Hoofdstuk 26
De overgang
VII. De wetten van genezing
1. Dit is een cursus in wonderen. En dus dienen de wetten van genezing te worden begrepen voordat het doel van de cursus kan worden bereikt. Laten we de principes die we behandeld hebben eens herhalen, en ze zodanig rangschikken dat ze een samenvatting geven van wat er allemaal dient te gebeuren om genezing mogelijk te maken. Want wanneer ze eenmaal mogelijk is, moet ze plaatsvinden.
Om het doel van deze Cursus te vervullen moeten we een wonderdoener worden. Maar voordat we dat kunnen, moeten we de wetten van genezing begrijpen. Daarom herhaalt Jezus in deze paragraaf alles wat hij daar tot nu toe over heeft uitgelegd, zodat we een helder overzicht krijgen 'van wat er allemaal dient te gebeuren om genezing mogelijk te maken'.
(Toelichtingen door Robert Perry)
2. Alle ziekte komt voort uit afscheiding. Wanneer de afscheiding wordt afgewezen, verdwijnt ze. Want ze is voorbij zodra het idee dat haar heeft teweeggebracht is genezen, en door innerlijke gezondheid vervangen. Ziekte en zonde worden als gevolg en oorzaak gezien, in een relatie die voor het bewustzijn verborgen wordt gehouden opdat ze zorgvuldig tegen het licht der rede kan worden afgeschermd.
3. Schuld vraagt om straf, en dat verzoek wordt ingewilligd. Niet in waarheid, maar in de wereld van schaduwen en illusies die op zonde is gebouwd.
Elke lichamelijke ziekte, van kanker tot een hartinfarct, griep of verkoudheid, is de projectie op het lichaam van het idee van afscheiding in de denkgeest. In werkelijkheid is er dus slechts één probleem en is er ook slechts één wonder nodig. De daad van afscheiding is een aanval op God, wat ons in onze eigen ogen tot zondaars maakt. Daar voelen we ons schuldig over, en deze schuld roept om straf. De oorzaak en gevolgrelatie van zonde (schuld) en ziekte wordt echter 'voor het bewustzijn verborgen gehouden opdat ze zorgvuldig tegen het licht der rede kan worden afgeschermd'.
(Toelichtingen door Robert Perry)
De Zoon van God heeft waargenomen wat hij wilde zien, want waarneming is een wens die in vervulling is gegaan. Waarneming verandert steeds, omdat ze werd gemaakt om de plaats van onveranderlijke kennis in te nemen. De waarheid blijft echter onveranderd. Ze kan niet worden waargenomen, maar alleen gekend. Wat wordt waargenomen neemt vele vormen aan, maar niet één heeft er betekenis. Eenmaal naar de waarheid gebracht, wordt de zinledigheid ervan overduidelijk. Van de waarheid weggehouden, lijkt ze betekenis te hebben en werkelijk te zijn.
Wij denken dat wat we waarnemen werkelijk is, maar in feite zien we alleen wat we willen zien. We zien de projecties van onze eigen wensen. Wat we waarnemen verandert voortdurend, want we hebben waarneming gemaakt om onveranderlijke kennis te vervangen. En we nemen vele verschillende vormen waar, omdat we vormen gebruiken om de onderliggende wensen te verbergen. Als we deze wensen naar het licht zouden brengen, zouden we hun zinloosheid zien en ze loslaten.
(Toelichtingen door Robert Perry)
4. De wetten van de waarneming zijn tegengesteld aan de waarheid, en wat geldt voor kennis geldt niet voor al wat daar los van staat. Maar God heeft op de wereld van ziekte een antwoord gegeven dat op al haar vormen van toepassing is. Gods antwoord is eeuwig, hoewel het werkzaam is in de tijd, waar het nodig is. Maar doordat het van God komt, hebben de wetten van de tijd geen invloed op zijn werking. Het bevindt zich in deze wereld, maar maakt er geen deel van uit. Want het is werkelijk, en verblijft daar waar alle werkelijkheid moet zijn. Ideeën verlaten hun bron niet, en hun gevolgen lijken er alleen maar los van te staan. Ideeën zijn eigen aan de denkgeest. Wat naar buiten is geprojecteerd en schijnbaar buiten de denkgeest ligt, is helemaal niet buiten, maar een gevolg van wat zich vanbinnen bevindt, en zijn bron niet heeft verlaten.
