Hoofdstuk 28
Het ongedaan maken van angst
I. Het nu-geheugen
1. Het wonder doet niets. Al wat het doet is: het maakt ongedaan. En zo ruimt het de belemmeringen op ten opzichte van wat werd gedaan. Het voegt niets toe, maar neemt alleen weg. En wat het wegneemt is allang verdwenen, maar doordat het in herinnering is gehouden lijkt het directe gevolgen te hebben. Deze wereld was lang geleden al voorbij. De gedachten die haar hebben gemaakt, zijn niet meer in de denkgeest die ze gedacht heeft en een tijdje liefhad. Het wonder laat slechts zien dat het verleden voorbij is, en wat werkelijk voorbij is heeft geen gevolgen meer. Het zich herinneren van een oorzaak kan alleen maar illusies van haar aanwezigheid voortbrengen, geen gevolgen.
Wij beschouwen een wonder als een omkering van de manier waarop dingen zijn. Een wonder verandert de status quo en doet iets nieuws en dramatisch. Jezus zegt echter dat we het ondersteboven zien. Niet in de wereld, maar in de Hemel zijn de dingen zoals ze werkelijk zijn. In feite is dus de situatie waarin we ons nu bevinden een omkering van de manier waarop de dingen werkelijk zijn. Het wonder maakt die omkering ongedaan. Het herstelt wat er altijd al was, 'en wat het wegneemt is allang verdwenen'. De wereld is voorbij omdat ze ongedaan werd gemaakt op hetzelfde moment dat ze leek te ontstaan. Ze lijkt alleen in het hier en nu werkelijk te zijn doordat we haar in herinnering hebben gehouden, maar alles wat we waarnemen is een illusie; een extreem levendige herinnering.
(Toelichtingen door Robert Perry)
2. Al de gevolgen van schuld zijn hier niet langer aanwezig. Want schuld is voorbij. En met haar voorbijgaan verdwenen ook haar consequenties, achtergelaten zonder oorzaak. Waarom zou jij je er in de herinnering aan vastklampen, als jij haar gevolgen niet verlangde? Herinneren is even selectief als waarnemen, waarvan het de verleden tijd is. Het is de waarneming van het verleden alsof het nu plaatsvond, en hier nog altijd te zien was. Herinneren, net als waarnemen, is een vaardigheid die jij hebt bedacht om de plaats in te nemen van wat God bij jouw schepping ten geschenke gaf. En net als alle dingen die jij hebt gemaakt, kan het worden gebruikt om een ander doel te dienen, en middel voor iets anders te zijn. Het kan worden aangewend om te genezen en niet om te kwetsen, als jij dat zou wensen.
Het feit dat de wereld voorbij is, is de reden waarom het wonder geneest. Er zijn geen problemen die het op moet lossen; het hoeft alleen maar oude herinneringen uit te wissen van iets dat al verdwenen is — schuld. Al onze problemen zijn het gevolg van ons vasthouden aan de herinnering van schuld. Die schuld is voorbij, ze is ongedaan gemaakt in onze denkgeest. Maar we klampen ons er nog steeds aan vast, en de gevolgen daarvan lijken ons nog steeds in hun greep te hebben. Herinneren is 'de waarneming van het verleden alsof het nu plaatsvond, en hier nog altijd te zien was'. Net zoals we beslissen waar we ons in het heden op concentreren, zo beslissen we ook op welke herinneringen we ons concentreren. Het ego laat ons kiezen voor de herinnering van schuld, maar we kunnen een nieuwe keuze maken, en ons concentreren op wat God ons bij onze schepping gegeven heeft. Dan kunnen we onze herinnering gebruiken om te genezen in plaats van te kwetsen.
(Toelichtingen door Robert Perry)
3. Niets wat gebruikt wordt voor genezing behelst een inspanning om ook maar iets te doen. Het is de erkenning dat je geen behoeften hebt die erop duiden dat er iets dient te worden gedaan. Het is een niet-selectieve herinnering, die niet wordt gebruikt om de waarheid te belemmeren. Alle dingen die de Heilige Geest kan aanwenden om te genezen, zijn Hem gegeven, zonder de inhoud en het doel waarvoor ze werden gemaakt. Het zijn slechts vaardigheden zonder toepassing. Ze wachten tot ze worden gebruikt. Ze zijn aan niets toegewijd en beogen niets.
