Hoofdstuk 14
Onderwijzen ten gunste van de waarheid
XI. De waarheidstest
1. Het wezenlijke punt is evenwel te leren dat jij geen kennis hebt. Kennis is macht, en alle macht is van God. Jij die geprobeerd hebt macht voor jezelf te houden, hebt die ‘verloren’. Je hebt die macht nog steeds, maar je hebt zoveel tussen haar en jouw bewustzijn ervan in geplaatst dat je haar niet gebruiken kunt. Alles wat jij jezelf geleerd hebt heeft jouw macht almaar meer voor jou verborgen. Jij weet niet wat of waar ze is. Jij hebt een schijn van macht gemaakt en een vertoon van kracht, zo erbarmelijk, dat ze jou wel moeten teleurstellen. Want macht is geen schijnkracht, en de waarheid is boven elke vorm van schijn verheven. Maar het enige wat er tussen jou staat en de macht van God in jou is dat je het onware geleerd hebt en geprobeerd hebt het ware ongedaan te maken.
Deze alinea vertelt een schrijnend verhaal. We hebben de kennis van God weggegooid. We hebben ons van Hem losgemaakt, omdat we onze macht niet met Hem wilden delen. We wilden alle macht voor onszelf houden. Maar deze poging werkte averechts. We verloren onze macht, omdat deze verbonden is met onze kennis. Hoe meer we daarna probeerden haar te heroveren, hoe verder ze van ons verwijderd raakte. Daarom maakten we onszelf groter met een schijn van macht en een vertoon van kracht. Deze pseudomacht is echter zo fragiel dat ze ons altijd teleurstelt. We zijn zwak, en dat weten we.
Het goede nieuws is dat we nog steeds de macht bezitten die God ons bij onze schepping heeft gegeven. We hoeven alleen maar de wolken van misleiding ongedaan te maken, die we tussen onszelf en dit bewustzijn hebben geplaatst — alle onjuiste lessen die we onszelf hebben geleerd.
(Toelichtingen door Robert Perry)
2. Wees nu bereid dit alles ongedaan te laten maken, en wees blij dat je er niet voorgoed aan gebonden bent. Want jij hebt jezelf geleerd hoe je de Zoon van God tot gevangene kunt maken, een les zo ondenkbaar, dat alleen een waanzinnige er in de diepste slaap maar van zou kunnen dromen. Kan God leren niet God te zijn? En kan Zijn Zoon, aan wie Hij alle macht gegeven heeft, leren machteloos te zijn? Wat heb jij jezelf geleerd dat jij mogelijkerwijs liever zou behouden in plaats van wat jij hebt en wat jij bent?
We moeten de lessen die we onszelf hebben geleerd ongedaan willen maken. We hebben alle redenen om dit te willen, want deze lessen hebben onze macht verborgen, ze hebben ons waanzinnig gemaakt. Want ze hebben ons geleerd hoe we onszelf gevangen moeten zetten. Maar hoe kan Gods almachtige Zoon gevangen zijn?
(Toelichtingen door Robert Perry)
3. De Verzoening leert je hoe jij voorgoed kunt ontkomen aan alles wat jij jezelf in het verleden hebt geleerd, door jou enkel te tonen wat jij nu bent. Het leren werd volbracht voordat de gevolgen ervan zichtbaar zijn. Leren ligt dan ook in het verleden, maar de invloed ervan bepaalt het heden door er die betekenis aan te geven die het voor jou heeft. Wat jij geleerd hebt geeft het heden in het geheel geen betekenis. Niets van wat jij ooit geleerd hebt kan jou helpen het heden te begrijpen, of jou leren hoe je het verleden ongedaan kunt maken. Je verleden is wat jij jezelf hebt aangeleerd. Laat het allemaal los. Doe geen poging welke gebeurtenis, of wat of wie ook in het ‘licht’ hiervan te begrijpen, want de duisternis waarin je probeert te zien kan alleen onbegrijpelijk maken. Stel om je begrip te verlichten niet het minste vertrouwen in het duister, want doe je dat wel, dan ga je in tegen het licht en denkt daarbij dat je het duister ziet. De duisternis kan echter niet worden gezien, want het is niets anders dan een toestand waarin zien onmogelijk wordt.