5. Gods antwoord ligt daar waar het geloof in zonde zich bevinden moet, want alleen daar kunnen de gevolgen ervan totaal ongedaan worden gemaakt en zonder oorzaak zijn. De wetten van de waarneming moeten worden omgekeerd, omdat ze een omkering zijn van de wetten van de waarheid. De wetten van de waarheid zullen voor altijd waar zijn en kunnen niet worden omgekeerd, maar ze kunnen wel worden gezien als stonden ze op hun kop. En dit dient daar gecorrigeerd te worden waar de illusie van de omkering ligt.
De eerste alinea bevat een van de kernthema's van Een cursus in wonderen: 'Ideeën verlaten hun bron niet'. Wat we in de wereld waarnemen is niets anders dan een weerspiegeling van wat we eerst in de denkgeest werkelijk hebben gemaakt. Genezing gaat daarom niet om de genezing van lichamelijke symptomen, maar van de 'zieke ideeën' in de denkgeest. Als we naar de ziekte van het lichaam kijken, kijken we in feite naar gedachten in de denkgeest alsof het externe beelden zijn. Er is geen lichamelijke ziekte, want er is geen lichaam. Gods Antwoord, de Heilige Geest, verblijft in God, in de eeuwigheid, en van daaruit reikt Hij uit naar de wereld van tijd. Zijn onderwijs weerspiegelt de wetten van eeuwigheid en kennis, en zijn dus niet gebonden aan de wetten van tijd en waarneming. Hij integreert de werking van hogere wetten in de op hun kop staande wetten van de waarneming. Dat is de manier waarop Hij geneest. Hij brengt een weerspiegeling van de kennis van wie we zijn rechtstreeks in ons geloof dat we zondig zijn en het verdienen om daarvoor gestraft te worden door lichamelijk lijden. Dat geloof is een omkering van de waarheid, en met Zijn hulp kunnen we deze omkering terugdraaien en ongedaan maken.
(Toelichtingen door Robert Perry)
6. Het is onmogelijk dat één illusie minder ontvankelijk voor de waarheid zou zijn dan de rest. Maar het is wel mogelijk dat aan sommige een grotere waarde wordt toegekend, en dat ze met minder bereidwilligheid aan de waarheid worden aangeboden voor genezing en hulp. Geen enkele illusie bevat enige waarheid. Toch lijkt het alsof sommige meer waar zijn dan andere, hoewel dit duidelijk totaal onzinnig is. Het enige wat een hiërarchie van illusies kan laten zien is voorkeur, geen werkelijkheid. In welke mate is voorkeur voor de waarheid relevant? Illusies zijn illusies, en zijn onwaar. Jouw voorkeur verleent ze geen werkelijkheid. Niet één is er op enige wijze waar, en alle moeten even gemakkelijk wijken voor wat God als antwoord op alle illusie gegeven heeft. Gods Wil is Eén. En elke wens die tegen Zijn Wil lijkt in te gaan, is niet op waarheid gegrondvest.
De eerste wet van de chaos zegt dat er een hiërarchie in illusies bestaat (T23.II.2:3). Dit wordt gecorrigeerd door het eerste wonderprincipe: 'Wonderen kennen geen rangorde naar moeilijkheid' (T1.I.1). Alle problemen in de wereld zijn terug te voeren op de ene vergissing: de keuze van de denkgeest voor schuld. Het ene probleem lijkt groter te zijn dan het andere, maar dat betekent niet dat het ene werkelijk is en het andere niet. Het betekent alleen dat wij er verschillend over oordelen en aan het ene meer waarde toekennen dan aan het andere. 'Illusies zijn illusies, en zijn onwaar'. Voor God is alleen de waarheid waar en alles wat daar tegenin gaat kan dus niet waar zijn.
