3. Psychotherapie in de praktijk

I. Het kiezen van patiënten

 

1. Ieder die naar jou wordt gezonden, is jouw patiënt. Dit betekent niet dat jij hem uitkiest, en evenmin dat jij de soort behandeling kiest die geschikt is. Maar het betekent wel dat niemand per vergissing naar jou toe komt. Er zijn geen vergissingen in Gods plan. Het zou echter wel een vergissing zijn ervan uit te gaan dat jij weet wat jij ieder die komt te bieden hebt. Het is niet aan jou dit te beslissen. De neiging bestaat aan te nemen dat jou voortdurend wordt gevraagd zelf offers te brengen ten behoeve van degenen die komen. Dit kan allerminst waar zijn. Een offer van jezelf eisen is een offer van God eisen, en Hij heeft geen weet van offers. Wie zou Volmaaktheid kunnen vragen dat Hij onvolmaakt is?

 

2. Wie beslist er dan wat elke broeder nodig heeft? Zeker niet jij die nog niet inziet wie het is die vraagt. Er is Iets in hem dat jou dat zal zeggen, mits je luistert. En dat is het antwoord: luister. Eis niets, beslis niets, offer niets. Luister. Wat je hoort is waar. Zou God jou Zijn Zoon zenden zonder er zeker van te zijn dat jij inziet wat zijn noden zijn? Bedenk eens wat God jou vertelt: Hij heeft jouw stem nodig om namens Hem te spreken. Kan er iets heiliger zijn? Of een groter geschenk aan jou? Kies je liever wie er god zou zijn dan de Stem te horen van Hem die God is in jou?

 

3. Je patiënten hoeven niet fysiek aanwezig te zijn om jou de gelegenheid te geven hen in de Naam van God te dienen. Dit is misschien moeilijk in gedachten te houden, maar God wil niet dat Zijn gaven aan jou beperkt blijven tot de enkelingen die jij daadwerkelijk ziet. Je kunt ook anderen zien, want zien is niet beperkt tot de ogen van het lichaam. Sommigen hebben jouw fysieke aanwezigheid niet nodig. Ze hebben jou even hard, en misschien zelfs meer, nodig op het ogenblik dat ze worden gezonden. Je zult hen herkennen op elke manier die voor jullie beiden het meest behulpzaam kan zijn. Het doet er niet toe hoe ze komen. Ze zullen worden gezonden in elke vorm die het meest behulpzaam is: als naam, als gedachte, als beeld, als idee, of misschien alleen maar als gevoel dat je met iemand ergens contact maakt. De verbinding ligt in handen van de Heilige Geest. Ze kan alleen maar lukken.

 

4. Een heilige therapeut, een gevorderde leraar van God, vergeet één ding nooit: hij stelde het leerplan van de verlossing niet vast, en bepaalde evenmin zijn aandeel daarin. Hij begrijpt dat zijn aandeel noodzakelijk is voor het geheel, en dat hij door middel daarvan het geheel zal herkennen, wanneer zijn aandeel compleet is. Ondertussen dient hij te leren, en zijn patiënten zijn de middelen die hem daartoe gezonden zijn. Wat kan hij anders dan om hen en jegens hen dankbaar zijn? Ze komen en dragen God met zich mee. Zou hij deze Gave willen afslaan voor een kiezelsteen, of zou hij de deur willen sluiten voor de verlosser van de wereld om een spook binnen te laten? Laat hij de Zoon van God niet verraden. Wie er een beroep op hem doet gaat zijn begrip verre te boven. En zou hij niet blij zijn dat hij antwoorden kan, wanneer hij alleen zo de roep kan horen en begrijpen dat het de zijne is?