Het ego heeft ons geleerd dat we gezondigd hebben in het verleden. Daarom is het heden voor ons beladen met schuld. De Verzoening leert ons echter dat we niet gezondigd hebben, en dat het verleden dus geen werkelijke invloed heeft op het heden. Want wat niet gebeurd is kan geen gevolgen hebben. Proberen dingen te begrijpen op basis van het verleden is dan ook zinloos, omdat er geen basis fs. Daarom dringt Jezus erop aan om het allemaal los te laten.
(Toelichtingen door Robert Perry)
4. Jij, die alle duisternis die jij jezelf hebt geleerd, nog niet naar het licht in jou hebt gebracht, kunt de waarheid en de waarde van deze cursus allerminst beoordelen. God heeft je echter niet in de steek gelaten. En dus wordt jou door Hem een nieuwe les gezonden, die voor ieder kind van het licht al is geleerd door Hem aan wie God ze heeft gegeven. Deze les straalt van Gods heerlijkheid, want daarin berust Zijn macht die Hij zo graag deelt met Zijn Zoon. Leer Zijn geluk kennen, dat het jouwe is. Maar om dit te bereiken moeten al je duistere lessen gewillig naar de waarheid worden gebracht, en vol vreugde worden neergelegd door handen die open zijn om te ontvangen, en niet gesloten om te nemen. Elke duistere les die jij brengt naar Hem die het licht onderwijst, zal Hij van jou aannemen, omdat jij ze niet wilt. En Hij zal ze allemaal graag verruilen voor de heldere les die Hij voor jou heeft geleerd. Geloof nooit dat enige les die je los van Hem geleerd hebt ook maar iets betekent.
De eerste zin zegt dat de duistere lessen die we onszelf hebben geleerd Een cursus in wonderen onwaar en niet waardevol lijken te maken. Dat maakt het leren ervan bijzonder moeilijk. Maar gelukkig heeft God ons een nieuwe les gegeven. Om deze les te leren moeten we bereid zijn alle lessen die we onszelf hebben geleerd naar de Heilige Geest te brengen, zodat Hij ze kan vervangen door die ene 'heldere les' — de enige les die ons de macht en het geluk kan geven die we hebben weggegooid.
Toepassing : Denk aan een les die je jezelf hebt ingeprent, maar die je in je leven moeilijkheden bezorgt, zoals 'mensen zijn niet te vertrouwen', of 'ik krijg niet wat ik nodig heb', of: 'ik ben schuldig', enzovoort.
Zeg dan tegen de Heilige Geest:
Ik geef deze duistere les aan U, want ik wil haar niet meer. Ik open mijn handen om de heldere les te ontvangen die U voor mij gegeven is.
(Toelichtingen door Robert Perry)
5. Je beschikt over één test, zo betrouwbaar als God, waardoor jij kunt uitmaken of wat je geleerd hebt waar is. Als je volkomen vrij bent van iedere vorm van angst, en als al degenen die jou ontmoeten of zelfs maar aan je denken delen in jouw volmaakte vrede, dan kun je er zeker van zijn dat je Gods les hebt geleerd en niet die van jou. Tenzij dit alles waar is, zijn er duistere lessen in je denkgeest die jou en iedereen om je heen pijn doen en hinderen. De afwezigheid van volmaakte vrede betekent maar één ding: jij denkt dat jij voor Gods Zoon niet wilt wat zijn Vader voor hem wil. Iedere duistere les onderwijst dit in een of andere vorm. En elke heldere les, waarmee de Heilige Geest de duistere zal vervangen die jij niet aanvaardt, leert je dat jij wilt mét de Vader en Zijn Zoon.
