Hoofdstuk 4

De illusies van het ego

I. Juist onderwijzen en juist leren

 

1. Een goede leraar verduidelijkt zijn eigen ideeën en verstevigt die door ze te onderwijzen. Leraar en leerling zijn in het leerproces gelijk. Zij zitten in dezelfde leercategorie, en als ze hun lessen niet delen, zal het hun aan overtuiging ontbreken. Een goede leraar moet geloven in de ideeën die hij onderwijst, maar hij moet aan nog een andere voorwaarde voldoen: hij moet in de leerlingen geloven aan wie hij de ideeën presenteert.

 

Een goede leraar biedt de ideeën aan die hij zelf omarmt. Daardoor leren niet alleen zijn leerlingen, maar ook hijzelf. Want wanneer we een idee doorgeven aan anderen worden ze sterker in onszelf. Als we onze ideeën niet delen, ontbreekt ons het geloof erin.

Een leraar kan vergeleken worden met een verkoper: hij moet geloven in het product dat hij aanprijst. Voor een leraar is er echter nog een aanvullende voorwaarde: hij moet ook geloven in zijn leerlingen. Het is gemakkelijker om slechts aan één van beide voorwaarden te voldoen, maar wanneer aan beide wordt voldaan krijgt het onderwijs wonderkracht.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

2. Velen waken over hun ideeën omdat ze hun denksysteem willen bewaren zoals het is, en leren betekent veranderen. Voor wie afgescheiden zijn is verandering altijd beangstigend, omdat ze die niet als een stap naar het genezen van de afscheiding kunnen zien. Ze zien die steeds als een stap naar verdere afscheiding, omdat de afscheiding hun eerste ervaring van verandering was. Jij gelooft dat je vrede zult vinden als je geen verandering in je ego toelaat. Deze verregaande verwarring is alleen mogelijk als je volhoudt dat een en hetzelfde denksysteem op twee fundamenten kan rusten. Niets kan de geest bereiken vanuit het ego, en niets kan het ego bereiken vanuit de geest. De geest kan noch het ego versterken, noch diens innerlijke strijd verminderen. Het ego is een tegenspraak. Jouw zelf en Gods Zelf staan met elkaar in tegenstelling. Ze zijn tegengesteld qua oorsprong, richting en uitkomst. Ze zijn fundamenteel onverenigbaar, omdat de geest niet kan waarnemen en het ego niet kan kennen. Ze zijn daarom niet in communicatie met elkaar en kunnen ook nooit in communicatie zijn. Niettemin kan het ego leren, ook al is zijn maker mogelijk misleid. Hij kan echter niet het totaal levenloze maken uit wat met leven is begiftigd.

 

Jezus benadrukt hier de transformerende kracht van wat in de eerste alinea werd gezegd. Juist onderwijzen verandert niet alleen de denkgeest van de leerling, maar ook die van de leraar. En daar zijn we bang voor. We zijn bang voor verandering, omdat we geloven dat trouw blijven aan het ego ons veiligheid biedt. Diep in onze denkgeest ligt de herinnering begraven van 'de eerste ervaring van verandering': de afscheiding van God. Het ego verzekert ons ervan dat we in vrede kunnen zijn zolang deze herinnering begraven blijft. Vrede is echter afkomstig van de geest, en ego en geest zijn onverenigbaar, 'omdat de geest niet kan waarnemen en het ego niet kan kennen'. Eeuwige vrede kan daarom alleen bereikt worden door verandering, niet door stilstand.

De verklaring dat het ego kan leren, aan het eind van deze alinea, kan verwarrend zijn. Verderop in de Cursus zegt Jezus namelijk dat het ego 'in wezen helemaal niet kan leren' (T7.IV.3:2). Hier betekent het dat we ook in onze identificatie met het ego een andere keuze kunnen maken en ons denksysteem kunnen veranderen.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

3. De geest hoeft niet onderwezen te worden, maar het ego moet dat wel. Leren wordt uiteindelijk als angstwekkend gezien omdat het leidt tot het prijsgeven – niet het vernietigen – van het ego aan het licht van de geest. Dit is de verandering die het ego wel moet vrezen, omdat het mijn naastenliefde niet deelt. Mijn les was net als de jouwe, en omdat ik die geleerd heb kan ik die onderwijzen. Ik zal nooit je ego aanvallen, maar ik probeer jou te leren hoe zijn denksysteem is ontstaan. Wanneer ik jou aan je ware schepping herinner, kan je ego niet anders dan met angst reageren.