Genezing is gebaseerd op de erkenning dat we geen behoeften hebben die vereisen dat we iets doen. Het is de erkenning dat in werkelijkheid alles al is gedaan; dat alles goed is en er niets is dat genezing nodig heeft. Alle vaardigheden die wij hebben gemaakt om wereldse doelen te bereiken, kunnen door de Heilige Geest worden gebruikt voor Zijn doel van genezing.
(Toelichtingen door Robert Perry)
4. De Heilige Geest kan wel degelijk gebruikmaken van de herinnering, want God Zelf is daarin aanwezig. Maar dit is geen herinnering aan voorbije gebeurtenissen, maar alleen van een huidige toestand. Jij bent al zo lang gewend te geloven dat het geheugen alleen bevat wat voorbij is, dat het voor jou moeilijk is in te zien dat het een vaardigheid is die in staat is nu te herinneren. De beperkingen die de wereld het herinneren oplegt zijn even enorm als degene die jij je door de wereld laat opleggen. Er is geen herinneringsschakel met het verleden. Als jij graag hebt dat die er is, dan is ze er ook. Maar alleen jouw verlangen bracht die schakel tot stand, en alleen jij hebt die aan een deel van de tijd gebonden waarin schuld nog lijkt voort te leven.
De Heilige Geest neemt wat wij gemaakt hebben om te kwetsen, en gebruikt het om te genezen. Wij denken dat ons geheugen alleen voorbije gebeurtenissen bevat, maar het is 'een vaardigheid die in staat is nu te herinneren', zegt Jezus. Het herinneren van een huidige toestand in plaats van voorbije gebeurtenissen is niet wat wij bedoelen met 'herinnering'. Maar waarheid is geen voorbije gebeurtenis, de waarheid is nu. Wij gebruiken onze herinneringen om schuld levend te houden en op anderen te projecteren, maar we kunnen het geheugen ook gebruiken om ons God te herinneren.
(Toelichtingen door Robert Perry)
5. Het gebruik dat de Heilige Geest van het geheugen maakt, staat volkomen los van de tijd. Hij probeert het niet aan te wenden als middel om het verleden te behouden, maar eerder als een manier om dat los te laten. Het geheugen houdt de boodschap vast die het ontvangt, en doet wat het wordt opgedragen. Het schrijft de boodschap niet, en bepaalt ook niet waartoe die dient. Net als het lichaam heeft het op zichzelf geen doel. En als het lijkt te dienen om een oeroude haat te koesteren, en het jou de beelden bezorgt van de onrechtvaardigheden en kwetsuren die jij bewaarde, dan wenste jij dat dit zijn boodschap was, en dat is ze dan ook. Toevertrouwd aan zijn spelonken, ligt daar de geschiedenis van heel het verleden van het lichaam verborgen. Al de vreemde associaties, gemaakt om het verleden levend, en het heden dood te houden, zijn erin opgeslagen en wachten op jouw bevel om naar jou toegebracht en herleefd te worden. En zo lijken hun gevolgen te zijn toegenomen door toedoen van de tijd, die hun oorzaak heeft weggenomen.
Herinnering is slechts een hulpmiddel, en evenals het lichaam volkomen neutraal. Het ego gebruikt de herinnering om 'onrechtvaardigheden en kwetsuren' vast te houden en zo het geloof in schuld te versterken, haat in het heden te rechtvaardigen, en de voorbije gebeurtenissen steeds opnieuw te herleven. Daardoor nemen de gevolgen van 'wat ons is aangedaan' in de loop van de tijd steeds meer toe. De Heilige Geest corrigeert dit gebruik van de herinnering, door ons daar in het heilig ogenblik van te bevrijden en te leren dat alleen het nú werkelijk is.
