Hoofdstuk 19
Het bereiken van vrede
C. De derde blokkade:
de aantrekkingskracht van de dood
Herhaling: In een heilige relatie vervangt de Heilige Geest het doel van zonde door vrede. Deze vrede wordt het fundament van de relatie. Er blijft echter een klein deel van het oude doel van zonde achter, en dit deel wil zelf het fundament van de relatie blijven. Daarom werpt het blokkades op voor de vrede, die zich via de heilige relatie-partners uit wil breiden naar het gehele Zoonschap. De eerste blokkade is de wens ons van de vrede te ontdoen. De tweede blokkade is de reden waarom we dat willen: ons geloof dat het lichaam waardevol is om wat het ons biedt. De derde blokkade, die we nu zullen onderzoeken, is de aantrekkingskracht van de dood.
(Toelichtingen door Greg Mackie)
1. Aan jou en je broeder, in wier speciale relatie de Heilige Geest is binnengetreden, is het gegeven te bevrijden en bevrijd te worden van de toewijding aan de dood. Want die werd je aangeboden, en jij hebt die aanvaard. Maar je dient nog meer te leren over die vreemde toegewijdheid, want ze bevat de derde blokkade waar vrede overheen moet vloeien. Niemand kan sterven, tenzij hij de dood verkiest. Wat angst voor de dood lijkt, is in wezen de aantrekkingskracht ervan. Ook schuld wordt gevreesd en is vreeswekkend. Toch kan hij totaal geen greep op iemand hebben, behalve op hen die erdoor worden aangetrokken en ernaar zoeken. En dat geldt ook voor de dood. Door het ego gemaakt, valt zijn donkere schaduw over al wat leeft, omdat het ego de ‘vijand’ van het leven is.
Jezus begint zijn uitleg over de aantrekkingskracht van de dood door ons te vertellen wat de uitweg daaruit is: onze heilige relaties. Maar voordat we anderen van deze zieke toewijding kunnen bevrijden en er zelf van bevrijd kunnen worden, moeten we begrijpen hoe diep ze geworteld is. Aan de oppervlakte zijn we bang voor de dood, maar onbewust voelen we ons ertoe aangetrokken, omdat hij, evenals schuld, ons afgescheiden, zelfstandig bestaan bevestigt. Hij is het gevolg van de keuze van de denkgeest voor het instandhouden van het denksysteem van het ego, het denksysteem van afscheiding, schuld en straf. Door deze keuze stellen we het ego in staat de schaduw van de dood te werpen over alles wat leeft.
(Toelichtingen door Greg Mackie)
2. En toch kan een schaduw niet doden. Wat betekent een schaduw voor de levenden? Ze wandelen er dwars doorheen en hij is verdwenen. Maar hoe staat het met degenen wier toewijding erin bestaat níet te leven: de in het zwart gehulde ‘zondaars’ – het rouwkoor van het ego – die zo zwaarmoedig doorzwoegen, weg van het leven, zeulend met hun ketenen, en meelopend in de trage optocht ter ere van hun macabere meester, de heer van de dood? Raak een van hen met zachte handen van vergeving aan, en zie hoe zijn ketenen wegvallen, samen met die van jou. Zie hoe hij het zwarte gewaad dat hij voor zijn begrafenis droeg van zich afgooit, en hoor hem lachen om de dood. Aan het vonnis dat zonde over hem wil vellen kan hij ontkomen dankzij jouw vergeving. Dit is geen hoogmoed. Het is de Wil van God. Wat is er voor jou onmogelijk die Zijn Wil als de jouwe hebt gekozen? Wat is de dood voor jou? Jouw toewijding geldt noch de dood, noch zijn meester. Toen jij de bedoeling van de Heilige Geest in plaats van die van het ego hebt aanvaard, heb je de dood verzaakt en die voor het leven verruild. We weten dat een idee zijn bron niet verlaat. En de dood is het gevolg van de gedachte die we het ego noemen, even zeker als het leven het gevolg is van de Gedachte van God.
Hier zien we hoe de heilige relatie leven biedt in plaats van dood. Wanneer we ons met een ander verenigen in een heilige relatie, doen we afstand van onze toewijding aan de dood en de meester van de dood, het ego. We vervangen deze toewijding door het doel van vrede van de Heilige Geest. De manier om onze broeders — en daarmee onszelf — te bevrijden van onze toewijding aan de dood is hen te vergeven, dat wil zeggen dat we niet langer naar hen kijken als zondaars die veroordeeld zijn tot de dood, maar als een heilige Zoon van God, gezegend met eeuwig leven. Vergeving 'ziet dat er geen zonde is geweest' (WdII.1.1:3), want ideeën verlaten niet hun bron. Het lichaam, en dus ook de dood ervan, is niets anders dan een gedachte of idee in de denkgeest, en dit idee heeft de denkgeest niet verlaten. Het probleem is dus niet de dood van het lichaam, maar onze toewijding aan het geloof dat dit wél zo is.