Dit is de test van de titel van deze paragraaf. We weten of we Gods les hebben geleerd, wanneer we volkomen vrij zijn van angst in al zijn vormen — ongerustheid, zorgen, nervositeit, spanning, bezorgdheid, enzovoort — wat betekent dat we volmaakt in vrede zijn. Bovendien deelt iedereen die ons ontmoet of zelfs maar aan ons denkt in deze vrede.
Als we moeten toegeven dat we niet geslaagd zijn voor deze test, zijn er nog duistere lessen in onze denkgeest 'die jou en iedereen om je heen pijn doen en hinderen'.
Hoe beroven de duistere lessen ons van onze vrede? Ze veroorzaken schuld. Ze leren ons dat we pijn en lijden willen voor Gods Zoon — onszelf en onze broeders — in plaats van wat God voor ons wil. Schuld is het gevolg van anderen kwaad toewensen, nietwaar? De heldere les leert ons dat we niet alleen het goede willen voor de Zoon van God, maar dat we dit ook samen met hen en met onze Vader willen.
(Toelichtingen door Robert Perry)
6. Wees er niet bezorgd over hoe jij een les kunt leren die zo volkomen verschilt van alles wat jij jezelf hebt geleerd. Hoe kun je dat weten? Jouw rol is heel eenvoudig. Je hoeft slechts te begrijpen dat jij alles wat je geleerd hebt niet wilt. Vraag om onderwezen te worden, en gebruik je ervaringen niet ter bevestiging van wat je hebt geleerd. Wanneer jouw vrede op enigerlei wijze wordt bedreigd of verstoord, zeg dan tegen jezelf:
Ik ken van niets, ook hiervan niet, de betekenis. En dus weet ik niet hoe ik erop reageren moet. En ik zal wat ik in het verleden heb geleerd niet als lichtbaken gebruiken dat mij nu leiden zal.
Door deze weigering om te proberen jezelf te leren wat je niet weet, zal de Gids die God je gegeven heeft tot jou spreken. Hij zal Zijn rechtmatige plaats in je bewustzijn innemen zodra jij er afstand van doet en die aan Hem aanbiedt.
De manier waarop deze alinea is ingedeeld vinden we ook in het Werkboek, waar na enkele alinea's met leerstof een oefening volgt die vaak de vorm heeft van een specifieke situatie die onze vrede bedreigt of verstoort. De oefening is bedoeld om onze waarneming van deze situatie te veranderen. Dit is bijzonder behulpzaam, omdat onze negatieve gevoelens het gevolg zijn van de betekenis die we een situatie toekennen. Als we eerlijk toegeven dat we die betekenis niet kennen, en ons openstellen voor de betekenis die de Heilige Geest aan de situatie geeft, verdwijnen de negatieve gevoelens. Als ze blijven, komt dat doordat we de woorden niet welgemeend uitspreken.
Dit is de manier waarop we de heldere les leren. In plaats van te proberen iets in ons hoofd te prenten dat tegengesteld is aan wat we geleerd hebben — onder andere door middel van affirmaties of constant herhaalde teksten of gebeden — kunnen we ons beter richten op het opgeven van onze duistere lessen. Toegeven dat we het niet weten is de meest oprechte manier om de Heilige Geest uit te nodigen ons te helpen. Als we tegen iemand zeggen: 'Wil jij het stuur alsjeblieft van me overnemen?', maar zelf in de bestuurdersstoel blijft zitten, hoe oprecht is ons verzoek dan? En hoe kan de ander — in dit geval de Heilige Geest — het stuur dan van ons overnemen?