 

In de vorige alinea zei Jezus dat we bang zijn voor de verandering van ons denksysteem, omdat we verandering associëren met afscheiding. Hier vertelt hij ons echter wat de 'uiteindelijke' reden is van onze angst voor verandering: ons ego is bang om in het licht van de geest, van God, te verdwijnen. 'Dit is de verandering die het ego wel moet vrezen, omdat het mijn naastenliefde niet deelt'. Het ego mist Jezus' kennis dat geven of opgeven geen verlies, maar winst is. 'Mijn les was net als de jouwe, en omdat ik die geleerd heb kan ik die onderwijzen'. Ik houd van deze zin. Als ik hem in de eerste persoon zet, dringt pas echt tot me door dat Jezus door hetzelfde proces is gegaan als ik waar ik nu doorheen ga, en dat geeft me de hoop dat ik hetzelfde kan bereiken als hij.

 

Toepassing : Probeer het zelf maar eens uit: Zeg:

Jezus' les was net als de mijne, en omdat hij die geleerd heeft kan hij mij die leren.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

4. Onderwijzen en leren zijn nu jouw grootste krachten, omdat ze jou in staat stellen je denken te veranderen en anderen te helpen hetzelfde te doen. Weigeren je denken te veranderen is geen bewijs dat de afscheiding niet heeft plaatsgevonden. De dromer die de realiteit van zijn droom betwijfelt terwijl hij nog droomt, geneest zijn gespleten denkgeest niet echt. Je droomt van een afgescheiden ego en gelooft in een wereld die daarop is gegrondvest. Dit is heel werkelijk voor jou. Je kunt dit niet ongedaan maken door niet je denken hierover te veranderen. Als jij bereid bent de rol van bewaker van je denksysteem te laten varen en het voor mij open te stellen, zal ik het heel zachtzinnig corrigeren en jou terugleiden naar God.

 

Hier zegt Jezus hetzelfde, maar op een andere manier. We maken onszelf wijs dat we in vrede kunnen zijn als we niets veranderen. De eeuwigheid is immers onveranderlijk, dus als we hier alles laten zijn zoals het is, kunnen we geloven dat we in de Hemel zijn. In werkelijkheid betekent dit echter dat we onszelf vastzetten in ontkenning. Want we geloven in de wereld en dus in het ego.

 

Toepassing : Denk aan iets waarvan je weet dat je het zou moeten veranderen, maar wat je niet wilt veranderen. Misschien gaat het om je houding jegens iemand, of misschien is het iets in jezelf. Neem het eerste wat bij je opkomt en zeg:

Ik kan dit niet ongedaan maken door te weigeren mijn denken hierover te veranderen.

Ik ben bereid mijn rol van bewaker van mijn denksysteem op te geven.

Ik stel mijn denksysteem open voor Jezus.

Ik vraag hem om het zachtzinnig te corrigeren en mij terug te leiden naar God.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

5. Elke goede leraar hoopt zijn leerlingen zo veel te geven van wat hij zelf heeft geleerd, dat zij hem op zekere dag niet meer nodig hebben. Dit is het enige ware doel van de leraar. Het is onmogelijk het ego hiervan te overtuigen, omdat dit indruist tegen al zijn eigen wetten. Maar bedenk wel dat wetten worden opgesteld om de continuïteit te waarborgen van het systeem waarin de maker van de wetten gelooft. Het ligt in de aard van het ego te proberen zichzelf te beschermen, wanneer je het eenmaal hebt gemaakt, maar het ligt niet in jouw aard om zijn wetten te willen gehoorzamen, tenzij jij daarin gelooft. Het ego kan die keuze niet maken vanwege de aard van zijn oorsprong. Jij kunt dat wel, vanwege de aard van de jouwe.

 

Voor een goede leraar betekent succes het overbodig maken van zichzelf. Dat is in feite wat Jezus bedoelde toen hij in de vorige alinea zei: 'Ik zal jou terugleiden naar God'. Het ego fluistert echter elke leraar in het oor: 'Zorg dat je jezelf niet overbodig maakt. Laat je leerlingen niet aan jou gelijk worden, want dan hebben ze je niet meer nodig en ben je ze kwijt'.