Toepassing : Denk aan een probleem, eventueel een lichamelijke ziekte waarvan je wilt genezen, en stel jezelf de volgende vraag:
De kern van dit probleem is hoogstwaarschijnlijk een wens die ik niet los wil laten, wat me onwillig maakt om het probleem in de handen van de Heilige Geest te leggen.
Heilige Geest, wat is die wens?
(Toelichtingen door Robert Perry)
7. Zonde is geen vergissing, want ze valt buiten de mogelijkheid tot correctie. Maar de overtuiging dat ze werkelijk is heeft ervoor gezorgd dat sommige vergissingen voor altijd voorbij iedere hoop op genezing lijken te liggen, en een permanente basis lijken voor de hel. Als dat het geval was, zou de Hemel door zijn eigen tegendeel worden bestreden, dat even werkelijk zou zijn als hijzelf. Dan zou Gods Wil in tweeën zijn gesplitst, en heel de schepping onderworpen zijn aan de wetten van twee tegenstrijdige machten, tot God ongeduldig wordt, de wereld uiteensplijt, en Zich verlaagt tot een aanval tegen Zichzelf. Aldus heeft Hij Zijn Verstand verloren, en verkondigt Hij dat de zonde Hem Zijn werkelijkheid ontnomen heeft en Zijn Liefde eindelijk onderdanig heeft gemaakt aan wraak. Bij zo’n krankzinnig beeld kan een krankzinnige verdediging worden verwacht, maar die kan niet bevestigen dat dit beeld waar moet zijn.
Wij maken verschil tussen vergissingen en zonden. Vergissingen zien we als onschuldig en corrigeerbaar. Misschien straffen we onszelf ervoor, maar we zien ze niet als blijvende merktekens op onze ziel. Zonden daarentegen zien we als slecht, ook vanwege de schade die ze veroorzaken. Daarom kunnen ze niet gecorrigeerd worden, maar lijken ze 'een permanente basis voor de hel' — voor onze eigen verblijfplaats in de hel. Maar voordat we dit idee accepteren moeten we bereid zijn om naar de consequenties ervan te kijken. Als zonde werkelijk is, is er iets dat tegengesteld is aan de Hemel. Dan wordt de denkgeest een slagveld waar 'twee tegenstrijdige machten', goed en kwaad, met elkaar in gevecht zijn totdat God ongeduldig wordt en zelf mee gaat vechten. Gods werkelijkheid is dus overgenomen door de macht van de zonde. Het kwaad dat Hij probeerde te verslaan heeft bezit van Hem genomen: 'Aldus heeft Hij Zijn Verstand verloren, en verkondigt Hij dat de zonde Hem Zijn werkelijkheid ontnomen heeft en Zijn Liefde eindelijk onderdanig heeft gemaakt aan wraak'. Dit is een krankzinnig beeld, zegt Jezus. En de verdediging ertegen is al even krankzinnig: de strijd van het ego tegen zijn geprojecteerde zelfbeeld. Maar deze verdediging bevestigt niet dat dit beeld waar is.
(Toelichtingen door Robert Perry)
8. Niets verleent betekenis waar geen betekenis is. En de waarheid heeft geen verdediging nodig om haar waar te maken. Illusies hebben geen getuigen en geen gevolgen. Wie ernaar kijkt is slechts misleid. Vergeving is hier de enige functie, en die dient om de vreugde die door deze wereld wordt verworpen naar ieder aspect van Gods Zoon te brengen waar men dacht dat zonde heerste. Misschien zie je niet de rol die vergeving speelt in het beëindigen van de dood en van alle overtuigingen die oprijzen uit de nevelen van schuld. Zonden zijn overtuigingen die jij tussen je broeder en jezelf plaatst. Ze beperken jou tot tijd en plaats, en geven een klein beetje ruimte aan jou en een ander klein beetje ruimte aan hem. Deze afbakening wordt in jouw waarneming gesymboliseerd door een lichaam dat duidelijk iets afgescheidens en afzonderlijks is. Maar waar dit symbool voor staat is niets anders dan jouw wens om afzonderlijk en afgescheiden te zijn.
