50 principes van wonderen

Principe 45

 

Een wonder gaat nooit verloren. Het kan vele mensen raken die je niet eens hebt ontmoet en onvoorstelbare veranderingen teweegbrengen in situaties waar jij je niet eens van bewust bent.

 

     Dit komt op hetzelfde neer als principe 35. Denk aan het voorbeeld van het hologram waarin we allen verenigd zijn en alle dimensies van tijd en ruimte samenvallen. We kunnen ons op geen enkele manier de kracht voorstellen van wat het betekent om onze grieven of ons geloof in afscheiding op te geven. "Wanneer ik genezen word, word niet ik alleen genezen" (WdI.137.t). Dit heeft niet alleen invloed op de mensen die fysiek hier zijn, maar ook op mensen die al overleden zijn. Tijd is niet lineair en we zijn verenigd in één denkgeest, ongeacht de specifieke dimensie van tijd en ruimte waarin wij of anderen ons denken te bevinden.

     Nogmaals, het enige wat Een Cursus in wonderen van ons vraagt is de Verzoening te aanvaarden voor onszelf, wat betekent dat we ons deel doen om onze denkgeest te genezer. De uitbreiding van dat wonder — Verzoening of vergeving — is niet onze zorg, omdat we er geen idee van hebben wat werkelijk behulpzaam is. Onze enige verantwoordelijkheid — het aanvaarden van de Verzoening voor onszelf — is kiezen voor vergeving of het wonder.

 

Vraag: Hoe zit het met de voorbede? Hoe past dat hierin?

 

Antwoord: Dat past er niet in, althans niet zoals er gewoonlijk over wordt gedacht. Ten eerste hoeven we God niet te vertellen wat Hij moet doen, het is waanzin om dat te geloven. Ten tweede, en dat is nog belangrijker: wanneer we bidden voor anderen zeggen we dat er buiten ons een probleem is en dan zitten we weer in de valkuil van het ego. We kunnen dus beter voor onszelf bidden, voor de genezing van onze denkgeest, die gelooft dat er buiten ons een vorm van duisternis bestaat. Het Lied van het gebed is daar volkomen duidelijk over. We moeten bidden om hulp om zelf opzij te gaan, zodat de Heilige Geest zich via onze denkgeest kan uitbreiden naar andere denkgeesten.