de richtingverandering niet nodig zijn geweest. Sommigen blijven lange tijd bij deze stap stilstaan, en ervaren daarbij een zeer acuut conflict. Op dit punt kunnen ze proberen het conflict te aanvaarden, in plaats van de volgende stap naar de oplossing ervan te zetten. Omdat ze echter de eerste stap hebben gezet, zullen ze worden geholpen. Zodra ze gekozen hebben voor wat ze niet alleen kunnen voltooien, zijn ze niet langer alleen.

 

Hier begint Jezus met de beschrijving van onze spirituele reis. De les 'Wil je hebben, geef alles aan allen' blijkt de eerste stap van deze reis te zijn. De Heilige Geest roept ons weg uit onze oude gewoonten, waarin we ervan uitgingen dat we alleen konden hebben door te krijgen.  Nu vraagt Hij ons om voor een hogere bestemming te kiezen, waarin we beseffen dat hebben voortkomt uit geven. Deze eerste stap lijkt misschien ontzettend moeilijk, maar we zijn de les nog aan het leren. We hoeven ons alleen maar in die richting te wenden, door te besluiten de bekende wegen van het ego achter ons te laten en de leiding van de reis op ons te nemen. Het is wel een reis die we niet alleen kunnen ondernemen. De erkenning van dit feit doet een beroep op een Macht voorbij ons kleine zelf, een Macht die ons helpt om de reis tot een goed einde te brengen.

Nadat we deze keuze hebben gemaakt, beginnen we een conflict te ervaren. We hebben een nieuwe weg gekozen, maar investeren nog steeds in de oude. De meesten van ons kennen dit gevoel van verscheurd te zijn tussen twee tegengestelde wegen. We willen vergeven, maar we willen ook wraak nemen. We willen geven, maar we willen ook krijgen. We proberen op de een of andere manier met dit conflict te leven, meestal door het contrast tussen de beide wegen te negeren. Maar aangezien dit het proces vertraagt, zullen we ook een volgende stap moeten zetten. 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

* Dit is Course-concordant vertaald. In de Nederlandse bijbelvertalingen luidt 1Pe.3:8: ‘weest allen eensgezind.’ King James: ‘be ye all of one mind.’