Hoofdstuk 7

De gaven van het Koninkrijk

VIII. Het ongelooflijke geloof

 

1. We hebben gezegd dat er zonder projectie geen woede kan zijn, maar het is evenzeer waar dat er zonder uitbreiding geen liefde kan zijn. Dit weerspiegelt een fundamentele wet van de denkgeest, en dus een die altijd werkzaam is. Het is de wet waarmee jij schept en werd geschapen. Het is de wet die het Koninkrijk één maakt en in Gods Denkgeest bewaart. Door het ego wordt de wet gezien als een middel om zich te ontdoen van iets wat het niet wil. Voor de Heilige Geest is het de fundamentele wet van het delen, waardoor jij geeft waaraan je waarde hecht teneinde het in je denkgeest te behouden. Voor de Heilige Geest is het de wet van uitbreiding.  Voor het ego is het de wet van ontberen. Ze brengt dan ook of overvloed of schaarste teweeg, afhankelijk van hoe jij haar verkiest toe te passen. Die keuze is aan jou, maar het is niet aan jou te beslissen of jij al dan niet van de wet gebruik zult maken. Iedere denkgeest moet of projecteren of uitbreiden, want zo leeft hij, en iedere denkgeest is leven.

 

Wat Jezus hier een fundamentele wet noemt, werd eerst projectie genoemd, en daarna projectie en uitbreiding. Alles wat Een cursus in wonderen ons leert is op deze wet gebaseerd. Zonder deze wet te begrijpen wordt de hele Cursus ondoorgrondelijk. Zoals deze alinea zegt gebruiken het ego en de Heilige Geest deze wet op volkomen verschillende manieren. De Heilige Geest gebruikt haar om uit te breiden wat wij in onze denkgeest waarde toekennen. Door dit met anderen te delen, versterken we het in onszelf en ervaren daardoor meer overvloed. Het ego gebruikt haar daarentegen om zich te ontdoen van wat we in onszelf afkeuren. Door dit te projecteren op anderen, lijken zij onze eigen zelfvernietigende keuzes tegen ons te gebruiken, waardoor we ons door hen beroofd voelen en boos op hen zijn.

We kunnen niet kiezen of we deze wet gebruiken, alleen hoe we dat doen. De aard van de denkgeest is immers om naar buiten toe uit te drukken wat zich binnenin hem bevindt. De enige vraag is dus: Gebruik ik deze wet om mijn innerlijk licht te verspreiden, of om de wereld te verduisteren met mijn eigen duisternis?

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

2. Eerst moet volledig worden begrepen hoe het ego gebruikmaakt van projectie, voordat het onvermijdelijke verband tussen projectie en woede definitief ongedaan kan worden gemaakt. Het ego probeert altijd conflicten in stand te houden. Het is zeer vindingrijk in het bedenken van manieren die conflicten lijken te verminderen, want het wil niet dat jij conflicten zo ondraaglijk vindt dat je ze per se op wilt geven. Het ego probeert jou er daarom van te overtuigen dat hij je van conflicten bevrijden kan, uit vrees dat jij het ego opgeeft en jezelf bevrijdt. Gebruikmakend van zijn eigen scheve versie van Gods wetten wendt het ego de macht van de denkgeest alleen aan om de werkelijke bedoeling van de denkgeest te verijdelen. Het projecteert de conflicten van jouw denkgeest op andere denkgeesten, in een poging jou ervan te overtuigen dat jij het probleem kwijt bent.

 

Met 'conflict' wordt altijd het conflict tussen de twee denksystemen in onszelf bedoeld. De Heilige Geest lost dit conflict op door ons te adviseren alleen één van beide systemen naar anderen uit te breiden het Zijne. Het ego reageert met zijn eigen plan. Ook hij wil ons bevrijden van het conflict, maar hij is bang dat we de oplossing van de Heilige Geest zullen kiezen. Die houdt namelijk in dat we het ego verantwoordelijk houden voor het conflict en dat we ons daarom van hem willen ontdoen. Daarom komt het met een ingenieuze oplossing: in plaats van ons de vrede uit te laten breiden die die voortkomt uit conflictloosheid, laat het ons het conflict zelf op anderen projecteren. Nu is het niet meer ons conflict, maar het hunne. Nu worden wij niet meer verscheurd tussen God en het ego, maar zij. Jezus heeft hier al eerder over gesproken:

'Voorts projecteert de denkgeest van de leerling zijn eigen conflict, en zodoende bespeurt hij geen consistentie in de denkgeest van anderen, wat hem achterdochtig maakt over hun motivatie' (T6.V.B.3:8).