(Toelichtingen door Robert Perry)
7. Jij kunt niet je eigen gids naar wonderen zijn, want jij bent het die ze noodzakelijk heeft gemaakt. En omdat dit zo is, werd in het middel waardoor jij op wonderen kunt rekenen voor jou voorzien. Gods Zoon kan geen noden in het leven roepen waaraan zijn Vader niet tegemoet zal komen als hij zich maar, hoe weinig ook, tot Hem wendt. Toch kan Hij Zijn Zoon niet dwingen zich tot Hem te wenden en daarbij Zichzelf blijven. God kan onmogelijk Zijn Identiteit verliezen, want als Hij dat deed, zou jij de jouwe verliezen. En aangezien Hij de jouwe is, kan Hij Zichzelf niet veranderen, want jouw Identiteit is onveranderlijk. Het wonder erkent Zijn onveranderlijkheid door Zijn Zoon te zien zoals hij altijd was, en niet zoals hij zichzelf zou willen maken. Het wonder brengt die gevolgen teweeg die alleen schuldeloosheid met zich mee kan brengen, en bevestigt zo het feit dat schuldeloosheid moet bestaan.
Vragen onze eigen gids naar wonderen te zijn, is hetzelfde als een kind met een leerhandicap vragen zijn eigen onderwijsplan samen te stellen (zie ook T12.V). Gelukkig kent onze Vader onze behoeften en komt daaraan tegemoet als we ons tot Hem wenden. Maar Hij dwingt ons daar niet toe, want dat zou betekenen dat Zijn eeuwig zachtmoedige aard zou veranderen. En Hij kan Zichzelf niet veranderen, omdat ons dit eveneens zou veranderen — en wij zijn onveranderlijk. Het wonder laat dit zien, omdat zijn gevolgen alleen voort kunnen komen uit schuldeloosheid. En dat leert ons dat, ondanks alle duistere lessen die we onszelf hebben geleerd, onze oorspronkelijke onschuld niet veranderd is.
(Toelichtingen door Robert Perry)
8. Hoe kun jij, die zo stevig gebonden bent aan schuld en je verplicht hebt dat te blijven, voor jezelf je schuldeloosheid tot stand brengen? Dat is onmogelijk. Maar zorg ervoor dat je bereid bent te erkennen dat het onmogelijk is. De leiding van de Heilige Geest wordt slechts beperkt doordat jij denkt dat je op eigen kracht een klein stukje van je leven leiden kunt, of bepaalde aspecten van je leven zelf kunt aanpakken. Op die manier zou je Hem onberekenbaar maken, en die vermeende onberekenbaarheid als een voorwendsel gebruiken om bepaalde duistere lessen voor Hem weg te houden. En door aldus de leiding te beperken die jij wel wilt accepteren, ben je niet in staat je op wonderen te verlaten om al je problemen voor je op te lossen.
Wat kent Hij ons toch goed! Eerst besluiten we om een stukje van ons leven op eigen kracht te leiden, of bepaalde problemen zelf op te lossen. We willen op de bestuurdersstoel blijven zitten. Vervolgens vragen we de Heilige Geest om met betrekking tot andere gebieden van ons leven het stuur over te nemen. We geven Hem dus een dubbele boodschap: Neem het stuur over, nee, neem het stuur niet over. Het is alsof we half op de bestuurdersstoel en half op de passagiersstoel zitten. Dit verhindert de Heilige Geest uiteraard om de leiding over te nemen. Daarom kunnen we Zijn Stem niet goed horen. We zeggen constant tegen Hem: 'Spreek alsjeblieft tegen me/zwijg alsjeblieft'. Vervolgens denken we: 'Ik kan niet op de Heilige Geest vertrouwen. En als ik niet op Hem kan vertrouwen, waarom zou ik dan mijn diepste en meest gekoesterde overtuigingen aan Hem geven, samen met mijn duistere geheimen?' Maar omdat we onze duistere lessen voor Hem verbergen, kan Hij ons geen wonder geven om al onze problemen op te lossen.
