Hoofdstuk 1
De betekenis van wonderen
VI. De illusie van behoeften
1. Jij die vrede wilt, kunt die alleen vinden door totale vergeving. Niemand kan iets leren tenzij hij het leren wil en ergens gelooft dat hij het nodig heeft. Terwijl in Gods schepping gebrek niet bestaat, is het overduidelijk aanwezig in wat jij hebt gemaakt. Dit is in feite het wezenlijke verschil tussen de twee. Gebrek duidt erop dat jij beter af zou zijn in een toestand die op een of andere wijze afwijkt van die waarin jij je nu bevindt. Tot aan de ‘afscheiding’ – wat de betekenis is van de ‘zondeval’ – ontbrak het aan niets. Er waren helemaal geen behoeften. Behoeften ontstaan alleen wanneer jij jezelf iets ontzegt. Je stemt je handelingen af op de specifieke rangorde van behoeften zoals jij die opstelt. En die hangt op zijn beurt af van jouw beeld van wat jij bent.
Deze alinea schetst een beeld van wat er gebeurd is tijdens de afscheiding of 'zondeval'.
Wat kan er fundamenteler zijn dan het idee dat we iets nodig hebben wat ons ontbreekt, dat we een heleboel behoeften hebben? (Stop even met lezen en denk nu aan enkele behoeften die je denkt te hebben). Hier wordt ons echter verteld dat we in onze ware staat van zijn helemaal geen behoeften hebben. Hoe zijn we van die heerlijke toestand terechtgekomen in de knoeiboel waarin we ons nu bevinden?
In de Hemel hadden we geen behoeften. (Stop weer even en probeer je voor te stellen hoe dat is). Maar toen deden we onszelf tekort, door te geloven dat we ons hadden afgescheiden van God, en behoeftige, gebrek lijdende wezens waren. En nu draagt ieder van ons een 'rangorde van behoeften' met zich mee, gebaseerd op wat we denken te missen. Uitgaande van deze rangorde onderzoeken we wat we moeten weten en doen om deze behoeften vervuld te krijgen. Zoals de eerste zin van deze alinea zegt, hebben we echter slechts één behoefte — vrede — en hoeven we slechts één ding te leren en te doen: totaal vergeven.
(Toelichtingen door Greg Mackie)
2. Het gevoel van God afgescheiden te zijn is het enige gebrek dat je echt dient te corrigeren. Dit gevoel van afscheiding zou nooit zijn ontstaan als jij je waarneming van de waarheid niet had vervormd en jezelf daardoor als behoeftig was gaan zien. Het idee van een rangorde van behoeften is ontstaan doordat jij, toen je eenmaal die fundamentele dwaling had begaan, jezelf al had opgedeeld in niveaus met verschillende behoeften. Wanneer je integreert, word je één, en worden bijgevolg jouw behoeften één. Eenduidige behoeften leiden tot eenduidige handeling, omdat dit een afwezigheid van conflict bewerkstelligt.
Hier zien we een andere versie van onze 'val' uit de behoefteloze toestand in de Hemel. Eerst vervormden we onze waarneming van onszelf als geest, waardoor we onszelf als behoeftig gingen zien. Vervolgens leek dit beeld uiteen te vallen in verschillende niveaus met verschillende behoeften. En dit leidde tot een rangorde van behoeften, die nu ons denken en onze daden bepaalt.
Hoe klimmen we weer omhoog vanaf de bodem die we hebben geraakt? De laatste zinnen van deze alinea beschrijven deze 'correctie van beneden af', zoals de volgende alinea het noemt. We bewegen ons geleidelijk van fragmentatie naar integratie, waardoor de vele verschillende behoeften tot één behoefte worden. We gaan begrijpen dat we in de wereld slechts één werkelijke behoefte hebben: de correctie van onze oorspronkelijke vergissing, die leidde tot de chaos waarin we ons nu bevinden: ons geloof afgescheiden te zijn van God en alle gevolgen daarvan. De erkenning van deze enige behoefte leidt ons naar eenduidig leren en handelen. Alles wat we dan leren en doen is gericht op het ongedaan maken van de schijnbare afscheiding van God.
Toepassing : Maak een lijstje met alle specifieke behoeften die je denkt te hebben, en zeg met betrekking tot elk ervan:
ik denk dat ik ....... nodig heb, maar mijn enige werkelijke behoefte is het genezen van mijn geloof dat ik afgescheiden ben van God.
(Toelichtingen door Greg Mackie)
3. Het idee van rangorden van behoeften, dat voortvloeit uit de oerdwaling dat iemand van God gescheiden kan zijn, vraagt correctie op zijn eigen niveau voordat überhaupt de vergissing van het waarnemen van niveaus kan worden gecorrigeerd. Je kunt je niet doeltreffend gedragen zolang je op verschillende niveaus functioneert. Maar zolang je dat nog doet, moet de correctie verticaal, van beneden af, worden ingevoerd. Dit komt doordat jij denkt dat je in zoiets als ruimte leeft, waar begrippen als ‘boven’ en ‘beneden’ betekenis hebben. Uiteindelijk is ruimte even betekenisloos als tijd. Beide zijn slechts overtuigingen.