(Toelichtingen door Robert Perry)
6. Toch is de tijd alleen maar een nieuwe fase van iets wat niets doet. Hij werkt hand in hand met alle andere attributen waarmee jij de waarheid over jezelf verborgen probeert te houden. De tijd kan wegnemen noch teruggeven. En toch maak jij er een vreemd gebruik van, alsof het verleden het heden had veroorzaakt, dat dan slechts een gevolg is waarin geen verandering kan plaatsvinden, omdat de oorzaak ervan is verdwenen. Veran dering moet echter een blijvende oorzaak hebben, anders is ze niet duurzaam. Er kan geen verandering worden gebracht in het heden als zijn oorzaak voorbij is. Zoals jij gebruikmaakt van het geheugen, wordt alleen het verleden daarin vastgehouden, en zodoende is het een manier om het verleden uit te spelen tegen het nu.
Tijd lijkt alles te veranderen, maar in werkelijkheid doet hij helemaal niets. Alles wat werkelijk is, is tijdloos aanwezig. Maar wij gebruiken de tijd om het tijdloos aanwezige te verbergen. We hangen hem als een verduisterend gordijn voor de werkelijkheid, en projecteren vervolgens films over vroegere gebeurtenissen op dit gordijn. We vertellen onszelf dat deze gebeurtenissen de oorzaak zijn van wat er nu gebeurt. En aangezien we niet terug kunnen gaan naar het verleden om die oorzaak te veranderen, kunnen we de gevolgen in het heden evenmin veranderen. Op die manier houdt het ego ons gevangen in het verleden, zodat we in het heden geen nieuwe keuze kunnen maken — de keuze tégen het ego, en vóór de herinnering van God.
(Toelichtingen door Robert Perry)
7. Onthoud niets van wat jij jezelf hebt geleerd, want je werd slecht onderwezen. En wie zou een onzinnige les in zijn denkgeest willen vasthouden, wanneer hij een betere kan leren en bewaren? Wanneer oeroude herinneringen van haat verschijnen, onthoud dan dat hun oorzaak is verdwenen. En dus kun je niet begrijpen waartoe ze dienen. Laat niet de oorzaak die je er nu aan wilt toekennen datgene zijn wat hen maakte tot wat ze waren, of wat ze leken te zijn. Wees blij dat die verdwenen is, want juist hiervan wil jij kwijtschelding. En zie in plaats daarvan de nieuwe gevolgen van een oorzaak die nu wordt aanvaard, en hier consequenties heeft. Hun lieflijkheid zal jou verrassen. De aloude nieuwe ideeën die ze brengen, zullen de blijde gevolgen zijn van een Oorzaak, zo aloud dat Ze de tijdsspanne van de herinnering die jouw waarneming ziet, verre te buiten gaat.
Het ego heeft ons 'slecht onderwezen'. Het heeft ons verteld dat we een zonde hebben begaan — de afscheiding van God — en dat we de gevolgen daarvan — een wereld van lijden en dood — in het heden ondergaan. Maar deze zonde heeft nooit plaatsgevonden en dus zijn de gevolgen illusoir. In plaats van vast te houden aan door het ego verzonnen herinneringen, moeten we ons het heden herinneren. In het heden ligt een Oorzaak, ouder dan de wereld die we waarnemen. Uit deze Oorzaak komen nieuwe gevolgen voort, 'aloude nieuwe ideeën', die ons zullen verrassen door hun lieflijkheid. In plaats van verdrietig naar een tragisch verleden te staren, zullen we vol verwondering kijken naar alles wat Gods Liefde ons in het heden openbaart.
(Toelichtingen door Robert Perry)
8. Dit is de Oorzaak die de Heilige Geest voor jou onthouden heeft, wanneer jij Die vergeet. Ze is niet voorbij, omdat Hij niet toelaat dat Ze onherinnerd blijft. Ze is nooit veranderd, want er is nooit een tijd geweest dat Hij Ze niet veilig in jouw denkgeest heeft bewaard. Haar gevolgen zullen inderdaad nieuw lijken, omdat je dacht dat jij je hun Oorzaak niet herinnerde. Toch was Ze nooit uit je denkgeest weg, want het was niet je Vaders Wil dat Hij door Zijn Zoon niet werd herinnerd.
Wanneer we ons God herinneren en de gevolgen daarvan ervaren, zal alles nieuw lijken te zijn, maar in werkelijkheid zijn deze herinnering en haar gevolgen er altijd geweest. Al die tijd dat we God vergaten, bewaarde de Heilige Geest de herinnering aan Hem veilig in onze denkgeest, wachtend tot we de sluier van vergetelheid opzij zouden schuiven en de waarheid zouden zien. Voor God was het immers onmogelijk dat Zijn enige Zoon Hem kon vergeten.