(Toelichtingen door Robert Perry)
9. Denk je dat de Heilige Geest jou zou onthouden wat Hij wil dat jij geeft? Je hebt geen problemen die Hij niet kan oplossen door jou een wonder te bieden. Wonderen zijn er voor jou. En alle angst, pijn of beproeving die je ondergaat, is ongedaan gemaakt. Hij heeft ze allemaal naar het licht gebracht, en ze in jouw plaats aanvaard, en erkend dat ze nooit hebben bestaan. Er zijn geen duistere lessen die Hij niet al voor jou heeft verlicht. Hij heeft de lessen die jij jezelf wilt onderwijzen al gecorrigeerd. In Zijn Denkgeest bestaan ze helemaal niet. Want het verleden bindt Hem niet, en bindt jou daarom evenmin. Hij ziet de tijd niet zoals jij die ziet. En elk wonder dat Hij je biedt, corrigeert jouw gebruik van de tijd, en maakt het tot het Zijne.
De Heilige Geest vraagt ons om wonderen te doen. Waarom zou Hij ze ons dan niet geven? Hij kan niet alleen 'elke angst, pijn of beproeving' ongedaan maken, Hij heeft dat al gedaan. Hij heeft ze zo volledig opgelost dat ze in Zijn Denkgeest zelfs niet bestaan.
Toepassing : Denk aan een beproeving die je momenteel ondergaat. En zeg dan het volgende:
De Heilige Geest kan dit oplossen. Hij heeft het al opgelost. Het is zo volledig ongedaan gemaakt, dat het in Zijn Denkgeest helemaal niet bestaat. Ik wil zijn oplossing, niet de mijne. Heilige Geest, wat is uw oplossing voor dit probleem?
(Toelichtingen door Robert Perry)
10. Hij die jou van het verleden heeft bevrijd wil jou leren dat jij er vrij van bent. Hij wil alleen dat jij Zijn werken als de jouwe aanvaardt, omdat Hij die voor jou heeft verricht. En omdat Hij dat heeft gedaan, zijn ze van jou. Hij heeft je vrijgemaakt van wat jij hebt gemaakt. Je kunt Hem afwijzen, maar je kunt niet tevergeefs een beroep op Hem doen. Hij schenkt Zijn gaven altijd ter vervanging van de jouwe. Hij wil Zijn heldere onderricht zo’n stevige grondslag in jouw denkgeest geven dat er geen duistere les van schuld verblijven kan in wat Hij door Zijn Aanwezigheid als heilig heeft gegrondvest. Dank God dat Hij er is, en door jou werkzaam is. En al Zijn werken zijn de jouwe. Met elk wonder dat jij Hem door jou laat verrichten, biedt Hij er jou een aan.
Toepassing : Denk aan iets dat je meedraagt uit je verleden, en waarvan je wenst dat het ongedaan wordt gemaakt. Misschien is het een bepaalde overtuiging, of iets wat je gedaan hebt waar je spijt van hebt. Lees dan, met dit in je gedachten, deze alinea nog eens in de eerste persoon:
Hij die mij van het verleden heeft bevrijd wil mij leren dat ik er vrij van ben.
Hij wil alleen dat ik Zijn werken als de mijne aanvaard, omdat Hij die voor mij heeft verricht.
En omdat Hij dat heeft gedaan, zijn ze van mij.
Hij heeft mij vrijgemaakt van wat ik heb gemaakt.
Ik kan Hem afwijzen, maar ik kan niet tevergeefs een beroep op Hem doen.
Hij schenkt Zijn gaven altijd ter vervanging van de mijne.
Hij wil Zijn heldere onderricht zo'n stevige grondslag in mijn denkgeest geven dat er geen duistere les van schuld verblijven kan in wat Hij door Zijn Aanwezigheid als heilig heeft gegrondvest.
Ik dank God dat Hij er is, en door mij werkzaam is.
En al Zijn werken zijn de mijne.
Met elk wonder dat ik Hem door mij laat verrichten, biedt Hij er mij een aan.