(Toelichtingen door Greg Mackie)
i. Het onvergankelijke lichaam
3. Uit het ego zijn voortgekomen zonde, schuld en de dood, tegengesteld aan het leven, de onschuld, en de Wil van God Zelf. Waar kan zo’n tegenstelling zich anders bevinden dan in de zieke denkgeest van krankzinnigen, die toegewijd zijn aan waanzin en tegen de vrede van de Hemel zijn gekant? Eén ding is zeker: God, die zonde noch dood heeft geschapen, wil niet dat jij erdoor gebonden bent. Hij heeft geen weet van zonde, noch van haar gevolgen. De gesluierde gestalten in de begrafenisstoet lopen niet mee ter ere van hun Schepper, wiens Wil het is dat zij leven. Ze volgen niet Zijn Wil, ze verzetten zich ertegen.
Het lijkt onvermijdelijk te zijn dat we sterven; het hoort bij het leven en is er een essentieel onderdeel van. Hoe vaak hebben we iemand niet horen zeggen als iemand is overleden — vooral als dat plotseling en onverwacht is: 'Het is Gods Wil'? Kortom, wij geloven dat de dood afkomstig is van God. Onzin, zegt Jezus. Evenals zonde en schuld is de dood afkomstig van het ego en betreft alleen de wereld en het lichaam dus — alles wat God niet geschapen heeft. God heeft alleen onschuld en het leven geschapen. De dood is niets anders dan een idee 'in de zieke denkgeest van krankzinnigen' die zich tegen Gods Wil verzetten, omdat ze ervoor kiezen het ego te volgen en te geloven. God heeft zelfs geen weet van zonde of van de dood die daar het gevolg van is. Zijn Wil is eeuwig leven. Daarom wil Hij niet dat wij gebonden zijn door ons geloof in zonde en dood.
(Toelichtingen door Greg Mackie)
4. En wat is dat in het zwart gehulde lichaam dat ze willen begraven? Een lichaam dat ze aan de dood hebben gewijd, een symbool van vergankelijkheid, een offer aan de zonde, aan de zonde geschonken om zich ermee te voeden en zichzelf in leven te houden; een veroordeeld iets, verdoemd door zijn maker en betreurd door iedere rouwklager die het als zichzelf beschouwt. Jij die gelooft dat je de Zoon van God hiertoe hebt veroordeeld, bent wel degelijk hoogmoedig. Maar jij die hem bevrijden wilt, bewijst slechts eer aan de Wil van zijn Schepper. De hoogmoed van de zonde, de trots van de schuld, de graftombe van de afscheiding: dit alles maakt deel uit van je niet herkende toewijding aan de dood. De betovering van schuld waarmee jij het lichaam hebt bekleed wil het doden. Want wat het ego liefheeft, doodt het om zijn gehoorzaamheid. Maar wat niet aan het ego gehoorzaamt, kan het niet doden.
Het lichaam dient het doel van het ego: het instandhouden van ons geloof in zonde en schuld, en als ultieme straf daarvoor de dood. Het ego geeft dus de doodstraf aan iets dat hem gehoorzaamt — hoe krankzinnig is dat? Bovendien is het 't toppunt van hoogmoed, omdat de dood volkomen in strijd is met Gods Wil voor het leven. Maar onze denkgeest heeft de macht om een nieuwe keuze te maken en Gods Wil te eren, door iedereen én onszelf door middel van vergeving te bevrijden van schuld en dood.
(Toelichtingen door Greg Mackie)
5. Jij beschikt over een andere toewijding, die het lichaam in onvergankelijke en perfecte staat zou bewaren zolang het van nut is voor jouw heilige bedoeling. Het lichaam sterft evenmin als het kan voelen. Het doet niets. Van zichzelf is het noch vergankelijk, noch onvergankelijk. Het is niets. Het is het gevolg van een nietig dwaas idee van ontbinding, dat kan worden gecorrigeerd. Want God heeft dit krankzinnige idee met een Idee van Hemzelf beantwoord, een Antwoord dat Hem niet verlaten heeft, en dat daardoor het gewaarzijn van de Schepper in iedere denkgeest plaatst die Zijn Antwoord heeft gehoord en aanvaard.
