Hoofdstuk 17
Vergeving en de heilige relatie
VII. De roep om geloof
1. Substituten voor aspecten van de situatie getuigen van jouw gebrek aan geloof. Ze tonen aan dat jij niet geloofde dat de situatie en het probleem zich op dezelfde plaats bevonden. Het probleem was het gebrek aan geloof, en dit demonstreer je juist wanneer je het van zijn bron verwijdert, en het ergens anders plaatst. Als gevolg daarvan zie je het probleem niet. Had het jou niet aan geloof ontbroken dat het probleem kon worden opgelost, dan zou het verdwenen zijn. En de situatie zou voor jou betekenis hebben gehad, want het obstakel op de weg naar begrip zou zijn weggenomen. Het probleem naar elders verleggen is het behouden, want je loopt ervan weg en maakt het onoplosbaar.
Welke manier we ook kiezen om in de wereld te ontsnappen aan het doel van een heilige relatie, het is altijd het gevolg van een gebrek aan geloof in dit doel. Dit ongeloof is het werkelijke probleem. Wanneer we ons ongeloof aan de Heilige Geest geven, zal Hij ons helpen dit ongedaan te maken en de situatie — mét al haar problemen — weer te zien als het middel tot het doel.
(Toelichtingen door Greg Mackie)
2. Er is geen probleem, in welke situatie ook, of geloof lost het op. Er is geen verschuiving in welk aspect van het probleem ook, of het zal de oplossing onmogelijk maken. Want als je een deel van het probleem naar elders verschuift, moet de betekenis van het probleem wel verloren gaan, en de oplossing voor het probleem is onlosmakelijk met de betekenis ervan verbonden. Is het niet mogelijk dat al jouw problemen zijn opgelost, maar dat jij voor de oplossing bent weggelopen? Toch moet er geloof zijn daar waar iets werd gedaan, en waar jij ziet dat het werd gedaan.
Wanneer we zelfs maar een deel van een probleem buiten zijn bron d e denkgeest—plaatsen, en proberen het elders — in de wereld en het lichaam — op te lossen, zullen we de betekenis van het probleem niet zien. En aangezien de oplossing verbonden is met de betekenis, maakt dit een oplossing onmogelijk. Zoals Jezus ons vertelt in de lessen 79 en 80 is er slechts één probleem: ons geloof in de afscheiding, en dit probleem is al opgelost: de afscheiding heeft nooit plaatsgevonden. Hoe zouden we geen geloof kunnen hebben als waar we op hopen al gebeurd is?
(Toelichtingen door Greg Mackie)
3. Een situatie is een relatie, want ze is de verbinding van gedachten. Als er problemen worden waargenomen, komt dit doordat de gedachten worden geacht met elkaar in strijd te zijn. Maar als waarheid het doel is, is dit onmogelijk. Er moet een of ander idee van lichamen zijn binnengeslopen, want de ene denkgeest kan de andere niet aanvallen. De gedachte aan lichamen is het teken van ongeloof, want lichamen kunnen totaal niets oplossen. Hun inbreuk op de relatie, een misvatting in je gedachten over de situatie, wordt dan de rechtvaardiging voor jouw gebrek aan geloof. Je zult tot die misvatting komen, maar wees daar allerminst om bekommerd. De misvatting doet niet ter zake. Ongeloof dat naar geloof wordt gebracht zal nooit de waarheid in de weg staan. Maar ongeloof dat tegen de waarheid wordt gebruikt, zal altijd het geloof vernietigen. Als het jou aan geloof ontbreekt, vraag dan dat het daar hersteld wordt waar het verloren ging, en streef er niet naar het elders vergoed te krijgen, alsof je er ten onrechte van was beroofd.
Elke situatie in de wereld is een projectie van gedachten in de denkgeest. Wanneer we een probleem waarnemen in onze heilige relatie, is dat het gevolg van een tegenstrijdigheid tussen gedachten in de denkgeest die geprojecteerd worden op het lichaam en daar ervaren worden als een conflict. Tussen gedachten van waarheid is echter geen tegenstrijdigheid mogelijk. Tegenstrijdigheid in gedachten kan alleen ontstaan wanneer we ons concentreren op elkaars lichaam, want alleen als lichaam kunnen we elkaar aanvallen. De focus op het lichaam is zowel een bewijs van ons ongeloof als de rechtvaardiging daarvan. Maar we hoeven ons daar geen zorgen over te maken, zolang we ons ongeloof niet tegen de waarheid gebruiken. Wanneer we niet zwichten voor de verleiding om het probleem op te lossen waar het niet is, zal de Heilige Geest ons helpen ons ongeloof weer te veranderen in geloof.
(Toelichtingen door Greg Mackie)
4. Alleen wat jij niet hebt gegeven, kan in enige situatie ontbreken. Maar onthoud dit: voor jouw relatie werd heiligheid als doel vastgesteld, en niet door jou. Jij hebt het niet vastgesteld, want heiligheid kan alleen door geloof worden gezien, en je relatie was niet heilig omdat jouw geloof in je broeder zo beperkt en zo gering was. Je geloof moet groeien om het vastgestelde doel te verwezenlijken. De werkelijkheid van het doel zal dit in je oproepen, want je zult zien dat vrede en geloof niet afzonderlijk komen. In welke situatie kun je zonder geloof zijn, en toch in jouw broeder blijven geloven?