(Toelichtingen door Robert Perry)
11. Gods Zoon zal steeds ondeelbaar zijn. Zoals we als één in God gehouden worden, zo leren we als één in Hem. Gods Leraar is evenzeer het evenbeeld van Zijn Schepper als Zijn Zoon dat is, en door middel van Zijn Leraar verkondigt God Zijn Eenheid en die van Zijn Zoon. Luister in stilte, en verhef je stem niet tegen Hem. Want Hij onderwijst het wonder van eenheid, en ten overstaan van Zijn les verdwijnt verdeeldheid. Onderwijs hier zoals Hij, en je zult je herinneren dat je altijd al geschapen hebt zoals je Vader. Aan het wonder van de schepping is nooit een einde gekomen, want het draagt het heilige stempel van de onsterfelijkheid. Dit is de Wil van God voor heel de schepping, en heel de schepping is eensgezind in dit te willen.
Net zoals we allemaal één zijn in de hemel, zo leren we als één op aarde. We kunnen deze eenheid hier onderwijzen, maar alleen als we naar de Heilige Geest luisteren en Hem via ons laten onderwijzen. Dit onderwijs weerspiegelt het scheppen in de Hemel. Als we volledig opgaan in deze weerspiegeling, zullen we ontwaken tot het licht dat ze weerspiegelt. Dan zullen we ons onze eeuwige scheppingsfunctie herinneren.
(Toelichtingen door Robert Perry)
12. Zij die zich steeds herinneren dat ze niets weten, en bereid zijn geworden alles te leren, zullen het leren. Maar telkens wanneer ze op zichzelf vertrouwen, zullen ze niet leren. Ze hebben hun motivatie om te leren vernietigd door te menen dat ze alles al weten. Denk niet dat jij iets begrijpt voordat je geslaagd bent voor de test van volmaakte vrede, want vrede en begrip gaan hand in hand en kunnen nooit afzonderlijk worden aangetroffen. Elk brengt de ander met zich mee, want het is Gods wet dat ze niet gescheiden zijn. Zij zijn elk oorzaak en gevolg voor elkaar, zodat waar de ene afwezig is de andere niet kan zijn.
13. Alleen zij die inzien dat ze niet kunnen weten als het gevolg van begrip hen niet vergezelt, zijn überhaupt in staat werkelijk te leren. Daartoe moet het vrede zijn dat ze willen, en anders niets. Telkens wanneer jij denkt dat je weet, zal vrede van je wijken, omdat jij afstand hebt gedaan van de Leraar van de vrede. Telkens wanneer jij ten volle beseft dat je niet weet, zal vrede terugkeren, want je zult Hem daartoe uitgenodigd hebben door afstand te doen van het ego ten gunste van Hem. Doe geen beroep op het ego voor wat dan ook; dit is het enige wat je hoeft te doen. De Heilige Geest zal uit Zichzelf iedere denkgeest vullen die zo ruimte voor Hem schept.
Als we denken dat we alles weten, zullen we niets leren. We hebben uiteraard ook geen reden om iets te leren als we alles al weten. En dan hebben we ook geen reden om naar Gods Leraar te luisteren. Wanneer we echter toegeven dat we niets weten, kunnen we alles leren. De sleutel daartoe is de weigering om te denken dat we alles al weten voordat we geslaagd zijn voor de test van volmaakte vrede, voordat we volmaakt in vrede zijn, en iedereen die ons ontmoet of aan ons denkt onze vrede deelt. Vrede en begrip gaan hand in hand en kunnen niet afzonderlijk bestaan.
Toepassing : Zeg tegen jezelf:
Ik ben niet volmaakt in vrede, en dus begrijp ik niets.
Maar ik ben bereid alles te leren, want meer dan wat ook wil ik vrede.