(Toelichtingen door Robert Perry)
9. Wat jij je herinnert is er nooit geweest. Het kwam voort uit het oorzaakloze, dat jij met oorzaak hebt verward. Er valt alleen maar om te lachen, wanneer je ontdekt dat jij je consequenties zonder oorzaak hebt herinnerd, die nooit gevolgen konden zijn. Het wonder brengt jou een Oorzaak in herinnering die voor eeuwig tegenwoordig is, volstrekt onaangetast door de tijd of enige verstoring. En die nooit is afgeweken van wat Ze is. En jij bent Haar Gevolg, even onveranderlijk en even volmaakt als Zijzelf. De herinnering van Haar ligt niet in het verleden, en wacht evenmin op de toekomst. Ze wordt niet in wonderen geopenbaard. Die herinneren jou er slechts aan dat Ze niet verdwenen is. Wanneer jij Haar vergeving schenkt voor jouw zonden, zal Zij niet langer worden ontkend.
Hier zet Jezus de twee soorten herinnering tegenover elkaar. Onze herinneringen bevatten een lange reeks van zinloze gebeurtenissen — zo zinloos dat ze geen werkelijke oorzaak kunnen hebben. Ze moeten een droom zijn. We herinneren ons een verhaal dat nooit heeft plaatsgevonden, omdat het geen oorzaak had. Onze reactie daarop moet geen verdriet zijn, maar gelach. Het wonder herinnert ons daarentegen aan een Oorzaak die er altijd is geweest. Ze is nooit verborgen geweest. En het gevolg van deze Oorzaak zijn wij. De enige sluier die opzij moet worden geschoven is de sluier van onze ontkenning. De keuze is aan ons. We kunnen ervoor kiezen ons de onmogelijke gevolgen van een nietszeggende oorzaak te herinneren (het nietig dwaas idee) of ons te herinneren dat we het volmaakte Gevolg zijn van de volmaakte Oorzaak.
(Toelichtingen door Robert Perry)
10. Jij die geprobeerd hebt een oordeel te vellen over je eigen Schepper, kunt niet begrijpen dat Hij niet Degene is die een oordeel heeft geveld over Zijn Zoon. Jij wilde Hem Zijn Gevolgen ontzeggen, maar nooit werden Ze ontzegd. Er is nooit een tijd geweest waarin Zijn Zoon kon worden veroordeeld voor iets wat zonder oorzaak was en tegen Zijn Wil. Waar jouw herinnering van getuigt, is niets anders dan de angst voor God. Hij heeft datgene niet gedaan waar jij zo bang voor bent. En jij evenmin. En dus is jouw onschuld niet verloren gegaan. Jij hebt geen genezing nodig om genezen te zijn. Zie in stilte in het wonder een les die jou leert de Oorzaak Haar eigen Gevolgen te vergunnen, en niets te doen wat dit doorkruist.
Wij denken dat de afscheiding een enorme zonde was waarvoor God ons veroordeelde. En we geloven dat alle onrechtvaardigheden en ellende, die we zelf ervaren en om ons heen zien, afkomstig zijn van God die de rekening vereffent. Daardoor is de wereld een constante getuigenis van onze angst voor God. Maar dit alles is een misvatting. We hebben niet gedaan wat we denken gedaan te hebben. En ook God heeft niet gedaan wat we denken dat Hij gedaan heeft. Zijn vermeende wraak op ons is slechts het product van onze krankzinnige egodroom. Het wonder stelt ons in staat dit onjuiste verhaal van oorzaak en gevolg los te laten, de werkelijke Oorzaak te erkennen, en terug te keren naar onze rechtmatige plaats als Zijn Gevolg.
(Toelichtingen door Robert Perry)
11. Het wonder komt kalm de denkgeest binnen die een moment stopt en stil is. Het reikt met zachtheid vanuit die stille tijd, en vanuit de denkgeest die het in stilte heeft genezen, naar andere denkgeesten om de stilte ervan met elkaar te delen. En vereend zullen die niets doen wat zijn stralende uitbreiding zou verhinderen terug te keren tot de Denkgeest die het ontstaan van alle denkgeesten heeft veroorzaakt. Ontstaan uit gezamenlijkheid kan er in de tijd geen onderbreking zijn die ervoor zorgt dat het wonder draalt om zich naar alle onrustige denkgeesten te haasten, en hun een ogenblik van stilheid te brengen, waarin de Godsherinnering tot hen terugkeert. Hun eigen herinnering is nu tot rust gekomen, en wat daarvoor in de plaats kwam zal nadien niet totaal onherinnerd blijven.
