50 principes van wonderen

Principe 12

 

Wonderen zijn gedachten. Gedachten kunnen het lagere of lichamelijke ervaringsniveau vertegenwoordigen, of het hogere of geestelijke ervaringsniveau. Het ene maakt het fysieke, en het andere schept het geestelijke.

 

     Dit is een zeer belangrijk principe. Het zegt: "wonderen zijn gedachten". Een wonder is dus een omslag van denken met het ego naar denken met de Heilige Geest. Wonderen zijn gedachten omdat alles een gedachte is. Buiten onze denkgeest bestaat er niets. Het wonder is de gedachte die de afscheidingsgedachte van het ego corrigeert of ongedaan maakt.

     Dit principe is een voorbeeld van wat ik eerder Niveau Een noemde, het metafysisch fundament van het denksysteem van de Cursus. Alles is waar of onwaar, alles is ofwel God ofwel het ego. Daar is niets tussenin, er is geen compromis. Niveau Twee is het deel van de Cursus dat gaat over de fysieke wereld, waar onderscheid wordt gemaakt tussen de manier waarop het ego waarneemt en de manier waarop de Heilige Geest dat doet. Dit wonderprincipe is dus een voorbeeld van Niveau Een: er zijn slechts twee soorten gedachten: de egogedachten die deze wereld hebben gemaakt, en de gedachten van de Heilige Geest.

     Dit is de eerste keer dat de Cursus onderscheid maakt tussen 'maken' en 'scheppen'. De geest schept en het ego maakt. Verderop in het Tekstboek wordt dit nader uitgelegd (T3.V.2,3). Wanneer het woord 'scheppen' wordt gebruikt, is dat alleen om de activiteit van de geest aan te duiden, wat niets te maken heeft met- en geen tegenhanger heeft in deze wereld. Onze gedachten kunnen alleen van de geest zijn wat betekent dat ze scheppen of van het ego — wat betekent dat ze maken.

     Maken kan op twee manieren. De ene manier komt voort uit de onjuist gerichte denkgeest en maakt niet alleen de wereld, maar ook een denksysteem en een bestaan in deze wereld dat het idee van afscheiding versterkt. Maar er zijn ook gedachten in het juist gerichte deel van onze gespleten denkgeest, die afkomstig zijn van de Heilige Geest, en de afscheidingsgedachte van het ego ongedaan maken. In principe gaat het om het feit dat er twee manieren zijn om in deze wereld te leven: die van het ego en die van de Heilige Geest. Beide manieren zijn illusoir, omdat ze beide werkzaam zijn binnen dit kader. Het cruciale idee is dat wonderen corrigerende gedachten zijn die de gedachten van het ego verdrijven. We kunnen ook zeggen dat wonderen een weerspiegeling zijn van het scheppingsbeginsel of de uitbreiding van de geest in de Hemel. De wonderen zelf zijn echter illusoir, omdat ze werkzaam zijn in de wereld van illusies en dus iets corrigeren wat nooit heeft bestaan.