De weg terug naar God is de correctie 'van beneden af' van de oerdwaling van de afscheiding: 'je de eerste onzekere schreden de ladder op te laten leiden waarlangs de afscheiding jou naar beneden heeft gevoerd' (T28.III.1:2). We moeten dus eerst het geloof corrigeren dat we een rangorde van behoeften hebben. Alleen wanneer we ons realiseren dat onze enige behoefte de correctie is van het geloof dat we afgescheiden kunnen zijn van God, zijn we in staat ons te concentreren op het corrigeren van dat geloof, zodat we terug kunnen keren naar God.
Dit is de betekenis van 'correctie van beneden af': we moeten eerst onze waarneming corrigeren, voordat we tot de kennis van de Hemel kunnen komen.
In hoofdstuk 3 zegt Jezus: 'Als mens probeerde ik niet dwaling met kennis te bestrijden, maar vergissingen van de grond af te corrigeren' (T3.IV.1:4). En hij vervolgt: 'Ik kan alle verkeerde waarnemingen uit je denkgeest wissen als je hem onder mijn leiding plaatsen wilt. Alleen je verkeerde waarnemingen staan jou in de weg. Zonder die staat jouw keuze vast' (T3.IV.7:7-9).
(Toelichtingen door Greg Mackie)
4. De werkelijke bedoeling van deze wereld is dat ze benut wordt om je ongeloof te corrigeren. Zelf kun je de gevolgen van angst nooit onder controle houden, omdat jij angst gemaakt hebt, en jij gelooft in wat je hebt gemaakt. Dus qua houding, maar niet qua inhoud, lijk jij op jouw Schepper, die een volmaakt vertrouwen in Zijn scheppingen heeft omdat Hij ze heeft geschapen. Geloof in iets leidt tot de aanvaarding van het bestaan ervan. Daarom kun jij geloven wat niemand anders voor waar houdt. Het is waar voor jou omdat jij het hebt gemaakt.
Nu we eenmaal geloven in het bestaan van de wereld waarin we (denken te) leven, kunnen we haar de bedoeling geven die de Heilige Geest haar geeft: ons helpen ons ongeloof te corrigeren, ons gebrek aan geloof in de waarheid dat we geen behoeften hebben, omdat we niet afgescheiden zijn van God. Wij proberen onze angst te verminderen door de wereld naar onze hand te zetten. Maar we moeten ons realiseren dat dit niet werkt. We kunnen onze angst niet onder controle houden door te proberen de gevolgen ervan onder controle te houden. We kunnen angst alleen ongedaan maken door zijn oorzaak ongedaan te maken: ons geloof erin.
(Toelichtingen door Greg Mackie)
5. Alle aspecten van angst zijn onwaar omdat ze op het scheppende niveau niet bestaan, en dus helemaal niet bestaan. In de mate waarin jij bereid bent je overtuigingen aan deze proef te onderwerpen, in die mate worden jouw waarnemingen gecorrigeerd. Bij het schiften van het ware en het onware gaat het wonder als volgt te werk:
Volmaakte liefde verdrijft angst.
Als er angst bestaat,
dan is er geen volmaakte liefde.
Maar:
Alleen volmaakte liefde bestaat.
Als er angst is,
brengt die een toestand teweeg die niet bestaat.
Geloof dit en je bent vrij. Alleen God kan deze oplossing tot stand brengen, en dat geloof is Zijn geschenk.
Toepassing : De juiste manier om angst ongedaan te maken is niet door te proberen de gevolgen ervan onder controle te houden, maar te kiezen voor Gods oplossing: het wonder.
We krijgen hier een oefening in logica aangeboden, die wordt beschreven als de manier waarop 'het wonder te werk gaat'.
Laten we dit proces doorlopen met een specifieke angst waar je mee te kampen hebt:
• Volmaakte liefde verdrijft angst.
Als ik volmaakte liefde zou ervaren, zou ik dan angst kunnen voelen?
• Als er angst bestaat,
Als mijn angst werkelijk is, wat betekent dat dan?
• dan is er geen volmaakte liefde.
Met andere woorden: Als mijn angst werkelijk is, kan er geen volmaakte liefde zijn. Want angst en volmaakte liefde sluiten elkaar wederzijds uit.
Maar:
• Alleen volmaakte liefde bestaat.
Kan ik deze premisse aanvaarden? Wil ik op zijn minst de mogelijkheid overwegen? Resoneert er diep binnenin mij iets bij dit idee?
• Als er angst is,
Als ik mijn angst over ....... als werkelijk zie,
• brengt die een toestand teweeg die niet bestaat.
Met andere woorden: Als alleen volmaakte liefde werkelijk is, dan brengt mijn angst mij in een toestand die niét werkelijk is, een toestand van vervreemding van de werkelijkheid.
Is dat wat ik echt wil?
Ik kan in plaats daarvan voor volmaakte liefde kiezen, door om een wonder te vragen.
(Toelichtingen door Greg Mackie)