Dit is zo'n mooie alinea dat ik haar graag in een andere vorm wil weergeven. Lees de tekst langzaam en zorgvuldig, terwijl je de schoonheid van elke zin en de rust die het geheel doordringt probeert te voelen:
Het wonder komt kalm de denkgeest binnen
die een moment stopt en stil is.
Het reikt met zachtheid vanuit die stille tijd,
en vanuit de denkgeest die het in stilte heeft genezen,
naar andere denkgeesten om de stilte ervan met elkaar te delen.
En vereend zullen die niets doen
wat zijn stralende uitbreiding zou verhinderen
terug te keren tot de Denkgeest
die het ontstaan van alle denkgeesten heeft veroorzaakt.
Ontstaan uit gezamenlijkheid
kan er in de tijd geen onderbreking zijn
die ervoor zorgt dat het wonder draalt
om zich naar alle onrustige denkgeesten te haasten,
en hun een ogenblik van stilheid te brengen,
waarin de Godsherinnering tot hen terugkeert.
Hun eigen herinnering is nu tot rust gekomen,
en wat daarvoor in de plaats kwam
zal nadien niet totaal onherinnerd blijven.
Dit is de manier om te vergeten wat we ons herinneren en ons in plaats daarvan God te herinneren: we moeten stil worden. Dat geeft het wonder de gelegenheid om onze denkgeest binnen te komen. En van daaruit zal het elke denkgeest naar de herinnering brengen die ons oneindige vreugde zal brengen: de herinnering van God.
(Toelichtingen door Robert Perry)
12. Hij aan Wie de tijd gegeven is, zegt dank voor ieder stil ogenblik dat Hem gegeven wordt. Want in dat ogenblik is het de Godsherinnering vergund al haar schatten te schenken aan Gods Zoon, voor wie ze zijn bewaard. Hoe graag biedt Hij ze degene aan voor wie Hij ze gekregen heeft! En Zijn Schepper deelt Zijn dank, omdat Hij niet van Zijn Gevolgen verstoken wil zijn. Het ogenblik van stilte dat Zijn Zoon aanvaardt, heet Hem en de eeuwigheid welkom, en laat Hen binnengaan waar Ze verblijf willen houden. Want in dat ogenblik doet de Zoon van God niets wat hem angst zou inboezemen.
In het heilig ogenblik waarin de denkgeest stil is, heeft de Heilige Geest de kans om ons de gave te schenken die Hem werd toevertrouwd toen het allemaal begon: de herinnering van God. Hoe zouden wij ons voelen wanneer we, na vele jaren gewacht te hebben om iemand een geschenk aan te bieden, eindelijk de kans krijgen om dat te doen? Daarom is de Heilige Geest ons dankbaar als we een ogenblik gaan zitten om onze denkgeest stil te maken. En God, de oorspronkelijke Gever van het geschenk, deelt deze dankbaarheid. Het is belangrijk om hieraan te denken wanneer we stil worden om te oefenen.
(Toelichtingen door Robert Perry)
13. Hoe ogenblikkelijk komt de Godsherinnering op in de denkgeest die geen angst kent waardoor die herinnering wordt geweerd! Zijn eigen herinnering is verdwenen. Er is geen verleden dat zijn angstaanjagend beeld in de weg blijft zetten van een blij ontwaken tot vrede in het nu. De bazuinen van de eeuwigheid weerklinken door heel de stilheid, maar verstoren die niet. En wat nu herinnerd wordt is niet de angst, maar de Oorzaak waartoe de angst gemaakt werd om Die te doen vergeten en op te heffen. De stilheid spreekt in zachte klanken van liefde die Gods Zoon zich herinnert van voordat zijn eigen herinnering tussen het heden en het verleden schoof om ze uit te sluiten.