Door onze zonden naar buiten te projecteren is er een kloof ontstaan tussen ons en onze broeders. Deze kloof is de overtuiging dat zij zondig zijn en wij niet, en wordt gesymboliseerd door gescheiden en van elkaar verschillende lichamen. Dit weerspiegelt de verborgen wens van de denkgeest om afgescheiden te zijn van God en anders te zijn dan Hij — het nietig dwaas idee dat we los van Hem kunnen bestaan. De oplossing van dit alles is vergeving: voorbij de leugen van het lichaam de waarheid van de werkelijkheid zien: onze waarheid als Zoon van God, voor eeuwig bij Hem verblijvend in de Hemel.
(Toelichtingen door Robert Perry)
9. Vergeving neemt weg wat tussen jou en jouw broeder in staat. Ze is de wens dat jij met hem verbonden, en niet van hem afgezonderd bent. We noemen het een ‘wens’ omdat deze nog steeds andere keuzemogelijkheden inhoudt, en de wereld voorbij keuzen nog niet volledig heeft bereikt. Toch is deze wens in overeenstemming met de hemelse staat, en niet tegengesteld aan Gods Wil. Hoewel hij jou bij lange na niet je volle erfdeel geeft, haalt hij wel de obstakels weg die jij hebt geplaatst tussen de Hemel waar jij bent, en de herkenning van waar en wat jij bent. Feiten blijven onveranderd. Maar feiten kunnen worden ontkend en aldus onbekend zijn, hoewel ze gekend waren voordat ze werden ontkend.
Kijk naar je lichaam, en realiseer je dat het niet werkelijk is. Het is slechts een symbool. En zoals alle symbolen in de wereld weerspiegelt het iets wat zich in je denkgeest bevindt. Kijk ernaar en realiseer je dat het je wens weerspiegelt om afgescheiden te zijn van God en van je broeder. Vergeving is de tegenovergestelde wens. 'Ze is de wens dat jij met hem verbonden, en niet van hem afgezonderd bent'. Deze wens is niet de hemelse staat, maar hij verwijdert alle obstakels tussen die staat en onze herkenning ervan. En die verwijdering is nu onze taak.
Toepassing : Denk aan iemand die je iets kwalijk neemt, en zeg in gedachten tegen hem of haar:
Al die dingen waarvan ik dacht dat je ze mij aandeed, doen er niet toe,
het zijn slechts mijn eigen projecties die ik in jou zie.
Het zijn obstakels die ik tussen jou en mij heb geplaatst,
en ons van elkaar afgezonderd en afgescheiden houdt.
Maar dat wil ik niet langer.
ik wil mij verbinden met jou.
(Toelichtingen door Robert Perry)
10. Verlossing, volmaakt en volledig, vraagt slechts: de kleine, bescheiden wens dat wat waar is waar zou zijn, het kleine beetje bereidwilligheid om voorbij te zien aan wat er niet is, en de kleine verzuchting die zijn voorkeur uitspreekt voor de Hemel boven deze wereld waar dood en troosteloosheid lijken te heersen. Als vreugdevol antwoord zal de schepping zich in jou verheffen om de wereld die jij ziet door de Hemel te vervangen, volkomen volmaakt en volledig. Wat is vergeving anders dan de bereidwilligheid de waarheid waar te laten zijn? Wat kan ongenezen blijven en afgebroken van een eenheid die alle dingen in zichzelf bevat? Er is geen zonde. En elk wonder is mogelijk zodra Gods Zoon ziet dat zijn wensen en de Wil van God één zijn.
Dit is verlossing: 'de kleine, bescheiden wens dat wat waar is waar zou zijn'. Hoe kunnen we die kleine wens niét hebben? Het is 'het kleine beetje bereidwilligheid om voorbij te zien aan wat er niet is'. Dit vraagt echt niet te veel van ons. Het is de voorkeur geven aan de Hemel boven de troosteloze wereld van de dood. Hoe moeilijk kan het zijn om de Hemel te verkiezen boven dood en troosteloosheid? Vergeving is dus niet wat we gewoonlijk denken dat het is. Het is geen heldendaad van onverdiende liefdadigheid. Het is de eenvoudige erkenning van wat waar is, een klein knikje in de richting van wat onze broeders werkelijk verdienen. En als we dit kleine knikje geven, zal alles ons gegeven worden — elk wonder samen met de Hemel zelf.
