5. Hoe wordt genezing tot stand gebracht?
II. De omslag in de waarneming
1. De mate waarin genezing plaatsvindt is noodzakelijkerwijs recht evenredig aan de mate waarin men inziet dat ziekte geen waarde heeft. Iemand hoeft slechts te zeggen: ‘Dit kan mij totaal niets opleveren’ en hij is genezen. Maar om dit te zeggen dient men eerst bepaalde feiten te erkennen. Ten eerste is het overduidelijk dat beslissingen van de denkgeest afkomstig zijn, niet van het lichaam. Als ziekte slechts een verkeerde aanpak is om problemen op te lossen, dan is dat een beslissing. En als dat een beslissing is, dan is het de denkgeest en niet het lichaam die deze neemt. De weerstand om dit te erkennen is enorm, omdat het bestaan van de wereld zoals jij die waarneemt, afhangt van het lichaam als keuzemaker. Termen als ‘instincten’, ‘reflexen’ en dergelijke, zijn pogingen om aan het lichaam niet-mentale prikkels toe te kennen. Zulke termen doen in feite niets meer dan het probleem vaststellen of omschrijven. Ze lossen het niet op.
2. Aanvaarden dat ziekte een beslissing is van de denkgeest, terwille van een doel waarvoor hij het lichaam gebruiken wil, is de basis van genezing. En dit geldt voor genezing in elke vorm. Een zieke beslist dat dit zo is, en hij herstelt. Als hij tegen herstel kiest, zal hij niet genezen worden. Wie is de dokter? Alleen de denkgeest van de zieke zelf. Het resultaat is wat hij beslist dat het resultaat zal zijn. Speciale middelen lijken hem te helpen, maar ze geven slechts vorm aan zijn eigen keuze. Hij kiest ze om zijn verlangens in een tastbare vorm te gieten. En dat is precies wat ze doen, en anders niets. Ze zijn in feite totaal overbodig. De zieke zou zonder hun hulp gewoon kunnen opstaan en zeggen: ‘Ik heb dit niet nodig.’ Er is geen enkele vorm van ziekte die niet onmiddellijk zou zijn genezen.
3. Wat is het enige vereiste voor deze omslag in de waarneming? Simpelweg dit: de erkenning dat ziekte iets van de denkgeest is, en niets met het lichaam uitstaande heeft. Wat ‘kost’ deze erkenning? Het kost je de hele wereld die jij ziet, want het zal nooit meer zijn alsof de wereld over de denkgeest heerst. Want met deze erkenning wordt de verantwoordelijkheid daar geplaatst waar ze thuishoort: niet bij de wereld, maar bij hem die naar de wereld kijkt en haar ziet zoals ze niet is. Hij kijkt naar wat hij verkiest te zien. Niets meer en niets minder. De wereld doet hem niets aan. Hij dacht alleen van wel. Evenmin doet hij de wereld iets, want hij vergiste zich in wat ze is. Hierin ligt de bevrijding van zowel schuld als ziekte, want die zijn een en hetzelfde. Maar om deze bevrijding te aanvaarden moet de onbeduidendheid van het lichaam een aanvaardbaar idee zijn.
4. Met dit idee verdwijnt pijn voorgoed. Maar met dit idee verdwijnt ook alle verwarring over de schepping. Volgt dit er niet noodzakelijkerwijs uit? Plaats oorzaak en gevolg in één opzicht in hun juiste volgorde en wat geleerd is zal veralgemeend worden en de wereld transformeren. De overdrachtswaarde van één waar idee kent eind noch grens. Het eindresultaat van deze les is de Godsherinnering. Wat betekenen schuld, ziekte, pijn, rampspoed en alle lijden nu? Omdat ze geen bedoeling hebben, verdwijnen ze. En met dit alles verdwijnen ook alle gevolgen die ze veroorzaakt schijnen te hebben. Oorzaak en gevolg bootsen slechts de schepping na. Gezien in het juiste perspectief, zonder vervorming en zonder angst, vestigen zij opnieuw de Hemel.