Het enige wat in een situatie kan ontbreken is wat we zelf niet gegeven hebben. Wanneer we in de verleiding komen om niet te geloven in het doel van onze relatie, moeten we ons herinneren dat dit doel heiligheid is en door de Heilige Geest is vastgesteld. De werkelijkheid van dit doel roept geloof in ons op, maar dit geloof moet groeien om meer vertrouwen te kunnen stel- len in onze broeder en samen het doel te bereiken.
(Toelichtingen door Greg Mackie)
5. Elke situatie waarin jij je bevindt is louter een middel om aan het doel te beantwoorden dat voor jouw relatie werd vastgesteld. Zie de situatie als iets anders, en je bent ongelovig. Gebruik je ongeloof niet. Laat het binnen, kijk er in alle kalmte naar, maar gebruik het niet. Ongeloof is de dienaar van illusie, en volkomen trouw aan zijn heer. Gebruik het, en het zal je rechtstreeks naar illusies brengen. Laat je niet verleiden door wat het je biedt. Het dwarsboomt niet het doel, maar wel de waarde die het doel voor jou heeft. Accepteer niet de illusie van vrede die het biedt, maar kijk naar zijn aanbod en begrijp dat het illusie is.
Wanneer we het doel van de Heilige Geest hebben aanvaard en een heilige relatie zijn aangegaan, wordt letterlijk elke situatie waarin we ons bevinden een middel om ons doel te bereiken. We gaan alles en iedereen in ons leven — van de man die ons afsnijdt in het verkeer tot de meningsverschillen met onze vrienden over de besluiten van de overheid — zien vanuit het perspectief van dit verheven doel. Als we dat niet doen is dat gebrek aan geloof, maar nogmaals, dat is geen probleem zolang we ons ongeloof niet gebruiken. Het gebruik bindt ons namelijk aan illusies en maakt ons blind voor het werkelijke doel. Als we er in alle rust naar kijken en zien dat het ons alleen een illusie van vrede biedt, zal ons geloof in onze broeders en ons doel zich herstellen.
(Toelichtingen door Greg Mackie)
6. Illusie als doel is even nauw verweven met ongeloof als geloof met waarheid is verbonden. Als het jou aan het geloof ontbreekt dat iemand in enige situatie die bij voorbaat aan de waarheid is gewijd zijn rol zal vervullen, en wel volmaakt zal vervullen, dan is je toewijding verdeeld. En zo heeft het jou aan geloof in je broeder ontbroken, en heb jij je ongeloof tegen hem gebruikt. Geen enkele relatie is heilig als haar heiligheid haar niet overal vergezelt. Zoals heiligheid en geloof hand in hand gaan, zo moet haar geloof haar wel overal vergezellen. De werkelijkheid van het doel zal ieder wonder dat voor zijn vervulling nodig is oproepen en volbrengen. Er is niets te gering of te geweldig, te zwak of te onweerstaanbaar, dat niet met zachtheid tot zijn nut en doel zal worden aangewend. Het universum zal het blijmoedig dienen, zoals het op zijn beurt het universum dient. Maar kom niet tussenbeide.
Wanneer we elke situatie in ons leven hebben gewijd aan het waarheidsdoel van de Heilige Geest, moet ons geloof daarin volgen. Als we niet geloven dat iemand zijn of haar rol in het bereiken van dat doel volmaakt zal vervullen, is onze toewijding verdeeld en doen we het enige dat we niet moeten doen: we gebruiken ons ongeloof tegen onze broeder. Wat we wel moeten doen is beseffen dat, om onze relatie echt heilig te laten zijn, ons geloof zich niet alleen uit moet breiden tot onze partner, maar tot iedereen en overal. Dit universele geloof lijkt wellicht onmogelijk, maar de kracht van het doel zelf zal elk wonder tot stand brengen dat we nodig hebben om het doel te verwezenlijken. Het enige wat we moeten doen is ons ongeloof laten voor wat het is.
(Toelichtingen door Greg Mackie)
7. De macht die in jou is geplaatst, in wie het doel van de Heilige Geest is gevestigd, gaat jouw geringe begrip van het oneindige zo ver te boven dat je er geen idee van hebt hoe groot de kracht is die jou vergezelt. En die kun jij in alle veiligheid aanwenden. Maar ondanks al haar macht, zo groot dat ze voorbij de sterren tot in het universum erachter reikt, kan dat beetje ongeloof dat jij hebt haar toch nutteloos maken, als je in plaats van die macht dat ongeloof zou gebruiken.
Laten we dit echt in ons opnemen: een heilige relatie bezit een macht die 'jouw geringe begrip van het oneindige zo ver te boven [gaat] dat je er geen idee van hebt hoe groot de kracht is die jou vergezelt.' Deze immense kracht komt dus vrij door de keuze om het heilige doel van de Heilige Geest na te streven. Maar hoe groot deze macht ook is, zelfs een klein beetje ongeloof kan haar nutteloos maken wanneer we dat gebruiken tegen de waarheid.