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

3. In deze poging zitten twee aanzienlijke vergissingen. Ten eerste kunnen conflicten strikt genomen niet worden geprojecteerd, omdat ze niet kunnen worden gedeeld. Elke poging een deel ervan te behouden en een ander deel kwijt te raken heeft in werkelijkheid geen enkele betekenis. Onthoud dat een leraar die in conflict verkeert een slechte leraar en een slechte leerling is. Zijn lessen zijn verward en hun overdrachtswaarde wordt beperkt door zijn verwarring. De tweede vergissing is het idee dat jij iets wat je niet wilt, kwijt kunt raken door het weg te geven. Geven is de manier om het te houden. De overtuiging dat je het uit je innerlijk hebt geweerd door het buiten jou te zien is een totale vervorming van de macht van uitbreiding. Om die reden zijn zij die projecteren waakzaam voor hun eigen veiligheid. Ze zijn bang dat hun projecties zullen terugkeren en hen pijn doen. Door te geloven dat ze hun projecties uit hun denkgeest hebben gewist, geloven ze ook dat hun projecties weer proberen naar binnen te sluipen. Aangezien de projecties hun denkgeest niet hebben verlaten, zijn ze gedwongen zich voortdurend in allerlei activiteiten te storten om dit niet onder ogen te hoeven zien.

 

Laten we deze twee vergissingen één voor één bekijken.

De correctie van de eerste is dat conflicten niet geprojecteerd kunnen worden, of beter gezegd: niet uitgebreid, omdat ze niet kunnen worden gedeeld. We hebben al besproken dat gedachten van het ego niet gedeeld kunnen worden omdat ze niet werkelijk zijn. Maar om dat in dit bijzondere geval te kunnen begrijpen, moeten we eerst begrijpen wat er wordt geprojecteerd. Door de zienswijze van het ego naar buiten te projecteren, zien we deze nu buiten onszelf, terwijl we binnenin onszelf de zienswijze van de Heilige Geest zien. Dat wordt bedoeld met 'een poging een deel ervan [van het conflict] te behouden en een ander deel kwijt te raken'. Dit leidt tot de overtuiging dat het ego in anderen het licht in onszelf aanvalt. Nu lijkt er dus geen conflict meer te zijn tussen het licht en de duisternis in onze eigen denkgeest (waar het zich in werkelijkheid bevindt), maar tussen het schitterende licht in onszelf en de duivelse krachten van de duisternis in de wereld.

De correctie van de tweede vergissing is dat we het conflict niet kwijtraken door het te projecteren, maar het daardoor juist houden. Wat we geven wordt in onszelf versterkt. (Zie T6.V.A.: 'Wil je hebben, geef alles aan allen'). 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

4. Je kunt een illusie over iemand anders niet instandhouden zonder die ook over jezelf in stand te houden.  Hieraan valt niet te ontkomen, omdat het onmogelijk is de denkgeest te fragmenteren. Fragmenteren betekent in stukken breken, maar de denkgeest kan niet aanvallen of aangevallen worden. Het geloof dat dit wel kan, een vergissing die het ego aldoor maakt, ligt ten grondslag aan heel zijn gebruik van projectie. Het begrijpt niet wat de denkgeest is, en begrijpt daarom niet wat jij bent. Toch is het voor zijn bestaan aangewezen op jouw denkgeest, want het ego is jouw geloof. Het ego is een verwarring in vereenzelviging. Omdat het nooit een consistent voorbeeld heeft gehad, heeft het zich nooit consistent ontwikkeld. Het is het product van het verkeerd toepassen van Gods wetten door verwrongen denkgeesten die hun macht misbruiken.

 

We kunnen niets op een ander projecteren zonder dit in onszelf te versterken. Dat is de aard en de wet van de denkgeest. Wat hij ziet in een fragment, ziet hij in het geheel. Het kwaad dat we zien in een ander, beïnvloedt onze waarneming van alles en iedereen, inclusief onszelf. Het ego ontkent dit volledig. 'Het begrijpt niet wat de denkgeest is' en hoe deze werkt. Het is echter wel afhankelijk van de denkgeest, want op hetzelfde moment waarop we besluiten niet meer in het ego te geloven, verdwijnt het.

Het ego heeft 'nooit een consistent voorbeeld' gehad, omdat het slechts een gedachte is, zonder 'voorganger' die als rolmodel kon dienen. Met zijn eigen grilligheid als autoriteit kan het alleen 'verwrongen' functioneren. 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

5. Wees niet bang voor het ego. Het is op jouw denkgeest aangewezen, en zoals jij het gemaakt hebt door erin te geloven, zo kun je het ook doen verdwijnen door jouw geloof eraan te onttrekken. Projecteer de verantwoordelijkheid voor je geloof erin niet op iemand anders, of je zult het geloof instandhouden.  Wanneer jij bereid bent de exclusieve verantwoordelijkheid voor het bestaan van het ego op je te nemen, zul je alle woede en alle aanval hebben afgelegd, omdat die voortspruiten uit een poging de verantwoordelijkheid voor je eigen vergissingen te projecteren. Maar als je aanvaard hebt dat het jóuw vergissingen zijn, houd ze dan niet vast. Geef ze snel over aan de Heilige Geest om ze volledig ongedaan te laten maken, zodat al hun effecten uit je denkgeest en uit het Zoonschap als geheel zullen verdwijnen.