Wat het lichaam doet hangt volledig af van het doel dat we het in onze denkgeest geven. Zoals we gezien hebben is het slechts een communicatiemiddel dat, net als een telefoontoestel, alleen de boodschappen ontvangt en doorgeeft die wij het geven. Het is niets anders dan een idee dat is voortgekomen uit ons krankzinnige doel van zonde. Zolang we het hiervoor gebruiken is het kwetsbaar en ontvankelijk voor schuld en pijn. Maar in en van zichzelf is het daar niet vatbaar voor. We kunnen ons doel veranderen door Gods Antwoord op dit krankzinnige idee — de Heilige Geest — te aanvaarden en ons toe te wijden aan het doel van de heilige relatie: waarheid en vrede. Wanneer we ons lichaam uitsluitend voor dit doel gebruiken, zal het, zoals Jezus in het Werkboek zegt: 'altijd voldoende kracht hebben om alle werkelijk nuttige doelen te dienen' (WdI.168.18:2).
(Toelichtingen door Greg Mackie)
6. Door jouw aanvaarding is jou, die aan het onvergankelijke bent toegewijd, de macht gegeven om te verlossen van vergankelijkheid. Is er een betere manier om het eerste en fundamentele principe in een cursus over wonderen te onderwijzen, dan door jou te laten zien dat datgene wat het moeilijkste lijkt, het eerst kan worden volbracht? Het lichaam kan alleen jouw bedoeling dienen. Zoals je ernaar kijkt, zo zal het jou toeschijnen. De dood zou – ware hij waar – de definitieve en volledige verbreking van communicatie betekenen, wat het doel is van het ego.
De toewijding van het ego aan zonde, schuld en dood dient het ultieme doel om de communicatie met God voorgoed te verbreken. Maar door het doel van de heilige relatie te aanvaarden, wijden we ons toe aan het eeuwige en onveranderlijke. Deze nieuwe toewijding verlost niet alleen onszelf, maar ook onze broeders van vergankelijkheid. Het overwinnen van de dood lijkt onmogelijk te zijn, omdat we deze verbinden met het lichaam: 'Jij denkt dat de dood iets van het lichaam is. Toch is het slechts een idee, niet van toepassing op wat als fysiek wordt gezien ..... De dood is de gedachte dat je gescheiden bent van je Schepper' (WdI.167.3:1,2; 4:1). We kunnen de dood dus overwinnen door dit idee en deze gedachte los te laten, en ons te realiseren dat we nooit van God zijn gescheiden en daarom niet een lichaam zijn. Bovendien wordt het eerste wonderprincipe (Wonderen kennen geen rangorde naar moeilijkheid) hierdoor gemakkelijker te aanvaarden. Want als we de dood kunnen overwinnen, wat kan er dan niet overwonnen worden?
(Toelichtingen door Greg Mackie)
7. Zij die de dood vrezen zien niet hoe vaak en hoe luid ze die aanroepen, en hem gelasten hen van communicatie te komen verlossen. Want de dood wordt als geborgenheid beschouwd, de grote duistere verlosser van het licht der waarheid, het antwoord op het Antwoord, de demper van de Stem die spreekt namens God. Maar het terugtrekken in de dood betekent niet het eind van strijd. Alleen Gods Antwoord is het eind ervan. De blokkade gevormd door jouw ogenschijnlijke liefde voor de dood waar de vrede overheen moet vloeien, lijkt erg groot. Want daarin liggen alle geheimen van het ego, al zijn merkwaardige middelen om te misleiden, al zijn ziekelijke ideeën en bizarre verbeeldingen verscholen. Dit betekent het definitieve einde van de eenheid, de zege van het maaksel van het ego over de schepping, de overwinning van levenloosheid op het Leven zelf.
De meesten van ons protesteren tegen teksten zoals deze. 'Ik voel me helemaal niet aangetrokken tot de dood, ik ben er juist bang voor', zeggen we bijvoorbeeld. Deze angst is echter een sluier die de onderliggende aantrekkingskracht verborgen houdt. Daar blijft hij meestal ook, hoewel hij zich aan de oppervlakte op diverse manieren manifesteert. Het geloof dat de dood 'het einde van strijd' is, komt voort uit ons geloof dat de dood een eind maakt aan de pijn van deze wereld. Dit komt bijvoorbeeld tot uiting in uitspraken zoals 'hij/zij heeft eindelijk rust gevonden' en in de inscriptie op veel grafstenen: 'Rust in vrede'.