(Toelichtingen door Robert Perry)
11. Wat is de Wil van God? Hij wil dat Zijn Zoon alles heeft. En dat heeft Hij ook gegarandeerd toen Hij hem als alles heeft geschapen. Het is onmogelijk dat er iets verloren gaat, als wat jij hebt is wat jij bent. Dit is het wonder waardoor schepping jouw functie werd, die je deelt met God. Zonder Hem wordt dit niet begrepen, en het heeft daarom in deze wereld geen betekenis. Hier vraagt de Zoon van God niet te veel, maar veel te weinig. Hij zou zijn eigen identiteit en alles willen offeren om een kleine schat voor zichzelf te vinden. En dit kan hij niet doen zonder een gevoel van afzondering, verlies en eenzaamheid. Dat is de schat die hij probeerde te vinden. En daar kan hij alleen maar bang voor zijn. Is angst een schat? Kan onzekerheid hetgeen zijn wat jij wilt? Of is het een vergissing omtrent jouw wil en wat jij werkelijk bent?
Het enige wat we hoeven te doen is voor onszelf willen wat God voor ons wil. En wat Hij voor ons wil is dat we alles hebben, daarom schiep Hij ons als alles. Aangezien we dus hebben wat we zijn, kunnen we nooit verliezen wat we hebben. Dat is wat we voor onszelf moeten willen: alles. Daarom zegt Jezus dat we niet te veel vragen, 'maar veel te weinig'. In plaats van alles te vragen — wat ons recht is — offeren we onze identificatie met alles op om een kleine schat voor onszelf te kunnen houden. Die kleine schat is het lichaam. Maar alles opgeven om aan ons lichaam vast te kunnen houden, geeft ons een gevoel van eenzaamheid, gebrek, en angst. Wat is die schat dan waard? Alles afwijzen om angst en eenzaamheid te behouden toont aan dat we absoluut niet weten wat we werkelijk willen, noch wat we werkelijk zijn.
(Toelichtingen door Robert Perry)
12. Laten we eens nagaan wat de dwaling is, zodat ze kan worden gecorrigeerd in plaats van beschermd. Zonde is het geloof dat aanval kan worden geprojecteerd buiten de denkgeest waar dat geloof ontstond. Hier wordt de vaste overtuiging dat ideeën hun bron kunnen verlaten werkelijkheid en betekenis verleend. En uit die dwaling komt de wereld van zonde en offers voort. Deze wereld is een poging jouw onschuld te bewijzen, terwijl ze intussen de aanval koestert. Haar mislukking bestaat hierin dat jij je nog steeds schuldig voelt, hoewel je niet begrijpt waarom. Gevolgen worden als gescheiden van hun bron gezien, en lijken buiten je vermogen te liggen ze te beheersen of te voorkomen. Wat op die manier gescheiden wordt gehouden, kan zich nooit verbinden.
Dit is de dwaling waarmee het allemaal begint: Wij geloven dat we aanval uit onze denkgeest kunnen verdrijven door deze naar buiten te projecteren. En aangezien we ook zelf buiten de denkgeest denken te leven, zien we ons omringd door aanvallers. We lopen op onze tenen door een wereld vol zonden en oorlog, vol eisen om offers te brengen. We denken dat we onschuldig zijn, omdat alle aanval van buiten lijkt te komen. En daar hebben we geen controle over, want het zijn niet Onze aanvallen. Maar toch voelen we ons schuldig, hoewel we niet begrijpen waarom. Zou deze schuld het bewijs zijn van het feit dat het waar is wat Jezus zegt: dat ideeën hun bron niet verlaten en dat de aanval zich dus nog steeds in onze eigen denkgeest bevindt?