(Toelichtingen door Robert Perry)
14. Als je vrede wilt, dien je afstand te doen van de leraar van de aanval. De Leraar van de vrede zal jou nooit in de steek laten. Jij kunt Hem wel verlaten, maar Hij zal jou nooit met gelijke munt betalen, want Zijn geloof in jou is Zijn begrip. Het is even vast als Zijn geloof in Zijn Schepper, en Hij weet dat geloof in Zijn Schepper geloof in Zijn schepping onvermijdelijk mede omvat. In deze consequentheid schuilt Zijn Heiligheid waarvan Hij geen afstand kan doen, want dat te doen is niet Zijn Wil. Met jouw volmaaktheid altijd voor ogen, geeft Hij de gave van vrede aan ieder die de behoefte aan vrede bespeurt en vrede hebben wil. Maak de weg vrij voor vrede en ze zal komen. 8 Want begrip is in jou aanwezig, en vrede moet wel daaruit voortkomen.
Als we werkelijk vrede willen, moeten we afstand doen van de leraar van de oorlog — het ego. Maar zelfs wanneer we deze leraar gedwee volgen, zoals een kuiken zijn moeder volgt, zal de Leraar van de vrede ons nooit in de steek laten. Hij weet dat Zijn vertrouwen in ons terecht is. Hij twijfelt er nooit aan dat we alles zullen gaan begrijpen. Zijn vertrouwen in ons is even vast als Zijn vertrouwen in God. Deze consequentheid in vertrouwen kenmerkt Zijn heiligheid, waarvan Hij nooit afstand kan doen omdat dat niet Gods Wil is. Het enige wat we hoeven te doen is ruimte maken voor vrede, door toe te geven dat we niets begrijpen. Dan zal begrip in ons dagen, omdat het al in ons is.
(Toelichtingen door Robert Perry)
15. De macht van God, waaruit ze beide ontstaan, is even zeker de jouwe als de Zijne. Jij denkt dat je Hem niet kent, alleen omdat het onmogelijk is als eenling Hem te kennen. Maar zie de machtige werken die Hij door jou verrichten zal, en je moet wel overtuigd zijn dat jij ze door Hem hebt verricht. Het is onmogelijk de Bron te ontkennen van gevolgen zo machtig dat ze niet van jou afkomstig kúnnen zijn. Laat ruimte voor Hem, en je zult jezelf zo van macht vervuld vinden dat niets zal zegevieren over jouw vrede. En dat zal de test zijn waardoor jij inziet dat jij begrepen hebt.
Vrede en begrip komen beide voort uit Gods macht. Deze macht is evenveel van ons als van de Heilige Geest. Wij denken dat we God niet kennen, omdat het onmogelijk is Hem als eenling te kennen. Daarom denken we dat we ook Zijn macht en vrede missen. We zullen er echter van overtuigd raken dat we ze alle drie bezitten — macht, vrede en begrip wanneer we eenmaal de machtige werken zien die Hij door ons verricht.
Hoe gaat dit in zijn werk? In paragraaf VII zei Jezus dat ons niet gevraagd wordt om zelf 'machtige werken', oftewel wonderen, te doen, omdat God dit via ons doet. Wanneer we daar getuige van zijn, en de rol vervullen van waarnemer van onze eigen handelingen, voltrekt zich het volgende bewustwordingsproces:
Wat ik mezelf heb zien doen, gaat voorbij aan wat ik zelf kan. Het moet dus de macht van God zijn, die door mij heen aan het werk is — een macht die vrede bevat, want ze brengt vrede. Deze macht is zo groot dat ze zelfs vrede brengt wanneer onze blokkades voor deze vrede onoverkomelijk lijken te zijn. In feite kan niets deze vrede tegenhouden. Wat de obstakels ook zijn, de vrede breidt zich uit en wordt gedeeld met iedereen.
Dit betekent dat ik eindelijk geslaagd ben voor de test van volmaakte vrede, en dat ik er nu zeker van kan zijn dat ik begrepen heb. Vrede is geen waanvoorstelling, ze is helderheid, ze is begrip. De vrede die ik heb gegeven kan alleen voortkomen uit werkelijk begrip. En daardoor weet ik dat Gods macht, Gods vrede, en Gods begrip in mij verblijven. Want hoe had ik ze anders kunnen geven?
(Toelichtingen door Robert Perry)