We kunnen niet verwachten dat het ego dat niét tegen ons zegt. Het doet niets anders dan wetten maken om zichzelf te beschermen. Het stopt dus niet met in onze oren te fluisteren. Het ego kan geen andere keuze maken, maar wij kunnen dat wel. Wij kunnen weigeren om te luisteren. Wij komen voort uit een hogere Bron, en zijn vrij om een hogere keuze te maken.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

6. Ego’s kunnen in elke situatie botsen, maar de geest is totaal niet tot botsen in staat. Als je een leraar alleen maar als ‘een groter ego’ ziet, zul je bang zijn, omdat het vergroten van een ego zou neerkomen op het verhogen van de angst met betrekking tot afscheiding. Ik zal met je onderwijzen en met je leven als jij met mij wilt denken, maar mijn doel zal uiteindelijk altijd zijn je te ontslaan van de behoefte aan een leraar. Dit staat lijnrecht tegenover het doel van een egogerichte leraar. Hij maakt zich druk om het effect dat zijn ego heeft op andere ego’s, en vat hun interactie dan ook op als middel tot behoud van zijn ego. Ik zou mezelf niet aan onderricht kunnen wijden als ik dit geloofde, en jij zult geen toegewijd leraar zijn zolang jij het gelooft. Ik word voortdurend gezien als een leraar die of opgehemeld of verguisd moet worden, maar voor mezelf aanvaard ik geen van beide zienswijzen.

 

Voor het ego betekent onderwijzen het beïnvloeden van andere ego's, op een manier die het ego van de leraar beschermt en versterkt. Maar als we op die manier onderwijzen, kunnen we niet toegewijd zijn aan onze leerlingen. Jezus geeft ook in dit opzicht het goede voorbeeld. Hij maakt zich niet druk over zijn invloed op ons. Hij ziet zichzelf niet als een ego, dat door ons wordt opgehemeld of verguist]. Het gaat hem alleen om de leerling, om ons. Het enige wat hij wil is ons naar ons doel brengen, waar hij vreugdevol terug zal treden en ons van de zijlijn zal toejuichen. In het Werkboek zegt hij dat zijn opstanding telkens weer plaatsvindt als hij een broeder naar het einde van de reis heeft gebracht (Wdl.h5.In.7:1).

Dát is een toegewijde leraar!

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

7. Jouw waarde wordt niet bepaald door te onderwijzen of te leren. Jouw waarde wordt bepaald door God. Zolang jij dit betwist, zal al wat je doet angstaanjagend zijn, in het bijzonder elke situatie die zich leent voor het geloof in meerderwaardigheid en minderwaardigheid. Leraren moeten geduld hebben en hun lessen herhalen tot ze zijn geleerd. Ik ben bereid dit te doen, omdat ik niet het recht heb voor jou grenzen te stellen aan wat jij leert. Nogmaals: niets wat jij doet of denkt of wenst of maakt is nodig om jouw waarde te bepalen. Dit punt is, behalve in waanvoorstellingen, onomstreden. Jouw ego staat nooit op het spel, omdat God het niet heeft geschapen. Jouw geest staat nooit op het spel, omdat Hij die schiep. Elke verwarring hieromtrent is waan, en geen enkele vorm van toewijding is mogelijk zolang deze waanvoorstelling voortduurt.

 

Een andere manier waarop het ego onderwijzen ziet, is het geloof dat onze waarde wordt bepaald door de invloed die het heeft op andere ego's. Dat maakt onderwijzen een beangstigende onderneming, want het is alsof je wedt op een paard met een zeer twijfelachtige staat van dienst — jijzelf. Terwijl dat paard, waar je je hele vermogen op hebt ingezet, aan het rennen is, zijn je ogen alleen daarop gericht. Je hebt geen aandacht voor iets of iemand anders. 'Geen enkele vorm van toewijding is mogelijk zolang deze waanvoorstelling voortduurt'.

Er is echter een uitweg uit deze ellende. We moeten bereid zijn te geloven dat onze waarde niet op het spel staat, dat ze nooit op het spel staat. 'Jouw waarde wordt bepaald door God'  voor eeuwig. Niets kan haar aan het wankelen brengen, zelfs al lachen al je leerlingen je uit.

 

Toepassing : Denk aan een situatie in je leven waarin je waarde op het spel leek te staan.

Zeg dan:

Mijn waarde wordt niet bepaald door [naam van de persoon of situatie].