 

Wij zijn bang voor het ego. We zijn bang voor onze innerlijke demonen. Daarom projecteren we deze op anderen. Dit zorgt ervoor dat we anderen zien als aanvallende ego's die ons dwingen om met boosheid en oordeel te reageren, en het ego in ons tegen onze wil activeren. De verantwoordelijkheid voor ons eigen ego opleggen aan anderen kan tijdelijk goed voelen, maar uiteindelijk versterkt het ons ego alleen maar en plaatst het bovendien buiten onze controle. We moeten de verantwoordelijkheid voor ons eigen geloof in het ego op ons nemen, zodat we kunnen weigeren om er bang voor te zijn. En als we dat gedaan hebben, moeten we dit geloof 'snel overgeven' aan de Heilige Geest, zodat Hij ons kan helpen het ongedaan te maken.

 

Toepassing : Denk aan iemand die volgens jou de boosheid, oordeel, schuld en angst in je heeft opgeroepen of versterkt. Herhaal dan de volgende zinnen:

[Naam, ik wil de verantwoordelijkheid voor mijn geloof in het ego niet op jou projecteren. Ik aanvaard dat dit mijn eigen vergissing is. Ik geef deze vergissing snel aan de Heilige Geest, zodat Hij me kan helpen haar volledig ongedaan te maken, zodat al haar gevolgen uit mijn denkgeest en het Zoonschap als geheel zullen verdwijnen.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

6. De Heilige Geest zal jou leren waarnemen wat buiten het bereik van je geloof valt, omdat de waarheid buiten alle geloof ligt en Zijn waarneming waar is. Het ego kan op elk moment totaal worden vergeten, omdat het een volstrekt ongelooflijk geloof is en niemand kan een geloof behouden dat hij ongeloofwaardig vindt.  Hoe meer jij over het ego leert, des te meer jij inziet dat het niet kan worden geloofd. Het ongelooflijke kan niet worden begrepen omdat het ongeloofwaardig is. Dat waarneming gebaseerd op het ongeloofwaardige geen betekenis heeft is duidelijk, maar het kan zijn dat niet wordt ingezien dat het buiten alle geloof ligt, omdat het dankzij geloof is ontstaan.

 

Zowel de waarneming van de Heilige Geest als die van het ego vallen buiten het bereik van het geloof, maar op volkomen verschillende manieren en om volledig andere redenen. De waarneming van de Heilige Geest valt buiten het geloof, omdat het de waarneming van de waarheid is, en waarheid is een objectieve zekerheid die subjectief geloof overstijgt. De waarneming van het ego is daarentegen gebaseerd op geloof in het ego, en het ego valt buiten het geloof omdat het ongeloofwaardig is. Wij geloven erin, omdat we het door geloof hebben gemaakt, maar wanneer we er écht naar kijken, zullen we steeds meer inzien dat het volslagen onzinnig is. Het is niet slecht, het is gewoon onzin. Kun je voelen dat de Cursus ons langzaam maar zeker naar dit besef leidt? 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

7. Deze cursus beoogt enkel en alleen jou te leren dat het ego ongeloofwaardig is en voor altijd ongeloofwaardig zal blijven. Jij die het ego gemaakt hebt door het ongelooflijke te geloven, kunt dit oordeel niet alléén vellen. Door de Verzoening voor jezelf te aanvaarden zie jij af van het geloof dat jij alleen kunt zijn, verjaag je aldus het idee van de afscheiding en beaam jij je werkelijke vereenzelviging met het hele Koninkrijk als letterlijk een deel van jou. Deze vereenzelviging is evenzeer boven alle twijfel als boven alle geloof verheven. Jouw heelheid kent geen grenzen, want zijn betekent oneindigheid.

 

Hoewel het ego ongeloofwaardig is, zijn wij niet in staat om dit alléén vast te stellen ('jij kunt dit oordeel niet alléén vellen'). We lijken op verslaafden, die niet in staat zijn om te zien in welke slechte toestand ze zich bevinden. Evenals een verslaafde hebben wij hulp van buitenaf nodig. Deze hulpvraag ligt besloten in het aanvaarden van de Verzoening, want aanvaarden van de Verzoening betekent aanvaarden van het idee dat we nooit alleen kunnen zijn, omdat we deel zijn van een groter geheel. De aanvaarding dat het hele Koninkrijk letterlijk een deel van ons is, betekent dat onze heelheid oneindig is. Hoe kan het ego in zo'n toestand ook maar enigszins geloofwaardig lijken?

(Toelichtingen door Robert Perry)