(Toelichtingen door Robert Perry)
13. Oorzaak en gevolg zijn één, niet gescheiden. God wil dat jij leert wat altijd waar is geweest: dat Hij jou geschapen heeft als deel van Hem, en dat dit nog steeds waar moet zijn omdat ideeën hun bron niet verlaten. Zo ziet de wet van de schepping eruit: elk idee dat de denkgeest bedenkt voegt alleen maar toe aan zijn overvloed, en neemt er nooit wat van weg. Dit geldt evenzeer voor ijdele wensen als voor wat waarlijk wordt gewild, want de denkgeest kan wel wensen te worden misleid, maar kan zichzelf niet tot iets maken wat hij niet is. En geloven dat ideeën hun bron kunnen verlaten staat gelijk aan illusies uitnodigen waar te zijn, zonder succes. Want nooit zal succes mogelijk zijn bij een poging de Zoon van God te misleiden.
De wereld die we zien is een idee dat zijn bron, onze denkgeest, niet heeft verlaten. En dat geldt ook voor onszelf: ook wij zijn een idee dat zijn bron, de Denkgeest van God, niet heeft verlaten. Geen enkel idee verlaat de denkgeest die het denkt, ze voegen alleen maar toe aan de overvloed van ideeën in de denkgeest. Hoewel we proberen onszelf hierover te misleiden, zullen we daar nooit in slagen. Ergens diep vanbinnen weten we dat de aanvallen die we zien in de wereld, in feite weerspiegelingen zijn van wat zich in onze denkgeest bevindt — en daar voelen we ons schuldig over.
(Toelichtingen door Robert Perry)
14. Het wonder is mogelijk wanneer oorzaak en uitwerking bijeen worden gebracht, en niet gescheiden worden gehouden. Een gevolg genezen zonder de oorzaak kan de gevolgen alleen maar doen verschuiven naar andere vormen. En dat is geen bevrijding. Gods Zoon kan nooit met minder genoegen nemen dan totale verlossing en een vrijwaring van schuld. Want anders verlangt hij nog altijd dat hij zich een of ander offer moet getroosten, en ontkent aldus dat alles van hem is, niet beperkt door enige vorm van verlies. Een heel klein offertje is in zijn uitwerking precies hetzelfde als het hele idee van offeren. Als enige vorm van verlies mogelijk is, dan is Gods Zoon incompleet gemaakt en niet zichzelf. En dan zal hij ook zichzelf niet kennen, of zijn wil herkennen. Hij heeft zijn Vader en zichzelf afgezworen, en Hen Beiden tot vijanden in de haat gemaakt.
Een wonder wordt mogelijk door oorzaak (de aanval in de denkgeest) en gevolg (de waarneming van de geprojecteerde aanval in de wereld) bijeen te brengen. Het wonder geneest de aanval in de denkgeest en daarmee de waarneming ervan in de wereld. Wanneer we alleen het gevolg genezen, zal de oorzaak eenvoudigweg nieuwe vormen manifesteren. En als ook deze worden opgelost, zullen ze vervangen worden door weer andere vormen. Dit is een proces dat nooit eindigt. Het genezen van uiterlijke gevolgen is dus zinloos. We willen 'totale verlossing en een vrijwaring van schuld'. Wanneer we ook maar het kleinste beetje van alles opofferen, zijn we incompleet en niet onszelf. Dan ontkennen we zowel ons-Zelf als onze Vader en hebben ons Beiden 'tot vijanden in de haat gemaakt'.
(Toelichtingen door Robert Perry)
15. Illusies dienen het doel waarvoor ze werden gemaakt. En aan hun bedoeling ontlenen ze elke betekenis die ze lijken te bezitten. God gaf alle illusies die werden gemaakt, ongeacht hun vorm, een ander doel dat een wonder rechtvaardigt. In elk wonder ligt alle genezing, want God heeft ze allemaal als één beantwoord. En wat voor Hem één is moet hetzelfde zijn. Als jij gelooft dat wat hetzelfde is verschilt, misleid jij alleen jezelf. Wat God één noemt zal voor eeuwig één, en niet gescheiden zijn. Zijn Koninkrijk is verenigd; zo werd het geschapen, en zo zal het immer zijn.