Mijn waarde is bepaald door God.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

8. Het ego tracht elke situatie uit te buiten als lofzang op zichzelf om daarmee zijn twijfels te overwinnen. Het zal blijven twijfelen zolang jij in zijn bestaan gelooft. Jij die de maker ervan bent kunt het niet vertrouwen, omdat je vanuit je juiste denken inziet dat het onwerkelijk is. De enige zinnige oplossing is niet proberen de werkelijkheid te veranderen, wat zonder meer een beangstigende poging is, maar haar te aanvaarden zoals ze is. Jij bent deel van de werkelijkheid, die onveranderd buiten het bereik van je ego ligt, maar voor de geest makkelijk te bereiken is. Wanneer je bang bent: wees stil en weet dat God werkelijk is en dat jij Zijn geliefde Zoon bent, in wie Hij welbehagen heeft. Laat je ego dit niet betwisten, want het ego kan niet kennen wat even ver buiten zijn bereik ligt als jij.

 

'Het ego tracht elke situatie uit te buiten als lofzang op zichzelf' omdat het zijn eigen waarde betwijfelt. Daarom spannen we ons in om onszelf op alle mogelijke manieren te overtuigen van onze waarde. De weg die de meesten van ons in de een of andere vorm bewandelen is: 'Ik ben goed en slim, en mensen vinden me aardig'. Een andere vorm is: 'Ik heb een inkomen van 6 cijfers, strakke buikspieren, en een huis waar iedereen jaloers op is'. Dergelijke pogingen om onszelf waarde toe te kennen zijn echter gedoemd te mislukken, en wel om een simpele reden: het ego heeft geen waarde. Het is niet werkelijk, en diep vanbinnen weten we dat. We kunnen onszelf niet overtuigen van de waarde van iets waarvan we weten dat het waardeloos is. 'De enige zinnige oplossing' is het aanvaarden van de werkelijkheid zoals ze is dat wil zeggen: onze eigen werkelijkheid, de glorieuze werkelijkheid die God ons gegeven heeft. Volgens de Cursus is dit de ware weg naar eigenwaarde. Wij baseren onze eigenwaarde op specifieke eigenschappen en bezittingen, en dat betekent dat we proberen het verkeerde zelf waarde toe te kennen het ego.

 

Toepassing : Herhaal de volgende zinnen, Ik heb ze zelf vele malen gebruikt en ondervonden dat ze bijzonder krachtig zijn:

Ik zal stil zijn en weten dat God werkelijk is.

Ik ben Zijn geliefde Zoon, in wie Hij welbehagen heeft.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

9. God is niet de auteur van de angst.* Dat ben jij. Jij hebt gekozen om anders te scheppen dan Hij, en hebt voor jezelf zodoende angst gemaakt. Je bent niet in vrede omdat jij je functie niet vervult. God gaf jou een zeer verheven functie waaraan je niet voldoet. Je ego heeft verkozen bang te zijn in plaats van eraan te beantwoorden. Wanneer jij ontwaakt zul je dit niet kunnen begrijpen, omdat het letterlijk ongeloofwaardig is. Geloof nu het ongeloofwaardige niet. Elke poging om de geloofwaardigheid ervan te verhogen dient alleen om het onvermijdelijke uit te stellen. Het woord ‘onvermijdelijk’ is beangstigend voor het ego, maar vreugdevol voor de geest. God is onvermijdelijk, en jij kunt Hem evenmin vermijden als Hij jou.

 

God doet niets om ons bang te maken, dat doen we zelf: 'Jij hebt voor jezelf angst gemaakt'. We zijn bang omdat we denken dat God ons een enorme verantwoordelijkheid heeft opgelegd waaraan we niet kunnen voldoen.

Stel je voor dat God zegt: 'Het is jouw taak om ervoor te zorgen dat de zon blijft schijnen. Neem dit apparaat en druk op deze knoppen, dan zal ze blijven schijnen'. En stel je voor dat je dit vergeet, of dat je in slaap valt en dat de zon uitdooft. Zou je dan niet bang worden?

Onze functie is samen met God te scheppen, om 'het al zijn en de eenheid van God' uit te breiden (WdI.95.12:2). Deze functie is zo volkomen natuurlijk en bevredigend dat we, wanneer we ontwaken uit de droom, niet begrijpen waarom we dit niet altijd hebben gedaan.

Daarom vraagt Jezus ons nog een volgende stap te zetten: 'Geloof nu het ongeloofwaardige niet'. We moeten ons realiseren dat het nergens op slaat om iets te geloven wat ongeloofwaardig is.

 

Toepassing : Denk aan je twijfel of je wel in staat bent om terug te keren naar God. Denk aan de manieren waarop je de weg die naar God leidt tot nu toe hebt vermeden. En zeg dan:

God, U bent onvermijdelijk.