We zijn bang voor de Godsherinnering omdat deze het einde van ons speciale zelf betekent. Het enige wat nodig is om deze angst los te laten, is de bereidheid om de herinnering van zonde en schuld los te laten. Zodra we dat doen, daagt de herinnering van God in onze stille denkgeest. Het verleden is een constante herinnering dat God gevreesd moet worden; het 'bewijst' dat we hebben gezondigd en dat Hij erop uit is ons te straffen. Wanneer we ons realiseren dat dit een onjuiste herinnering is, kan de ene ware herinnering binnenstromen. Jezus gebruikt de metafoor van bazuinen om duidelijk te maken hoe intens de 'klanken' van Gods Liefde de stilte vullen: 'De bazuinen van de eeuwigheid weerklinken door heel de stilheid, maar verstoren die niet'.
(Toelichtingen door Robert Perry)
14. Nu is de Zoon van God zich uiteindelijk bewust van de tegenwoordige Oorzaak en Haar heilzame Gevolgen. Nu begrijpt hij dat wat hij gemaakt heeft zonder oorzaak is, en totaal geen gevolgen heeft. Hij heeft niets gedaan. En door dit in te zien, begrijpt hij dat er nooit de noodzaak was iets te doen, en dat hij nooit iets deed. Zijn Oorzaak is Haar Gevolgen. Nooit was er naast Haar een oorzaak die een ander verleden of een andere toekomst kon doen ontstaan. Haar Gevolgen zijn onveranderlijk eeuwig, boven alle angst verheven, en volledig voorbij de wereld van zonde.
Wanneer de herinnering van God (het ontwaken tot de werkelijkheid) begint te dagen in onze denkgeest, zullen we het eindelijk begrijpen. We zullen beseffen dat alles wat we zonder God gemaakt hebben — inclusief het fysieke universum en zijn lange geschiedenis — nooit werkelijk is geweest. We hebben nooit de zonde begaan die we dachten begaan te hebben. Daarom hebben we nooit iets hoeven te doen om onszelf te verlossen. Nu hebben we eindelijk de ene ware Oorzaak geaccepteerd — onze Vader — en het onveranderlijke Gevolg daarvan — onszelf als Zijn Zoon.
(Toelichtingen door Robert Perry)
15. Wat is verloren gegaan door het oorzaakloze niet te zien? En waar is het offer, wanneer de Godsherinnering gekomen is om de plaats van verlies in te nemen? Wat is een betere manier om de smalle kloof tussen illusies en de werkelijkheid te dichten dan toe te staan dat de Godsherinnering erover stroomt, en het tot een brug maakt waarvoor maar een ogenblik volstaat om de overkant te bereiken? Want God heeft die met Zichzelf gedicht. Zijn herinnering is niet voorbijgegaan om een gestrande Zoon voorgoed achter te laten op een oever vanwaar hij een glimp opvangen kan van de andere oever zonder die ooit te bereiken. Zijn Vader wil dat hij wordt opgetild en met zachtheid naar de overkant gebracht. Hij heeft de brug gebouwd, en Hij is Degene die Zijn Zoon eroverheen zal dragen. Wees niet bang dat Hij zal falen in wat Hij wil. Noch dat jij wordt uitgesloten van de Wil die voor jou is bestemd.
We zijn bang om de wereld die we hebben gemaakt te verliezen, maar kan het een verlies zijn om te stoppen met zien wat er nooit is geweest? De wereld is juist waar al het verlies vandaan kwam, maar nu is ze vervangen door de Godsherinnering die alles is en alles bevat.
Zullen we dit ooit meemaken? Zullen we ooit die uiteindelijke, permanente herinnering van God ervaren? Het lijkt alsof we voorgoed op de oever van deze wereld staan, vaag een glimp opvangend van de verre oever van de Hemel aan de overkant, maar niet in staat de kloof te overbruggen. Maar zou God Zijn eigen Zoon achterlaten, gestrand, en niet in staat Hem te bereiken? Hij heeft de kloof gedicht met Zichzelf. Hij heeft een brug gebouwd, en Hij zal ons daar overheen dragen. We kunnen onze angst dat we nooit aan de overkant zullen komen loslaten, want we zijn Gods Zoon en Hij heeft ons lief.
(Toelichtingen door Robert Perry)