Het doel van het ego met de dood is echter God buiten te sluiten (dit komt terug bij de vierde blokkade voor vrede: De angst voor God). De dood is het ultieme bewijs van de werkelijkheid van het lichaam. Hij vertegenwoordigt de overwinning van het ego in zijn strijd tegen God, 'de overwinning van levenloosheid op het Leven zelf'. Het enige werkelijke einde van de strijd is echter Gods Antwoord, de Stem van de Heilige Geest.
(Toelichtingen door Greg Mackie)
8. Onder de stoffige rand van zijn vervormde wereld wil het ego Gods Zoon neerleggen, op zijn bevel vermoord, door zijn verval het bewijs dat God Zelf machteloos staat tegenover de macht van het ego, en niet in staat het leven dat Hij geschapen heeft te beschermen tegen de wreedaardige wens van het ego te doden. Mijn broeder, kind van onze Vader, dit is een droom over de dood. Er is geen begrafenis, en er zijn geen donkere altaren, geen onverbiddelijke geboden noch verwrongen rituelen van veroordeling, waar het lichaam je naartoe leidt. Vraag daaraan geen bevrijding. Maar bevrijd het van de genadeloze en meedogenloze bevelen die jij eraan hebt opgelegd, en vergeef het wat jij het beval te doen. In zijn verheerlijking heb jij het bevolen te sterven, want alleen de dood kan het leven overwinnen. En wat behalve waanzin kan de nederlaag van God bezien, en denken dat die werkelijk is?
De dood vertegenwoordigt de overwinning van het ego op God, het absolute bewijs dat de wil van het ego om te doden sterker is dan Gods Wil om te leven. Maar zoals de apostel Paulus zei: 'De dood is verslonden, de zege is behaald! Dood, waar is uw overwinning? Dood, waar is uw angel?' (1 Korintiërs 15:54-55). De overwinning van het ego is letterlijk niets, 'dit is een droom over de dood'. Het is niets anders dan een macabere fantasie, die voortkomt uit onze beslissing om het lichaam te gebruiken voor het doel van zonde — door de verheerlijking ervan, door onze intense toewijding aan zijn welbehagen, bescherming en genot (zie T18.VII.1:2). Bevrijding van de dood is niet verder weg dan onze keuze om het lichaam uitsluitend te gebruiken voor het doel van heiligheid.
Toepassing: Zeg tegen je lichaam:
Ik bevrijd je van het doel van zonde.
Ik bevrijd je van de genadeloze en meedogenloze bevelen die ik aan je heb opgelegd.
Ik bevnjd je van mijn verheerlijking van jou, waarin ikje bevolen heb te sterven.
Ik wijd je nu toe aan het doel van waarheid.
(Toelichtingen door Greg Mackie)
9. De angst voor de dood zal verdwijnen als de aantrekkelijkheid ervan bezweken is voor de werkelijke aantrekkingskracht van de liefde. Het eind van de zonde, dat zich vredig nestelt in de geborgenheid van je relatie, beschermd door je verbondenheid met jouw broeder en gereed om uit te groeien tot een machtige kracht voor God, is heel nabij. Het prille begin van de verlossing wordt zorgvuldig door de liefde bewaakt, en gevrijwaard van iedere gedachte die haar wil aanvallen, en wordt er rustig op voorbereid de machtige taak te vervullen waarvoor ze jou gegeven werd. Je pasgeboren bedoeling wordt door engelen met zorg omringd, door de Heilige Geest gekoesterd, en door God Zelf beschermd. Ze heeft jouw bescherming niet nodig, zij is jouw bescherming. Want ze kent geen dood, en in haar ligt het eind van de dood besloten.
In de kern van ons wezen worden we aangetrokken tot liefde, en zowel onze angst voor de dood als zijn aantrekkingskracht, die door deze angst gemaskeerd wordt, zullen verdwijnen wanneer de werkelijke aantrekkingskracht van de liefde de oppervlakte bereikt. Deze aantrekkingskracht werd opnieuw geboren in onze denkgeest, toen we ons met een broeder verenigden in een heilige relatie. En ze is nog steeds in ons, verzorgd en beschermd door de Hemel, de Heilige Geest en God Zelf. En dit 'prille begin van de verlossing' zal uitgroeien tot 'een machtige kracht voor God', een kracht die de dood volledig zal overwinnen.
