Hoofdstuk 7

De gaven van het Koninkrijk

III. De werkelijkheid van het Koninkrijk

 

1. De Heilige Geest onderwijst één les en past die op iedereen individueel in alle omstandigheden toe. Omdat Hij vrij van conflicten is, maximaliseert Hij alle inspanningen en alle resultaten. Door de macht van het Koninkrijk van God Zelf te onderwijzen, leert Hij je dat alle macht jou toebehoort. De toepassing hiervan is niet van belang. Ze is altijd maximaal. Jouw waakzaamheid maakt haar niet tot de jouwe, maar stelt jou wel in staat haar te allen tijde en op alle wijzen te gebruiken. Toen ik zei: ‘Ik ben altijd met jullie,’ bedoelde ik dat letterlijk. Ik ben voor niemand in enige situatie afwezig. Doordat ik altijd met jou ben, ben jij de weg, de waarheid en het leven. Jij hebt deze macht niet gemaakt, net zomin als ik. Ze werd geschapen om gedeeld te worden, en kan daarom niet zinvol worden waargenomen alsof ze aan iemand toebehoort ten koste van iemand anders. Zo’n waarneming maakt dat ze geen betekenis heeft, doordat ze haar enige echte betekenis terzijde schuift of negeert.

 

Het ego ontwikkelde vermogens om uit te blinken, om beter te zijn dan anderen. De Heilige Geest gebruikt diezelfde vermogens om gelijk te maken, om de gelijkheid van iedereen te bevestigen. Wij denken dat de situaties in ons leven ons veel verschillende lessen bieden die we moeten leren, maar elke situatie biedt ons de gelegenheid om waakzaam te zijn voor God en Zijn Koninkrijk. Dit bevrijdt 'de macht van het Koninkrijk van God Zelf' in ons. Wij denken misschien dat deze macht alleen berust bij grote leermeesters, zoals Jezus, maar de Heilige Geest leert ons dat ze in gelijke mate door het hele Zoonschap wordt gedeeld. Net als Jezus kunnen we deze macht 'te allen tijde en op alle wijzen gebruiken'.

 

Toepassing : Jezus wil het Koninkrijk graag met ons delen. Stel je voor dat hij het volgende tegen je zegt:

'Ik ben letterlijk altijd met je. Ik ben in geen enkele situatie afwezig. Doordat ik altijd met jou ben, ben jij de weg, de waarheid en het leven'. 

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

2. Gods betekenis wacht in het Koninkrijk, want daar heeft Hij die geplaatst. Ze wacht niet in de tijd. Ze rust slechts in het Koninkrijk omdat ze daar thuishoort, net als jij. Hoe kun jij, die Gods betekenis bent, jezelf waarnemen als daarvan verstoken? Alleen door jezelf als onwerkelijk te ervaren, kun jij jezelf gescheiden van je betekenis zien. Om die reden is het ego krankzinnig: het leert je dat jij niet bent wat jij bent. Dit is zo tegenstrijdig dat het absoluut onmogelijk is. Het is daarom een les die je niet echt kunt leren, en dus niet echt kunt onderwijzen. Toch onderwijs je aldoor. Daarom moet het iets anders zijn wat jij onderwijst, ook al weet het ego niet wat het is. Het ego nu wordt steeds ongedaan gemaakt, en wantrouwt wel degelijk jouw beweegredenen. Je denkgeest kan niet één zijn wanneer hij trouw is aan het ego, omdat de denkgeest hem niet toe behoort. Maar wat ‘verraad pleegt’ aan het ego, is trouw aan de vrede. De ‘vijand’ van het ego is bijgevolg jouw vriend.

 

Onder de leugens van het ego weten we dat we thuishoren in het Koninkrijk en de macht daarvan delen. Daarom kunnen we niet echt geloven dat we daarvan gescheiden zijn. Les 182 zegt: 'Een herinnering aan thuis blijft je achtervolgen' (WdI.182.1:3). Onze huidige toestand voelt op de en of andere manier onwerkelijk aan. We voelen ons een vreemdeling in een vreemd land. Dus zelfs als we denken dat we een ego zijn in een afgescheiden wereld, kunnen we onszelf niet echt voor de gek houden. Onze werkelijkheid laat zich gelden en onderwijst in stilte de waarheid, ook al ontkennen we haar met onze woorden. Dit maakt het ego bang, omdat het voelt dat onze denkgeest elk moment tot bezinning kan komen en hem ongedaan kan maken. We willen vrede, en alleen onze volledige toewijding aan onze juist gerichte denkgeest kan ons die geven. 

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

3. Ik heb al gezegd dat de vriend van het ego geen deel van jou is, omdat het ego zichzelf ziet alsof het in oorlog is en dus bondgenoten nodig heeft. Jij die niet in oorlog bent moet naar broeders uitzien en al wie je ziet als jouw broeders erkennen, want alleen gelijken zijn in vrede. Omdat Gods gelijke Zonen alles hebben, kunnen ze niet met elkaar wedijveren. Maar als ze ook maar één van hun broeders als iets anders dan hun volmaakte gelijke zien, is het idee van wedijver hun denkgeest binnengeslopen. Onderschat niet hoe noodzakelijk het voor jou is waakzaam te zijn tegen dit idee, want al je conflicten vloeien daaruit voort. Dit is het geloof dat conflicterende belangen mogelijk zijn, en daardoor heb je het onmogelijke voor waar aangenomen. Is dat wat anders dan te zeggen dat jij jezelf als onwerkelijk ziet?