Ik kan U evenmin vermijden als U mij.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

10. Het ego is bang voor de vreugde van de geest, want als jij die eenmaal ervaren hebt, zul je alle bescherming aan het ego onttrekken, en totaal niet meer investeren in angst. Je investering is nu groot omdat angst getuigt van de afscheiding, en je ego verheugt zich wanneer jij daarvan getuigt. Laat het achter je! Luister er niet naar en houd het niet in stand. Luister alleen naar God, die net zomin tot misleiding in staat is als de geest die Hij schiep. Bevrijd jezelf en bevrijd anderen. Toon anderen geen vals en onwaardig beeld van jouzelf, en aanvaard zelf niet zo’n beeld van hen.

 

Zou het niet geweldig zijn om niet meer te investeren in angst en geen zin meer te hebben om bang te zijn? Waarom doen we dat eigenlijk? Waarom investeren we in angst? Misschien denken we dat dit komt door een negatieve programmering in onze kindertijd, of omdat angst ons alert houdt, zodat we adequaat kunnen reageren op gevaar. De werkelijke reden is echter dat angst het ego versterkt, en dat is waar het ego naar hunkert. Maar wanneer het zegt dat we bang moeten zijn, hoeven we daar niet naar te luisteren. In plaats daarvan kunnen we naar God luisteren. En wat zegt Hij? 'Laat je niet verlammen door je angst. Bevrijd jezelf en bevrijd anderen. Presenteer jezelf niet als een zwak ego, geobsedeerd door het beschermen van je waarde. Presenteer jezelf als iemand die overtuigd is van zijn onwankelbare waarde als Zoon van God, als iemand die toegewijd is aan anderen. En zie die anderen op precies dezelfde manier'.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

11. Het ego heeft je een schamel huis gebouwd dat jou geen beschutting biedt, omdat het niets anders bouwen kan. Probeer dit bouwvallige huis niet overeind te houden. Zijn zwakheid is jouw kracht. Alleen God kan een huis maken dat Zijn scheppingen waardig is, die verkozen hebben het leeg te laten staan door zichzelf te onteigenen. Toch zal Zijn huis eeuwig blijven staan, en het staat voor je klaar wanneer jij besluit het te betreden. Hiervan kun je volkomen zeker zijn. God is evenmin in staat het vergankelijke te scheppen als het ego bij machte is het eeuwige te maken.

 

Laten we eens kijken naar het huis dat het ego voor ons heeft gebouwd.

Het heeft het huis van ons denken gebouwd, met zijn kleinzielige gedachten van angst en oordeel. Het heeft het huis van onze persoonlijkheid gebouwd, met zijn onvolmaakte karaktereigenschappen en egocentrisme. Het heeft het huis van ons lichaam gebouwd, met zijn kwalen, onaantrekkelijkheden en kwetsbaarheid. En het heeft het huis van onze wereld gebouwd, met zijn oorlogen, epidemieën, rampen, concurrentiestrijd en dood. Het ego is geen geweldige huizenbouwer, nietwaar? Laten we dit toegeven, in plaats van onszelf wijs te maken: 'Het leven is fantastisch. Het bedrijfsleven is geweldig. Mensen zijn prachtig!'

We kunnen beter denken: 'Dit huis (mijn gedachten/persoonlijkheid/lichaam/wereld) is een waardeloze bouwval. Maar God heeft een perfect huis voor mij gebouwd dat eeuwig overeind blijft staan, en dat klaar is om mij te ontvangen wanneer ik besluit het binnen te gaan'.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

12. Van je ego uit kun jij niets doen om jezelf of anderen te verlossen, maar vanuit je geest kun jij alles doen voor de verlossing van beiden. Nederigheid is een les voor het ego, niet voor de geest. De geest is boven nederigheid verheven, omdat hij zich bewust is van zijn straling, en zijn licht met blijdschap overal verspreidt. De zachtmoedigen zullen de aarde beërven omdat hun ego’s nederig zijn, waardoor hun waarneming waarheidsgetrouwer wordt. Het Koninkrijk der Hemelen komt rechtmatig toe aan de geest, wiens schoonheid en waardigheid ver boven twijfel, boven waarneming verheven zijn, en voor altijd gelden als het merkteken van Gods Liefde voor Zijn scheppingen, die Hem en Hem alleen volkomen waardig zijn. Niets anders is voldoende waardig om als gave te dienen voor een schepping van God Zelf.