(Toelichtingen door Greg Mackie)
8. Maar denk hier eens over na, en ontdek de oorzaak van ongeloof: je meent dat jij je broeder aanrekent wat hij jou heeft aangedaan. Maar waar je hem werkelijk de schuld van geeft, is wat jij hem hebt aangedaan. Het is niet zijn verleden maar het jouwe, dat jij hem kwalijk neemt. En het ontbreekt jou aan geloof in hem vanwege wat jij was. Toch ben je even onschuldig aan wat jij was als hij dat is. Wat nooit geweest is, is zonder oorzaak, het is er niet en kan dus de waarheid niet dwarsbomen. Voor ongeloof bestaat geen oorzaak, maar er bestaat wel een Oorzaak voor geloof. Die Oorzaak doet haar intrede in elke situatie die Haar bedoeling deelt. Het licht der waarheid straalt vanuit het middelpunt van de situatie, en beroert eenieder tot wie haar bedoeling roept. Ze roept iedereen. Er is geen situatie waarin niet jouw hele relatie, in elk aspect en compleet in elk deel, betrokken is. Je kunt niets van jezelf erbuiten laten en toch de situatie heilig houden. Want ze deelt de bedoeling van jouw hele relatie, en ontleent daaraan haar betekenis.
Hier zien we de werkelijke oorzaak van ons ongeloof jegens onze broeder: we denken dat hij ons iets heeft aangedaan, maar in feite hebben wij hem iets aangedaan door onze schuld op hem te projecteren. Dit deden we om zelf aan die schuld te ontsnappen. Aangezien onze vermeende 'zonden' echter geen enkele invloed hebben gehad op de onschuld die we in werkelijkheid zijn, is er geen reden om ergens aan te ontsnappen en dus ook niet voor ongeloof. We hebben juist alle redenen voor geloof, omdat de Oorzaak — de Eenheid van God — onze relatie is binnengekomen, en daarmee alle relaties. Hij zegent elke situatie waarin we terechtkomen. Elke situatie is nu een middel om het doel te bereiken. Het licht van de waarheid 'straalt vanuit het middelpunt' van elke situatie en raakt iedereen die daarbij betrokken is.
(Toelichtingen door Greg Mackie)
9. Begeef je in elke situatie met het geloof dat jij je broeder schenkt, of het ontbreekt jou aan geloof in je eigen relatie. Jouw geloof zal de anderen oproepen om je doel te delen, zoals hetzelfde doel het geloof in jou opriep. En je zult zien dat de middelen waarvan jij je ooit hebt bediend om jezelf naar illusies te leiden, worden getransformeerd in middelen ten behoeve van de waarheid. De waarheid roept om geloof, en geloof maakt ruimte voor de waarheid. Toen de Heilige Geest de bedoeling van je relatie veranderde door die van jou te verruilen voor die van Hem, werd het doel dat Hij erin gelegd heeft tot iedere situatie uitgebreid waarin jij je begeeft of je ooit zult begeven. En zo werd iedere situatie bevrijd van het verleden, dat haar zinloos zou hebben gemaakt.
Wanneer we het doel van de Heilige Geest voor onze relatie aanvaarden, wordt elke situatie getransformeerd tot een middel om dat doel te bereiken. En aangezien alle denkgeesten met elkaar verbonden zijn, is ons geloof een oproep aan al onze broeders om dit doel met ons te delen. Alles wat we voorheen gebruikten om onze illusies in stand te houden, gebruiken we nu om ons doel van waarheid te bereiken. Elke situatie die het licht verduisterde, zal ons nu naar het licht leiden.
(Toelichtingen door Greg Mackie)
10. Je roept om geloof omwille van Hem die in iedere situatie met jou meegaat. Je bent niet langer volslagen krankzinnig, en ook niet langer alleen. Want eenzaamheid in God moet wel een droom zijn. Jij wiens relatie het doel van de Heilige Geest deelt, bent van eenzaamheid uitgezonderd omdat de waarheid is gekomen. Haar roep om geloof is krachtig. Gebruik je ongeloof niet daartegenin, want ze roept jou op tot verlossing en vrede.
De eerste zin van deze alinea doet me denken aan Les 156 in het Werkboek: 'Ik ga met God in volmaakte heiligheid'. Wanneer we ons met een broeder verbinden in het doel van de Heilige Geest, verbinden we ons ook met de Heilige Geest en God. Hoe zouden we eenzaam kunnen zijn met metgezellen zoals deze? Om ons echter volledig met hen te kunnen verenigen, moeten we uitsluitend kiezen voor het geloof dat het doel van de waarheid in ons oproept. Dat doen we door het advies op te volgen dat Jezus in deze paragraaf keer op keer herhaalt: Gebruik je ongeloof niet tegen de waarheid. Alleen door consequent te weigeren ons ongeloof de waarheid in de weg te laten staan, kunnen we de verlossing en vrede vinden die het doel van waarheid ons biedt.
(Toelichtingen door Greg Mackie)