 

In onze identificatie met het ego voeren we een schijnbare oorlog tussen waarheid en illusie, en tussen onszelf en anderen. Onze belangen lijken te conflicteren met die van anderen, waardoor we gedwongen zijn constant met hen te vechten om beperkte middelen. De belangrijkste bondgenoot van het ego in deze oorlog is zijn 'vriend', het lichaam (zie T6.IV.4:5), het meest beperkte hulpmiddel. Maar we zijn niet werkelijk in oorlog, en om dat te beseffen moeten we onze 'vijanden' erkennen als onze broeders. Zij zijn onze werkelijke bondgenoten, onze gelijken in het Koninkrijk van God die, evenals wijzelf, alles hebben. En ais iedereen alles heeft, welke reden is er dan nog voor wedijver? Als onze belangen nooit conflicterend zijn, wat kan er dan anders zijn dan vrede?

 

Toepassing : Denk aan een situatie waarin je met iemand wedijvert en zeg:

Het idee von wedijver is mijn denkgeest binnengeslopen en ik wil waakzaak zijn tegen dit idee. Al mijn conflicten, inclusief dit, komen daaruit voort. Ik wil jou, [naam], zien als een gelijke broeder die alles heeft, evenals ikzelf. Als ik dat doe weet ik dat we beiden in vrede zijn. 

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

4. In het Koninkrijk zijn betekent eenvoudig je totale aandacht erop richten. Zolang jij gelooft dat je aandacht kunt schenken aan wat niet waar is, aanvaard je conflict als jouw keuze. Is dit werkelijk een keuze? Dat lijkt zo, maar schijn en werkelijkheid kunnen bezwaarlijk hetzelfde worden genoemd. Jij die het Koninkrijk bent bekommert je niet om schijn. De werkelijkheid behoort jou toe omdat jij de werkelijkheid bent. Zo worden hebben en zijn uiteindelijk verzoend, niet in het Koninkrijk, maar in jouw denkgeest. Het altaar daar is de enige werkelijkheid. Het altaar is in het denken volkomen helder, omdat het een weerspiegeling van het volmaakte Denken is. Je juiste denken ziet louter broeders, omdat het enkel ziet in zijn eigen licht.

 

Wij richten onze aandacht op duizenden dingen, maar als we onze werkelijkheid willen herkennen, moeten we ons alleen concentreren op het Koninkrijk. We moeten daar waakzaam voor zijn. Dit betekent dat we onze broeders als gelijken moeten zien, niet als concurrenten met tegenstrijdige belangen. Dat is onze enige keuze. De keuze voor het ego en de conflicten die het veroorzaakt is een keuze voor iets onmogelijks en dus geen werkelijke keuze. Het is hetzelfde als zeggen: 'ik kies ervoor om op de planeer Vulcan te leven'. De enige optie die echt voor ons openstaat, is onze werkelijkheid: het Koninkrijk van God. Dat is wat we zowel hebben als zijn. Diep in onze denkgeest bevindt zich het altaar dat God daar heeft geplaatst en waar wij met al onze broeders in gemeenschap zijn verenigd. En daar moeten we onze volledige aandacht op richten. (GM)

 

5. God Zelf heeft jouw denkgeest verlicht en houdt die door Zijn licht verlicht, omdat Zijn licht is wat jouw denkgeest is. Dit is volkomen boven alle vragen verheven, en wanneer je er toch vragen bij plaatst, krijg je antwoord. Het Antwoord maakt de vraag eenvoudig ongedaan door het feit te constateren dat vragen plaatsen bij de werkelijkheid zinloos is. Dat is de reden waarom de Heilige Geest nooit ergens vragen bij plaatst of iets in twijfel trekt. Zijn enige functie is dat Hij het betwijfelbare ongedaan maakt en het zodoende tot zekerheid leidt. Zij die zeker zijn, zijn volmaakt kalm, omdat ze niet in twijfel verkeren. Ze werpen geen vragen op omdat er niets in hun denkgeest opkomt om vragen bij te plaatsen. Hierdoor blijven ze in volmaakte vredigheid, omdat dit is wat ze delen, wetende wat ze zijn.

 

'Vragen plaatsen bij de werkelijkheid is zinloos'. Wanneer we de werkelijkheid van het Koninkrijk betwijfelen, stellen we zinloze vragen. Zelfs als spiritueler zoekers denken we meestal dat het ego en de wereld werkelijk zijn, terwijl het bereiken van de toestand die de Cursus beschrijft onmogelijk lijkt te zijn. In waarheid is het echter andersom. We hebben veel geoefend met het geloven van onmogelijke dingen, maar Jezus zegt: 'het heeft geen zin om dat te proberen'. Onze vragen zijn geen werkelijke vragen. Het zijn slechts uitingen van waanzin, het bewijs dat we het contact met de werkelijkheid hebben verloren. De Heilige Geest beantwoordt onze vragen, maar Hij doet nog meer dat dat: Hij maakt ze ongedaan. Wanneer we dit aanvaarden door onze volledige aandacht op het Koninkrijk te richten, zullen we naar de zekerheid worden geleid die altijd in onze denkgeest aanwezig is geweest. Terwijl we de werkelijkheid betwijfelen en de strijd van het ego voeren, bevinden we ons in feite in het Koninkrijk, waar we volmaakte vrede delen met onze broeders. 

(Toelichtingen door Greg Mackie)