 

Vanuit ons ego kunnen we onszelf en anderen niet helpen, maar we moeten ons daardoor niet in een staat van valse nederigheid laten brengen. Vanuit de geest kunnen we namelijk 'alles doen voor de verlossing van beiden'. We moeten nederig erkennen dat ons ego waardeloos en machteloos is, terwijl we vanuit de geest 'ons licht met blijdschap overal verspreiden'.

 

Toepassing : Herhaal de volgende zinnen:

Het Koninkrijk der Hemelen komt mij rechtmatig toe.

De schoonheid en waardigheid van de geest die ik ben, zijn ver boven twijfel en waarneming verheven.

Ze zijn voor altijd het merkteken van Gods Liefde voor mij, Zijn schepping.

Ik ben Hem volkomen waardig.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

13. Ik zal, als jij dat wenst, de plaats innemen van je ego, maar nooit van je geest. Een vader kan een kind veilig bij een oudere broer achterlaten die verantwoordelijkheidsgevoel heeft getoond, wat echter niet inhoudt dat er verwarring is over de afkomst van het kind. De broer kan het lichaam en het ego van het kind beschermen, maar hij ziet zichzelf niet voor de vader aan omdat hij dit doet. Je lichaam en je ego kunnen aan mij worden toevertrouwd louter omdat dit jou de gelegenheid geeft je er niet om te bekommeren, en het mij toestaat jou te leren hoe onbelangrijk ze zijn. Ik zou hun belang voor jou niet kunnen begrijpen, als ik niet zelf ooit in de verzoeking was geweest in ze te geloven. Laten we deze les samen gaan leren, zodat we hier samen van kunnen worden bevrijd. Ik heb toegewijde leraren nodig die delen in mijn streven de denkgeest te genezen. De geest is ver boven de noodzaak van jouw of mijn bescherming verheven. Onthoud dit:

 

In deze wereld hoef je niet in verdrukking te leven,

want ik heb de wereld overwonnen. Houd daarom goede moed.

 

Het ego en het lichaam zijn voor de meesten van ons het dynamische duo dat centraal staat in ons leven. Ze zijn als baasje en hond. Het ego heeft de leiding. Het beslist wat er moet gebeuren en beveelt vervolgens het lichaam om dat te doen. Daarbij heeft het twee doelen in gedachten: zijn eigen veiligheid en die van het lichaam.

Jezus zegt hier: 'Leg je ego en je lichaam in mijn handen. Ik zal je ego vervangen. Ik zal beslissen wat er moet gebeuren en je lichaam zal dat doen'. We kunnen hem ons ego en ons lichaam toevertrouwen. Hij weet hoe belangrijk ze voor ons zijn, omdat hij zelf een ego en een lichaam heeft gehad.

Maar waarom wil hij ons lichaam en ego beschermen, terwijl hij ons tegelijkertijd vertelt dat ze niet werkelijk zijn? Het antwoord hierop vinden we in de vierde zin: 'omdat dit jou de gelegenheid geeft je er niet om te bekommeren, en het mij toestaat jou te leren hoe onbelangrijk ze zijn'.

Het ego en het lichaam zijn te onbelangrijk om ons er zorgen over te maken, en hoe minder zorgen we ons erover maken, des te meer we gaan inzien hoe onbelangrijk ze zijn. Dit komt overeen met de boodschap die we ontvingen in hoofdstuk 2, in de eerste alinea van de paragraaf 'Angst en conflict' (T2.VI.1). Dit betekent echter niet dat we Jezus moeten verwarren met God. Hij is niet onze Vader, maar onze oudere broer. Hij kan ons alleen helpen omdat hij de reis heeft volbracht die wij nog aan het maken zijn. Omdat hij de wereld heeft overwonnen, kan hij ons bevrijden van de problemen die we met de wereld hebben. De Bijbel zegt: 'Weliswaar leeft gij in de wereld in verdrukking, maar hebt goede moed: ik heb de wereld overwonnen' (Johannes 16:33). Wanneer we ons ego en ons lichaam aan Jezus overdragen, hoeven we dus niet in verdrukking te leven.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

* Dit verwijst naar 1Kor 14:33, waar in de King James staat: ‘… God is not the author of confusion, but of peace.’ Hetzelfde bijbelvers luidt in de NBG/KBS-vertaling: ‘…. God is geen God van wanorde, maar van vrede.’ Zie ook de aantekening bij T3.VI.5:8.