22. Hoe hangen genezing en verzoening samen?
1. Genezing en Verzoening hangen niet samen, ze zijn identiek. Er is geen rangorde naar moeilijkheid in wonderen omdat er geen gradaties van Verzoening zijn. Het is het enige complete denkbeeld dat in deze wereld mogelijk is, want het is de bron van een volkomen eenduidige waarneming. Gedeeltelijke Verzoening is een idee zonder betekenis, precies zoals het ondenkbaar is dat er in de Hemel speciale hellegebieden zouden zijn. Aanvaard de Verzoening en je bent genezen. Verzoening is het Woord van God. Aanvaard Zijn Woord en wat blijft er over dat ziekte mogelijk maakt? Aanvaard Zijn Woord en ieder wonder is volbracht. Vergeven is genezen. De leraar van God heeft het aanvaarden van de Verzoening als zijn enige functie op zich genomen. Is er dan iets wat hij niet genezen kan? Welk wonder kan hem dan worden onthouden?
2. De leraar van God kan langzaam of snel vorderen, het hangt ervan af of hij inziet dat de Verzoening alles omvat, of dat hij enkele probleemgebieden er een tijd lang van uitsluit. In sommige gevallen wordt plotseling en volledig ingezien dat de les van de Verzoening volmaakt van toepassing is op alle situaties, maar dit is betrekkelijk zeldzaam. De leraar van God kan de functie die God hem gegeven heeft reeds lang hebben aanvaard voordat hij alles geleerd heeft wat zijn aanvaarding hiervan hem te bieden heeft. Alleen het eind staat vast. Overal onderweg kan het noodzakelijke inzicht in het allesomvattende karakter tot hem doordringen. Als de weg lang lijkt, laat hij dan tevreden zijn. Hij heeft beslist welke richting hij zal opgaan. Wat werd er meer van hem gevraagd? En als hij eenmaal gedaan heeft wat werd verlangd, zou God de rest dan achterhouden?
3. Wil de leraar van God vooruitgang boeken, dan is het nodig dat hij begrijpt dat vergeving genezing betekent. Het idee dat een lichaam ziek kan zijn is een centraal denkbeeld in het denksysteem van het ego. Deze gedachte verleent aan het lichaam autonomie, scheidt het van de denkgeest en houdt het idee van aanval intact. Als het lichaam ziek kon zijn, zou de Verzoening onmogelijk zijn. Een lichaam dat een denkgeest kan bevelen te doen wat het goeddunkt, zou eenvoudig Gods plaats kunnen innemen en bewijzen dat verlossing onmogelijk is. Wat blijft er dan over om te worden genezen? Het lichaam is heer en meester geworden over de denkgeest. Hoe kan de denkgeest dan aan de Heilige Geest worden teruggegeven, als niet het lichaam wordt gedood? En wie wil er verlossing tegen zo’n prijs?
4. Ziekte lijkt allerminst een beslissing. Evenmin wil iemand werkelijk geloven dat hij wenst ziek te zijn. Misschien kan hij het idee in theorie aanvaarden, maar het wordt zelden of nooit consequent toegepast op alle specifieke vormen van ziekte, zowel in de waarneming van die persoon van zichzelf, als van alle anderen. Noch is het dit niveau waarop de leraar van God het wonder der genezing oproept. Hij ziet zowel aan de denkgeest als het lichaam voorbij, en ziet vóór hem slechts het stralende gelaat van Christus, dat alle vergissingen corrigeert en alle waarneming geneest. Genezing volgt wanneer Gods leraar inziet wie het is die genezing behoeft. Dit inzicht heeft op niets speciaal betrekking. Het geldt voor al wat God geschapen heeft. 9 Hierin worden alle illusies genezen.
5. Wanneer een leraar van God er niet in slaagt te genezen, komt dit doordat hij vergeten is Wie hij is. Andermans ziekte wordt aldus die van hem. Door dit te laten gebeuren, heeft hij zich vereenzelvigd met andermans ego en hem aldus met een lichaam verward. Zodoende heeft hij geweigerd de Verzoening voor zichzelf te aanvaarden, en kan hij die bezwaarlijk in Christus’ Naam aan zijn broeder aanreiken. In feite zal hij zijn broeder totaal niet kunnen herkennen, want zijn Vader heeft geen lichamen geschapen, en dus ziet hij in zijn broeder alleen het onwerkelijke. Vergissingen corrigeren geen vergissingen en een vervormde waarneming brengt geen genezing. Leraar van God, doe nu een stap terug. Je hebt je vergist. Wijs niet de weg, want jij bent die kwijt. Wend je snel tot jouw Leraar en laat jezelf genezen.
6. Het aanbod van Verzoening is universeel. Het is onder alle omstandigheden op alle personen op gelijke wijze toepasbaar. En het heeft de macht alle personen van alle vormen van ziekte te genezen. Dit niet geloven betekent onrechtvaardig zijn tegenover God en Hem dus ontrouw zijn. Een zieke ziet zichzelf als gescheiden van God. Wil jij hem zien als gescheiden van jou? Het is jouw taak het gevoel van afgescheidenheid dat hem ziek heeft gemaakt, te genezen. Het is jouw functie voor hem in te zien dat wat hij over zichzelf gelooft niet de waarheid is. Jouw vergeving moet hem dit laten zien. Genezing is heel eenvoudig. Verzoening wordt ontvangen en geschonken. Eenmaal ontvangen, moet ze wel worden aanvaard. Juist in het ontvangen schuilt dus de genezing. Al het andere vloeit ontegenzeggelijk voort uit dit eenduidige doel.
7. Wie kan de macht van God Zelf beperken? Wie kan dan zeggen wie er waarvan kan worden genezen, en wat onherroepelijk buiten Gods macht om te vergeven blijft? Dit is zonder meer waanzin. Het is niet aan Gods leraren Hem beperkingen op te leggen, want het is niet aan hen te oordelen over Zijn Zoon. En oordelen over Zijn Zoon wil zeggen zijn Vader beperken. Het is beide even betekenisloos. Toch zal dit niet begrepen worden zolang de leraar van God niet inziet dat het dezelfde vergissing is. Hierin ontvangt hij de Verzoening, omdat hij zijn oordeel over de Zoon van God terugtrekt en hem aanvaardt zoals God hem geschapen heeft. Nu is hij niet langer gescheiden van God, noch bepaalt hij waar genezing gegeven en waar die geweigerd moet worden. Nu kan hij zeggen samen met God: ‘Dit is mijn geliefde Zoon, die volmaakt geschapen is, en wel voor eeuwig.’