8. Hoe kan de waarneming
van rangorde naar moeilijkheid worden vermeden?
1. Het geloof in rangorde naar moeilijkheid is de basis voor de waarneming van de wereld. Het berust op verschillen, op een onregelmatige achtergrond en een wisselende voorgrond, op ongelijke hoogten en uiteenlopende afmetingen, op variërende nuances van donker en licht, en duizenden contrasten waarin elk ding dat gezien wordt wedijvert met elk ander ding om te worden herkend. Een groter object overschaduwt een kleiner. Iets met meer helderheid leidt de aandacht af van iets anders waarvan de aantrekkingskracht minder intens is. En een idee dat bedreigender is of een dat volgens wereldse normen wenselijker wordt geacht, verstoort volledig het mentale evenwicht. Wat de ogen van het lichaam zien, is alleen conflict. Verwacht daar geen vrede of inzicht van.
2. Illusies zijn steeds illusies van verschillen. Hoe kan het anders? Een illusie is per definitie een poging om iets werkelijkheid te verlenen wat als van groot belang wordt beschouwd, maar als onwaar wordt erkend. De denkgeest probeert het daarom tot waarheid te maken vanuit zijn intense verlangen het voor zichzelf te hebben. Illusies zijn karikaturen van de schepping, pogingen om de waarheid naar leugens te brengen. Omdat de denkgeest de waarheid onaanvaardbaar vindt, komt hij tegen de waarheid in opstand en kent zichzelf een illusoire overwinning toe. Omdat hij gezondheid een last vindt, trekt hij zich terug in koortsdromen. En in deze dromen is de denkgeest afgescheiden, anders dan andere denkgeesten, met andere eigenbelangen en in staat ten koste van anderen zijn eigen behoeften te bevredigen.
3. Waar komen al deze verschillen vandaan? Ze lijken stellig in de buitenwereld te zijn. Maar het is beslist de denkgeest die oordeelt over wat de ogen zien. Het is de denkgeest die de boodschappen van de ogen interpreteert en er ‘betekenis’ aan geeft. En deze betekenis bestaat in de buitenwereld helemaal niet. Wat als ‘werkelijkheid’ wordt gezien, is simpelweg dat waaraan de denkgeest de voorkeur geeft. Zijn hiërarchie van waarden wordt naar buiten geprojecteerd, en hij zendt de ogen van het lichaam uit om die te vinden. De ogen van het lichaam zullen nooit zien behalve door middel van verschillen. Toch zijn het niet de boodschappen die ze brengen waarop waarneming berust. Alleen de denkgeest kent aan hun boodschappen waarde toe, en dus is alleen de denkgeest verantwoordelijk voor het zien. Hij alleen beslist of wat gezien wordt werkelijk is of illusoir, wenselijk of onwenselijk, aangenaam of pijnlijk.
4. Vergissingen in de waarneming sluipen binnen juist wanneer de denkgeest bezig is met schiften en categoriseren. En juist hier dient correctie plaats te vinden. De denkgeest rangschikt wat de ogen van het lichaam hem brengen in overeenstemming met zijn vooropgezette waarden en oordeelt daarbij waar elk zintuiglijk gegeven het beste past. Wat zou als basis hiervoor ondeugdelijker kunnen zijn? Zonder dat hij het zelf merkte, heeft hij zelf gevraagd te krijgen wat in deze categorieën past. En daarna komt hij tot de slotsom dat deze categorieën waar moeten zijn. Hierop berust de beoordeling van alle verschillen, want hierop steunen de oordelen van de wereld. Kan op deze verwarde en zinloze wijze van ‘redeneren’ ook maar enigszins worden vertrouwd?
5. Er kan geen rangorde naar moeilijkheid bij genezing zijn, eenvoudig omdat alle ziekte een illusie is. Is het moeilijker bij een waanzinnige zijn geloof in een grotere hallucinatie te verdrijven dan in een kleinere? Zal hij sneller instemmen met de onwerkelijkheid van een luidere stem die hij hoort, dan met die van een zachtere? Zal hij een gefluisterde aanmaning om te doden makkelijker verwerpen dan een luidkeels bevel? En heeft het aantal hooivorken dat hij de duivels ziet dragen invloed op hun geloofwaardigheid in zijn waarneming? Zijn denkgeest heeft ze allemaal als werkelijk gecategoriseerd en dus zijn ze voor hem allemaal werkelijkheid. Wanneer hij beseft dat het allemaal illusies zijn, zullen ze verdwijnen. En zo gaat het ook met genezing. De eigenschappen van illusies die ze verschillend lijken te maken, zijn in feite onbelangrijk, want hun eigenschappen zijn evenzeer een illusie als zijzelf.
6. De ogen van het lichaam zullen verschillen blijven zien. Maar de denkgeest die zichzelf heeft laten genezen, zal ze niet langer erkennen. Er zullen er zijn die ‘zieker’ lijken dan anderen en de ogen van het lichaam zullen hun uiterlijke veranderingen als tevoren melden. Maar de genezen denkgeest zal ze allemaal in één categorie onderbrengen: ze zijn onwerkelijk. Dit is het geschenk van zijn Leraar: het inzicht dat slechts twee categorieën betekenis hebben bij het schiften van de boodschappen die de denkgeest ontvangt uit wat de buitenwereld lijkt. En van deze twee is er maar één werkelijk. Precies zoals de werkelijkheid volkomen werkelijk is, los van omvang, vorm, tijd en plaats – want daarbinnen kunnen verschillen niet bestaan – zo zijn ook illusies zonder onderscheid. Het enige antwoord op enige vorm van ziekte is genezing. Het enige antwoord op alle illusies is de waarheid.