(Toelichtingen door Greg Mackie)
10. Welk gevaar kan de volkomen onschuldigen belagen? Wat kan de schuldelozen aanvallen? Welke angst kan de vrede van de zondeloosheid binnendringen en verstoren? Wat jou is gegeven, zelfs in een pril stadium, staat ten volle in communicatie met God en met jou. In volmaakte veiligheid houdt het in zijn kleine handjes ieder wonder naar jou uitgestrekt dat jij verrichten zult. Het wonder van het leven is leeftijdloos, in de tijd geboren, maar gevoed in de eeuwigheid. Kijk naar dit kindje, aan wie jij een rustplaats gaf door je broeder te vergeven, en zie in hem de Wil van God. Hier is het kind van Bethlehem herboren. En ieder die hem onderdak verleent zal hem volgen, niet naar het kruis, maar naar de opstanding en het leven.
Wat een geweldige toevoeging aan het kerstverhaal! Traditioneel is 'het kind van Bethlehem' Jezus zelf, de zuivere en schuldeloze Zoon van God, die op zal groeien om de grootste wonderdoener te worden en ons te verlossen van onze zonden door zijn dood aan het kruis. Hier is 'het kind van Bethlehem' de Christus in ieder van ons, het 'kindje, aan wie jij een rustplaats gaf door je broeder te vergeven'. Door deze vergeving zien we de zondeloze Zoon van God in iedereen. Wanneer we Christus onderdak verlenen in onze heilige relaties volgen we hem niet naar de kruisiging van ons lichaam (de dood), maar naar de opstanding en het leven dat de Wil van God is.
(Toelichtingen door Greg Mackie)
11. Wanneer iets jou een bron van angst toeschijnt, wanneer enige situatie jou met schrik vervult en je lichaam doet sidderen en beven, en het koude angstzweet je uitbreekt, bedenk dan dat dit steeds om één reden is: het ego heeft het waargenomen als symbool van angst, een teken van zonde en dood. Onthoud dan dat geen teken of symbool verward mag worden met de bron, want ze staan beslist voor iets anders dan zichzelf. Hun betekenis kan niet in hen zelf liggen, maar dient in wat zij vertegenwoordigen te worden gezocht. En zo kunnen ze alles of niets betekenen, al naargelang de waarheid of de onwaarheid van het idee dat ze weerspiegelen. Wanneer je tegenover zo’n ogenschijnlijke onzekerheid over de betekenis komt te staan, oordeel daar dan niet over. Herinner je de heilige Tegenwoordigheid van Degene die jou gegeven is om als Bron van alle oordeel te fungeren. Laat het aan Hem over om er namens jou over te oordelen, en zeg:
Neem dit van mij aan, kijk ernaar, en beoordeel het voor mij.
Laat mij dit niet zien als een teken van zonde en dood,
en het evenmin gebruiken voor vernietiging.
Leer me hoe ik hieruit geen blokkade voor de vrede maak,
maar het door U voor mij gebruiken laat
om de komst van vrede te vergemakkelijken.
Toepassing: Wanneer iets ons angst aanjaagt is dit een weerspiegeling van onze angst voor de aantrekkingskracht van de dood. Laten we daarom een oefening doen die ons in staat stelt om van datgene waar we bang voor zijn een middel voor vrede te maken in plaats van een blokkade daarvoor.
Denk aan iets waar je nú bang voor bent en doe het volgende:
Realiseer je dat er slechts één reden is voor deze angst: 'het ego heeft het waargenomen als symbool van angst, een teken van zonde en dood'.
Realiseer je ook dat datgene waar je bang voor bent geen betekenis in zichzelf heeft.
De betekenis van een symbool ligt in wat het vertegenwoordigt.
Het kan dus alles of niets betekenen.
Als het de waarheid weerspiegelt betekent het alles; als het de onwaarheid weerspiegelt betekent het niets.
Aangezien angst, zonde en dood onwaar zijn, heeft wat het ego erin ziet geen betekenis.
Omdat datgene waar je bang voor bent in zichzelf geen betekenis heeft, is het ook geen symbool van angst, zonde en dood.
De enige reden waarom jij er bang voor bent, is omdat jij deze betekenis erin ziet, maar het is slechts een betekenis die het ego eraan gegeven heeft.
Je weet dus niet wat het betekent.
Beoordeel het daarom niet, maar herinner je de Heilige Geest, 'de heilige Tegenwoordigheid van Degene die jou gegeven is om als Bron van alle oordeel te fungeren'.
Geef datgene waar je bang voor bent aan Hem en zeg:
Neem dit van mij aan, kijk ernaar, en beoordeel het voor mij.
Laat mij dit niet zien als een teken van zonde en dood,
en het evenmin gebruiken voor vernietiging.
Leer me hoe ik hieruit geen blokkade voor de vrede maak,
maar het door U voor mij gebruiken laat
om de komst van vrede te vergemakkelijken.
(Toelichtingen door Greg Mackie)