De illusies van deze wereld zijn gemaakt om onze afgescheiden, speciale identiteit in stand te houden. God heeft dit doel echter veranderd in vergeving en genezing, die tot stand worden gebracht door het wonder. Elk wonder is hetzelfde, omdat elke illusie hetzelfde is, ongeacht haar vorm. God heeft alle illusies als één beantwoord. 'En wat voor Hem één is moet hetzelfde zijn'. Door het ego te geloven, dat zegt dat de eenheid van de Hemel vernietigd is door de afscheiding, misleiden we onszelf. Want wat God als één heeft geschapen, kan nooit anders zijn dan één.
Toepassing : Denk aan een vorm van gevangenschap in je leven, en zeg:
Ik kan dit zien als een rechtvaardiging om mij gevangen te voelen, of als een rechtvaardiging voor een wonder.
Ik kies voor een wonder, want dat is het doel dat God gegeven heeft aan deze vorm, toen Hij alle illusies van deze wereld beantwoordde als één.
(Toelichtingen door Robert Perry)
16. Het wonder roept slechts jouw aloude Naam, die je zult herkennen omdat de waarheid zich in je geheugen bevindt. En dit is de Naam die jouw broeder aanroept voor zijn en jouw bevrijding. De Hemel straalt op Gods Zoon. Verloochen hem niet, opdat jij bevrijd mag worden. Elk ogen blik wordt de Zoon van God herboren, totdat hij ervoor kiest niet meer te sterven. Met iedere wens om te kwetsen kiest hij de dood in plaats van wat zijn Vader voor hem wil. Toch schenkt ieder ogenblik hem het leven, omdat zijn Vader wil dat hij leven zal.
Toepassing : Denk aan iemand die je kortgeleden leek aan te vallen, en zeg:
In jouw aanval hoor ik mijn aloude Naam, de Naam van mijn ware Identiteit.
Ik hoor je roep om genade en bevrijding.
Ik wil jouw roep niet negeren, omdat ik zelf, samen met jou, bevrijd wil worden.
In jouw wens om te kwetsen kies je de dood,
maar in mijn vergeving bied ikje leven.
want Gods Wil voor jou en voor mij is eeuwig leven.
(Toelichtingen door Robert Perry)
17. In kruisiging is verlossing neergelegd, want waar geen pijn of lijden is, is genezing niet nodig. Vergeving is het antwoord op elke vorm van aanval. Zo wordt alle aanval beroofd van zijn gevolgen, en wordt haat in de naam van de liefde beantwoord. Aan jou, wie het gegeven is de Zoon van God van kruisiging, van hel en dood te verlossen, komt alle heerlijkheid toe in alle eeuwigheid. Want jij hebt de macht Gods Zoon te verlossen, omdat zijn Vader dat zo heeft gewild. En in jouw handen ligt heel de verlossing, opdat je haar als één zowel zou geven als ontvangen.
Toepassing : Pas de volgende tekst toe op dezelfde persoon:
Mijn antwoord op jouw en op elke aanval is vergeving.
Ik neem de gevolgen van je aanval weg, zodat deze jou en mij geen pijn kan doen.
Het is mij gegeven om jou te redden van de kruisiging,
want God wil dat we beiden verlost worden.
In mijn handen ligt heel de verlossing,
en mij komt alle heerlijkheid toe in alle eeuwigheid.
(Toelichtingen door Robert Perry)
18. De jou door God gegeven macht gebruiken zoals Hij dat wil, is natuurlijk. Het is niet arrogant om te zijn zoals Hij jou heeft geschapen, noch om gebruik te maken van wat Hij gegeven heeft om alle vergissingen van Zijn Zoon te beantwoorden en hem vrij te maken. Maar het is wel arrogant de macht die Hij heeft gegeven terzijde te leggen, en een kleine zinloze wens te kiezen in plaats van wat Hij wil. Gods gave aan jou is onbegrensd. Er is geen omstandigheid waarop ze geen antwoord kan geven, noch een probleem dat niet kan worden opgelost in haar genadig licht.
