3. Wat zijn de niveaus van onderwijs?

1. De leraren van God hebben geen vastgesteld onderwijsniveau. Elke onderwijs-leersituatie brengt in het begin een verschillende relatie met zich mee, hoewel het uiteindelijke doel steeds hetzelfde is: van de relatie een heilige relatie te maken waarin beiden de Zoon van God als zondeloos kunnen zien. Er is niemand van wie een leraar van God niet kan leren, dus is er niemand die hij niet kan onderwijzen. Echter vanuit praktisch oogpunt kan hij niet iedereen ontmoeten, noch kan iedereen hem vinden. Voor iedere leraar van God omvat het plan daarom de noodzaak dat heel specifieke contacten worden gelegd. Verlossing kent geen toeval. Zij die elkaar moeten ontmoeten zullen elkaar ontmoeten, omdat ze tezamen de mogelijkheid tot een heilige relatie hebben. Ze zijn klaar voor elkaar.

 

2. Het eenvoudigste onderwijsniveau lijkt heel oppervlakkig. Het bestaat uit wat zeer terloopse ontmoetingen lijken: een ‘toevallige’ ontmoeting van twee ogenschijnlijke vreemden in een lift, een kind dat niet uitkijkt waar het loopt en daardoor ‘toevallig’ tegen een volwassene aanrent, twee studenten die ‘zomaar’ samen oplopen naar huis. Dit zijn geen toevallige ontmoetingen. Elk heeft de mogelijkheid in zich een onderwijsleersituatie te worden. Misschien zullen de schijnbare vreemden in de lift naar elkaar glimlachen, misschien zal de volwassene niet tegen het kind uitvaren omdat het tegen hem is opgebotst, misschien zullen de studenten vrienden worden. Zelfs op het niveau van de meest terloopse ontmoeting is het mogelijk dat twee mensen hun afzonderlijke belangen uit het oog verliezen, al was het maar voor een moment. Dat moment zal volstaan. De verlossing is gekomen.

 

3. Het is moeilijk te begrijpen dat het onderwijzen van de universele cursus op niveaus een denkbeeld is dat in werkelijkheid evenmin betekenis heeft als tijd. De illusie van het ene maakt de illusie van het andere mogelijk. In de tijd lijkt de leraar van God te beginnen door met één enkele beslissing zijn denken over de wereld te veranderen, om dan steeds meer over de nieuwe richting te leren, naarmate hij die onderwijst. We hebben de illusie van tijd al besproken, maar de illusie van onderwijsniveaus lijkt iets anders te zijn. Wellicht is de beste manier om aan te tonen dat deze niveaus niet kunnen bestaan eenvoudig te zeggen dat elk niveau van de onderwijs-leersituatie deel is van Gods Verzoeningsplan, en Zijn plan kan geen niveaus hebben omdat het een weerspiegeling is van Zijn Wil. Verlossing staat altijd klaar en is altijd daar. Gods leraren werken op verschillende niveaus, maar altijd met hetzelfde resultaat.

 

4. Elke onderwijs-leersituatie is maximaal in de zin dat elke betrokkene zoveel van de ander zal leren als waartoe hij op dat moment in staat is. In die zin, en alleen in die zin, kunnen we van onderwijsniveaus spreken. Op deze manier gebruikt, betekent de term dat het tweede onderwijsniveau een relatie is van langere duur, waarin twee mensen een tijdlang een nogal intense onderwijs-leersituatie aangaan en dan schijnbaar uit elkaar gaan. Zoals bij het eerste niveau zijn deze ontmoetingen niet toevallig, noch is wat het eind van de relatie lijkt te zijn werkelijk het einde. Wederom heeft ieder zoveel geleerd als waartoe hij op dat moment in staat is. Maar allen die elkaar ontmoeten zullen elkaar eens weer ontmoeten, want het is het lot van alle relaties om heilig te worden. God vergist Zich niet in Zijn Zoon.

 

5. Het derde onderwijsniveau doet zich voor in relaties die, eenmaal gevormd, een leven lang duren. Dit zijn onderwijs-leersituaties waarin aan elke persoon een uitgezochte leerpartner wordt gegeven die hem onbeperkte leerkansen biedt. Van deze relaties zijn er doorgaans weinig, want hun bestaan houdt in dat de betrokkenen gelijktijdig een stadium hebben bereikt waarin de onderwijs-leerbalans daadwerkelijk perfect is. Dit betekent niet dat ze dit per se onderkennen; in feite doen ze dat in het algemeen niet. Ze kunnen zelfs enige tijd, en misschien wel voor het leven, heel vijandig tegenover elkaar staan. Maar mochten ze besluiten die te leren, dan ligt de volmaakte les voor hen binnen handbereik en kan die worden geleerd. En als ze besluiten die les te leren, dan worden zij de verlossers van de leraren die de moed verliezen en het schijnbaar zelfs laten afweten. Geen leraar van God die er niet in slaagt de Hulp te vinden die hij nodig heeft.