Voelde het arrogant om te zeggen: 'In mijn handen ligt heel de verlossing'? En vond je het moeilijk om te zeggen: 'mij komt alle heerlijkheid toe in alle eeuwigheid'? Jezus vermoedt dat dit zo is, daarom zegt hij dat het gebruiken van de macht die ons door God is gegeven niet arrogant, maar juist natuurlijk is. Wat wel arrogant is, is het terzijde leggen van deze macht — weigeren Zijn gave aan ons te gebruiken om onze broeders te genezen en de problemen in de wereld op te lossen.
Toepassing : Zeg tegen jezelf:
Het is niet arrogant om de macht die God mij gegeven heeft te gebruiken om mijn broeders te genezen. Het is arrogant om deze ongebruikt terzijde te leggen.
(Toelichtingen door Robert Perry)
19. Wees in vrede, waar God wil dat jij bent. En wees het middel waarmee jouw broeder de vrede vindt waarin jouw wensen zijn vervuld. Laten we ons verenigen in het brengen van een zegen naar de wereld van zonde en dood. Want wat elk van ons afzonderlijk kan verlossen, kan ons allemaal verlossen. Er is geen verschil tussen de Zonen van God. De eenheid die door speciaalheid wordt ontkend zal hen allen verlossen, want wat één is kan geen speciaalheid bezitten. En alles behoort toe aan ieder van hen. Er staan geen wensen tussen een broeder en de zijnen. Van één iets nemen is hen allen beroven. Maar wordt er slechts één gezegend, dan betekent dit een zegen voor hen allen als één.
In deze paragraaf gaf Jezus ons de principes die ten grondslag liggen aan wonderen, en nu dringt hij erop aan om ze in praktijk te brengen. Laten we daarom deze alinea nog eens lezen, met de toevoeging van enkele verklarende opmerkingen:
Wees [door te vergeven] het middel waarmee jouw broeder de vrede vindt waarin jouw wensen [om bevrijd te worden] zijn vervuld. Laten we ons [door middel van vergeving] verenigen in het brengen van een zegen naar de wereld van zonde en dood. Want wat elk van ons afzonderlijk kan verlossen, kan ons allemaal verlossen. Er is geen verschil tussen de Zonen van God. De eenheid die door speciaalheid wordt ontkend zal hen allen verlossen, want wat één is kan geen speciaalheid bezitten. En alles behoort toe aan ieder van hen. Er staan geen wensen tussen een broeder en de zijnen [zijn broeders]. Van één iets nemen is hen allen beroven. Maar wordt er slechts één [door vergeving] gezegend, dan betekent dit een zegen voor hen allen als één.
Aangezien we één zijn wordt iedereen gezegend, inclusief wijzelf, wanneer we slechts aan één broeder het wonder van vergeving schenken.
(Toelichtingen door Robert Perry)
20. Jouw aloude Naam behoort eenieder toe, zoals de hunne jou toebehoort. Roep de naam van jouw broeder en God zal antwoord geven, want je roept Hem aan. Zou Hij een antwoord kunnen weigeren, wanneer Hij allen die Hem hebben geroepen reeds geantwoord heeft? Een wonder kan totaal geen verandering bewerkstelligen. Maar het kan er wel voor zorgen dat wat altijd al waar was, wordt herkend door hen die het niet kennen; en dat door deze kleine gave van de waarheid eenvoudig zichzelf te laten zijn, de Zoon van God wordt toegestaan zichzelf te zijn, en heel de schepping vrij is om als één de Naam van God aan te roepen.
Wanneer we iemand een wonder schenken, roepen we zijn aloude Naam aan, de Naam die hij vergeten is toen hij dacht de Hemel te verlaten en aan zijn bestaan in de wereld te beginnen. Wanneer we zijn Naam aanroepen, roepen we ook de onze aan, want we delen dezelfde Naam. Deze roep wordt beantwoord door God Zelf, maar dit antwoord is niet iets nieuws, iets wat nu pas gebeurt, zelfs al lijkt dat zo. We loggen als het ware in op het antwoord dat God ons bij onze schepping heeft gegeven, en dan zullen we de waarheid herkennen die er altijd is geweest. En dit zal de heel schepping vrij maken 'om als één de Naam van God aan te roepen'.
(Toelichtingen door Robert Perry)